stage-flying-foxes-mabuwaya-foundation.reismee.nl

Stage Filipijnen part 7

14-12: Alweer terug

De agta’s zouden er vanochtend al zijn rond een uur of 7 zodat we vroeg weg konden. Nanouk zei van tevoren al dat zij en haar guide niet zo snel waren, dus we namen genoeg tijd om in Camunayan te komen. De agta’s kwamen na een tijd wachten twee uur later aankakken. Ze pakten snel de zakken en we konden beginnen aan onze tocht. De weg was er alleen nog maar slechter op geworden vergeleken met vorige keer. Je kon niet eens meer fatsoenlijk lopen. Overal waar je liep moest je eerst met je voet voelen of je niet weg zou zakken in de modder. Uiteindelijk hebben we er een hele tijd over gedaan om bij de shortcut te komen naar Malisi toe. Aan het eind van de shortcut hoorde Mark zijn telefoon af gaan, hij had een sms’je. Deze was van Joni, en er stond in dat we weer terug MOESTEN komen naar Cabagan. Er was namelijk militaire activiteit gaande in het gebied waar wij heen gingen. Die waren er natuurlijk niet voor niets aan het patrouilleren. Afgelopen vrijdag was er een congresman doodgeschoten door de NPA (New People’s Army, een rebellengroep). Het leger was dus aan het patrouilleren om aanhangers van de NPA te vinden en die een kopje kleiner te maken. Soms als die twee groepen elkaar treffen kan het erg uit de hand lopen, daar bedoel ik mee vuurgevechten midden in een dorp. Het laatste wat je dan natuurlijk wilt is daartussen belanden, vandaar moesten we teruggaan. Dit berichtje bracht ons wel een beetje in de war. We waren gisteren nog bij de gemeente, en die hebben ons gewoon een permit gegeven dit gebied in te mogen. We wisten dus niet hoe serieus we dit zouden moeten nemen. We kamen tot het besluit om naar Malisi door te gaan en daar koffie te drinken en te informeren naar de situatie. Eenmaal in Malisi zagen we dat al de huizen verlaten waren. Er was dus niemand om aan te vragen, en we zijn toch maar terug gegaan. Voorheen was het al een keer gebeurd dat er studenten midden in een vuurgevecht kwamen te zitten, en daar hadden wij geen zin in. We konden dus weer terug naar Cabagan vandaag. Ik vond dat wel jammer, dat betekende geen data voor mij meer in Baggao. Maar natuurlijk gaat veiligheid natuurlijk boven alles. We hadden natuurlijk nog even veel spullen bij ons als op de heenweg en we moesten dus een kulong kulong nemen naar het centrum. De laatste van was al vertrokken van San Jose naar Tuguegarao toe, en we hadden dus een probleem. De enige optie was nog om een van af te huren die ons naar Cabagan toe wilde brengen. We moesten hier natuurlijk de hoofdprijs voor betalen, maar het was niet anders. Na een rit van een paar uur werden we keurig bij ons huisje afgezet op de ISU, maar dat mocht ook wel voor dat geld. We moesten de teleurstelling van de field trip verwerken met het nodige drinken en eten natuurlijk.

15-12: Voorbereiden Divilacan

Omdat de field trip naar Baggao gefaald was, kon ik alvast beginnen met de volgende te plannen. Ik was van plan na Baggao naar Divilacan te gaan, maar dat kwam nu dus eerder dan gepland. We wilden het liefst vandaag nog gaan, maar er moesten weer permits gemaakt worden en een vliegtuig geboekt worden. Daar hebben we deze dag mee gevuld. De tas was nog ingepakt en we hadden nog eten over, dus daar hadden we geen zorgen meer aan. Ik wilde graag wat kerstcadeaus kopen voor de gastfamilie in Divilacan, dus daarvoor gingen Mark en ik naar Tuguegarao voor. We kwamen terecht in de grootste prularia winkel van de Filipijnen. Het assortiment liep uit van make-up, tot speelgoed, tot aan keukenstellen. De winkel was ook echt gigantisch, en voor minder dan 10 euro had ik een hele tas vol troep. Daarna gingen we naar het vliegveld toe om onze vlucht voor de volgende dag te bespreken naar Maconancon toe. Het was druk op het vliegveld vergeleken met de vorige keer. We zitten nu natuurlijk rond de kerstdagen, en veel mensen willen hun familie opzoeken in de afgelegen gebieden. Maar goed, we hadden geboekt en zouden morgen in de tweede vlucht zitten naar Maconacon toe. De rest van de avond hebben we volgemaakt in Randy’s huis met… je weet wel.

16-12: Divilacan

De tassen waren al gepakt en we konden op naar het vliegveld. Daar stond een ongelofelijk lange rij, maar wij hadden blijkbaar voorrang. We gaven onze spullen af, en toen was het wachten tot onze vlucht ging. Toevallig kwamen we iemand tegen die we kenden. Dit was Art, de MENRO in Divilacan. Hij ging ook naar Divilacan toe voor de kerstdagen. Blijkbaar zaten wij niet meer in de tweede vlucht voor vandaag, maar in de vijfde. Die mensen daar vullen zelf maar wat in, en wij waren daar dus de dupe van. Uiteraard gingen er geen 5 vluchten vandaag en werd onze vlucht uitgesteld naar morgen. We konden onze spullen pakken en het de volgende dag weer proberen. Omdat het bijna kerst was, en iedereen vrij heeft van werk nu, worden overal christmas party’s gegeven. Vanavond was er eentje bij Randy thuis, dit betekende veel mensen en veel drank.

17-12: Opnieuw

Vol moed gingen Mark en ik weer op naar het vliegveld in Divilacan. Wij zaten in de derde vlucht vandaag, samen met Art. Na uren wachten en wachten kwamen zeiden ze om 1 uur in de middag tegen ons dat er geen vluchten meer waren vandaag. Er was er maar 1’tje gegaan vandaag, dus morgen zouden we de tweede vlucht hebben. We konden weer terug naar Cabagan toe en ons opmaken voor nog een christmas party.

18-12: Opnieuw

We waren weer op het vliegveld en het was weer tijd om te wachten tot onze vlucht weer gecanceld werd. De eerste vlucht ging, dus wij zouden in de volgende zitten. Na twee dagen wachten mocht het ook wel eens. De tassen werden ingeladen voor de tweede vlucht, maar dat waren niet de onze. Het vrouwtje achter de balie zei dat de tweede vlucht niet meer naar Maconacon ging, maar naar Palanan. Lekker dan dachten we, nog langer wachten. Toen het vliegtuig weer terug was, en wij eindelijk aan de beurt waren, besloten ze om niet meer te gaan vliegen vandaag. Nog een dag wachten dus.

19-12: Opnieuw

Ook vandaag waren we weer allemaal aanwezig op het vliegveld. We moesten er vandaag extra vroeg zijn omdat we de eerste vlucht zouden hebben. Deze zou gaan rond een uurtje of 9. Na wachten en wachten was het inmiddels 12 uur, en de vlucht was nog steeds niet gegaan. Om 1 uur kwam het goede nieuws weer dat er geen vluchten meer waren vandaag, alweer vanwege het weer. Nu begon ik mij er wel echt aan te irriteren. ’s Avonds was er weer een christmas party bij Randy thuis en had ik weer veel te veel gezopen.

20-12: Opnieuw

Ik werd wakker om 6 uur van mijn wekker met verschrikkelijke hoofdpijn en ik had het erg heet. De kater viel volgens mij wel mee, maar ik voelde mij gewoon een beetje grieperig. Ik sms’te Art hoe het weer was in Tuguegarao, waarop hij antwoorde; Dramatisch. Ik besloot maar gewoon in bed te blijven omdat ik mij ziek voelde en geen zin had om daar weer heen te gaan en te wachten. Om kwart voor 9 stuurde Art ineens een bericht dat het vliegtuig op het punt stond te vertrekken. Lekker dan, gaat hij eindelijk en dan lig ik ziek in mijn bed. Ik ging zo snel mogelijk naar Mark toe, en we raceten naar het vliegveld toe. Helaas waren we te laat… Je zou denken, je komt dan in de tweede vlucht terecht. Maar zo gaat het hier uiteraard niet, we waren verwisseld met mensen die in de 5e vlucht zaten die dag. Ik was er helemaal klaar mee en wilde eigenlijk die vrouw achter de balie door het hele vliegveld slingeren. We hebben weer gewacht en gewacht maar we kwamen niet meer aan de beurt. Ik voelde me niet echt veel beter dan de ochtend ervoor, maar ben alsnog naar een christmas party geweest bij Junior thuis.

21-12: Eindelijk

Hoe ziek ik me ook voelde vandaag, ik moest weer naar het vliegveld toe om toch weer proberen te vliegen. We zaten in de tweede vlucht vandaag, omdat er gisteren best veel vertrokken was. De eerste ging, en toen flikte ze weer hetzelfde geintje. Ze hadden unaniem weer besloten dat de tweede vlucht naar Palanan ging in plaats van Maconacon. Daar zat ik dan de rest van de middag bij de gate te wachten tot het vliegtuig ging. Ineens kwam de announcement, en we moesten gaan boarden. Ik had er eigenlijk al helemaal geen zin meer in door al die dagen wachten en ook omdat ik mij ziek voelde. Maar nu was er geen weg meer terug. Na 20 minuten vliegen landden we in Maconacon waar het meteen begon met regenen. Ik weet niet waarom, maar we moesten een uur wachten in een busje voordat die vertrok naar Maconacon centrum. Daar zijn we vervolgens weer omgekeerd om passagiers op te halen van de volgende vlucht, die nooit gekomen was. Uiteindelijk werden we gebracht naar Divilacan in het busje. Ook daar was een christmas party gaande met het hele dorp in de sporthal. Iedereen van de MENRO zat bij elkaar, Matteo (chickboy), Jun-Jun, Jaime, Art en nog een paar bekende gezichten. Ze waren blij om ons weer te zien naar al die tijd en dat gevoel was ook wederzijds. We zouden dit keer alleen niet bij Jaime slapen, omdat dat eigenlijk niet helemaal de bedoeling was. Gasten moesten slapen in de bang house, dus daar brachten we onze spullen heen. Het was een houten huis met een paar kamers die helemaal leeg stonden. Matteo ging met ons mee, en hij zou ons gezelschap houden de komende dagen. Ik voelde me nog steeds niet best en ging maar slapen in mijn hangmat voor de rest van de middag. In de avond gingen we een beetje kaarten, en Mark en Matteo met zijn tweeën drinken.

22-12: Ziek

Ik voelde mij nog steeds erg beroerd in de ochtend en besloot thuis te blijven vandaag. Mark en Matteo gingen interviews doen in Divilacan. Na een tijdje kwamen ze weer terug zonder enkel resultaat. In plaats van interviews zijn ze naar Maconacon geweest om vlees te kopen voor onze lunch. Ook prima, maar ik had niet echt bepaald veel honger. In de middag gingen ze eropuit om toch interviews te doen, maar ze kwamen maar niet terug. Tot op een gegeven moment het al 7 uur was ofzo en ik eindelijk gerommel hoorde bij de deur. De scooter was halverwege de terugweg kapotgegaan en ze hadden 2 uur moeten lopen door de regen met een kapotte scooter in de hand. Ik had inmiddels al een vuurtje gemaakt zodat we daar later op konden koken. We aten uiteraard laat, en bij hun gingen alle remmen los die avond. Er was iemand gekomen met een gitaar en een aantal flessen gin. Ik lag rustig in mijn bed, maar ze maakten echt veel te veel geluid om te slapen. Ik liet ze maar gaan, want Mark kon eindelijk drinken. Sinds het incident met Rodel gebeurd is, mag hij niet meer van zijn vrouw drinken thuis en kan hij dat dus alleen stiekem hier doen. Het duurde niet heel lang voordat ze allemaal te dronken waren, en het werd vanzelf stil.

23-12: Dokter

Vandaag wilde ik mijzelf toch even na laten kijken bij de dokter. We zaten ver weg van een professioneel ziekenhuis of een dokter. Ik moest dit laten doen bij de lokale dokterskliniek. We bezochten eerst de kliniek in Divilacan, maar de mensen daar hadden vrij vanwege de kerstdagen. Toen moesten we op naar Maconacon, hopend dat het daar wel open was. Gelukkig was die open en ik kon gaan zitten bij een zuster. Ze had mijn bloeddruk en hartslag gemeten en ik vertelde wat er mankeerde. Ik werd doorgestuurd naar de dokter waar ik mijn verhaal ook kwijt mocht. Ik wilde wel even zeker weten of ik geen knokkelkoorts op had gelopen door een muggenbeet, dus ging voor de zekerheid heen. Ze zei dat je bij knokkelkoorts constant hoge griep had, en dat was bij niet het geval. Ze schreef een paar medicijnen voor, die ik later op heb gehaald. Om precies te zijn moest ik 15 pillen per dag nemen, 5 in de ochtend, 5 ’s middags en 5 in de avond. Natuurlijk was dat veel te veel, en ze hadden ook bijna allemaal hetzelfde effect. We gingen even naar de DENR-office toe in Maconacon om even gedag zeggen tegen de mensen daar. De TV stond aan met basketbal, en we waren daar niet meer weg te slaan tot lunchtijd. Ineens kwam er een gast aangelopen die een adelaar vast had. Hij had hem ergens bij het strand gevonden op de grond, dus die moest weer even opgelapt worden. Sinds de DENR de Department of Environmental and National Recources is, vond hij dat de DENR er voor mocht zorgen. Dat vonden zij ook wel goed, eerst moest hij geïdentificeerd worden. Het was nog een onvolwassen beest en bij vogels is het meestal moeilijk om dan te zien welke soort het is. De kleuren en de patronen op de veren zijn dan nog niet helemaal ontwikkeld. We kwamen tot de conclusie dat het wel een sea-eagle was, alleen welke? Er waren twee sea-eagles; de White-bellied en de Grey-headed sea eagle. We gingen voor de Grey-headed, omdat er totaal geen teken was van witte veren. Matteo had het op een gegeven moment wel weer gezien bij de DENR en we gingen weer terug naar Divilacan. Mark en Matteo hadden geen zin meer om interviews te doen voor de rest van de dag en zo hebben we een beetje gechillt bij het huisje.

24-12: Nog zieker

De pillen bleken nou niet echt te helpen, want dit was de ochtend waarop ik mij het slechtste voelde. Mark en Matteo gingen er weer op uit om interviews te gaan doen en ik lag maar een beetje op mijn bed in de bang house. Ik voelde mij ook weer niet super beroerd dat ik helemaal niets meer kon. Met was een beetje griep die in vlagen kwam met constante hoofdpijn en vooral veel hoesten. Daarmee ga je natuurlijk niet leuk interviews lopen doen de hele dag, omdat dat gewoon niet gaat. Het was al wat kouder de afgelopen dagen, er was veel regen, en ik had natuurlijk veel te veel gedronken op al die Christmas party’s. Waarschijnlijk heeft die combinatie er voor gezorgd dat ik een beetje ziek ben geworden, maar wel weer zonde van mijn field trip. ’s Avonds na het eten ging Matteo even naar buiten om te ‘plassen’. Mark en ik zaten nog aan tafel te kaarten tot we ons ineens helemaal de tering schrokken. Matteo had de afgelopen dagen al de hele tijd zijn pistool bij zich, en die nam hij overal naartoe. Het was echt een ding uit de prehistorie en maakte een oorverdovende knal toen hij hem recht voor het raam afvuurde. Voortaan mocht hij ons wel even waarschuwen voordat hij weer zo een grapje uit ging halen. Toen ik de laatste sessie van 5 pillen in had genomen raakte mijn buik meteen van streek. Nog geen 5 minuten later stond ik buiten en moesten ze er weer uit. Toen dacht ik echt; ik moet zo snel mogelijk naar huis toe, dit is niet best. Maar een half uurtje later voelde ik mij weer beter, en het ging wel weer.

25-12: Eerste kerstdag in de Filipijnen

Ik werd wakker en voelde mij bijna weer normaal, vergeleken met de afgelopen dagen. We hadden het wel gezien bij de bang house en we verhuisde al onze spullen naar het huis van Jaime toe. Ik was sowieso van plan mijn kerst daar te vieren omdat het gewoon een hele leuke familie is en ik wilde ze wat teruggeven. Er was al heerlijk gekookt daar, maar er hing niet bepaald een kerstsfeer. Ze waren wel erg blij met de vrij simpele kerstcadeaus die ik gekocht had voor ze. In de middag begonnen we ons eigenlijk al best te vervelen dus zijn we maar interviews gaan doen. Veel mensen waren druk met kerst vieren of niet thuis omdat ze bij familie waren. We hebben dus maar twee interviews kunnen doen, maar beter iets dan niets. De rest van de dag hebben we een beetje films gekeken met de familie in het huis van Jaime. Ik dacht eerlijkgezegd dat kerst wel iets bijzonderder zou zijn dan wat ik vandaag mee had gemaakt. De afgelopen twee maanden zag je overal al kerstproducten, posters, etc. staan overal. Ik had natuurlijk al wel verwacht dat het anders zou zijn dan in Nederland, maar niet zo saai als ik het hier had gevierd. ’s Avonds kwam er wel een groepje kinderen aan de deur met een gitaartje die kerstliedjes voor ons gingen zingen. We zeiden telkens nog een, nog een, en na 5 liedjes gezongen te hebben kregen ze 20 peso’s van ons. Dit is blijkbaar ook traditie om als kind de huizen af te gaan om liedjes te zingen.

26-12: Tweede kerstdag in de Filipijnen

Het was alweer tweede kerstdag hier in de Filipijnen. En terwijl ik wakker werd om 6 uur ’s ochtends, zaten de mensen in Nederland nog lekker te genieten van een borrel op eerste kerstdag. Het feestmaal was alweer op, en we switchten weer terug naar de rijst. Er was alweer niet echt een kerstsfeer te proeven, wat wel jammer was. Jaime had het te druk met handmatig T-shirts te drukken voor zijn basketbalteam van de gemeente. We gingen maar gewoon weer films kijken met de kinderen. Na de lunch gingen we naar Art’s huis om hem ook een fijne kerst te wensen en zijn motor te lenen. Vandaag gingen we iets verder dan het centrum van Divilacan interviews doen in de hoop dat daar wel wat meer mensen thuis waren. We gingen naar de volgende barangay wat ongeveer een half uurtje was op de motor. Hier hebben we een paar interviews gedaan en ook nog een paar in het centrum. Mijn originele plan was om een paar dagen in de roost site te gaan, goede exit counts te doen en vervolgens ook zo veel interviews als mogelijk. Dit zou gekund hebben als onze vlucht de eerste dag wel was gegaan. Maarja… die ging 5 dagen later en daarna was ik ook nog eens ziek waardoor ik niet in staat was iets te doen. Ik had niet echt veel motivatie meer om nog dingen te gaan ondernemen hier en we besloten om de volgende dag maar naar huis te gaan. We wilden wel op tijd terug zijn met nieuwjaar in Cabagan. Als dat ook weer 5 dagen ging duren, dan mochten we inderdaad morgen weer teruggaan. Matteo bracht ons terug naar Maconacon in de kulong kulong van Jaime en we sliepen weer bij de DENR. Matteo wilde liever terug naar Divilacan, dus namen we afscheid van onze goede vriend daar.

27-12: Maar weer terug

Er was gelukkig geen gezeik meer met wachten op vluchten, want we zaten in de eerste vlucht van vandaag. Na een tijdje wachten op het regenachtige vliegveld landde het vliegtuigje eindelijk vanuit Tuguegarao en konden wij instappen. Het was ook echt slecht weer hier, veel regen en wind. De reden waardoor al onze vluchten voorheen gecanceld waren was omdat het hier in Maconacon zogenaamd slecht weer was. Het was nu net zulk slecht weer en dan gaat hij toch wel... Het kon mij eerlijkgezegd ook niets meer schelen, ik wilde gewoon zo snel mogelijk naar huis en mij opmaken voor mijn terugkeer naar Nederland. In Tuguegarao was het overigens gewoon prachtig weer, de zon scheen en het was lekker warm. We gingen zo snel mogelijk weer terug naar Cabagan toe en het eerste wat ik deed was mijn bed induiken en er niet meer uitkomen tot de volgende dag.

28-12: Uitzieken

Ik voelde mij nog steeds niet fantastisch maar het werd langzamerhand wel beter. Na vandaag vond ik het ziek zijn wel mooi geweest, en ik moest er weer tegenaan. De dag na terugkomen van field work bestaat altijd uit kleren wassen en boodschappen doen. Wassen is altijd het minst leuke van de twee. Het had natuurlijk weer de hele tijd geregend tijdens mijn field trip, dus alles was weer nat en zat in plastic tasjes. Na het centrum weer bezocht te hebben ben ik maar weer in bed gaan liggen in de hoop dat ik mij morgen weer beter voel.

29-12: Office day

Ik voelde mij weer fris en kon weer dingen gaan doen die belangrijk waren. Ik heb niet veel data kunnen verzamelen de afgelopen field trips, maar ik had toch wel iets. Voornamelijk de interviews van Dinapigue duurden lang om te verwerken. Maar de grootste uitdaging nu was om weer de lokale namen van de bomen te vertalen in de Latijnse naam. Ik had dit al eerder gedaan met behulp van een boek hier, wat geen leuk werkje was. Het probleem toen was dat onze gidsen de namen van de bomen opgeschreven hadden en ik in geen mogelijkheid hun handschrift kon ontcijferen. Nu had ik het gelukkig zelf opgeschreven, alleen het probleem nu was dat er te veel verschillende bomen waren. Ik was al de halve dag bezig geweest met de interviews, en de exit count data. Ik kreeg de bomen dus helaas niet af vandaag. Ik moest wel nog een presentatie gaan geven voordat ik naar huis ging zodat de mensen hier alvast een idee hebben van wat ze kunnen verwachten in mijn eindrapport. Deze moest ik woensdag gaan geven, dus veel tijd had ik niet om voor te bereiden. De werkdag was alweer over dus ik moest morgen weer terugkomen om de rest van mijn data te gaan verwerken.

30-12: Nog een office day

In de ochtend ben ik langs de office geweest om de laatste paar bomen in het boek op te zoeken en deze te verwerken in mijn datasheet. Ik zag al meteen een groot verschil in soortensamenstelling vergeleken met Divilacan. In Baggao, waar deze data van was, waren wel 7 keer zo veel verschillende boomsoorten. Hiervan was de lokale naam in 80% van de gevallen niet in het boek te vinden. In de roost site vroeg ik bij elke boom aan de agta’s wat de naam was, en toen zeiden ze al telkens wat anders. Zo veel verschillende boomsoorten kunnen er toch niet zijn, dacht ik toen al. Nu zat ik met de resultaten voor mijn neus, waar ik maar aan moest geloven. Thuis heb ik mijn presentatie in elkaar geknutseld en ben daarna naar Randy gegaan om onze oudejaarsdagplanning te bespreken. Ik had nog een keer te goed van hem en de buurman om nog een keer te gaan schieten. We hadden een drinking session bij Jong, de buurman. Hij had deze dag 40 kogels gekocht in Tuguegarao, waar we morgen ‘fun’ mee zouden hebben zei hij.

31-12: Oud en nieuw

Ik ging zo vroeg mogelijk naar Randy’s huis toe, want er moest veel voorbereid worden vandaag. Vergeleken met kerst in Divilacan wordt oud en nieuw hier wel goed gevierd. Randy liet ook de foto’s zien van hoe zij kerst gevierd hebben in Cabagan, en dat zag er ook een stuk gezelliger uit dan bij mij. Ik denk dat we een beetje pech hebben gehad bij een plek uitkiezen voor kerst, al dacht ik dat het daar best leuk zou worden. We gingen naar het centrum toe van Cabagan om wat inkopen te doen. Toen we terug waren gingen wij Jong langs om te kijken of zijn kater al over was. Hij was wakker hoor, en we konden op naar de schietbaan. Rodel, Mark en Julius (Jong’s broer) wilden ook graag mee, en daar gingen we met z’n 6’en op twee motors op naar de schietbaan. Een echt professionele schietbaan was het niet echt. Het was gewoon een verlaten stukje land met een paar palen waar wat flesjes, blikjes en schietschijven aan vast zaten. We kregen eerst een korte instructie van Jong over hoe het precies werkte en waar we een beetje op moesten letten. Hij deed het even voor en vuurde twee kogels door de schietschijf. We stonden denk ik 5 meter van Jong vandaan, maar alsnog kreeg je een piep in je oren van het geluid wat eraf kwam. We droegen uiteraard geen oorbeschermers, dus het kwam erg hard aan. Na Jong was het mijn beurt om te schieten. Ik had eerlijkgezegd de terugslag veel erger verwacht, sinds we met een .45 kaliber schoten. Met mijn richten was niet veel mis, ik was de enige die in de eerste ring van de schietschijf wist te schieten. Ik vond het best leuk om te doen, behalve het geluid wat het maakte. Uiteindelijk waren de kogels op en toen konden we weer naar huis. Thuis waren Snooky en Vangie al bezig met allemaal eten voor te bereiden voor vandaag en vannacht. Ze hadden geen hulp nodig, dus wij konden alvast beginnen met drinken. Langzaam kroop de tijd dichterbij twaalf uur en begon iedereen een beetje in de feeststemming te komen. Aan aftellen deden ze niet echt, maar vuurwerk wel. Veel geld hadden ze natuurlijk niet voor mooi siervuurwerk, maar een paar fonteintjes en vuurpijlen waren al goed genoeg. Er lagen al een aantal dagen wat vuvuzela’s in het huis van Randy waar de kinderen van Mark op los gingen. Nu snapte ik waarom ze die hadden. Om twaalf uur is het hier blijkbaar de bedoeling om zo veel herrie te maken als mogelijk en gingen ze allemaal los op de vuvuzela’s ook de toeters van de auto en motor werd goed gebruik van gemaakt. Na 10 minuten was het wel leuk geweest en we gingen weer naar binnen verder met drinken. Randy zag dat Mark en ik het schieten van vanmiddag wel leuk vonden, en hij wou nog een keer schieten. Hij trok een la open en haalde hier een zakje kogels uit. We hadden natuurlijk geen tijd om meer naar de schietbaan te gaan, dus we schoten maar gewoon alle drie een kogel in de lucht. We hebben Jong nog even weggetrokken bij zijn familie, want daar was het dooie boel en bij ons was het wel leuk. Uiteindelijk ben ik rond een uurtje of 3 naar huis gegaan en kon ik zeggen dat 2017 een succesvol jaar was.

1-1: Nieuwjaarsdag

Iedereen had lekker uitgeslapen vandaag en rond het middaguur kwam ik pas mijn nest uit. Ik ging naar Randy toe, die mij meenam rond Cabagan om een toertje te doen en iedereen een gelukkig nieuw jaar te wensen. We gingen langs bij zijn huis, familie, vrienden, etc. Eenmaal weer terug bij het huis moesten we natuurlijk de drank opmaken die gisteren niet opgegaan was. Zo was mijn goede voornemen om minder te drinken in het nieuwe jaar nu al te betwijfelen of dat wel ging lukken.

2-1: Voorbereidingen

Ik had nog precies een week over in de Filipijnen dus ik moest mijn gedachtes alweer een beetje op thuiskomen gaan zetten. Nanouk was overigens al naar huis gegaan toen ik in Divilacan zat omdat zij al klaar was met haar project en thuis wilde zijn met kerst. Ik moest nu dus ook gaan denken hoe ik in Manila ga komen. Ik had al gekeken naar hoeveel een vliegticket kost, maar die was al opgelopen naar 70 euro. Normaalgesproken betaal je 20-30 euro voor zo een ticket, dus dit was wel een beetje te duur. Overigens had ik niet echt de beste ervaringen met het vliegveld in Tuguegarao gehad. Zij hebben in totaal 7 keer mijn vlucht gecanceld, dus ik wilde eerlijkgezegd niet graag vliegen. Dan zat er maar 1 ding op… de bus. Ook de bus was geen geweldige ervaring de eerste keer, maar toen ging ik in de dag. Toen deed ik er 15 uur over, maar als je de nachtbus neemt is het maar 12. De bus is ongeveer een tientje en je hebt garantie dat je aankomt op je eindbestemming. Het kan niet zomaar gecanceld worden, en anders neem je de bus van een uur later. Ik besloot dus maar met de bus te gaan. Om te voorkomen dat ik naar Tuguegarao ga zondag en te horen dat de bus vol zit, ging ik nu alvast een ticket boeken. Er zijn twee bus companies, Victory Liner en Florida. Florida is goedkoper en sneller dus ik wilde met die gaan. Toen ik op dat station aankwam stond er een rij van 60 mensen. Daar ging ik natuurlijk niet instaan om een ticket te boeken. Dan maar met Victory, waar een aanzienlijk kortere rij stond. De busstations zijn normaalgesproken niet zo druk, maar nu gaat iedereen terug na familie bezocht te hebben tijdens de feestdagen. Ik had mijn kaartje bemachtigd en ging weer terug naar Cabagan toe. In de avond heb ik nog even mijn presentatie voorbereid voor morgen, want ik wist niet hoe belangrijk het zou gaan worden.

3-1: Presentatie

Joni had mij een bericht gestuurd dat ik mijn presentatie om 10 uur moest doen, dus ik was er om 10 uur. Er waren maar een paar mensen op de office, want de rest was op een ‘officiele duty’. Ik moest dus wachten tot de middag om mijn presentatie te geven. Toen ik weer terugging naar mijn huis kwam ik Randy onderweg tegen. Zij waren op weg naar Randy zijn huis omdat zijn vader overleden was. Het ging al een tijdje slecht met zijn vader, hij was al heel oud en at niet meer. Vannacht was het dus gebeurd, een erg treurig begin van het nieuwe jaar voor hem. Ik ging thuis nog maar verder mijn presentatie leren en een beetje lezen tot het tijd was. In totaal zaten er denk ik 8 mensen bij mijn presentatie, dus ik wist dat het niet echt heel belangrijk ging worden. Het verhaal zat natuurlijk al heel goed in mijn hoofd omdat ik de afgelopen 4,5 maand hier mee bezig ben geweest. Ik had niet veel data en ik liet ook wel blijken dat ik dat wel jammer vond. Ik vroeg ook tips aan hun hoe ik met zo weinig data nog een goed verslag ga schrijven. Ze zeiden dat ik er natuurlijk niks aan heb kunnen doen dat ik weinig data heb, en dat dit altijd een risico van het vak is. Daar was ik het mee eens, ik heb hard gewerkt en er alles aan gedaan om zo veel mogelijk te doen tijdens mijn field trips, maar het ging nou een maal niet zoals gepland. Ik heb nog even nagepraat met iedereen in de office en ze bedankt voor de afgelopen tijd. Ik heb ze ook uitgenodigd om naar mijn afscheidsfeest te komen van vrijdag. Bij het vorige feest wat ik met Max gegeven had is niemand komen opdagen van de office, ook al hadden we iedereen uitgenodigd.

4-1: Saaie dag

Vandaag had ik niet zo veel zin om iets te doen. Al mijn werk zat er op, ik hoefde niets meer te doen qua data verwerken of iets anders op de office. Ik ging mij maar gewoon lekker expres een dag vervelen en helemaal niets doen. Iedereen hier die ik kende was bij Randy zijn huis op bezoek en er waren helemaal geen studenten op de ISU omdat zij vakantie hadden. Ik ben de dag doorgekomen met een beetje lezen en spelletjes doen op mijn computer.

5-1: Afscheidsfeest

Ik ging al vroeg naar centro om al mijn boodschappen te doen voor het afscheidsfeest. Toen ik het feest met Max had gegeven ging er natuurlijk van alles mis in de planning. Dat moest nu beter. Ik wilde zo snel mogelijk terug zijn om alles voor te bereiden omdat dat toch meer werk was. Als eerste ben ik naar de markt gegaan en boodschappen gedaan in de supermarkt, wat redelijk snel ging. Toen moest ik ook natuurlijk nog een videoke gaan huren voor het feest. Vorige keer ging dit wel snel, besteld en ze kwamen het brengen. Dit keer moest de hele videoke nog in elkaar gezet worden. Ik gaf hem het adres waar hij het moest brengen, maar daar snapte hij geen drol van. Ik moest wachten tot hij de videoke machine in elkaar had geknutseld. Na een uur was hij eindelijk klaar en reden ze achter onze tryicle aan naar het huis toe. Ze hadden de boel geïnstalleerd, en ik kon beginnen met voorbereiden. Eerst moest ik nog naar Randy’s huis om spullen op te halen als stoelen, schaaltjes, pannen, etc. Randy had alleen zo ongeveer zijn hele inboedel verhuist naar zijn andere huis in Cabagan. Als iemand hier overleden is in de Filipijnen wordt het lichaam eerst een week lang gewaarborgd in het huis. Iedereen komt dan op bezoek om afscheid te nemen en zo raar als het klinkt soort van feest te vieren. Bijna alle tafels en stoelen waren dus verdwenen uit het huis, maar ik had niet zo veel nodig gelukkig. Ik had Mark zijn zoontje ook meegenomen om wat klusjes voor mij te doen. Voor 20 peso’s ging hij alle appels schillen en de loempia velletjes van elkaar halen wat echt een kut werkje is. Toen hij niets meer te doen had, begon hij een beetje rond het huis te springen en irritant te doen en heb ik hem weggestuurd want daar had ik geen tijd voor. Tot mijn verbazing had ik alles op tijd af en hoefde ik alleen nog maar rijst en pasta te koken, maar dat is vers het beste. Nu was het alleen nog maar wachten op de gasten. Ineens klonk er allemaal gegil in de woonkamer, al de kinderen waren dus aangekomen. Ik gaf ze wat frisdrank en toen waren ze gelukkig stil… voor eventjes. Ze vonden het natuurlijk geweldig om hierbinnen te zijn en hebben elk hoekje van het huis afgezocht uit nieuwsgierigheid. Even later kwamen ook Randy, Mark en Jong binnen met hun vrouw. Nog later kwam Junior, Donald en nog wat aanhang en toen was het al zo goed als vol. Ik had Darius ook uitgenodigd die we wat later ook nog opgehaald hebben aan de weg, en zo hadden we een gezellig comité voor het feestje. Niemand van Mabuwaya was op komen dagen, wat mij eerlijkgezegd niet echt verraste. Het was wel prima zo, ze zouden niet veel toevoegen qua gezelligheid. Randy voelde zich alleen niet echt op zijn gemak zag ik, natuurlijk door de situatie met zijn vader. Ik zei tegen hem dat het beter was als hij naar zijn vader toe ging en dat ik morgen wel bij hem langs zou komen om afscheid te nemen. Langzamerhand droop iedereen een beetje af omdat zij te dronken waren, en op een gegeven moment mocht het ook wel ophouden van mij. Ik was alleen nog met Darius over, die ook kwam slapen omdat hij te ver weg woonde.

6-1: Laatste nacht in Cabagan

Ik was nog in diepe slaap tot Darius ’s ochtends op mijn deur klopte om mij wakker te maken. Hij wilde op tijd naar huis zodat hij nog wat aan zijn dag had, wat ik wel begreep. We maakten snel een ontbijtje en ik bracht hem naar Jong toe die hem met de trycicle weggebracht heeft. Het was aardig van hem om van zo ver te komen om mijn afscheidsfeestje te komen bezoeken, goeie gozer is het. Ik had om 1 uur met Donald afgesproken om naar de cockpit arena te gaan om naar hanengevechten te gaan kijken. Dat betekende dat ik een beetje moest opschieten met opruimen, want ik had niet de hele dag meer. Ik had ’s avonds al een beetje gedaan en het in water gelegd, dus de afwas viel wel mee vandaag. We hadden om 1 uur stipt afgesproken bij Randy’s huis, en hij was op tijd. Donald is de enige Filipijn die ik in 4,5 maanden tijd ontmoet heb die zich aan de klok houdt. Junior was ook mee, en we reden naar de cockpit arena toe in San Pablo. We waren al aan de late kant, want de hele parkeerplaats stond al helemaal volgebouwd. Van buiten hoorde je al het geschreeuw al komen vanuit de arena. We moesten een kleine entreeprijs betalen en toen nog eens een plekje zien te vinden in de overvolle arena. Iedereen stond allemaal in een hoekje, terwijl aan de andere kant meer dan genoeg plek was. Wij gingen daar maar gewoon lekker zitten, terwijl de rest van de mensen allemaal bij de ingang bleef. Ik kwam er wel achter op een gegeven moment waarom iedereen daar stond. Dit was namelijk de plek waar al het gokken plaatsvond. Voordat het gevecht begint is echt bijna iedereen aan het schreeuwen in de arena. Voor het gevecht maken ze dus allemaal weddenschappen met elkaar kris kross door de arena heen. Buiten schreeuwen gebruiken ze ook allemaal verschillende handgebaren die de hoogte van het bod indiceren. Zodra de scheidsrechter zegt dat het klaar is, is het ook meteen klaar. De mensen in de arena worden doodstil en hopen dat hun haan gaat winnen. In de pit zijn dus twee hanen die het tegen elkaar gaan opnemen. Beide hebben een andere eigenaar, die tegen elkaar wedden. Ik vroeg aan Donald om hoeveel ze wedden, en soms gaat het echt over honderden euro’s voor een gevecht. Aan een van de benen van de haan zit een mesje bevestigt, wat het wapen is van de haan. De hanen worden dan losgelaten in de pit en gaan dan een beetje pikken op de grond. Pas op het moment dat ze doorhebben dat er een andere haan bij hun zit, vallen ze elkaar aan. Zonder het mesje gebeurt er niks, dan pikken ze alleen maar naar elkaar. Het zorgt er dus voor dat het gevecht sneller overgaat. Sommige gevechten duurde echt minutenlang en sommige waren in een paar tellen over. Als het zo lang duurde was het wel akelig om aan te zien. Ze lagen dan allebei halfdood op de grond en werden telkens weer bij elkaar gebracht. Er is pas een winnaar als er ook een dode haan is, maar soms gaat het gewoon niet meer. Dan liggen ze daar een beetje met zijn tweeën op de grond. Hun natuurlijke instinct is om als ze een andere haan zien deze te verdrijven, maar ze kunnen geen kant op. Als zo een dier in het wild verzwakt zou zijn kan hij tenminste nog vluchten, maar nu niet. Na een paar gevechten had ik het wel gezien, en ik ben het er mee eens dat het afgeschaft moet worden. De reden dat ik er toch heen ben gegaan is omdat ik nieuwsgierig was naar hoe de hele procedure een beetje in elkaar zat. De hele wereld eromheen is ook best interessant vind ik, alleen het doel van het broeden enz. voor de hanen is natuurlijk niet goed. We gingen naar Donald zijn huis, want die wilde hij graag laten zien aan mij. Zijn vrouw had al een fles gin op tafel gezet met eten, die in no time leeg was. De werkers van Donald hielpen mee aan de tweede fles gin, en toen voelde ik hem al aardig zitten. Donald is populair in Cabagan, dus we gingen overal langs die avond. Eerst naar zijn broer en toen naar oude vrienden van school. Ik had Randy nog wel beloofd om langs te komen en ze hadden mij daar afgezet. Donald en Junior gingen weer terug naar die vrienden, maar daar had ik geen zin in en ik bleef bij Randy. Het was echt ongelofelijk druk bij het huis, er waren denk ik wel een stuk of 200 mensen. De ene was aan het praten, de ander drinken, kaarten, gokken, etc. Er was niet echt iemand van mijn leeftijd, dus ging ik maar kaartspelletjes doen met de kinderen die het helemaal geweldig vonden. Wat later op de avond was al bijna iedereen naar huis gegaan en wilde ik ook naar huis toe. Randy zou me brengen, maar zijn auto stond geparkeerd achter het huis. Er waren nog een paar mensen bezig met domino spelen of zoiets dus we konden er niet door. Randy zei over een uurtje zijn ze wel weg. We waren allebei in slaap gevallen in de auto omdat het zo lang duurde. Ineens hoorde ik de auto starten, en ik dacht ‘nice we gaan eindelijk’. Ik keek op de klok en het was al 4 uur midden in de nacht. Ik had nooit gedacht dat ik mijn laatste nacht in Cabagan door zou brengen in de auto…

7-1: Terug naar Manila

Na een gebroken nacht kwam ik rond het middaguur mijn bed uit. Het was tijd om mijn laatste douche te nemen in het huis, wat te eten en vervolgens mijn koffer eindelijk in te pakken. Een moment waar ik al een hele tijd naar uit keek. Mijn bus ging om 8 uur in de avond, dus ik had de tijd om rustig aan te doen. Al mijn oude kleren heb ik in een grote zak gedaan en aan Mark gegeven. Hij zou het meenemen naar Baggao en het daar aan wat aga’s geven. Die kunnen dat wel waarderen denk ik. Ik wilde nog even bij Randy langsgaan om gedag te zeggen tegen hem en zijn familie. Ik had ook nog een paar kilo aan 1 peso munten, 420 om precies te zijn. Die kon ik natuurlijk niet meer uitgeven dus heb ik de helft aan Mark zijn kind en de helft aan Randy zijn kind gegeven. Jong bracht mij naar Randy zijn huis, waar nog evenveel mensen waren als gisteren. Volgens mij waren het ook precies dezelfde mensen als gisteren. Ik moest eerst nog even snel naar het internetcafé om een hotelletje te bespreken voor de volgende dag in Manila. Eenmaal weer terug bij Randy hebben we nog een paar Red Horse gedronken voordat ik echt moest gaan. Ik gaf hem een dikke knuffel en hem beloofd dat we elkaar nog een keer zouden zien. Ik sprong weer bij Jong in de trycicle met Mark, op naar de van stop. Er reden natuurlijk geen vans meer naar Tuguegarao omdat het al donker was. Gelukkig kwam er eentje aanrijden die al onderweg was vanuit Ilagan die nog plek had. Nu moest ik ook na maandenlang afscheid nemen van Mark en Jong, waarschijnlijk voor altijd. Maar goed, we kunnen altijd nog verder praten op Facebook en video calls doen. Toen was ik weer helemaal alleen, achterin de van met bijna mijn koffer op schoot. Ik werd afgezet bij het busstation en we konden bijna vertrekken. Er zat een jongen naast mij, maar die had niet zo veel zin om te praten volgens mij. Ook wel lekker rustig, een stille busrit met alleen een muziekje op. De rit ging gelukkig veel sneller omdat er geen verkeer was op de weg. Ook was het een nachtrit, dus kan je ook een beetje slapen.

8-1: Dagje Manila

Om 8 uur ’s ochtend kwam de bus aan in Manila. Het was een prima busrit vergeleken met de vorige. Het ging in ieder geval een stuk sneller en ik heb ook een beetje kunnen slapen. Ik nam de taxi naar mijn hotel toe, waar ik ook die twee nachten met mijn pa had geslapen in Manila. Het is een prima hotel, en als belangrijkste super dichtbij de terminal. De inchecktijd was vanaf 12 uur, maar het was pas 9 uur ’s ochtends. Ik heb anderhalf uur moeten wachten in de lobby en toen kon ik gelukkig mijn kamer al in. Ik dumpte alles en ging eerst maar even slapen, dat was wel nodig na de busrit. Aan het eind van de middag werd ik wakker en ben ik maar naar de McDonalds gegaan, want die zat toch om de hoek. Rond een uurtje of 7 begon ik mij toch een beetje te vervelen en ging ik maar een rondje lopen in de buurt van het hotel. Ik kwam langs een supermarkt waar ik een paar bier gehaald heb. Ik had niet zo veel geld meer over en ook niet echt zin om in mijn 1tje het nachtleven van Manila te gaan verkennen. Ik ben dus maar gewoon saai de hele avond op mijn hotelkamer gebleven en een beetje tv gekeken en op mijn laptop gezeten.

9-1: Laatste dag in de Filipijnen

Ik was expres laat gaan slapen om ervoor te proberen te zorgen dat mijn jetlag wat minder zou zijn als ik weer terug was. Rond lunchtijd werd ik wakker en haalde een ontbijtje bij het tankstation wat ook om de hoek zat. Na mijn brunch ging ik weer naar de supermarkt om wat goedkope sigaretten en drank te halen voor in Nederland. Mijn hotel had ook een zwembad, waar ik in de middag een beetje gechillt had tot ik naar het vliegveld moest. Het was tijd om de Filipijnen te gaan verlaten, voor in ieder geval een hele lange tijd. Mijn koffer voelde al wat zwaarder dan op de heenweg, en dat bleek bij de douane. Hij was slechts 8 kilo te zwaar, en alle gin die ik gekocht had kon er meteen weer uit. Gelukkig had ik expres niet zo veel in mijn rugtas gestopt, maar die zat nu propvol met spullen omdat de koffer anders niet mee mocht. Ik moest nu weer nieuwe gin gaan zoeken na de douane, wat nog een hele opgave zou gaan worden. Ik wilde graag twee flessen meenemen als een souvenir, en de mensen thuis laten ervaren hoe er daar gedronken wordt. In serieus alle winkels in de Filipijnen kan je die gin kopen, maar op het vliegveld hadden ze het natuurlijk weer niet. Op zich logisch, het is eigenlijk gewoon puur vergif. Ik heb alle winkels op het vliegveld afgezocht, maar geen een had hetgeen waar ik naar opzoek was. Het enige wat ik konden vinden was een fles Emperador en nog een gin, maar dat was niet de klassieke 4x4 fles. Het was premium ofzo, maar er was niets anders dus heb ik die ook maar gekocht. Het duurde nog maar een uurtje voordat mijn vliegtuig zou vertrekken om 20:45. Ik heb mijn laatste peso’s opgemaakt in de bar en heb nog een paar biertjes gedronken zodat ik wat makkelijker kan slapen in het vliegtuig. Ik had weer een vlucht die een tussenstop maakte op Taipei. Hier moesten we het vliegtuig verplicht uit, om er vervolgens een half uur later weer in te gaan. Op de heenweg bleef ¾ achter in Taipei, en daar hoopte ik nu ook op zodat ik een beetje ruimte had. Helaas was dit niet het geval, er waren voor mijn gevoel alleen maar mensen bij gekomen. Ik heb maar een paar films en series gekeken in het vliegtuig tot ik er vanzelf bij inslaap viel. Ik hoefde nog maar een paar uurtjes en werd met de seconde blijer omdat ik dichterbij was.

10-1: The end

De touchdown van het vliegtuig was rond een uur of 7 in de ochtend. Ik hoefde alleen nog maar mijn bagage op te halen, en ik was weer helemaal terug. Door het glas van de bagagehal zag ik mijn vader, moeder en zusje al wachten op mij. Even later voegde mijn tante zich ook bij de groep. Even later kwam de koffer aan en kon ik een punt zetten achter dit avontuur.

Stage Filipijnen part 6

21-11: Terug naar Cabagan

Susan had er wel voor gezorgd dat Kawag vanochtend op tijd bij het huis zou zijn om onze spullen mee te nemen. Na een koffietje en een ontbijtje was het tijd om onze spullen te pakken en weer voor een tijdje afscheid te nemen van deze hele lieve en gastvrije familie. Ik heb nog totaal geen goeie en genoeg exit count en interview data in Baggao, dus ik ga er zeker nog een keertje terug. We begonnen rond 8 uur weer aan onze tocht richting de bewoonde wereld. Ondertussen kon ik de route al wel dromen, zo moeilijk was deze niet. Vergeleken met de heenweg was de weg al een stuk slechter geworden, en daarbij begon het ook nog eens te regenen na een uurtje. Het zwaarste stuk nu was om vanaf kilometer 21 de berg weer op te klimmen. Het was erg steil omhoog, en de weg was zo modderig dat het super veel moeite kostte om wat stappen te zetten. Darius raakte weer achter, maar dat gaf mij mooi de tijd om uit te rusten als we op hem aan het wachten waren. Een paar uur later waren we alweer bijna bij Mansarong, toen we Marcelino (de eigenaar van het huis daar) tegen het lijf aan liepen. Hij was op weg naar zijn boerderij om even de carabao eten te geven. Daarna zou hij weer naar zijn huis toe gaan, en dan zouden we samen nog even lunchen bij hem thuis. Hij had heerlijke wild boar-adobo klaarstaan voor ons, wat er zeker wel in ging na weer een halve dag lopen. We moesten wel een beetje haasten want we moesten op tijd terug zijn in Santa Margarita om het laatste busje te kunnen pakken naar Tuguegarao van 5 uur. Kawag had braaf onze spullen naar de overkant van de pier gebracht, en hadden hem daarna bedankt en toch wat geld gegeven desondanks alle dingen die hij ons geflikt had. We moesten nu zo snel mogelijk in Santa Margarita zien te komen. De enige manier waarop dat kon was met de kulong-kulong, een motor met een karretje ernaast met een open dak. Er was maar 1 iemand die nog bereid was ons naar Santa Margarita te brengen, en natuurlijk voor de hoofdprijs. Daar moesten we maar aan geloven, want anders zaten we hier nog een dag vast zonder een slaapplek. Eenmaal weer in Santa Margarita waren er nog precies twee plekken vrij in het busje, waarmee wij weer terug naar de bewoonde wereld gingen. Onderweg zaten er twee dronken vrouwen op de bank achter ons die natuurlijk van alles van mij wilden. Ik had er totaal geen zin in dus ik heb ze maar een facebook account gegeven van iemand uit mijn oude klas en een nummer wat voor geen reet klopte. Gelukkig moesten ze er snel uit, want ik werd helemaal gek van ze. Rond 7 uur kwamen we aan in Tuguegarao, en na wat eten bij de McDonalds hebben we nog net de bus van 8 uur kunnen redden. Ondertussen had ik er al wel voor gezorgd dat Mark mij op zou komen pikken bij de gate van de ISU. Hier heb ik voorlopig afscheid moeten nemen van Darius, want die ging nog even 3 uur verder naar de plek waar hij woonde. Bij Randy thuis was het feest. Max en Nanouk zouden de volgende dag op een rondtrip gaan door de Filipijnen, en daarna gaat Max direct door naar huis. Met andere woorden, Max wou zijn laatste avond in Cabagan goed afsluiten. Ik heb snel alle spullen naar het huis gebracht en ik was aangeschoven bij de dranktafel. Max was al ladderzat op het moment dat ik aankwam en het heeft niet lang geduurd voordat hij zijn bed op ging zoeken. Nanouk vond het leuk om iedereen supershots te gaan voeren, uiteraard zonder daar zelf van mee te drinken. Op een gegeven moment was het ook voor mij en vele anderen daar tijd om naar huis te gaan omdat we allemaal veel te ver heen waren.

22-11: Slechtste dag van mijn leven

Midden in de nacht werd ik wakker en voelde ik iets raars aan mijn hoofd. Ik voelde ook even met mijn hand, en toen kwam ik tot zo ongeveer de ergste ontdekking die je kan hebben middernacht. Zonder dat ik het wist, had ik in mijn bed overgegeven en lag ik hier al weet ik niet hoe lang al in te rotten. Ik was nog steeds half verlamd en was naar het andere bed gegaan en heb hier verder geslapen. Om een uurtje of 10 ’s ochtends vonden Max en Nanouk het een beetje te laat worden en gingen toch maar even bij mij kijken. Na de klop op de deur hoorde ik Max al zeggen: ‘Godverdomme dat meen je toch niet, moet je kijken’. Mijn bed is direct naast de deur, dus ja... dat is het eerste wat je ziet als je mijn kamer binnenkomt. Hij zei dat ik naar buiten moest komen om een beetje frisse lucht te scheppen en wat te drinken. Zij zouden eigenlijk met zijn 2’en al om 10 uur opgehaald worden door Arnold om naar het vliegveld te gaan, maar die was zoals gewoonlijk te laat. Het enige wat ik wilde was liggen en ben maar gewoon op de grond gaan liggen voor het huisje op de stenen. Gelukkig waren Max en Nanouk zo aardig om een matras voor mij te pakken uit Max zijn kamer, zodat ik nog een beetje comfortabel lag. Ik was niet echt in de staat om echt afscheid van hen te nemen dus ze moesten het doen met een ‘doei’, die met veel moeite uit mijn mond kwam. Ik zou ze toch nog wel een keer zien op Palawan, want daar zouden wij tegelijkertijd zijn. Zij met zijn tweetjes op vakantie en ik met mijn vader. Zo heb ik ongeveer 4 uur lang op het matrasje buiten gelegen tot ik weer een beetje opgeknapt was. Nu moest natuurlijk wel nog even de bende opgeruimd worden in mijn kamer en bed, want dat kon natuurlijk niet. Met veel pijn en moeite heb ik alles opgeruimd en in een bak met water gegooid zodat het de rest van de dag lekker kon weken daarin. Het vieze matras ging Max zijn kamer in, en ik nam die van hem. Dat matras was een leuke verassing voor de volgende student in die kamer. De rest van de dag heb ik alleen maar een beetje op bed kunnen liggen rotten tot het weer tijd was om te slapen.

23-11: Voorbereiding vakantie

Voorlopig had ik wel even genoeg gin en Emperador gezien voor de komende paar weken. Ik was weer helemaal opgefrist en kon wat voorbereidingen doen voor de vakantie met mijn vader. Als eerste moest natuurlijk het beddengoed gewassen worden en ook al mijn kleren van de field trip. Gisteren was ik daar niet toe in staat dus moest het nu gebeuren. Ik zal de details van het beddengoed wassen besparen, maar laat ik maar zeggen... dit wil je maar een keer hoeven doen. Een paar uur later hing alles weer fris en fruitig aan de waslijn en kon ik het volgende gaan doen. Ik moest nog even in de office zijn, om de spullen terug te brengen die ik geleend had. Verder had ik niet veel meer te doen dus ben ik maar naar Mark zijn huis gegaan om mij daar verder te vervelen. In de avond kwamen zij alweer aan met een fles gin, maar toen ben ik maar naar huis gegaan.

24-11: Voorbereiding

Alle spullen waren al gewassen en de tas was al soort van gepakt voor de vakantie. Toch moest ik toch nog een hele dag vol zien te maken in Cabagan zonder dat ik echt iets te doen had. Het meisje van de supermarkt was vandaag vrij en had mij uitgenodigd om langs te komen bij haar huis om haar familie te ontmoeten. Dat is zo een beetje de eerste stap die je moet maken hier in de Filipijnen als je een relatie wilt met een meisje. Niet dat dat mijn intentie was met haar, maar ik had toch niets anders te doen vandaag. Eenmaal daarbinnen maakte ik kennis met de ouders en alle broertjes en zusjes. Ze heeft 2 oudere zussen, waarvan 1 al een kind heeft. Ook lopen er nog twee kleinere zusjes in het huis rond en een broertje van 8, waarvan ze al weten dat hij gay is. Na de eerste ervaring had ik gehoopt dat er een beetje schot in de zaak zat met het praten, maar dat was helaas niet zo. Ik heb meer woorden gewisseld met haar zus die dag dan met haar. Er was niet veel te doen behalve tv kijken, en daardoor vond ik het voor het eten wel weer mooi geweest. Toen ben ik maar bij Randy wat gaan eten en daar gezeten voor de rest van de avond. Ik keek al wekenlang uit naar morgen. Ik ben langzamerhand toch het thuisfront en beetje gaan missen en daardoor kon ik niet wachten om mijn vader eindelijk te zien na 3 maanden. Hij zat ondertussen al in het vliegtuig van Nederland naar Manila. De volgende morgen zou ik naar Manila vliegen en dan zouden we daar ongeveer tegelijkertijd aankomen. Vanaf daar gaan we een paar dagen rond Manila leuke dingen doen. Daarna vliegen we naar het eiland Palawan, en gaan we een paar dagen in het paradijs doorbrengen.

25-11: Cabagan naar Manila

Voor het eerst in tijden werd ik vol enthousiasme wakker, het was tijd voor vakantie! Tas was al gepakt, en ik kon op naar het vliegveld. Randy bracht me naar het centrum van Cabagan waar ik met een busje naar Tuguegarao ging. Vanaf daar met de trycicle naar het vliegveld, en daar stond ik. Tijdens het inchecken vertelde de meneer achter de balie mij dat de vlucht drie uur vertraagd was. Kutzooi, nu moet mijn pa daar 3 uur gaan zitten wachten op mij tot ik eindelijk aankom. Maarja, het is niet anders en ik ging maar een ontbijtje halen in het centrum van Tuguegarao. Anderhalf uur later kwam ik weer terug op het vliegveld, hopend dat de vertraging niet uitgelopen was. Alles leek prima, en ik ging door het douanepoortje heen en naar de enige gate. Na een tijdje wachten kwam er een omroep; Cebu Pacific vluchtnummer 505 is definitief gecanceld. Er gingen twee vluchten vandaag naar Manila, dus ik keek voor de zekerheid nog een keer op mijn boardingpass. Godverdomme, daar stond ook 505 op. Zo snel ik kon ging ik naar de incheckbalie toe, want die instructies hadden ze gegeven. De tweede vlucht van de dag ging nog wel dus ik vroeg of ze mij om konden boeken naar die vlucht. Helaas meneer, u staat dan als chance passenger op de lijst als nummer 32. Daar had ik natuurlijk geen zin in, en dat zou er nooit van gaan komen. 32 mensen die opeens af gaan zeggen in een vliegtuig waar er net aan 80 inpassen. Toen heb ik mijn ticket maar om laten boeken naar de volgende dag. Teleurgesteld moest ik weer terug naar Cabagan toe. Randy keek verbaasd op toen hij mij weer binnen zag lopen, en ik legde de situatie uit. Hij leefde met mij mee, maar goed.. 1 dag missen kan gebeuren. Ondertussen had ik mijn vader al op de hoogte gebracht dat de vlucht gecanceld was en dat hij gewoon lekker het programma moest gaan volgen wat gepland was. Morgen ben ik er.. om 11 uur in de ochtend.

26-11: Poging twee

Ik ging het nog maar eens proberen. Zelfde vluchtnummer, zelfde tijd, etc. De vlucht gister was gecanceld omdat het weer blijkbaar niet goed genoeg was. Het heeft de hele dag geen druppel geregend en er stond ook geen zuchtje wind, maar toch ging het niet door. Vandaag was het precies hetzelfde weer, en ik had al zo een voorgevoel. Toen ik weer aankwam bij de check-in balie kreeg ik weer precies hetzelfde verhaal. Sorry meneer, uw vlucht is twee uur vertraagd. Ik ging buiten maar even een sigaretje roken. Ik vroeg een aansteker aan een man die ook aan het roken was en raakte in gesprek met hem. James, heette hij, zat in dezelfde vlucht. Ik vertelde hem over mijn ervaring gister en dat ik het gevoel had dat precies hetzelfde ook vandaag zou gebeuren. Ik had geen tijd en zin om mijn vader daar nog langer te laten wachten. Ik wou echt zo snel mogelijk naar Manila toe, dus plan B was met de bus. James stelde voor om samen met de bus naar Manila toe te gaan als het vliegtuig inderdaad weer gecanceld werd. En ja hoor, nog geen 10 minuten later kwam de omroep al. Nu was ook de tweede vlucht naar Manila gecanceld. Ik ging weer zo snel mogelijk naar de balie toe, alleen nu om mijn geld terug te vragen van de ticket zodat ik zo snel mogelijk naar het busstation toe kon. Samen met James ging ik naar het busstation toe en pakte wij de bus van 11 uur in de ochtend. Mijn vader, die natuurlijk net zijn heerlijke ontbijtje op had en even gezwommen had in het zwembad, kon het niet geloven. ‘Hoe kan een vlucht twee dagen achter elkaar gecanceld zijn? het is hier prachtig weer!’, kreeg ik op WhatsApp binnen. We moesten er allebei maar aan geloven. En terwijl hij lekker aan het genieten was, maakte ik mij klaar voor een busrit die zeker 12 uur zou duren. Misschien had ik toch beter niet samen met James moeten reizen dacht ik al snel. Hij vertelde mij verhalen over aliens en allemaal andere bovennatuurlijke en spirituele dingen, die het ene oor in gingen en de andere uit. Er was verder niets mis met hem, alleen hij bleef maar praten en praten. De bus zat ook propvol dus ik kon geen kant op. Na een paar uurtjes stopte de bus ergens om te gaan lunchen, en toen het donker was mochten we even 20 minuten gaan avondeten. James was constant maar aan het klagen dat het zo lang duurde, en vroeg zich af wat hij eigenlijk nog deed in deze bus. ‘Waarom kan het niet sneller?’ Ik negeerde het maar een beetje, want als je op dit soort mensen in gaat maak je het alleen nog maar erger voor jezelf. Gelukkig viel ik een beetje in slaap toen het wat later begon te worden. Ik moest natuurlijk ook nog een hotel voor mijzelf boeken midden in de stad voor vannacht. De bus zou rond middennacht aankomen en mijn vader zat 2 uur van Manila, dus daar slapen was geen optie. De enige hotels met een 24-uurs receptie mocht ik natuurlijk de hoofdprijs voor betalen, maar het was niet anders. Na uren en uren en uren verveling in de bus en James zijn geklaag aangehoord te hebben kwam de bus eindelijk aan op de eindlocatie. 3 uur ’s nachts was het inmiddels en ik ging met de taxi naar het hotel. Voordat ik in mijn kamer was, was het al half 4. Ruim 15 uur heb ik erover gedaan, voor een stukje wat hemelsbreed 300 kilometer is. Met het vliegtuig zou ik er een uurtje over gedaan hebben, maar ik was blij dat ik eindelijk in de hoofdstad was. Dit ga ik echt nooit van mijn leven meer doen dacht ik bij mijzelf, en het was tijd om te slapen.

27-11: Reunited

Ik had afgesproken met mijn vader op terminal 3. Dit was de plek waar wij elkaar oorspronkelijk getroffen zouden moeten hebben twee dagen geleden. Na 4 uur geslapen te hebben, mocht ik even 60 euro aftikken bij de receptie van het hotel. Ik pakte de taxi naar terminal 3 en daar was het weer wachten geblazen. Er was wat miscommunicatie tussen mij en mijn vader. Hij dacht dat ik in een hotel had geslapen waar hij eerder geslapen had, en wachtte daar op mij. Dat was niet zo, ik had daar helemaal niet geslapen. Ik stond gewoon op terminal 3 te wachten zoals afgesproken. Maar goed, even later kwam hij aanrijden in de gehuurde auto en zagen wij elkaar weer na ruim 3 maanden. Mooi momentje was dat even! De planning was natuurlijk helemaal in de soep gelopen van de 3,5 dagen rond Manila, waren er nog maar 1,5 van over. We hadden besloten om naar lake Taal te gaan, wat op een klein uurtje afstand lag van de binnenstad. Bij aankomst hebben we snel onze spullen in de hotelkamer gedropt en was het tijd voor mij om na 3 maanden eens bij een echt fatsoenlijk restaurant te lunchen. Dat hebben wij gedaan met een overheerlijke pizza, met uitzicht op lake Taal. In het meer ligt en vulkaan, en daardoor is het zo een speciale plek om te bezoeken. Vandaag was er helaas geen tijd meer om dit te doen, omdat de tours alleen in de ochtend vertrekken. Waar wel tijd voor was, was een jetski huren. Dat kon bij ons resort, en voor een schappelijke prijs mocht je een half uurtje op de jetski. Ze wouden natuurlijk ons ook meteen een boottour aansmeren naar de vulkaan toe, maar dat geloofden we wel. Ergens anders kan je dat voor veel goedkoper krijgen. We waren lekker bezig op de jetski, en tijdens het varen kwamen we een bootje tegen. We vroegen of hij ons naar de vulkaan wilde brengen morgen, en dat wou hij. Voor de helft van de prijs nog wel eens. Het praten duurde wel een beetje lang, en dat ging wel allemaal van onze tijd op de jetski af. Halverwege zou ik wisselen met mijn pa, zodat hij ook een stukje kon varen. We moesten daarvoor eerst helemaal naar de kust toe, maar op de terugweg merkte ik iets raars. De jetski stuurde helemaal niet meer naar rechts toe. Dat maakte het vrij lastig om weer terug te komen naar de kust. Uiteindelijk zei ik tegen de man die hem verhuurde dat hij kapot was. Hij zei daarop dat daar niets van klopte en dat ik het niet goed deed. ‘Let maar op hoe je het doet’, zei hij. Hij stapte op de jetski en tot zijn verbazing lukte het hem ook niet meer om naar rechts te sturen. We hadden nog 5 minuten van onze tijd over, maar die mocht hij van ons houden. We gaan natuurlijk niet nog verder op een kapotte jetski. Volgens mij was dat ding van tevoren al helemaal niet meer goed. Als hij ging piepen dan moest je het gas loslaten omdat de motor anders oververhit werd. Maar soms als je helemaal niets deed en stil stond op het water, gebeurde dat al. Toch was het wel leuk om te doen, zo over het water scheuren op de jetski, ook al deed hij het niet fantastisch. Het was tijd om nog even bij het zwembadje te gaan zitten en te genieten van een buko (kokosnoot) shake. Deze dingen waren echt veel te lekker voor woorden. Het was niet alleen maar het kokoswater in de kokosnoot, want daar is niets aan. Het was een shake van ijs, melk en kokosrasp, geserveerd in een kokosnoot. Na de laatste zonnestraaltjes gingen we even douchen thuis en ons klaarmaken om wat te gaan eten op het resort. Het avondeten was nog lekkerder dan de lunch, en uiteraard hebben we de dag afgesloten met nog een buko shake.

28-11: Taal volcano

We hadden afgesproken met de bootsman dat hij ons rond een uurtje of 9 op zou komen pikken bij de gate van het hotel. Hij stond er braaf om 9 uur en we sprongen bij hem in de trycicle voor een stukje wat we net zo goed konden lopen, maar daar houden Filipijnen niet van. We liepen door een paar vieze steegjes heen en toen kwamen we bij het meer aan waar zijn boot stond. Hij probeerde ons de lange tocht nog aan te smeren, maar dat wilden we niet. Dan zouden we helemaal om de vulkaan heen gaan, en dat zou veel langer duren. Ook zou je dan niet de vulkaan op kunnen lopen voor het mooie uitzicht. We gingen dus de korte tour doen, en hij bracht ons naar de overkant van het meer. Wat als eerste opviel was dat overal op het eiland paarden geparkeerd stonden. Je kon een paard huren die je naar de top van de vulkaan bracht. Je kon ook gewoon naar boven lopen wat 20-30 minuten duurde, wat helemaal geen moeilijke route was. De enige mensen die gebruik maakten van een paard waren Chinezen en Koreanen. Sommige waren zelfs zo erg dat ze met kniebeschermers en helmen op het paar zaten. Ik wist niet zo goed wat ik van dit soort mensen moest denken, maarja er wordt wel mooi geld aan verdient. Dat we bijna boven waren zag je al gaten in de grond waar allemaal stoom uitkwam van de vulkaan. Het was pas de eerste keer in mijn 21 levensjaren dat ik een vulkaan bezocht, dus ik vond het wel een bijzonder fenomeen. Eenmaal bovenop had je echt een prachtig uitzicht op de krater van de vulkaan. Het was geen normale krater, maar deze was compleet gevuld met water. In het Taal meer lag dus een vulkaan, met daarin nog een meer. Je kon ook prachtig uitkijken over het hele Taal meer, het was echt een heel mooi plaatje. Op de terugweg naar beneden stikte het van de Chinezen en Koreanen die op een paard naar boven kwamen met de daarbij nodige bescherming. We waren gelukkig op tijd heen gegaan, want nu was het echt spitsuur met toeristen. Onze bootsman zat nog braaf beneden te wachten op ons en we gingen weer terug naar ons resort toe. Hier moesten we even lunchen en vervolgens weer terug naar Manila toe om daar een nacht te slapen. Morgen vliegen we naar het eiland Palawan toe in de ochtend, dus we moeten dichtbij het vliegveld zitten. Na de lunch reden we rustig aan weer terug naar het vliegveld om onze auto terug te brengen. Vanaf daar een taxi naar het hotel wat echt bijna tegen de terminal aanzat. Uiteraard is er in zo een hotel vrij weinig te doen, dus we gingen op naar ‘the mall of Asia’, een van de grootste winkelcentra in de Filipijnen. Het was natuurlijk een groot circus zo een mega winkelcentrum, maar wel leuk om even twee uurtjes door te brengen. Mijn pa was zo slim geweest om zijn zonnebril te vergeten thuis, en die hadden we wel nodig op de stranden op Palawan. Dit was een mooie gelegenheid om er eentje te kopen. We werden teruggebracht naar het hotel met de taxi. Onze chauffeur had alleen de afslag naar het hotel gemist. Hij moest nu een heel stuk omrijden, maar daar had hij geen zin in. Hij stopte de auto midden op de weg en zette hem in zijn achteruit. Het was ook niet zomaar een weg, we reden namelijk op de skyway. Deze was gebouwd boven de normale weg en was bedoeld voor mensen die wat sneller door de stad heen moesten. Met andere woorden, een snelweg. Daar ging meneer even achteruit rijden om alsnog de afslag te nemen die we gemist hadden. Aan de rechterkant vlogen de toeterende auto’s voorbij met 80 kilometer per uur. Als we door eentje geraakt werden konden we het wel vergeten, maar gelukkig ging alles goed. ‘I am the police’ zei hij tijdens het achteruit rijden, die man was echt knettergek. Even later gingen we nog wat eten dichtbij het hotel bij Gerry’s grill, een heerlijk restaurant wat gespecificeerd was in zeevruchten.

29-11: Port Barton

Het wekkertje ging al vroeg in de ochtend want het vliegtuig ging natuurlijk niet op ons wachten. We hoefden echt alleen maar de straat over te steken en we waren al bij het vliegveld. Voor we gingen vliegen hadden we nog even ontbeten bij de McDonalds, en daar gingen we, op naar het paradijs. We vlogen over het Taal lake heen waar we de vorige dag nog lekker aan het meer zaten. Eenmal op Palawan aangekomen, scheen de zon heerlijk voor ons. Helaas moesten we wel een busje in op naar onze eindbestemming. Het maakte de Filipijnen niets uit of er witte mensen of Filipijnen het busje in moesten, er gingen evenveel in. Veel te krap hebben we zeker 4 uur lang in een busje door mogen brengen voordat we bij Port Barton aankwamen. Port Barton is een heel rustig dorpje gelegen aan een van ’s werelds mooiste stranden. Het was een beetje een hippie/backpackers dorp. Mensen waar ik over het algemeen niet veel mee heb, maar ik ben hier voor mezelf en niet voor hun. Waar je ook bent op de wereld, je komt Nederlanders tegen, en ook hier was dat het geval. Het was wel een rare switch voor mij. Ik ging van de enige witte persoon in een dorp van 40.000 mensen, naar een toeristen hotspot. Witte mensen waren hier al lang niet meer bijzonder voor de lokale mensen. We hebben prachtig de zon onder zien gaan in de oceaan aan het stand, onder het genot van een koud pilsje. Daarna was het tijd om even het dorpje in te gaan trekken om een restaurantje te zoeken. Als eerste moesten wij op zoek naar een nieuwe zonnebril voor mijn pa, want die heeft het nog geen 24 uur overleefd. Bij een stekkie was het erg druk, dat betekent meestal dat je erg goed kan eten. Binnen was geen plek meer, dus we moesten aanschuiven bij een tafeltje aan de voorkant. Zodra we ons eten kregen renden er ook meteen 6 straathonden naar onze tafel toe. Dit was echt helemaal niet fijn om. Je wilt lekker rustig eten en dan zitten er 6 honden aan je tafel te blaffen en te bedelen om eten. Het eten was wel oke, alleen die honden hebben echt onze hele ervaring daar verpest. Als je daar ooit bent, ga nooit buiten aan de straat eten want dan krijg je dit ook. Eenmaal weer terug bij het resort hadden we nog een boottocht geboekt voor de volgende dag, zo zien we ook nog eens wat van de omgeving.

30-11: Boottocht

Hier in Port Barton zelf was niet echt veel te doen. Het was een vrij rustig dorpje en het strand hier was te druk met barretjes enzo om er echt lekker te liggen. Bovendien hou je het ook niet langer dan 10 minuten vol in de brandende zon hier. De mooie plekken en stranden op het eiland Palawan liggen meestal verstopt. De enige manier om op deze plekken te komen is door uren te zwemmen, of je kan er gemakkelijk met de boot heen. Ik denk dat je in Port Barton alleen al bij 30 verschillende mensen een boottour kon boeken. Het was niet dat ze allemaal wat anders te bieden hadden, nee overal was het tour A, B of C. Wij hadden tour C geboekt, daar zat een beetje variatie in. We zaten op de boot met een Duits stel en een Nederlandse vrouw met haar zoon. Onze eerste stop was een paar honderd meter uit de kust waar een koraalrif was, waar we gingen snorkelen. Onze boot kwam daar als eerste aan, dus we hadden het hele rif mooi voor onszelf. Overal waren prachtige stukken koraal en allemaal mooie vissen zwommen rond. We hadden de onderwatercamera mee, dus we konden het mooi allemaal vastleggen. Dat ik 10 minuten later weer omhoogkeek om mijn snorkel even schoon te maken, zag ik dat er al een stuk of 5 andere volle boten gearriveerd waren. Gelukkig was het koraalrif groot genoeg voor ons allemaal, maar toch zat je hier liever lekker rustig te snorkelen. Het was dus tijd voor de tweede stop, een redelijk ondiepe plek waar veel zeegras groeide. Dit zeegras trok natuurlijk zeeschildpadden aan, en het heette dus turtle beach. Er waren al een paar andere boten daar, en alle toeristen waren allemaal op een kluitje aan het dobberen in het water. Daar lag blijkbaar dus een grote schildpad in het water, omsingeld door mensen. Ik geloofde dat wel, en ging op zoek naar mijn eigen privé-schildpad. Na een tijdje zwemmen dook er ineens eentje op. Hij was helaas wat kleiner dan die andere, maar ik was wel de enige die hem zag. Toen ik uitgekeken op hem was, zwom ik bijna tegen de tweede aan. Deze was helaas wat minder gewend aan mensen en zwom weg voor mij. Ik probeerde hem nog bij te houden, maar dat was een verloren zaak. Meer kon ik er helaas niet meer vinden, en onze tijd bij turtle beach zat erop. De volgende stop was alweer onze lunchplek. We werden op een eilandje gedropt, en terwijl wij het eiland mochten verkennen en eromheen snorkelen gingen de guides onze lunch voorbereiden. Ook hier was weer prachtig koraal te zien. Helaas was het geen zonnige dag, en daardoor kleurde het koraal niet zo mooi als dat zou doen als de zon erop scheen. Alsnog waren het prachtige stukken, en hebben wij zo ongeveer de hele cast van Finding Nemo kunnen vinden onderwater. Ze hadden heerlijke gegrilde vis en kip voor ons klaar gemaakt met daarbij natuurlijk ook de benodigde groenten. Na even uitbuiken, gingen we naar de een na laatste stop, nog een rif. Helaas begon het keihard te regenen en kregen wij het ijskoud op de boot. Gelukkig voelde het zeewater door de koude regen nog warmer aan dan dat het daadwerkelijk was. Het voelde serieus alsof je in een warm zwembad sprong. Onze laatste stop van de dag was bij ‘starfish-island’. Van mij hadden ze deze ook wel over mogen slaan. Er was een stukje zand wat bovenwater uitstak met daaromheen water wat ongeveer tot je enkels kwam. In het water zelf lagen een paar zeesterren op de bodem, en dat was het. Gelukkig zijn wij hier niet al te lang gebleven en ging de boot weer terug naar ons resort. Het was nog een beetje te vroeg om te gaan eten, dus gingen wij na het zeewater afspoelen weer aan de buko shakes. Bij de buren hebben we later nog een biertje gedronken en ook een hapje gegeten.

1-12: Kajakken in de mangrove

Vandaag wilden we graag nog wat zien van het mangrovebos wat in de buurt lag. Er was ’s ochtends een tour waarin je veel vogels en mogelijk ook wat slangen kon zien. Die wilden wij erg graag doen, maar helaas waren we al te laat. Tijdens ons ontbijt om 7 uur, zei het vrouwtje dat de tour alleen om 6 uur weg gaat, omdat dan de dieren in de mangrove actief waren. We besloten zelf maar op avontuur uit te gaan en huurde een kajak bij de buren. Volgens het vrouwtje daar was nog nooit iemand met de kajak naar de mangrove gegaan omdat het veel en veel te ver weg was. Wij weten inmiddels wel dat de mensen in dit land altijd maar wat lullen, dus we gingen er alsnog op uit. Al gauw kwamen wij aan bij een prachtig verlaten wit strand met wel honderden palmbomen. Na een tijdje gingen we weer verder en nadat we de hoek om waren kwamen we aan bij ‘White Beach Resort’. De naam loog er niet om, het was nog mooier dan het stukje strand waar we net waren. Toen we aan wilden leggen kwam er meteen een mannetje naar ons toe. Hij vroeg of we even ‘island fee’ wilden betalen. Ons doel was om eerst even de mangrove te behalen voordat het te laat was. We vroegen de vriendelijke man hoe ver het nog was en zeiden dat we later wel even bij hem kwamen lunchen. Na in zijn totaliteit anderhalf uur gekajakt te hebben begon het habitat langs de kust begon te veranderen in mangrovebos. Midden in het water stonden twee vissershuisjes gebouwd met daarnaast een jong (handmatig geplant) stukje mangrove. Dit was de ingang van het bos, of eigenlijk het doolhof. Je voer met de kajak door een smal stukje water, waar je overal links en rechts kon. Vroeg of laat zouden we natuurlijk vast komen te zitten of stuiten op een stuk wat doodliep. Dit is natuurlijk een paar keer gebeurt, maar we hebben wel genoten van ons avontuur in de mangrove. De groei van deze bomen is echt een heel speciaal fenomeen om te zien. We probeerden later nog op een paar andere stukken de mangrove in te gaan, maar stuitten al gauw op een doodlopend stuk. Op de terugweg gingen we zoals beloofd terug naar de white beach resort. Hier hebben we even geluncht en daarna even genoten van de rust en het prachtige uitzicht in een hangmatje. Eenmaal weer terug bij ons eigen resort moesten we uit gaan zoeken hoe we de volgende dag naar El Nido zouden komen. Dit was van tevoren niet te bespreken, dus moesten we het hier doen. El Nido, onze volgende bestemming op Palawan, is de populairste plekken voor toeristen in de Filipijnen. De plek staat bekend door de prachtige stranden en onverklaarbare en gigantische rots vormingen die uit het water steken. Ons diner hebben we gehad bij een restaurant waarvan de eigenaar uit Israël kwam. Hij had erg veel praatjes, maar hij heeft het hier wel prima voor elkaar. We hebben er heerlijk gegeten en nog even de avond afgesloten met een pils op het strand.

2-12: El Nido

Vroeg in de ochtend ging het busje wat we besproken hadden op naar El Nido. We zaten weer als haring in een tonnetje opgepropt in de bus, maar deze rit was gelukkig niet al te lang. Een paar uur later kwamen we aan in het centrum val El Nido, waar we een trycicle namen naar ons hotel toe. Ondertussen had ik al contact gehad met Max en Nanouk, want die waren precies op dezelfde plek. Zij waren eerst naar Mindorro geweest, toen naar Coron, en nu waren ze hier gestrand. Mijn pa en ik gingen even lunchen in het centrum, want daar waren we wel aan toe. Een paar minuten later schoven ook Max en Nanouk bij ons aan tafel. We hadden een plan gemaakt om met zijn 4’en een scooter te huren en dan naar een strand te gaan wat verderop. Voor een paar honderd peso kregen ook mijn vader en ik een scootertje mee voor de rest van de dag, en we konden op naar Nacpan beach. Aan het eind van de route zagen we de band van Max en Nanouk hun scooter al zachter en zachter worden. Tot uiteindelijk wij aankwamen bij de tol waar we moesten betalen voor de entree. Hier was de band al helemaal plat. We besloten om eerst maar naar het strand toe te gaan en die band kwam later wel. Nacpan beach was een prachtige lange strook strand met uiteraard wit zand. Ook waren we er op het juiste moment, want de golven waren namelijk hoger dan normaal. Hierin hebben wij ons nog de laatste middaguurtjes in vermaakt, tot we weer terug moesten. We moesten een beetje op tijd weg, want we wisten natuurlijk niet hoelang het zou gaan duren met de scooter van Max. Dat beloofde nog wat te gaan worden. De banden-repair shop zat iets verderop, maar ze hadden geen reserve binnenband voor ons. Die moest verderop gehaald worden, dus mijn vader en de monteur gingen erop uit. Na een half uur kwamen ze terug met de binnenband, die er binnen no time in zat. Opgepompt en wel konden we weer terug naar El Nido om de scooters terug te brengen. Max vond het natuurlijk niet leuk dat hij moest betalen voor een nieuwe band, omdat deze natuurlijk al lang kapot was. De verhuurder wist natuurlijk al dat deze kapot was, en gaf de scooter niet voor niets voor zo goedkoop mee. Dit leverde een hoop gezeik op en we kwamen zelfs bij de tourist police terecht. Er leek niets uit te gaan komen, en uiteindelijk dachten we maar fuck it, want we hadden honger. We hadden nog even gegeten bij een Indiaanse tent, en de avond afgesloten in een barretje. We moesten nog een tour boeken voor morgen. Ook hier zag je natuurlijk alleen de mooiste plekken van het eiland tijdens een boottour. Nanouk was de volgende dag jarig, dus dat moesten we wel speciaal aanpakken. We hadden besloten om maar een private boottour te doen met zijn 4’tjes. Je moest er twee keer zo veel voor betalen, maar dan zat je ten minste niet met 20 anderen op een boot. Deze plek was echt veel en veel drukker dan Port Barton trouwens. Het was sowieso al een heel stuk groter en een rustig dorpje aan de kust is het al lang niet meer. Er is een lange straat met allemaal barretjes, restaurants en winkels, maar dat maakt het aan de andere kant wel even een stukje gezelliger.

3-12: Nanouk’s birthday

Mijn pa en ik zaten een beetje uit het centrum van El Nido omdat het daar natuurlijk gekkenhuis is elke avond. Wij zaten zo’n 5 minuten verderop, verwijderd van alle drukte. Na een rustig ontbijtje moesten we die kant weer op, want onze boot ging vertrekken. Max en Nanouk zaten wel in het centrum in een van de vele backpacker hostels voor €2,50 per nacht. Zij zaten dus lekker dichtbij. We ontmoetten elkaar bij de plek waar we de vorige avond de trip hadden geboekt. Dit was bij een fruit shake bar, waar een heel aardig vrouwtje de boel runde. We werden meegenomen naar de boot en voeren uit op de zee. Na een paar minuten zei onze gids dat we tour A gingen doen, maar dat was helemaal niet zo. Met het vrouwtje hadden we de vorige avond afgesproken dat wij zelf mochten kiezen waar we heen wilden. De gids begon een beetje moeilijk te doen, maar wij ook. Volgens hem kon hij niets doen, want hij moest eerst met zijn baas overleggen. ‘Bel maar’ zeiden we, maar hij had zogenaamd geen telefoon bij zich. Toen we zeiden dat hij onze telefoon mocht gebruiken om te bellen, had hij ineens toch een telefoon bij zich. Uiteindelijk waren we teruggevaren naar de kust en hij ging overleggen met de baas. Geen leuk begin van de dag natuurlijk. Hij kwam terug met het goede nieuws dat wij toch onze eigen tour in mochten vullen gelukkig. Als eerste gingen we naar small lagoon toe. Omdat het ‘jellyfish season’ was moest je bijna verplicht een kano huren voor een 10’tje, omdat je anders gestoken zou worden. Dit zijn natuurlijk dingen die ze van tevoren niet aan je vertellen, en waardoor je altijd meer geld uitgeeft dan gepland. Maar goed, we gingen dus met de kano door een klein gat heen en toen kwamen we uit in de ‘lagoon’. Het water was echt van een prachtige kleur en de rotsvormingen waren adembenemend. Max en ik gingen maar gewoon snorkelen in het water om misschien nog wat vissen te zien, maar er zwom helemaal niets helaas. De enige kwal die wij tegenkwamen was nog geen centimeter groot, dus dat ‘jellyfish season’ was onzin. Het tegendeel zou wel spoedig bewezen worden. Onze volgende stop was de big lagoon. We voeren met de boot door een passage van rotswanden heen naar het midden van de lagoon. We mochten er helaas niet zwemmen van de bootsman omdat er volgens hem af en toe haaien en grote barracuda’s de lagoon inzwommen. We konden het dus alleen met onze eigen ogen beleven. Vervolgens gingen we naar alweer de derde lagoon, de secret lagoon. Om daar te komen moest je eerst een stuk naar de kant zwemmen en dan te voet naar binnen gaan, want het was te klein voor de boot. De guide ging als eerste het water in en ging vooropzwemmen. Voordat wij het water in gingen waarschuwde hij ons dat er een paar kwallen in het water zaten. Tot nu toe hadden we nog geen kwal gezien in de afgelopen dagen, maar daar kwam gauw verandering in. Toen ik het water in was en door mijn snorkel keek zag ik bijna niets anders dan kwallen. Ze waren gelukkig allemaal redelijk klein maar kwamen in allerlei verschillende vormen, ook hielden ze van steken. Na 5 minuten in het kwallendoolhof zei onze guide keer maar om naar de boot, dit gaat hem niet worden. Toen ik achteromkeek zat de rest van het gezelschap al lang op de boot. Ik was dus alleen met de guide nog in het water, Max, Nanouk en mijn pa hadden al lang hun snor gedrukt. Iedereen was goed te grazen genomen door de kwallen, maar dat betekende helaas geen secret lagoon. In plaats daarvan gingen we naar een rif waar we konden snorkelen. Om eerlijk te zijn was deze niet heel bijzonder vergeleken de riffen die we gezien hebben in Port Barton. Na het rif vervolgden wij onze boottocht naar ‘snake island’. Het heette niet zo omdat er veel slangen op het eiland waren, maar omdat er een zandbank was in de vorm van een slang. Het was een eilandje waar je in 5 minuten omheen zou kunnen lopen, maar we gingen hier slechts lunchen. Die moest natuurlijk eerst voorbereid worden. In de tussentijd konden wij een beetje rond het eiland struinen. Op het eiland was een klein heuveltje wat als uitzichtpunt diende. Ook was er een aap die gestrand was op het eiland, die alle toeristen terroriseerden die op het eiland gingen lunchen. Maar toch hebben wij de meeste tijd doorgebracht bij de bar, die midden op de ‘slangenzandbank’ aangelegd was. Dat het fluitje ging moesten wij weer terug naar de boot, want dat was het teken dat onze lunch klaar was. De twee guides hadden een speciale lunch klaargemaakt voor de jarige, met onder andere een mooi kunstwerk van komkommer en tomaatjes. Na de lunch mochten we nog een uurtje uitbuiken bij onze laatste stop, 7 commando beach. Er zat nog een historisch verhaal achter de naam, maar die ben ik helaas vergeten. Hier hebben we rustig een uurtje op onze handdoek gelegen en denk ik allemaal een klein dutje gedaan. Helaas zat na het fluitje onze eilandtour er al weer op, en gingen we terug naar de haven van El Nido. Alles hier was zo goed op elkaar afgestemd, dat de happy hour precies begon als de tientallen boten weer terugkwamen van hun dagelijkse trips. Hier hebben we even een paar biertjes gedronken en toen zijn we naar huis gegaan om even het zoute water van ons af te spoelen. Nanouk was jarig en zij mocht uiteraard een plekje uitzoeken waar wij die avond zouden gaan eten. Wij drieën hielden ons hart al vast, want Nanouk is vegan. Dat is geen vlees, ei, melk, etc. Eigenlijk blijft er dan niets meer over. Maar ze heeft het de afgelopen paar maanden overleefd in de Filipijnen, dus vanavond ook wel. We gingen zitten bij een tentje een beetje buiten de drukke straat. Het moest denk ik een soort pleintje voorstellen waar allemaal restaurants omheen zaten. Op zich was het best een leuk concept, een serveerde japans eten, de ander kip, pizza, etc. Mijn pa moest natuurlijk een beetje opscheppen, hij wou iets ‘ECHT PITTIGS’ eten. Zo zei hij dat ten minste. Hij had ‘sisig’ besteld, wat een pittig gerecht is van gebakken vlees. Er lagen meer stukken peper op zijn bord dan stukken kip, maar wie zijn billen brand moet op de blaren zitten. Dat spreekwoord gold letterlijk voor hem, hij kreeg het bijna niet weg. Buiten mijn pa om, hebben we allemaal heerlijk gegeten daar en natuurlijk veel te veel. Voordat we weer de bar indoken moesten we eerst een blokje lopen om uit te buiken. We eindigden weer in dezelfde bar als de dag ervoor, waar ik na een uurtje al bijna in slaap viel aan tafel. Het was tijd om naar huis te gaan, maar niet voordat wij afscheid van elkaar gingen nemen. Nanouk zou ik sowieso nog zien na de vakantie in Cabagan, maar Max zijn vliegtuig ging over een paar dagen alweer naar Nederland toe. Met geen idee te hebben wanneer we elkaar weer zouden zien, hebben we voorlopig afscheid genomen van elkaar. Na dit super emotionele moment, hadden mijn vader en ik een scooter besproken voor de volgende dag. We vonden het toch een beetje te druk in El Nido, en we wilden wel even relaxen.

4-12: Even de rust opzoeken

Na het ontbijt gingen we naar het centrum van El Nido toe om onze scooter op te halen. We hadden deze gehuurd bij precies hetzelfde vrouwtje van de fruit shake bar. El Nido was een beetje te druk voor ons, dus hadden we besloten om naar het noorden van het eiland te rijden en daar een nachtje te slapen. Normaal is die drukte wel gezellig, maar die paar dagen dat mijn vader hier was waren natuurlijk wel speciaal. We hadden natuurlijk veel te bespreken en te vertellen aan elkaar, wat je natuurlijk liever doet op een rustig plekje dan in een drukke bar. We stapten op de scooter en begonnen aan onze tocht naar het noorden. De rit was erg afwisselend, af en toe zag je bijna helemaal niks en af en toe had je prachtig uitzicht op ’s werelds mooiste stranden. Uiteindelijk kwamen we aan bij ons volgende plekje. Het was precies wat we nodig hadden, bijna geen andere mensen. We hadden een kamer voor denk ik 1/3e van de prijs in El Nido, en het was nog beter ook. Bij ons relatief kleine resort kon je prima lunchen, en hadden ze heerlijke lounge stoelen voor ons klaargezet op het strand. Helaas was het strand niet zo schoon als bij de andere plekken. Met schoon bedoel ik niet dat er geen afval op ligt, maar hier lag voornamelijk veel zeewier op het strand. Hierdoor zag het er natuurlijk niet zo strak en wit uit als bij de rest, maar alsnog was het prachtig. Zo zijn wij de dag prima doorgekomen. ’s Avonds nog even heerlijk gegeten daar, en de avond uitgezeten aan het strand, kijkend naar de prachtige sterrenhemel.

5-12: Napcan beach

We waren weer helemaal uitgerust, en na ons ontbijt konden we weer langzaam teruggaan naar El Nido, waar we onze laatste nacht door gingen brengen in het paradijs. Onderweg hadden we al een afslag gezien in de middle of nowhere die naar beneden leidde. We besloten deze te nemen, hopend dat deze uitkwam bij een prachtig verlaten strand waar wij met zijn tweeën konden zitten. Dit was absoluut niet het geval. De weg was verschrikkelijk, en lag vol met grote keien waardoor al je organen op de verkeerde plek kwamen te zitten als je eroverheen reed. Al de mensen die wij onderweg zagen, zaten al naar ons te lachen, met de gedachte ‘wat zijn jullie van plan? Er is hier niets’. Dat bleek helaas ook, toen we na een half uur bouncen op de scooter aankwamen bij het dorpje wat aan de kust lag. Het strand zag er precies hetzelfde uit als waar we deze ochtend nog waren. Ook was dit dorpje helemaal niet ingericht op touristen, en zijn wij zo snel mogelijk omgekeerd. Een strand wat wel op toeristen ingericht was, was natuurlijk Nacpan beach, waar we de eerste dag ook heen waren. Het strand lag er nog even mooi bij als eerst, alleen waren er helaas geen hoge golven meer. Misschien wel beter, want nu kon je ten minste een beetje fatsoenlijk zwemmen in plaats van telkens weggespoeld te worden. Je moest niet te lang in het water blijven, want dan verbrandde je natuurlijk levend. Wij hadden mooi twee bedjes en een parasol gehuurd om ons te beschermen tegen de zon. Er waren natuurlijk wel toeristen zo eigenwijs om in de zon te gaan liggen, maar die mochten zich om de 5 minuten weer opnieuw in gaan smeren. Bij de lunch had ik zo ongeveer de slechtste keuze gemaakt die er was op de menukaart, de chicken en tuna sandwich. Wat kan je daar nou aan verpesten? Dat dacht ik ook, maar het is ze gelukt. Mijn buik voelde al niet zo lekker door de route van eerder, en dit had er ook niet echt een positieve invloed op. Maar goed, er zijn ergere dingen op de wereld dan een verkeerd broodje, bijvoorbeeld dat de vakantie alweer bijna voorbij was. We moesten nu al gaan denken aan de terugweg. Mijn vader zijn vliegtuig naar Nederland, en mijne naar Tuguegarao gingen al op de 8’ste dus we hadden nog maar een paar dagen samen. Daar moesten we natuurlijk nog goed van genieten. De laatste avond in El Nido gingen we eten bij een Italiaans restaurant, waar elke avond een rij voor stond. Dat moest wel goed zijn dachten we. Je moest helemaal je schoenen uit doen in het restaurant, want dat paste natuurlijk in de hippie mindset, die hier overal aanwezig was. Dat we binnenkwamen merkten we al meteen iets raars. Met het restaurant zelf was niet mis, maar het waren twee gasten die opvielen. Een jongen en een meisje, uit Engeland en iets ouder dan ik ben, zaten aan de tafel achter ons. Je kon wel zien dat ze allebei stomdronken waren aan de manier waarop die jongen aan tafel zat, en hoe het meisje haar pizza at. Zo’n 5 minuten later was hij in slaap gevallen met zijn hoofd op tafel, midden in het restaurant. Dit trok natuurlijk iedereen zijn aandacht in het restaurant, behalve die van zijn vriendin. Zij wel lekker aan het genieten van haar pizza op een kannibalistische wijze. Ondertussen kregen wij ons eten, wat erg lekker was, maar dat stel was natuurlijk veel interessanter. Ze had haar pizza op en wou naar huis, maar die vriend sliep nog. Ze ging maar rustig even een peukie doen en kwam tot de conclusie dat ze geen geld had. Ook ging ze toen maar even geld halen bij de pinautomaat. Dat ze terug was van dit allemaal lag die jongen gewoon nog rustig te slapen aan tafel. Ze kreeg hem in geen mogelijkheid wakker, en ondertussen zijn wij maar naar huis gegaan. Ik denk dat hij nog steeds aan tafel ligt te slapen daar. We hadden trouwens maar een klein rugzakje bij ons en hadden alle grote koffers enz. in ons resort gelaten van de afgelopen week. Die waren er gelukkig nog, en hebben wij onze laatste nacht in El Nido doorgebracht.

6-12: Laatste dagje El Nido

Vandaag moesten we weer zien terug te komen in Puerto Princessa, waar we op gevlogen waren. De volgende dag gaat ons vliegtuig terug naar Manila, en die dag erna scheiden onze wegen weer voorlopig. We namen in de ochtend het busje naar Puerto Princessa toe, die er wel zeker 5 uur over gedaan heeft. Wat wel lief was van onze chauffeur is dat hij ons bij ons hotel had afgezet. We sliepen echt in een super-de-luxe hotel aan het strand. We namen een kijkje bij de zee, maar dat was niet echt super. Overal waren scherpe stenen en veel zeewier waarin je niet echt zag waar je liep. Bovendien was het eb, dus moest je een kwartier lopen voordat je eindelijk koppie onder was. We besloten maar de middag door te brengen bij het zwembad, wat ook prima was. Al vind ik het wel een beetje een rare gedachte dat als je aan een prachtig strand zit, je in het zwembad gaat. Zo aan het eind van de middag waren we aan het genieten van een biertje aan het zwembad toen we bezoek kregen. Al eerder op de dag zagen we een Amerikaanse gast van rond de 40 rondlopen op het resort en met iedereen praten. Nu waren wij aan de beurt. Na onze hand geschud te hebben, kwam hij direct bij ons zitten en begon met onzin verkopen. Hij vertelde het ene sterke verhaal na het andere. Hetgeen wat we wel drie keer aan hebben moeten horen die avond was dat hij goed was in geld maken. Hij was zogenaamd directeur van allemaal bedrijven waarbij hij miljoenen had gemaakt, ze had verloren, terug gemaakt, en ga zo maar door. Hij was hier op vakantie voor zichzelf om een persoonlijke vraag te beantwoorden. Wat wil ik nou ECHT in de toekomst? Al was het een rare gast, dit is wel echt een goede vraag om jezelf eens echt af te vragen en tijd te nemen om het antwoord te vinden. Buiten alle sterke verhalen was het op zich wel een prima gozer die wel makkelijk in de omgang was. Wij hadden zo een beetje het vermoeden dat hij drugs/alcoholverslaafd was en hier een beetje aan het afkicken was. Maar toch zal hij ergens wel geld vandaan moeten hebben toveren, anders zit je niet op de Filipijnen. We hadden bij het hotel afgesproken dat wij in de avonduren opgehaald werden door een busje om naar een winkelcentrum te gaan. Dit betekende het afscheid met onze Amerikaanse vriend, waarna we eindelijk even diep konden zuchten. Het winkelcentrum was niet echt veel aan, we kwamen er eigenlijk alleen om te eten. Alle winkelcentra hier zijn bijna hetzelfde overigens. Op de begane grond heb je allemaal etenstentjes, de winkels zitten op de eerste etage en op de tweede etage heb je allemaal dingen voor kinderen. We gingen weer bij Gerry’s Grill eten, waar we ook in Manila gegeten hadden. Maar waar we de eerste keer echt onze vingers afgelikt hadden, viel het hier zwaar tegen. Eenmaal weer terug in het resort was het tijd voor ons om te gaan slapen.

7-12: Puerto Princesa

We hadden nog een hele dag voor ons in Puerto Princesa, voordat we naar het vliegveld moesten. Deze plek staat bekend voor de ondergrondse rivier die hier in de buurt is. De rivier is zo een 8 kilometer lang, en is in complete duisternis. Het is ook benoemd als een van de nieuwe 7 wereldwonderen, want dit is wel echt heel speciaal. Hoe speciaal het ook is, wij konden er helaas niet heen. Je moest de dag van tevoren al boeken, en de tour zou een hele dag duren. Ons busje ging weer terug naar het vliegveld rond 3 uur, dus we hadden geen tijd om tot 5 bezig te zijn helaas. We moesten ons weer een dag vermaken bij het zwembad, wat overigens geen straf was. Er lagen een paar vissersbootjes wat verderop in het water, waar we even bij gingen kijken. Ze hadden het een en ander gevangen, maar het meest bijzondere waren de krabben. Er waren 3 degenkrabben of in het Engels ‘Horseshoe crabs’ in hun net beland. Deze beesten zagen er echt prehistorisch uit, en volgens Wikipedia zwerven deze beesten al 300 miljoen jaar over onze zeebodem. Ze gingen er verder niets mee doen, dus we mochten er een foto van maken en ze teruggooien in de zee. Door al het zeewier kon je slecht zien waar je liep, en zo kwam ik met mijn enkel in een zee-egel terecht. Dit voelde niet bepaald fijn, maar er was gelukkig maar een stekel afgebroken. Die moest er natuurlijk wel even uitgehaald worden, want zee-egels zijn giftig. De werknemers van het hotel hadden een groot deel van de dag natuurlijk vrij weinig te doen, dus die wilden maar al te graag de stekel uit mijn enkel halen. Het deed alleen pijn op het moment dat ik door de zee-egel geprikt was, maar voor de rest helemaal niet. Dat kwam waarschijnlijk omdat het maar een stekel was, maar ik kan me maar al te goed voorstellen hoe veel pijn 20 tegelijk doen. Onze Amerikaanse vriend kwam ook nog een paar keer langs ons bij het zwembad voor een klein praatje, maar gelukkig was zijn aandacht gericht op iets anders. Er was namelijk een meisje uit Zwitserland met haar broer, waar hij zijn aandacht op gevestigd had. Dit kwam ons ten voordele uit, en wij hebben rustig kunnen genieten van ons laatste dagje op Palawan. Aan het eind van de middag moesten de koffers weer gepakt worden, en maakte wij ons op voor het transport naar het vliegveld. We zaten toevallig in hetzelfde vliegtuig als een Australische familie die ook bij ons in het hotel zat. Dit was een mooi voorbeeld van een dikke lelijke man die een vrouw gevonden/gekocht heeft in de Filipijnen. Ze hadden al kinderen die rond mijn leeftijd waren, en gingen de familie van de vrouw bezoeken. Eenmaal weer in Manila, hadden we weer hetzelfde hotel besproken als waar we eerder zaten. We gingen maar makkelijk wat eten bij de McDonalds, en hebben later nog een paar biertjes gedronken op onze hotelkamer.

8-12: Terug naar Cabagan

Helaas, de vakantie zat er alweer op en we moesten weer terug naar het echte leven. Mijn vliegtuig ging al om 10 uur in de ochtend, dus we konden niet al te lang treuzelen in de ochtend. Die van mijn pa ging pas in de middag, dus die mocht zich nog een dag gaan vervelen in Manila. We dronken nog een koffietje bij Starbucks en toen moesten wij weer afscheid van elkaar nemen. Niet voor al te lang, want over precies een maand ben ik weer in Manila, maar dan om naar huis te gaan. We namen afscheid, en ik ging naar mijn gate toe. Eenmaal weer in Tuguegarao aangekomen probeerde alle trycicle drivers mij natuurlijk op te lichten omdat ze dachten dat ik nieuw was. Een ritje wat normaal 20 peso’s kost, vroegen deze vriendelijke heren 200 voor. Ik liet mij niet in de kaart kijken, dus ik liep maar gewoon naar de weg toe, waar ze wel 20 peso kosten. Ik nam de bus weer terug naar Cabagan en had ervoor gezorgd dan Mark mij op kwam pikken bij de gate. De rest van de dag heb ik een beetje sip bij het huisje gezeten. In de ochtend zit je nog met je vader in een hotelletje, en nu zit je weer alleen voor de deur op een plek waar niets te doen is. Gelukkig waren Randy en Mark elke avond in de stemming om een fles gin leeg te tanken, dus ik ging weer terug naar mijn oude leventje in Cabagan.

9-12: Nog een maand

Het was vandaag nog precies een maand voordat mijn vliegtuig op 9 januari weer terug naar Nederland gaat. Een moment waar ik eerlijkgezegd al stiekem naar uitkijk. Niet omdat ik het hier echt niet naar mijn zin heb, maar omdat ik sommige dingen wel mis. Af en toe heb ik de tijd van mijn leven hier, als we op mooie plekken komen, aan het werk zijn, en gezellig een drankje doen, maar soms ook echt niet. Als je zo alleen bij het huis zit denk je soms echt; wat doe ik hier nog? Ik had nu veel beter en liever thuis kunnen zitten. Maar goed, dat was ons van tevoren al verteld dat er niet echt een sociaal leven was in Cabagan. Toch denk ik dat ik daar het beste van gemaakt heb, vergeleken andere studenten. Ik trek hartstikke goed op met de mensen om mij heen hier, en doe ook af en toe leuke dingen met ze. Voorgaande studenten hebben serieus alleen maar bij dat huis gezeten, waar ik van denk ‘waarom?’. Ik wou zo snel mogelijk eigenlijk weer weg uit Cabagan en weer gewoon lekker de jungle in. Ik had met Mark mijn volgende field trip naar Baggao gepland al op de 11e of 12e. Nanouk moest daar ook heen, dus besloten we om daar samen heen te gaan, dat is wel zo leuk. Om de eenzaamheid en stilte te verbreken ben ik maar gaan lezen, iets wat ik al jaren niet meer serieus gedaan heb. Alle voorgaande studenten hebben allemaal boeken achtergelaten, dus de kast puilt uit van de boeken. Daar moest toch wel wat tussen zitten voor mij. De rest van de dag heb ik maar volgemaakt met een beetje lezen, spullen wassen, en in de avond natuurlijk bij Randy en Mark gezeten.

10-12: Verveling

Het was weer zondag, en dat betekende dat er weer grote markt was en dat heel Cabagan natuurlijk weer op zijn kop stond. Van een rij van 30 mensen bij de geldautomaat tot trycicles die midden op de weg zijn geparkeerd, gaat het de hele dag zo door op zondag. Ik ging met Mark naar de markt toe om een paar lekkere dingen te halen en voor te bereiden voor vandaag. Zouden dinsdag al naar Baggao gaan voor een tijdje, dus we moesten genieten van goed eten in plaats van rijst en blikvoer. Het nodige bier was ook gehaald omdat ik gin wel gezien had voor de komende tijd. Nanouk zou vandaag in de ochtend ook thuiskomen, maar die kwam maar niet. Ik zocht maar even contact met haar, en het bleek dat haar vlucht gecanceld was. Ze moest nu dus ook met de bus, dus die kwam voorlopig nog niet aan. Ik ging de rest van de dag maar gewoon bij Mark en Randy zitten zoals altijd.

11-12: Visa verlengen

Midden in de nacht hoorde in Nanouk thuiskomen van haar lange busreis, maar ik lag zo diep te slapen dat ik niet eens de kracht had om te kijken hoe laat het was. Het bleek later dat zij rond 3 of 4 uur thuis was gekomen. Ik ging in de ochtend maar naar de office toe om het een en ander te regelen voor de field trip. Toen Nanouk eindelijk wakker was en naar de office kwam mochten wij voor de laatste keer naar Tuguegarao toe om ons visa te verlengen. Het was gelukkig nu niet zo duur als de vorige keer, maar alsnog vond ik het onzin om zo veel geld neer te leggen voor een stempel in je paspoort. Ik had aan Darius gevraagd of hij mijn guide wilde zijn in Baggao deze week, maar hij moest op iets wachten van zijn school. Later in de avond liet hij me pas weten dat hij niet kon, dus ik zat in de problemen. Zonder guide kon ik natuurlijk niet op naar de jungle. Mark gaat wel mee, maar wij zijn van plan te splitsen. Ik wil voornamelijk interviews en exit counts gaan doen in Baggao, en Mark gaat dan naar de roost site voor de transects. Ik had dus weer een eigen vertaler nodig, en ik had nog maar een paar uur om deze te regelen. Dat ging hem natuurlijk niet meer worden, dus we konden niet morgen al weg. Nanouk moest sowieso toch nog iets regelen de dag erna, dus dat kwam goed uit.

12-12: Geen guide

Vandaag moest ik alles uit de kast halen om toch nog een vertaler voor mij te vinden. Ik had in de office rondgevraagd of zij iemand voor mij konden regelen, maar dat konden zij niet op zulke korte termijn. Ik moest het dus in mijn eigen netwerk gaan vinden. De oplossing lag al die tijd eigenlijk al voor mijn neus, namelijk Rodel, de laatste huisgenoot van Randy en Mark. Deze dag kwam ik er pas achter dat Rodel de broer was van de moeder van Snooky en Vangie. Het was dus een grote familie dat huis van Randy. Hij zei eigenlijk dat hij het druk had morgen en dat hij een ander klusje had. Maar toen ik zei dat ik hem meer zou betalen dan de mensen waarbij hij een klus had, wist hij niet hoe snel hij ja moest zeggen. Ik had dus mijn vertaler, en we konden ons opmaken voor de trip naar Baggao.

13-12: Baggao

Arnold kon ons niet brengen helaas, dus we moesten alles op eigen houtje doen. Randy bracht ons naar de weg, waar we de bus pakten naar Tuguegarao toe. Vanaf daar kon je de van of een bus nemen naar Baggao, waar de LGU en de markt en alles was. We wilden als eerste met de van omdat dat goedkoper en sneller was, maar we moesten echt een eeuwigheid gaan wachten totdat deze vol zat. We besloten maar met de bus te gaan naar Baggao. De bus was te vergelijken met het niveau bus wat ik meegemaakt heb ik Dinapigue, dus niet al te comfortabel. Na een paar stops onderweg kwamen we rond lunchtijd aan in Baggao, waar we alles gingen regelen. Als eerste natuurlijk de vergunning om het gebied in te mogen, dat moest bij de LGU. De MENRO waren op lunchpauze en daar moesten we als eerste op wachten. Wij hebben hun assistentie nodig bij het verkrijgen van de verklaring. Er zaten een paar studenten te wachten in hun kantoor die uit het niets ineens een uil uit een doos vandaan toverden om hem eten te geven. Die hadden ze blijkbaar ergens gevonden en daar zorgden ze voor. De mensen van de MENRO wisten eigenlijk ook niet zo goed wat ze met ons aan moesten, maar uiteindelijk kwam het wel goed. Er was een probleem, de burgemeester was er niet om een handtekening te zetten onder onze vergunning. Die zou pas aan het eind van de middag komen, dus wij gingen maar alvast lunchen en inkopen doen. Eenmaal weer terug bij de LGU had degene die ons hielp het probleem met de burgemeester al opgelost. Hij had gebeld, en een elektronische handtekening was ook prima volgens de burgemeester. Met weer een vergunning rijker konden we onze reis vervolgen naar Mansarong toe. We namen twee bomvolle trycicles op naar de pier toe. De trycicle waar Rodel en ik inzaten ging natuurlijk halverwege kapot, maar dat was gelukkig snel opgelost. Eenmaal bij de pier was het al te laat om een kulong kulong te nemen omdat het al bijna donker was. Gelukkig konden we een stukje meerijden met een jipnee waar allemaal studenten inzaten die ook die kant op moesten. We werden er wel halverwege uitgegooid omdat de jipnee niet meer verder ging. We hadden te veel bagage bij ons om dat zelf te dragen, dus we moesten wat anders verzinnen. Mark had geregeld dat er iemand kwam met een carabao, die onze spullen voort zou trekken op een karretje door de modder. Toen het begon te schemeren kwam de carabao eindelijk aan en konden wij naar het huis toe. We hadden al een paar agta’s geregeld die ons de volgende dag kwamen helpen met tillen. Een van deze was mijn grote vriend Kawag, die ons de vorige keer in de steek gelaten had.

Stage Filipijnen part 5

29-10: Dinapigue

Het was eindelijk weer zo ver. Na veel te lang weer in Cabagan gezeten te hebben, was het tijd voor de volgende field trip. Om 6 uur stond Arnold al voor de deur die mij, Mark en Bernard ging brengen naar Dinapigue met de auto. Het zou zo ongeveer een tocht van 12 uur gaan worden, dus bereid je maar voor. Eerst moest Bernard opgehaald worden bij zijn huis wat zo een kwartiertje rijden is. Uiteraard was meneer niet voorbereid op de komst van Arnold, hij dacht dat hij een uur later zou komen. Snel pakte hij zijn spullen en wou daarna ook nog eens koffie gaan drinken. Ik zei nee let's go, maar Arnold had alweer een zak verse broodjes zien liggen die hij in zijn eentje zowat heeft opgegeten. Nou, eindelijk gingen we dus echt rijden. In Ilagan zijn we gestopt om te ontbijten en boodschappen te doen op de markt. Het was zondag dus het was natuurlijk superdruk met mensen daar. Een paar uur later in Santiago werd het alleen nog maar drukker en drukker. Dit keer met mensen die naar de kerk gingen en zo ongeveer de hele weg ophielden. Maarja er is maar 1 geasfalteerde weg buiten Manila op dit hele eiland, dus we moesten het er mee doen. Na Santiago gingen we de bergen in. Bij het tanken kwamen we erachter dat er wat olie of zoiets uit het wiel kwam, niet best. Arnold had de auto net laten maken en hij was nu alweer kapot. We gingen er maar gewoon mee verder want we waren al bijna halverwege onze trip. In de bergen had je mooi uitzicht op de dalen, maar het echte mooie moest nog komen natuurlijk. Waar de bergen eindigden begon zo ongeveer meteen de kust. Dinadiawan heette deze plek, waar we even snel geluncht hadden voordat we verder gingen. We reden eerst een heel stuk naar beneden waardoor je prachtig de kust kon zien liggen. Vervolgens gingen we een beetje landinwaarts en door een paar dorpjes heen, waar ze weer niets anders was dan rijstvelden. Uiteindelijk, vlak voor we bij Dinapigue waren, reden we echt een heel lang stuk recht langs de kust. Dit was niet zomaar een kuststrook maar eentje met wit zand en een strakblauwe zee. Hier moest dus even een plaspauze gehouden worden om te genieten van het uitzicht. Voor de rest had de weg niet zo veel bijzonders meer te bieden, en de laatste kilometers waren over een modderig slingerweggetje door de bergen. Toen we bij de DENR-office aankwamen was het al bijna donker. Mario (die mee was naar Subic, die daar werkt) zat ons al op te wachten met een fles Emperador light en wat pulutan, onder andere wild zwijn. Hier wordt geen gin gedronken zei Mario, maar alleen Emperador. Dat smaakt gelukkig nog ergens naar en is ook minder sterk, dus dat was wel prima. De rest van de avond hebben we een beetje lopen drinken met zijn allen, en alle Filipinos gingen chinees pokeren voor een paar peso's. Bernard daagde mij uit voor een pushup contest, waar ik geen nee tegen kon zeggen. Het ging namelijk om een fles Emperador. We gingen gelijk op, tot ik bij de 30 even 0,5 seconden stil bleef boven en toen had ik zogenaamd verloren. Maar goed, ik ging veel sneller, dieper naar beneden en houding was goed, in tegenstelling tot Bernard. Mark had alles gefilmd en dus kon je mooi zien hoe er vals gespeeld werd. Half tot de grond, armen te ver uit elkaar, handen niet recht, niets klopte. Maar alsnog had ik verloren vonden ze, dus de volgende fles was voor mij om te kopen.

30-10 interviews

Vandaag moest alles geregeld worden voor onze transport naar de roost site. We zouden met een truck gaan door de mining site. Omdat we over terrein van de mining gaan, was daar eerst een permit voor nodig van dit bedrijf. Dat kon natuurlijk wel even gaan duren, we kennen de Filipijnen inmiddels wel. Bernard was ook zo slim geweest om van tevoren niets door te communiceren en dus moesten we wachten. Maar goed, dat gaf ons mooi de tijd om wat interviews te gaan doen. De eerste twee hadden we gedaan bij een familie thuis, waarvan ik de vader en de dochter had geïnterviewd. Prima interview, ze vonden dat jagen streng verboden moest worden omdat het zwaar illegaal was en ze wouden er ook niets mee te maken hebben. Mooi dacht ik, tot ik een shot moest nemen van ze en vervolgens een dekseltje van een pannetje optilde. 3 maal raden wat daar in zat.. precies, Flying Fox. Dit vond ik wel echt heel raar, dat ze een beetje politiek correcte antwoorden zitten te geven maar vervolgens wel FF eten. Snel vergeten en op naar de volgende. Zo hebben we in totaal denk ik wel 10 interviews gedaan in de hele dag dus dat was succesvol. Van de mining company was nog geen antwoord en we moesten dus nog een dag wachten. Gelukkig zat Mario alweer op ons te wachten met Emperador, en had Peter (de kok daar) alweer wat heerlijks voorbereid voor ons. Naast Mario en Peter woont er nog iemand in het DENR huis, uncle Eddie. Uncle Eddie is niet helemaal 100 meer en is daarom alleen nog maar goed voor de afwas en Emperador halen. Als je niet opschrijft wat hij moet halen komt hij met iets compleets anders terug. Zo hebben wij onze avond wel vol weten te maken, en hopen we dat er morgen antwoord komt van de mining zodat we konden gaan.

31-10: nog meer interviews

Na het ontbijt stond er alweer een nieuwe fles Emperador op tafel. Ik vroeg aan Mario of dit serieus was, en om dit te bevestigen nam hij een shot. Daar zaten we dan, om kwart over 9 's ochtends aan de Emperador. Gelukkig moesten we interviews gaan doen, en dat deden we in een barangay die lag naast de weg naar huis. Hier hebben we een paar mensen geïnterviewd en vervolgens gingen we naar het agta dorp voor nog een paar. Heel dicht bij de agta's ligt de dibulo falls. Een waterval van zo ongeveer 100 meter hoog. Het was natuurlijk zonde om die links te laten liggen als je er toch bent. Na de lunch, en eenmaal weer terug bij DENR, had Bernard alle guides voor de komende twee weken geregeld. Helaas zat er nog geen schot in de zaak met de mining company. We besloten om maar even langs te gaan bij ze, en 5 minuten later hadden we de permit. Waarom duurt het dan zo lang? Vroeg ik me af. Dagelijks stel ik mezelf dit soort vragen over van alles in dit land. Helaas ben ik bang dat deze nooit beantwoord zullen worden, met name door de achterliggende cultuur hier. Maar goed, alles was geregeld dus we konden er morgen op uit. Nog 1 avond genieten van Emperador, want Bernard was mee. Een van De regels van Mabuwaya is; no drinking in the field. Normaalgesproken houden wij ons daar niet echt aan, maar letten we wel op hoeveel. Maar omdat Bernard, Mabuwaya staff, nu mee is, komt daar helemaal niets van in.

01-11: Kamp 1

Sinds gisteravond stond er al een rode truck voor de deur die ons allemaal naar onze bestemming ging brengen. Na ons ontbijt, waren alle gidsen en dragers inmiddels al aangekomen bij de DENR-office. Truck inladen en we konden gaan, op naar de mining site waar we ons eerste kamp gingen maken. Na ongeveer een half uurtje door de modder en rivieren gingen we de heuvel op waar we bij onze eerste check up kwamen. Omdat het grondgebied hier van de mining company is, gaat alles hier wat officiëler dan gewoonlijk. We moesten allemaal het voertuig uit, en een mannetje ging even controle doen. Gelukkig, we mochten weer verder op naar de volgende controle. Deze was halverwege de berg en moesten er weer uit voor precies hetzelfde. De laatste stop die we hadden was bij het leger. Zo een 20 minuten voor onze eindlocatie zit een legerbasis die een oogje in het zeil houden in dit gebied. Ook van hun mochten we door en konden we dus op naar de plek waar we kamp gingen maken. Ergens op een heuveltje stond een klein huisje wat wij konden gebruiken. Het was niet bepaald waterdicht dus we moesten gebruik maken van al het zeil dat we mee hadden omdat het al twee dagen stortregent in Dinapigue. Naast het huisje liep een rivier/stroom die wij over moeten steken om naar de roost site te komen, maar die was onmogelijk om over te steken door de regen. Rond het middaguur waren we klaar met het kamp opzetten en konden we eten. Belangrijk voor ons was om tijdens zonsondergang te kijken waar de Flying Fox ongeveer zitten, zodat wij daar zo snel mogelijk heen konden voor ons onderzoek. Helaas, het was te donker om überhaupt ook maar één FF te zien. Morgen moesten we het nog een keer proberen. Wel zonde van de tijd, een hele dag vol maken met wachten om vervolgens te hopen dat je de FF kunt zien. Helaas is dat onze enige optie om ze te vinden.

02-11: Bernard helpen

Om 5 uur ’s ochtends besloot Bernard dat het tijd was om wat muziek aan te zetten op zijn telefoon waardoor zo ongeveer iedereen in het kamp wakker werd. Ik weet niet waarom Filipijnen dit altijd doen, maar in Nederland zou dit best disrespectvol zijn tegenover andere mensen. We hadden hierdoor gelukkig wel de hele dag de tijd om te werken. Bernard was hier namelijk voor een reden; hij moest wat buizen in de grond plaatsen. Deze buizen waren gevuld met beton en gingen de basis vormen van de borden die ze later in 2018 gaan plaatsen. De borden gaan de grens van de Northern Sierra Madre National Park aangeven om te voorkomen dat mensen het park betreden, of ten minste nadenken voordat ze verboden dingen gaan doen in beschermd gebied. Vandaag gingen we de eerste twee in de grond plaatsen op een paar plekken redelijk dicht bij het kamp. We liepen de heuvel op, en bovenop had je een mooi uitzicht over een deel van het mijngebied. Ik zeg wel mooi, maar eigenlijk het was alles behalve mooi. Er wordt hier voor nikkel gemijnd, dus er waren grote mijnpits en heuvels van de uitgegraven pits. Al deze heuvels waren zowat ingestort of weggespoeld door de regen waardoor de grond naar plekken toe stroomde waar het niet thuishoort. Bijvoorbeeld het beschermde natuurgebied in, waardoor er veel schade is aan de natuur. Een stukje verder naar beneden was het eerste punt waar de ze buis gingen plaatsen en zo een twee kilometer verder naar beneden, ging ook de tweede de grond in. Op de terugweg wist een van onze guides wel een shortcut naar het kamp toe. Inmiddels wist ik wel wat ze met een shortcut bedoelen. Normaalgesproken is een shortcut een kortere route naar ergens toe. In de Filipijnen heeft dit een iets andere betekenis. Een shortcut hier is een directe route, dus daar gingen we recht door de bosjes. Er was geen pad, we moesten door rivieren heen, heuvel op en af, etc. Het was absoluut niet sneller dan de weg, maarja.. wel een Filipijnse shortcut. Dat vonden onze guides allemaal geweldig. Eenmaal weer terug bij het kamp was het tijd om wat te eten voor de lunch en ons de rest van de middag te vervelen tot we konden kijken waar de FF vandaan kwamen. We gingen dit keer op een wat hoger punt proberen om ze te zien. Dat deden we op het punt waar we in de morgen uitzicht hadden op de mining site, maar helaas ook vandaag geen succes. Van hier zagen we wel iets anders, nog een tragische gebeurtenis in het gebied. Hier in Dinapigue blijkt niemand een moer te geven om de FF en vindt er heel veel hunting plaats. Een heel groot gedeelte van de hunting vindt plaats op het terrein van de mining company zelf. Vanaf het punt waar we stonden konden we in de verte heel veel vallen zien hangen waar ze de FF in vangen. Ze noemen het ‘awa’, en awa zijn twee stokken in een boom gevestigd waar ze een net tussen spannen. De mining company had natuurlijk al gehoord dat wij onderzoekers wat in het gebied zouden komen doen deze dagen, en daardoor waren alle netten uit de bomen gehaald. Dit was waarschijnlijk ook de reden dat het zo lang duurde voordat we onze permit kregen. Na het eten heb ik even overlegd met Bernard over wat zijn plan was de volgende dag en wat ik nou moest gaan doen. Ik had namelijk na twee dagen nog geen enkel idee waar de FF zaten in dit gebied. Bernard ging de volgende dag naar het ‘Bonsai forest’, wat hoger gelegen was dan waar wij nu zaten. Misschien hadden we vanaf daar wat meer mazzel, en konden we de FF zien.

03-11: Kamp 2

Het regende weer pijpenstelen in de ochtend, maar we moesten erop uit om naar onze volgende bestemming te komen. Het was zo ongeveer 6 uurtjes lopen met alle bagage die van kamp naar kamp gesjouwd moest worden. De regen was echt niet normaal, en na 10 minuten was iedereen en al zijn spullen al zeiknat geregend. Ik had gelukkig een poncho mee, die alles zo goed als drooggehouden heeft. Ongeveer halverwege de tocht kwamen we op het punt waar alle awa stond die we de dag ervoor hebben zien staan. Gelukkig waren ze er een paar vergeten weg te halen die wij mooi kapot en onbruikbaar hebben kunnen maken. Verder hebben we ook elke paal die we tegenkwamen neergehaald, helaas met de achterliggende gedachte dat er over een week weer een nieuwe staat. Toch best een rare gedachte dat de mining company dit allemaal toestaat op hun gebied. Volgens Mario zijn de mijnwerkers de mensen die al deze vallen neerzetten omdat ze extra inkomen nodig hebben. De mining company betaalt hun salaris namelijk niet op tijd en moeten ze op een ander manier aan het geld komen. Ze hebben dus geen keus en helaas gaat dit ten koste van de FF in dit gebied. Er worden er tussen de 20 en 100 elke dag gevangen, dus je kan je wel voorstellen wat voor een impact dit heeft op de populatie. Na alle awa kapot gemaakt te hebben waren we al bijna bij onze eindbestemming. Nog eventjes verder door de regen, en wij kwamen als eerste aan. De oudjes (Bernard en wat andere guides) waren niet zo snel, dus wij mochten beginnen met het kamp opzetten. Ik zeg wel wij, maar ik had geen idee wat ik moest doen. De guides haalden hun machetes tevoorschijn en hakte er op los. Voor ik het wist stond het kamp al en ik stond maar een beetje niks te doen, want ja.. ik had geen machete en ervaring met kampen opzetten. De guides hadden en soort van stretch-bedden voor zichzelf gemaakt, Bernard ging in een hangmat en Mario, Mark en ik gingen in de 3 tenten die mee waren. Na wat kaartspelletjes begon het donker te worden, en toen kwam het moment van de waarheid. Een derde dag zonder FF gezien te hebben zou echt hel betekenen voor deze expeditie, maar dat hadden we helaas niet zelf in handen. Het was al bijna compleet donker en we hadden nog niets zien vliegen, tot een van onze guides ineens heel enthousiast werd. Eindelijk, Flying Fox! Het waren er niet heel veel, in 10 minuten tijd hebben wij er ongeveer 200 stuks zien vliegen. We wisten nu wel waar ze vandaan kwamen, dus we konden eindelijk iets gaan doen. Na het eten was het weer tijd voor overleg met Bernard over de plannen van de volgende dagen. Hij moest in dit gebied blijven voor de palen, maar wij moesten echt naar de FF toe, en die zaten heel ergens anders volgens de guides. We besloten om de volgende dag op te gaan splitsen. Zij blijven hier, en wij gaan met drie guides naar Jacawe, waar de FF zaten. Dat was zo een 3 uur lopen volgens de enige agta guide die mee was, dus we pakten eten voor 3 dagen in de roost site in. Daarna was het alweer tijd om te slapen na een lange dag lopen, en de volgende dag beloofde ook weer vol avontuur te gaan zitten.

04-11 Jacawe, kamp 3

Midden in de nacht werd ik op een beetje onplezierige manier wakker, mijn voeten waren namelijk zeiknat. ‘Hoe kan dat nou? Ik lig in een tent’ dacht ik, maar toen ik mijn zaklamp aan deed zag ik een hele plas water liggen bij het voeteneinde. Ik lag al niet fantastisch (op de grond op mijn hangmat en een handdoek), en nu ook dit nog eens. Blijkbaar was mijn zeiltje niet goed gespannen over de tent en door de constante stortregen was het naar binnen gekomen. Het water was al zo ver dat mijn handdoek, deken en hangmat al tot de helft doorweekt waren. Mijn telefoon was ook nog eens leeg, dus ik had geen idee hoe laat het was, en dus hoe veel uur ik nog moest slapen. Verschrikkelijk dus. Gelukkig begon het na een uur wakker gelegen te hebben al een beetje licht te worden en moest ik dus nog even volhouden. Na het ontbijt moesten we de tenten opruimen, natte troep ik plastic gedaan, en op naar de roost site toe, wat 3 uur lopen was… zeiden ze. Na 5 minuten lopen waren we alweer helemaal doorweekt, en na twee uurtjes kwamen we aan bij de plek waar ons eerste kamp was. We hoorden van twee bewakers dat er een orkaan gaande was in een ander gebied, maar dat wij wel de volle regen laag kregen ervan. We liepen verder naar de plek waar we de laatste paal op de eerste dag hadden geplaatst en vanuit daar gingen we verder naar beneden naar de kust toe. De weg werd alsmaar slechter en slechter en op een gegeven moment liepen we weer over rotsen door een riviertje heen. Uiteindelijk kwamen we aan bij de bosgrens, en na het bos was het strand van Dinapigue. Het was eerlijkgezegd niet een strand te noemen, meer een rotspartij. Waar normaalgesproken zand is, waren hier alleen maar mega rotsblokken waar wij onze weg over moesten vinden. Gelukkig regende het niet superhard meer, en was er zelfs een zonnetje, waardoor de rotsen redelijk droog waren en dus goed op te lopen. Na zo een twee uur klauteren over de rotsen was het tijd om te gaan lunchen. Onderweg hadden onze guides in de zee wat zeeslakken, kokkels, krabben en mossels verzameld voor de lunch. Bij het enige stukje waar een beetje zand lag gingen we eten. Er waren al eerder mensen hier geweest, dat was te zien aan de paar lege flessen gin die er lagen en wat restanten van een vuurtje. In de verte zagen we alweer een stormbui aankomen, dus er moest heel snel een zeil over ons heen komen. Gelukkig zijn deze gasten daar goed op getraind en binnen 5 minuten hadden ze alweer een takkenconstructie met een zeil in elkaar geknutseld zodat we droog konden eten. De eerste mossels en zeeslakken lagen al in het vuur. Ik was op zich wel benieuwd hoe het zou smaken, maar toen ik zag hoe die zeeslak eruitzag ging ik bijna over mijn nek. Het was een wit, vies, glibberig ding met aan het einde een groen/blauw stuk slijm. Dat sla ik over. De mossel heb ik overigens wel geprobeerd, maar dat was niet zo veel aan, het was net kauwgom. Ik hield het dus maar bij ingeblikte tonijn, het standaard eten tijdens field trips. Na het eten moesten we de trip weer verder te zetten, want we hoefde nog maar twee uur te lopen. Inmiddels was het al 3 uur ’s middags, dus die 3 uur totaal lopen klopte helemaal geen reet van. Het was weer heerlijk aan het regenen de laatste kilometers, en na twee keer de hoek om gegaan te zijn langs de rotsen waren we er eindelijk. Iedereen was gesloopt, maar er was geen tijd om te rusten. Het begon al te schemeren, dus er moest snel kamp gemaakt worden in de regen. Dat stond na ruim een half uurtje. Mark, de jonge guide, en ik sliepen in onze hangmat (mijne nog zeiknat) tussen twee bomen met een zeiltje erover. De agta en de andere guide sliepen op de grond in een zelfgemaakte tent van stokken en zeil. Eigenlijk zou ons kamp verder moeten zijn, dus dichter bij de roost site. Dit was alleen onmogelijk door de rivier die heel hoog stond door de regen. Oorspronkelijk zouden we nog twee rivieren door moeten om in Jacawe te komen, waarvan de eerste simpel was, en de tweede al wat wilder. De eerste was dus al veel te hoog en waren wij dus hier gestrand met zijn vijven. Het was donker en we probeerde was Flying Fox te zien, maar we hadden geen succes. We waren al een heel stuk dichter bij de berg waar de roost site is, maar alsnog zagen we bijna niets. We zaten aan de kust, en daar vliegen de FF natuurlijk niet heen in de nacht.. want ja, ze eten nou eenmaal fruit en dat ga je niet vinden in de zee. Toch zagen we er twee vliegen, het enige lichtpuntje van deze lange natte en slopende dag.

05-11: Jacawe dag 1

Na een nacht heel onrustig geslapen te hebben door de regen, wind, onweersbui en een natte deken en hangmat, was het tijd voor de volgende dag. Het had echt de hele nacht gestormd waardoor mijn zeil niet meer op zijn originele plek was. Hij was een beetje verschoven en daardoor kwam alle regen er onderdoor en werd ik dus weer nat. Maar ja, wat kan je daar aan doen midden in de nacht in de storm? Behalve je lot accepteren. De bliksem was ook echt 200 meter van ons vandaan ingeslagen en daardoor zat iedereen rechtop in zijn ‘bed’ in het midden van de nacht. De rivier was er overigens niet beter op geworden door de regen, hij was nog wilder dan de dag ervoor. Vandaag naar de roost site toe was dus geen optie, tenzij er een wonder zou gebeuren. Met een wonder bedoel ik zonneschijn, maar we zitten midden in het regenseizoen, dus veel hoop had ik niet. Dat bleek ook maar eens, het heeft echt alweer de hele dag geregend. Ons kamp was ook zo basic dat er ook geen drol te doen was behalve de hele dag in de hangmat te liggen, daar was je ten minste droog. Halverwege de dag stopte het even met regenen en was er zelfs een klein zonnestraaltje voor heel even. Snel heb ik al mijn semi-natte spullen aan de waslijn gehangen, een slecht idee. Uit het niets begon het weer te stormen en was alles wat ik 5 minuten ervoor op had gehangen nu echt doorweekt in plaats van een beetje nat. Krijg maar de kolere dacht ik, en ik liet het lekker hangen. Zo hebben wij ons serieus de hele dag verveeld, en de rivier bleef maar erger en erger worden.

06-11: Terug naar kamp 1

Hoe jammer ik het ook vond, we moesten opgeven. De roost site was echt onmogelijk te bereiken door dit weer, daardoor moesten we terug. We konden het wel proberen, maar de agta zei dat het serieus onveilig was. Na de twee rivieren hier, moesten we ook nog door een paar stroompjes door het bos, die ook wild waren. De roost site is bovendien bedekt met stenen, die spekglad worden door de regen. In ons kamp lagen ook allemaal stenen en die waren net zo glad als ijs. Door mijn eigen stommiteit waren serieus al mijn spullen nat geworden en was mijn tas twee keer zo zwaar geworden. Dit keer moesten we ook nog eens de heuvel op, in plaats van af zoals op de heenweg, dat maakte het nog een stukje erger dan het al was. Het begin was al verschrikkelijk, en na een uurtje lopen over de natte stenen op het strand, brandden mijn schouders al van de zware tassen. Maar er was ‘no time for the weak’ en ik moest door. De grote rotsen die op de heenweg nog droog waren, waren door de regen nu nat en daardoor echt spekglad. Waar we op de heenweg van rots naar rots sprongen en renden, moest je nu super voorzichtig zijn. Als je valt op deze rotsen kan je wel stellen dat je een heel groot probleem hebt. Je zit in de middle of nowhere, dus als je iets breekt of kneust kan je het wel vergeten. Ik nam mijn tijd en deed voorzichtig aan, en had het eerste deel van de test overleeft. Nu moesten we het bos weer door, wat vrij makkelijk ging. Daarna kwam misschien wel het ergste deel van de hele expeditie, de rivier omhoog. Heen was het al geen pretje, over de stenen lopen in de rivier, en nu was het 10 keer zo erg. De guides hadden weer een shortcut in gedachte, en ik ging er maar achteraan. Op een gegeven moment ging ik maar gewoon mijn eigen weg volgen omdat onze groep een beetje uit elkaar was geraakt. De een was snel, de ander traag, en ik zat in het midden. Ik had natuurlijk geen idee waar ik heen ging, maar zolang ik naar boven ga was het goed dacht ik. Daar ging ik dan, met 25 kilo op mijn rug een berg beklimmen. Ik had geen zin om de weg te volgen omdat die te lang duurde, dus ging ik gewoon recht de berg op. Deze was op een gegeven moment zo stijl, glad en met losse steentjes dat ik door mijn vermoeidheid bijna het ravijn in geflikkerd was, maar ik leef nog. Met veel tussenstops, adem en drinkpauzes, kwam ik eindelijk aan bij het punt waar we de paal hadden gezet. Hier wachtte ik op de agta en de andere guide, want Mark en de jonge guide waren al lang bij het eerste kamp. Mark had al zijn tassen en zware spullen aan de twee andere guides gegeven omdat hij geen zin had om te dragen… de vieze rat. Vanaf hier was het alleen nog maar stijl omhooglopen over de redelijk goeie weg voor nog twee uur en dan waren we er eindelijk. Gelukkig herkende ik wat stukken op de weg, en dat geeft altijd een goed gevoel en wat extra energie en motivatie om door de gaan. Helemaal naar de klote kwamen we eindelijk aan bij het eerste kamp waar Bernard inmiddels ook weer was met zijn guides en was het tijd om uit te gaan rusten. De rest van de dag heb ik niets meer gedaan omdat ik zo moe was, en de volgende dag gingen we gelukkig weer terug naar Dinapigue. Bernard was klaar met zijn dingen, en wij konden door het weer helemaal niets doen.

07-11: Terug naar Dinapigue

De afgelopen dagen heb ik veel nagedacht omdat er toch niets te doen was behalve in de hangmat liggen. Soms dacht ik echt bij mijzelf; Wat doe ik hier nog? Waar ben ik mee bezig? Aan de ene kant moet ik mezelf wel gelijk geven, mijn hele project hier loopt in de soep door het weer. Maar aan de andere kant is dit ook een deel van de ervaring en moet ik hopen dat de volgende field trips wel succesvol gaan worden. Het is tenslotte regenseizoen en voordat ik naar de Filipijnen ging was ik al gewaarschuwd dat door de regen sommige dingen niet altijd verlopen zoals gepland. De truck zou ons vandaag weer komen ophalen, maar hij kwam maar niet. Bernard hakte de knoop door, en rond een uurtje of 11 zijn wij maar gaan lopen. Alsof we dat nog niet genoeg gedaan hadden de afgelopen dagen. Bij ons kamp was geen bereik en konden we de truck driver ook niet bellen. Onderweg probeerde Bernard op de plekken waar bereik was de truck driver te bellen, maar hij kreeg hem niet te pakken. We moesten dus helemaal terug naar Dinapigue lopen, waarvan de laatste paar uur in het donker. Na zo een 4 uur lopen werd Bernard gebeld uit het niets. Gelukkig was dit de truck driver die zei dat hij onderweg was. Dat gaf ons allemaal wel een goed gevoel, en iedereen plofte gelijk neer. Ze begonnen met een vuurtje maken om koffie te zetten, en daar zaten we dan… midden op een weg in de bergen aan een bakkie koffie op de truck te wachten. Na twee uur kwam de truck eindelijk aan en konden we op een wat efficiëntere manier dan lopen terug naar Dinapigue. Tegen schemering waren we weer terug bij de DENR waar feest gevierd moest worden omdat we weer terug waren. Mario had bijna een week geen Emperador gehad, en ging bijna van zijn stokje. Eerst moesten de officiële dingen gebeuren, zoals de guides betalen, wat altijd erg lang duurt. Je zou zeggen geef ze geld en klaar, maar zo werkt het niet. Ik kan dat wel doen, maar Bernard en Mark niet. Mijn field trip wordt betaald uit mijn eigen portemonnee, maar die van hun uit die van Mabuwaya. Sinds Mabuwaya een non-profit organisatie is en runt op fondsen en sponsors, moet elke peso die eruit gaat gecheckt en geregistreerd worden. Elke guide moest een apart formulier invullen met naam en handtekening, etc. wat naar de administratie van Mabuwaya gaat. Een guide die ik wel aardig vond heb ik 500 peso extra gegeven, want dat is toch bijna niks voor al het werk wat ze voor ons doen (voornamelijk dragen). We gaven ze maar 300 peso per dag, dus dat kon er wel bij vond ik. Nu was het tijd om Emperador te gaan drinken en te genieten van het feit dat we weer heelhuids terug zijn van de field trip.

08-11: Laatste dagje Dinapigue

Arnold kon ons helaas niet ophalen de volgende dag in Dinapigue, dus moesten wij op een andere manier terug zien te komen in Cabagan. Om de zoveel dagen ging er een bus vanuit Dinapigue naar Santiago toe, wat ongeveer 4 uur van Cabagan lag. Deze bus ging op donderdag, dus we moesten nog een dag vol maken in Dinapigue. Al vroeg sloeg de verveling toe, en was ik om half 9 in de ochtend al aan de beurt om een shot Emperador te nemen. Ondertussen was ik dat al gewend, dus het viel wel mee. Tijdens het drinken kwamen er meer medewerkers van de DENR aan, waaronder de baas, waar we mee hebben gepraat over alle problemen die zich hier op doen in de regio. Zo zijn we een beetje de hele dag doorgekomen met wat drinken, eten en een beetje grapjes maken, wat een dagelijkse bezigheid is voor de mensen hier bij de DENR. Voor de volgende fieldtrip wou ik graag terug naar Baggao gaan omdat ik daar nog helemaal geen data had verzameld. Ik was daar alleen op introductie geweest, en heb daar nog helemaal niets gedaan qua data collectie. Inmiddels zit ik al ongeveer op de helft van mijn stage, dus het tempo moet wel een beetje opgeschroefd worden. Ik heb mijn werk te veel van Mark af laten hangen, zodat wij samen op field trip konden om zo de kosten te splitten. Mark had na deze trip examens op school en zou pas een week later kunnen. Daar had ik geen zin om op te wachten, want mijn vader komt mij bezoeken eind november. Ik had al besloten om dan maar alleen te gaan, alleen was er dan een probleem. Mark was altijd mijn vertaler tijdens field work, en ja… die was er nu niet. Ik had Tess dus een sms gestuurd of zij een nieuwe vertaler voor mij kon regelen, het liefst zo snel mogelijk. Ik had gepland om begin volgende week al naar Baggao te gaan zodat ik daar genoeg tijd heb en op tijd terug ben voor de vakantie van mijn vader. Inmiddels was het al 9 uur ’s avonds en de vermoeidheid sloeg al behoorlijk in omdat we al de hele dag bezig waren met drinken. Dus toen maar even snel de spullen gepakt voor morgen, want de bus zou erg vroeg gaan vertrekken.

09-11: Terug naar Cabagan

De bus zou middernacht om 4 uur vertrekken, maar om 1 uur ’s nachts was ik al klaarwakker en kon daarna niet meer slapen. Ik dacht al bij mijzelf, dat is niet best... een paar uur slaap pakken voor een hele dag oncomfortabel reizen. We hadden de bus de vorige dag al gezien en dat zag er niet lekker uit. Daar zaten we dan, om half 4 ’s nachts al in de bus. De bankjes in de bus waren gemaakt van hardhout en daar zat een ‘zacht’ omhulsel omheen. Wij waren zowat de eerste die in de bus zaten, dus konden een plekje uitzoeken waar ik meer dan 30 centimeter beenruimte had. Langzamerhand stroomde de bus vol met passagiers die ook Dinapigue gingen verlaten. De bus was nog niet helemaal vol, maar een vrouw vond het noodzakelijk om naast mij te komen zitten, daar begon het al. Na zo een 15 minuten rijden kwam mijn buurvrouw erachter dat ze haar telefoon vergeten was in Dinapigue, en of de buschauffeur even om wilde keren. Dat deed hij braaf en na een half uur verloren te hebben konden we weer verder met onze tocht. Nog geen 5 minuten later was mevrouw al in slaap gevallen, natuurlijk tegen mij aan. Door mijn schouder weg te trekken werd ze wakker en bood haar excuses aan om vervolgens direct hetzelfde weer te doen. Toen deed ze er nog een schepje bovenop. Ze hield zich namelijk vast aan het bankje voor ons en vraag me niet hoe, ze wist zittend rechtop te slapen zonder haar hoofd ergens op te leggen. Door deze interessante slaappositie zweefde ze heen en weer door de bus en stootte haar hoofd telkens tegen mij aan. Het zag er echt net uit als een zombie in de bus, en Mark die achter mij zat vond het uiteraard heel grappig… want hij zat lekker alleen. Zo heb ik de eerste paar uur kokend van binnenuit doorgebracht in de bus. Toen het licht werd deed ook zij haar ogen weer open, compleet onbewust van hoe erg zij mij gestoord heeft de afgelopen uren. Ze begon vrolijk tegen mij te praten en te vertellen over haar telefoonzaken, maar dat boeide me echt helemaal niets. Ik knikte maar een beetje ja, en gelukkig stapte ze een uur later uit de bus. Eindelijk had ik mijn bankje weer voor mezelf. We waren nu ongeveer op de plek waar we geluncht hadden op de heenweg. Met andere woorden, we waren er nog lang niet. We moesten de bergen eerst nog doorrijden en vanaf daar nog een lang stuk over de weg voordat we in Santiago aankwamen. Toen we aan het afdalen waren in de bergen stopte ineens de motor van de bus ermee. Na wat sleutelen en kijken kwam de chauffeur tot de conclusie dat er water in de dieseltank zat. De bus startte nog wel, maar viel uit na een tijdje gasgeven. Na een uur lang aan en uit en gasgeven te hebben was het water verdwenen en konden wij weer verder op naar Santiago. We waren weer in de bewoonde wereld, waar internet was, dus kon ik mijn nieuwe vertaler toevoegen op Facebook om contact met hem te hebben over de volgende trip. Ondertussen waren wij rond het middaguur in Santiago aangekomen na 8 uur in de bus gezeten te hebben, en was het tijd om te switchen van bus. Alle spullen de bus uit en op de trycicle die ons bracht naar de bus vertrekhal eventjes verderop. Van de 130 kilo rijst die we gekocht hadden was er nog zeker 50 over, en dan moesten alle andere tassen en natuurlijk wij ook nog de trycicle in. Mark moest aan de zijkant hangen en ik zat achterop de motor met een tas voor en achter en ik moest ook nog eens de rijst tegenhouden. Als de rit langer dan 5 minuten geduurd had, wist ik zeker dat de hele straat bezaaid lag met onze spullen. De trycicle viel al bijna uit elkaar en elke keer dat hij over een verhoging heenreed dan maakte hij bijna een wheelie. Gelukkig waren we heel aangekomen op de vertrekhal en konden we op naar Cabagan. Zo halverwege de busreis kwamen we er met zijn 3’en achter dat we de tripod in de bus hadden laten liggen. Die konden we natuurlijk niet zo 123 ophalen, maar Mark zou er werk van gaan maken zei hij. Eenmaal weer aangekomen bij de ISU stond Randy ons al op te wachten met de auto om onze spullen naar boven te brengen. We waren natuurlijk allemaal gesloopt van de lange reis en het was tijd om even wat te eten en het voor gezien te houden vandaag.

10-11: Rustig aan

Eindelijk had ik na ruim twee weken weer eens een goede nachtrust gehad, en dat deed mij goed. Wat mij niet goed deed, was dat mijn telefoon overleden was. In Dinapigue was hij namelijk door de constante regen uiteindelijk nat geworden, en daardoor was hij kapot. Het beeld was helemaal zwart met wat groene lijnen er tussendoor. Na 20 keer op de ontgrendelknop te drukken deed hij het af en toe, maar niet voor lang. Ik kon hem dan voor 5 minuten even gebruiken voordat het beeld weer zwart werd. Dat moest natuurlijk even gerepareerd worden. Ik was lange tijd weg geweest, dus ik moest sowieso naar het centrum toe om even boodschappen te doen. Eerst ging ik even langs de office om alle spullen terug te brengen. Zo kon ik mooi op de terugweg langs de klassen lopen en de studenten vragen waar ik mijn telefoon kon laten repareren. Uiteraard noemden ze allemaal een andere winkel op, waarschijnlijk van hun tante zodat die ook eens wat verdient. Ik moest het zelf maar uitzoeken. De trycicle driver van Max en mij bracht ons naar een winkeltje wat naast de markt zat. De man in de zaak keek verbaast naar mijn telefoon. ‘Kunnen die nieuwe telefoons überhaupt wel kapot? ‘, zag ik hem denken. Vanaf toen wist ik al dat deze meneer mij niet verder kon gaan helpen met mijn telefoon. Hij had niet het juiste gereedschap op hem open te maken en verwees mij om naar Tuguegarao te gaan. Daar was nog wel tijd voor, maar toch hadden we besloten om het maar niet te doen want je weet maar nooit hoe lang het duurt voordat zo een ding gerepareerd is. Ook al was november pas 10 dagen jong, al het personeel in de supermarkt was al aan het werk met kerstmutsen op, en ook in elk huis kon je de kerstsfeer al proeven. Vanaf november, zei Randy, is het al kerst in de Filipijnen, en dan beginnen de mensen al met alle kerstgekte. Ook bij hem thuis hangt volgens mij 365 dagen per jaar een ‘merry christmas’ bordje op de voordeur. Ik vertelde Randy over mijn telefoon, en hij zei; ‘geen zorgen ik neem jullie morgen mee naar Tuguegarao, want ik moet er toch zijn’. De rest van de avond hebben wij nog doorgebracht bij Randy thuis met een flesje gin erbij.

11-11: Tuguegarao met Randy

Zo ergens in de ochtenduren verzamelden we bij Randy’s huis om naar Tuguegarao te gaan om mijn telefoon daar even na te laten kijken. Mark ging mee, want die moest gordijnen voor zijn moeder brengen, en Max, Snooky en Athena (Randy’s vrouw en dochter) gingen mee voor de gezelligheid. We parkeerden bij de kathedraal in Tuguegarao, waar wij even snel een kijkje binnen hadden genomen. Zo heb ik ook een beetje cultuur gesnoven op gebied van oude kerken. In Tuguegarao moesten wij bij het oudste winkelcentrum van de stad, die nu alleen maar bestond uit telefoonwinkels en een Jollibee natuurlijk. Het was echt bizar, want het was een lange gang met 20 winkels die allemaal precies hetzelfde hadden. We kozen er een uit, en natuurlijk toen we de telefoon aanzette deed hij het weer. De man adviseerde wel om hem een aantal dagen uit te laten en in de rijst te leggen. Zo was het probleem in 5 minuten opgelost en konden we aan de volgende missie beginnen: het zoeken van een waterproof-bag. Ik wou die hebben zodat mij hetzelfde niet nog een keer gaat gebeuren. Winkel uit, winkel in, nergens hebben wij een waterproof bag kunnen vinden, tot de laatste winkel. Dat was uiteraard een winkel waar je als laatste verwacht daar een waterproof-bag te kunnen vinden, maar hij was er. De missie was geslaagd en nu moest iedereen weer bij elkaar zien te komen, want we waren allemaal een andere kant op gegaan. We gingen met zijn 5’en met paard en wagen, want dat is openbaar vervoer, naar een plekje toe waar we wat konden eten. Max en ik trakteerde, omdat zij zo lief waren geweest om ons met de auto naar Tuguegarao te brengen. Na het eten gingen we weer terug naar de parkeerplaats, waar we wel iets heel bijzonders zagen. Een vrouwtje was aan het poepen bij een boom, midden op de parkeerplaats die ook nog eens als parkeerplaats dient voor kerkgangers. Dat gezicht wilden we natuurlijk zo snel mogelijk vergeten. Aan het eind van de middag gingen Max en ik even rond de tafel zitten met zijn tweeën, want er moest namelijk een feest gepland worden. Dit zou een van de laatste dagen zijn dat wij elkaar nog zien hier, ook al gaat hij pas in begin december weg. Wij wouden deze dagen onvergetelijk maken door een groot feest te geven voor al onze vrienden hier bij ons huis. We hebben snel even een gastenlijst en een boodschappenlijst in elkaar geknutseld voor morgen, en alvast de eerste uitnodigingen verstuurd.

12-11: IH party

We moesten al vroeg naar het centrum toe om boodschappen te gaan doen voor het feest. We wilden zelf al het eten voorbereiden, en met onze kookkunsten moesten we daar wel een middagje voor uitrekken. Het eerste wat we deden was de videoke bestellen. Een echt feest in de Filipijnen geven zonder een videoke-machine kan echt niet. Dat was dus prioriteit nummer één. Hierna gingen we naar de markt en daarna naar de supermarkt, en voordat we het wisten waren we alweer bij ons eigen huis met een heleboel boodschappen. We hadden al een aantal gerechten in ons hoofd, waaronder pasta, gebakken vis, barbecue, loempia’s en turon (gefrituurd fruit in loempia wrap). We waren lekker bezig, en ook rond een uurtje of 4 werd de videoke machine keurig geleverd bij ons thuis. De eerste gasten kwamen al rond een uur of half 6, maar wij waren nog lang niet klaar met alles. Voordat we het wisten stond het hele huis vol met mensen, terwijl ik pas net het vuur aan had voor de barbecue. Gelukkig waren ze allemaal hartstikke behulpzaam, en zo kwam alles uiteindelijk toch nog af. Sommigen hadden zelfs eten meegenomen zoals adobo, en onze vriend Donald had gefrituurde keverlarven en pijlstaartrogadobo meegenomen, en zijn pistool. Iedereen was blij, lekker aan het zingen en aan het drinken. Hebben wij maar toch even mooi geregeld. Partyplanner kan dus ook op mijn CV vanaf nu. De hele avond was hartstikke gezellig en we hebben er een mooi feestje van gemaakt.

13-11: Darius

Iedereen weet wel dat de ochtend na een huisfeest in je eigen huis meestal niet de leukste ochtenden zijn. Zo was het bij ons ook raak. Het hele huis was een teringbende, want iedereen liep lekker met zijn slippers naar binnen. Normaalgesproken is dat geen probleem, maar de vloer van ons huis bestaat uit glimmende witte tegels. Ook als je naar de wasbak en de afwas keek, werd je daar spontaan depressief van. Overal etensresten die aangekoekt waren aan het een en ander en allemaal troep op de grond. Even een ochtendje doorbijten moesten we. Na twee uurtjes zat alle afwas erop en moesten we alle geleende spullen ook weer even netjes terugzetten bij het huis van Randy. Ik ging nog even mijn laatste spullen wassen en voorbereiden voor de field trip, want ik ging morgen alweer weg. Aan het eind van de middag had ik met mijn nieuwe vertalen afgesproken op de office. Darius, heette hij. In het verleden had hij al eens een paar keer studenten begeleid bij Mabuwaya, en ik was de volgende. Hij was volgens mij zo een 23/24 jaar oud en was nog student. Hij was alleen wel al bezig met zijn 3e tussenjaar omdat hij toch geen zin meer had om te studeren. Het was een hartstikke aardige jongen, en ik heb hem even kort uitgelegd wat we allemaal gingen doen en wat hij zo een beetje kon verwachten van de komende dagen. Even later ging hij weer weg, naar het huis van zijn familie in Cabagan. Hij woonde 4 uur weg van Cabagan, vandaar dat hij er vandaag al was. Darius was wel een beetje een gezette jongeman, dus hij zou het zwaar te verduren krijgen de komende paar dagen met mij. Ik moest vroeg slapen die dag, want om 6 uur ’s ochtends de volgende dag zou Arnold alweer met de auto voor staan.

14-11: Terug in Mansarong

Om 6 uur stond inderdaad Arnold alweer op de stoep en konden we op naar Baggao. Onderweg hebben we Darius opgepikt bij het huis van zijn oom en ook Mario ging mee met ons naar Baggao toe. De enige reden dat wij met Arnold mee konden rijden was omdat Mario en Arnold in Baggao uitnodigingen moesten afgeven voor een agta-dag, die Mabuwaya had georganiseerd. Voordat we de afslag namen naar Baggao, gingen we eerst even ontbijten met heerlijke pansit. Darius en ik tenminste. Arnold en Mario hadden op de vroege ochtend al een gerecht besteld wat bestond uit soep met daarin orgaanvlees van de carabao (buffel). De geur hiervan maakte je al helemaal misselijk, maar gelukkig kwam hun gerecht nadat onze al op was. We konden onze reis weer vervolgen, en eenmaal aangekomen in Baggao konden we de standaardprocedure volgen. Eerst langs de gemeente om de verklaringen te regelen, dan naar de politie toe, boodschappen op de markt en dan op naar Mansarong om te slapen daar. Ook dit keer kon de auto van Mabuwaya weer de rivier niet oversteken en moesten wij een alternatief bedenken om aan de overkant te komen. Later op de middag zouden er een paar trucks komen die een aantal mensen de dorpen daarin brachten. Daar moesten wij dus op wachten, maar dat gaf mij de gelegenheid om even met Darius te kletsen en elkaar beter te leren kennen. Daar was nu eindelijk tijd voor, want hij had de hele autorit lopen slapen op de achterbank. Zo een twee uur later kwam daar eindelijk een van de trucks aan die ons naar Mansarong ging brengen. Spullen erin, en we konden gaan. De truck was compleet open en er was ook helemaal geen plaats voor stoelen of iets dergelijks. We zaten op de ijzeren constructie aan de bovenkant van de truck, wat best leuk was. Goed vasthouden moesten we wel, want de weg was er erg op achteruit gegaan vergeleken met bijna 3 maanden geleden. We kwamen bij het huis aan waar we altijd slapen als we in Mansarong zijn. Het huis van de ouders van de vrouw van Randy en de vrouw van Mark. Alleen hun kleine zoontje was thuis en we moesten dus even wachten. Wel een leuke verassing lijkt mij dat voor die mensen, dat er ineens iemand onaangekondigd in je huis zit. Die mensen hun leven bestaat alleen uit hun boerderij, dus af en toe visite wordt wel gewaardeerd. De gastheer en gastvrouw kwamen thuis toen het al een beetje begon te schemeren, dus was het tijd om iets te gaan koken. We hadden in de truck al een paar agta’s aangesproken of zij onze spullen de volgende dag naar Camunayan wouden tillen. Volgens hun zou het goedkomen, dus daar maakten wij ons geen zorgen meer over. Na het eten nog een kleine drinking session en we konden gaan slapen. Morgen volgde de lange tocht naar Camunayan toe, wat zeker 6 uur lopen was op mijn tempo.

15-11: Op naar Camunayan

De volgende ochtend was er nog geen agta bij het huis te bekennen. Wij hebben gewacht en gewacht, maar er kwam helemaal niemand. Tot op een gegeven moment het zo laat werd dat wij wel moesten gaan lopen, anders kwamen we niet in Camunayan aan voor het donker. Ik wou toch graag wat exit counts gaan doen in de avond dus we moesten wel gaan lopen. Onze zakken met materiaal en eten hebben we achtergelaten in Mansarong en zo gingen wij zonder gids op naar Camunayan. We moesten vertrouwen op mijn geheugen, en mensen die wij toevallig onderweg tegen zouden komen. Het was overigens geen supermoeilijke weg, maar soms moest je toch kiezen tussen links en rechts, wat allebei hetzelfde leek. Vergeleken met eind augustus was de weg echt heel erg achteruitgegaan. We zitten nu natuurlijk in het regenseizoen, en dat was te merken. De plekken waar we de vorige keer gewoon gerend hebben op de terugweg, moest je nu oppassen dat je been niet verdronk in een modderpoel. Al gauw kwamen we aan bij kilometer 12 (Malisi), waar we een bakkie koffie gingen doen. Van Mansarong (kilometer 7) tot aan Malisi is eigelijk het zwaarste stuk omdat je daar tegen de berg oploopt. Vanaf Malisi is het eigenlijk alleen maar plat en ga je de berg af. Vanaf Malisi ging je door het bos naar beneden en kwam je beneden de berg aan bij kilometer 21, waar een rusthuisje staat. Normaalgesproken zouden we daar onze lunch doen, maar al ons eten zat nog in de zakken. We dachten bij onszelf dat de agta’s ons wel in zouden halen met de tassen, maar daar was geen sprake van. Op een lege maag gingen wij dus verder, de laatste twee uurtjes naar Camunayan toe. Tot aan Camunayan wist ik alles nog precies en zijn we geen een keer verdwaald geraakt. Alleen in het dorpje daar leken echt alle huizen op elkaar en heeft het zeker een half uur geduurd voordat we bij het juiste huis aankwamen. Deze was tot onze verbazing helemaal dicht. We stierven van de honger dus hadden maar ergens snel twee blikjes sardientjes gekocht. Ik had ingebroken bij het huis en even wat borden en bestek uit de keuken gepakt, en zo konden we eindelijk eten. Het duurde en duurde maar voordat er eindelijk iemand thuiskwam. De eerste die aankwam was JayPee (JP), de jongste zoon van het gezin. Hij herkende me nog van vorige keer, en er kwam meteen een brede glimlach op zijn gezicht. Hij deed het huis en alle ramen voor ons open en even later kwam ook Eddie boy thuis. Eddie boy hadden de ouders soort van geadopteerd van een ander gezin omdat zij niet meer voor hem konden zorgen. De eigenaren van het huis, die ook de purok-leaders (dorpsleiders) zijn, waren bij de gemeentevergaderingen in Santa Margarita. De kinderen wisten niet wanneer zij thuis zouden komen, dus we moesten wachten. Ondertussen waren onze spullen ook helemaal nergens te bekennen. We gingen maar exit counts doen. Helaas was het echt veel te donker en hebben wij bijna geen Flying Foxes zien vliegen die avond. Eenmaal weer terug in het huis waren onze spullen er nog steeds niet en hebben wij de hoop maar opgegeven. Eddie boy had een kippetje voor ons gekocht en hij ging voor ons koken. Eddie boy was ongeveer 16 jaar oud en JP 11. De rest van de avond hebben we maar een beetje met zijn tweetjes gepraat, want ik zat een beetje in de stress. Mijn planning liep nu al uit de hand omdat de spullen er niet waren en ik de volgende dag al naar de roost site wou gaan.

16-11: Dagje wachten

In de ochtend, voordat JP naar school ging, hadden we bezoek van een aantal agta’s bij het huis. Een van hen herkende ik al, dat was Artur, een van onze guides van de vorige trip. Hij herkende mij ook nog wel, maar was erg verlegen natuurlijk. We vroegen aan de agta’s of een van hun onze spullen op wilde halen vanuit Mansarong. Eentje wilde dat wel, Kawag, die er meteen op uit ging en had beloofd dezelfde middag nog terug te zijn. Ondertussen gingen Darius en ik maar een aantal interviews doen in Camunayan. Er waren echt nog maar een paar mensen over in het dorp, omdat zij allemaal naar Santa Margarita waren voor de maandelijkse vergadering. We hebben dus helaas maar twee interviews kunnen doen in totaal die dag en niet veel meer. Dat we terugkwamen van het tweede interview was het huis ineens open en was onze was ook van de waslijn verdwenen. De purok leader was eindelijk teruggekomen van Santa Margarita en had onze was binnen gehangen omdat het regende. Even later kwamen ook zijn vrouw en de rest van alle inwoners van Camunayan terug van hun trip naar Santa Margarita. Kawag was nog nergens te bekennen terwijl het al aan het eind van de middag was. We vroegen aan de purok leader en zijn vrouw Susan of ze hem misschien gezien hebben. Nee was helaas het antwoord op de vraag, Kawag was die dag nergens gezien. Gelukkig was een van onze zakken meegenomen door een van de agta’s. Bugay, ook een van onze eerdere guides, had deze mee. Dit was gelukkig de zak met eten, dus we konden in ieder geval overleven als we naar de roost site zouden gaan. In de avond hebben we nog een kleine drinking session gehad met de purok leader.

17-11: Nog een dag wachten

We hadden in de ochtend besloten om toch nog te wachten op Kawag en onze spullen. Al het materiaal, dus ook het zeil wat ons droog ging houden, zat allemaal in de zak. Het was dus best wel van belang dat deze meekwam naar de roost site. Na uren en uren gewacht te hebben weer, was er nog steeds geen teken van Kawag, en hebben wij dus een hele dag verpest met wachten. We besloten om morgen maar gewoon naar de roost site toe te gaan, want veel meer dagen konden we niet meer verspelen.

18-11: Roost site

Rond een uurtje of 9 in de ochtend waren onze guides al bij het huis van de purok leader waar wij sliepen. We hebben rijst gekregen en de rest van al het eten eerlijk verdeeld zodat iedereen evenveel droeg. Ten minste alle agta’s want ik kan niet met 30 kilo lopen, Darius en ik droegen gewoon alleen onze eigen spullen. Vorige keer hadden de agta’s een eigen vlot gemaakt om onze spullen droog bij het kamp te krijgen. Deze hadden we dit keer weer, alleen waren de agta’s van plan het kamp nu helemaal midden in het bos te maken in plaats van aan de rivier. Aan de ene kant was dat wel jammer maar aan de andere kant toch ook wel gunstig. Jammer omdat we dan niet weer die prachtige route nemen helemaal door de rivier, en gunstig omdat we midden in het bos zitten en dus dichter bij de Flying Fox. Na ongeveer een half uurtje lopen en de rivier een keer koppie onder overgestoken te hebben moest de lange broek aan van de agta’s. We gingen hier al het bos in, en daar wil je niet met je korte broek lopen door alle planten met doorns. We volgden een bospaadje en na ongeveer 2 á 3 uur lopen in het bos kwamen we al aan op onze kamplocatie. Ik keek op mijn GPS en we zaten echt helemaal midden in het bos. We hadden gelukkig de agta’s hun zeil mee kunnen nemen en voor ik het wist stond het kamp alweer. Heel basic natuurlijk weer. Eén groot zeil, twee hangmatten, en drie stretchbedjes voor de agta’s. Na geluncht te hebben in het bos konden we op zoek naar de Flying Fox. Als eerst gingen we naar de uitkijktoren toe, die nu op 5 minuten afstand was vergeleken met 1 uur van het vorige kamp. Vanuit de uitkijktoren konden we de Flying Fox helaas niet zien, dus het was weer zoals van oud een speld in een hooiberg zoeken. We volgden precies dezelfde route die we vorige keer ook gelopen hadden. Op een gegeven moment dachten de agta’s dat we dichtbij waren. Het was nog een uurtje lopen zeiden ze, maar het was al drie uur ’s middags. Het laatste wat je natuurlijk wil is in het donker midden in dat bos zitten, dus maakten we de keuze om maar terug te gaan naar het kamp. Na het eten was iedereen moe en bovendien was er ook helemaal niets anders te doen in het donker behalve slapen. Morgen beloofde weer een erg lange dag te worden.

19-11: Flying Fox

Al voordat het licht werd begonnen de agta’s alweer een vuurtje te maken en rijst te koken voor ons ontbijt en de lunch. Na weer een heerlijk rijst en blikvoer ontbijtje konden we weer verder de jungle in. We liepen dezelfde route als de dag ervoor. Na zo een 4 uur door de jungle gebanjerd te hebben was er nog geen teken van leven van de Flying Fox. Door Darius en mij liepen de agta’s natuurlijk drie keer zo sloom, en zeiden ze wacht maar even. Een van de guides klom in een boom om even te kijken of hij ze al kon zien, maar nee. Ze zeiden dat wij achter moesten blijven en dan gingen zij ze wel even gingen zoeken. Darius en ik bleven achter met Erwin op een plekje in de middle of nowhere. Na zo een half uurtje wachten klonken er ineens zware voetstappen achter ons. ‘Wat krijgen we nou?’, dacht ik. Hier in de Filipijnen leven bijna geen grote zoogdieren, dus zo een luid geluid kon alleen van een mens komen. Van tevoren waren we al gewaarschuwd dat er soms NPA (een rebellengroep) in dit gebied zou zitten, dus ik kneep hem een beetje. Voorheen waren er al ervaringen dat studenten NPA tegengekomen waren tijdens fieldwork en dat ze al hun materialen af moesten staan. Gelukkig was dit niet het geval, het was Kawag maar. De agta die twee dagen geleden al onze spullen al had moeten brengen naar Camunayan. Ik was echt verbaasd hoe hij ons hier in godsnaam gevonden heeft. We waren al zeker 4 á 5 uur onderweg, en er was niet bepaald een pad wat wij gevolgd hebben. We moesten weer telkens over het vlijmscherpe kalksteen lopen, klimmen, afdalen, springen, etc. Ik vond het echt uitzonderlijk knap dat hij de weg naar ons toe gevonden heeft, maar dit is deze mensen hun thuis. Hoe knap het ook was, hij had ook twee dagen eerder ons op mogen zoeken zodat we geen tijd verspild hadden. Een paar minuten later hoorden we allemaal gegil komen vanuit het bos. Dit was een teken dat onze twee andere guides de Flying Fox gevonden hadden. De agta die nog bij ons waren, gaven ook een paar kreten, en dat was het teken dat wij eraan kwamen. Na weer een half uurtje kloten kwamen wij elkaar weer tegen. Zij waren al aan het schuilen onder een stuk kalksteen wat uitstak, want het regende natuurlijk weer pijpenstelen de hele dag. De FF waren volgens hen niet verder dan 200 meter, dus we waren heel dichtbij, ook al doe je er hier een half uur over om 100 meter te lopen. We gingen weer verder naar beneden en zelfs ik kon de FF ruiken, zo dichtbij waren we. Helaas zagen we er geen eentje, volgens de agta waren ze de hele dag al voor ons aan het wegvliegen. Omdat de afgelopen dagen iedereen bij de gemeentevergadering was, war er geen toezicht in Camunayan. Dit maakte dat de mensen die nog over waren, massaal het bos in waren gegaan om op FF te jagen. Daardoor waren de FF nog heel gevoelig voor de geur van mensen, en wisten ze niet hoe snel ze weg moesten wezen als ze je roken. De tijd begon langzaam te dringen. We waren nog niets opgeschoten, behalve dat onze neuzen gevuld waren met de heerlijke aroma van de uitwerpselen van de duizenden FF tegelijk. Als we ze niet snel zouden vinden betekende dit dat we weer om moesten keren omdat we anders niet op tijd weer terug bij het kamp kwamen. We waren al zo ver midden in het oerwoud, dat zelfs de agta’s geen idee meer hadden waar we nou precies waren. Ze hebben wel kleine paden door het bos lopen die ze af en toe gebruiken, maar daar waren we compleet van afgestruind. Ook een van onze guides was kwijt, hij ging wel even verderop in een boom klimmen om te kijken zei hij. Even later was hij nergens meer te bekennen, en duurde het weer een half uur voordat we hem gevonden hadden. Ik wou niet opgeven omdat we al zo dichtbij waren, en we gingen maar verder en verder de jungle in. Uit het niets moesten we heel stil zijn van de agta’s want we waren nu wel heel dichtbij zeiden ze. Eerst moesten we 6 meter naar beneden klimmen om vervolgens op een klein platform te komen, met twee mooie afgronden ernaast. Uiteraard was de enige houvast daar een tak van nog geen 5 centimeter breed, en kon je alleen je tenen plaatsen op de stenen, zo krap was het. Met zweet op mijn voorhoofd kwamen we beneden aan en ja hoor... daar waren we! Eindelijk zag ik na ruim twee maanden tijd weer FF van dichtbij. Iedereen stierf van de honger, dus we gingen eerst snel even lunchen voordat we gingen proberen een transect te lopen. Voor degene die het vergeten zijn, in de roost sites loop ik transects om gegevens te verzamelen over de boomsoorten. Zo weten we welke bomen belangrijk zijn voor de FF om in te slapen, en ook uit welke soorten het habitat van de roost site bestaat. Ze vlogen overal al in het rond, waarschijnlijk omdat ze ons alweer geroken hadden. Door de vele regen heb ik helaas geen foto’s kunnen maken, en was het ook een uitdaging om op papier te gaan schrijven. We liepen voorzichtig richting de FF, maar zodra we binnen een straal van 20 meter kwamen waren ze allemaal opgevlogen. Jammer dan, maar er moet wel gewerkt worden. We hebben niet voor niets zo lang gelopen door het bos om hier te komen. Voor de transects is het de bedoeling dat ik 100 meter in een rechte lijn loop, en elke boomsoort opschrijf die binnen een meter links of rechts van mij was. Een rechte lijn lopen in dit habitat was echt absoluut onmogelijk. De lijmstenen bepaalde hoe je ging lopen. Hier moest je weer door een spleet heen, onderdoor, klimmen, afdalen, balanceren zodat je niet naar beneden viel, etc. De transects gingen hem dus niet meer worden daar. Het enige wat nog over was om daar te doen was om een paar potentiele roosting trees op te schrijven, en dat was het. Zogezegd, zo gedaan. In totaal hebben we zo een 15 bomen gemeten en kunnen identificeren, en toen begon de tijd wel heel erg te dringen. We waren echt op een plek beland waar als je 1 misstap zette, je een heel groot probleem had. Volgens de agta werd het verderop alleen nog maar erger en erger, dus zijn we maar weer teruggegaan. Waar het ons alle moeite kost om überhaupt een paar meters te winnen in dit bos, is het natuurlijk superhandig voor de FF. Zij kunnen makkelijk heen waar ze willen, zonder dat het hun enige moeite kost. We waren compleet de weg kwijt, dus we liepen maar terug in ongeveer dezelfde richting waar we vandaan kwamen. Na ongeveer een uurtje lopen begon ik gelukkig dingen te herkennen waar we al eerder langsgekomen waren, zoals bijzondere obstakels en speciale bomen. Uit het niets hoorde ik een keihard gezoem van rechts komen. Ik keek naar rechts, en op 10 meter afstand hing een mega bijennest in een boom. De bijen hier zijn een stukje onvriendelijker en ook 3 keer zo groot als in Nederland. Ik wees ernaar en de agta’s begonnen spontaan met rennen. Wegwezen dus, want het laatste wat je wilt is gestoken worden door zo een bij. Ze zijn zo groot als je duim, en al eerder was iemand in Divilacan gestoken door een bij en die was daar goed ziek van. Met nog een uitdaging overleefd waren we eindelijk weer op ons eerdere zelfgemaakte pad terecht gekomen. We konden gelukkig een beetje doorlopen nu, en proberen op tijd bij het kamp te komen voordat het donker werd. Tijdens schemering kwamen we weer terug bij het kamp en gingen we proberen exit counts te doen vanuit het bos. Er waren een paar gaten in het bladerdek waar je doorheen kon kijken, en daar moesten we het mee doen. Uiteindelijk hadden we er maar 300 geteld. Natuurlijk is dat helemaal geen goede indicatie is van wat er werkelijk zit, maar het is toch beter dan niets. We hadden na het eten maar besloten om morgen maar een transect ergens in de buurt van het kamp te doen. Weer een hele dag lopen om vervolgens op een plek te komen waar je bijna geen stap kon zetten vonden zelfs de agta’s te veel van het goede. Door de hevige regen van vandaag waren de bomen waar onze hangmat aan vast zat erg nat geworden. ‘Lekker boeien’ zou je denken, maar nee, wel boeien. Al het water wat naar beneden stroomde van de boom was in de touwen gaan zitten waar onze hangmatten aan vast zaten. Uiteindelijk is via de touwen het water ook naar onze hangmat gegaan en daardoor mochten wij weer een heerlijk nachtje doorbrengen in een natte hangmat. Gelukkig was Kawag vandaag gekomen met de zak met materialen, want daarin zat ons redmiddel... plastic zakken. Mijn hangmat was gelukkig alleen bij het voeteind nat, maar die van Darius was echt compleet doorweekt. Zo hebben we die nacht allemaal in een plastic zak geslapen om nog enigszins droog te blijven.

20-11: Terug naar Camunayan

Na een nacht in plastic geslapen te hebben was het tijd voor alweer onze laatste dag in het bos. We hadden vandaag alle tijd om een transect te lopen en vervolgens weer terug te gaan naar Camunayan om daar weer te slapen. Bugay, de agta, ging even het bos in om ons ontbijt te verzamelen. Even later kwam hij terug met een stuk van een Caryota (soort palmboom) in zijn hand. Het stuk wat hij afgekapt had was het hart van de boom, de verdikking die bovenin de boom te zien is. Eerst gingen ze het helemaal ontleden, koken en vervolgens ging het bij ons blikvoer in de kookpan. Het was erg smaakvol, en zeker beter dan de ingeblikte tonijn en sardientjes van de afgelopen dagen. Rustig aan gingen we naar een oudere roost site toe van de FF die ze een half jaar geleden nog gebruikte. Deze was gelukkig maar op 10 minuten afstand van het kamp, dus we konden snel te werk gaan. Ze zeiden dat het hier een stuk makkelijker lopen was vergeleken met de plek van gisteren. Ook al was het nog steeds niet gemakkelijk, het was aanzienlijk beter dan de dag ervoor. Hier kon je ten minste wel een soort van rechte lijn lopen. Toch duurde het zeker 2,5 uur voordat we het transect gedaan hadden, omdat we noord, oost en west gingen. Weer terug bij het kamp gingen we lunchen en opruimen om weer terug naar Camunayan te gaan. Nu moesten we gelukkig weer bergafwaarts, en voor dat ik het wist stonden we na een uur alweer bij de rivier. Deze zag er nu wel een tikkeltje anders uit vergeleken eergister. De plek waar we toen nog omgekleed hadden voordat we het bos ingingen was nu tot kniehoogte. De rivier was te hoog en de stroming te sterk om op die manier terug te komen. De agta’s hadden een ander idee, weer terug de bergen in. Net nadat je dacht het ergste gehad te hebben de afgelopen twee dagen, kon het weer overtroffen worden. Al gauw veranderde het habitat van een rivieroever in steile kalksteenhellingen. Het eerste stuk moesten we steil omhoogklimmen met al onze spullen over de scherpe stenen met minimale houvast. Mij ging dit gelukkig nog aardig af, maar Darius was al snel verloren. Zelfs de agta’s waren niet zo snel zoals zij normaalgesproken zijn, maar dat is logisch. Niemand kan steil omhoogklimmen met een hand aan de berg en met de andere hand een zak van 30 kilo tegenhouden die op je hoofd zit. Ik had gelukkig makkelijk praten met slechts mijn twee rugzakken om. Toen we boven waren gingen we een stukje plat en toen was het tijd om af te dalen. Het eerste mooie obstakel was een spleet van nog geen 30 centimeter breed. Met de tas boven het hoofd en adem ingehouden kwamen wij er net met zijn 3’en tussendoor. Waar Darius was had ik geen idee van, ik wist wel dat hij zeker niet door deze spleet heen zou passen. Daarna mochten wij een paar keer naar beneden klimmen, hopend dat de stenen waar je je aan vasthield niet af zouden breken. De hoogste was zeker 15 meter zonder te zien waar je heen ging. De hele tijd heb ik aan Darius gedacht en gehoopt dat hij het zou overleven. Gisteren zag ik al hoe zwaar hij het had in de roost site, en dit was vergelijkbaar. We waren inmiddels alweer zo ver naar beneden dat we de rivier weer konden zien. Nog eventjes over een glad dun stukje met een val in de rivier aan de linkerkant, en we waren beneden. Camunayan was al bijna in zicht, we hoefden alleen nog maar twee keer de rivier door en we waren er. Op de rivierbank hebben wij gewacht op Darius en de andere twee agta’s, die het na 20 minuten ook eindelijk gehaald hadden. Eenmaal weer terug bij het huisje was het tijd om weer te vieren dat we het weer allemaal overleefd hadden met een flesje gin en zelfgemaakte sweet potato-chips. Susan, de moeder des huize had Kawag even goed te grazen genomen omdat hij te laat was gekomen met onze spullen. Wat bleek was dat hij naar Mansarong gelopen was en daar vervolgens twee dagen alleen maar heeft lopen drinken, in plaats van onze spullen te brengen. Daarvoor had Susan geregeld dat hij de volgende dag zonder vergoeding met ons mee zou gaan tot de pier met onze spullen.


Stage Filipijnen part 4

8-10: Verveling in Cabagan

We waren weer terug in Cabagan, en dat betekende dus weer dat het tijd was om urenlang voor de deur te zitten. Gelukkig zijn wij hier inmiddels al goed op getraind. We zijn weer veder gegaan met onze lord of the rings marathon en rond het middaguur zijn we maar even naar het centrum geweest van Cabagan. Max en Nanouk gaan met zijn tweeën op vakantie voor twee weken in november dus het een en ander moest geregeld worden. Daarvoor gingen we naar het internetcafé van Tess haar zus, de vrouw met de mooie snor. Het vrouwtje wat naast mij zat vroeg waar wij vandaan kwamen. Iedereen hier noemt je standaard ‘americano’ omdat je wit bent en daardoor denken ze ook allemaal dat je uit Amerika komt. Maar nee mevrouw, wij komen uit Nederland, niet Amerika. Ze had geen idee waar Nederland of zelfs waar Europa ligt, net als de rest van de mensen hier. Volgens mij hebben ze nog nooit een wereldkaart gezien. Zo vroeg Randy een keer of Nederland in de buurt van Australië ligt. Dat zou je toch moeten weten als je eigen land zo dichtbij Australië ligt. Maar goed, het vrouwtje naast mij had een vriend uit Amerika die zij via facebook ontmoet had. Ze liet een paar foto’s zien van hun samen en het was een schattig stelletje. We hebben Nanouk achtergelaten in het internetcafé want die ging skypen met iemand, hadden wij mooi tijd om naar de Jollibee te gaan en boodschappen te doen. In de supermarkt zagen we twee bekende gezichten, Merlijn en Tess, die net terug waren van San Mariano. Ze vertelden ons dat door het slechte weer van de afgelopen dagen de vlucht van Chris en Ann naar Manila gecanceld was. Die zaten dus lekker nog een dag opgescheept in een hotelletje in Tuguegarao. Nanouk had zich weer bij ons gevoegd en we konden weer naar het huisje toe waar de kikkers alweer op ons aan het wachten waren. De rest van de dag hebben we maar weer verder film gekeken.

9-10: voorbereidingen voor Subic

Het was weer maandag en we mochten weer naar de office toe. Hier was iedereen alweer keihard aan het werk want we gingen de volgende dag naar Subic Bay toe. Uiteraard was de bus voor de volgende dag nog niet geregeld, want zo gaat dat hier. In de ochtend hebben we weer een ‘korte’ meeting gehad over de planning van Subic. Deze duurde alweer zo lang dat iedereen zijn aandacht langzaam verloor, maar Merlijn bleef maar doorgaan. Gelukkig had hij uiteindelijk door dat iedereen wel iets wou eten, want het was inmiddels al 1 uur in de middag. Na 4 uur gezeten te hebben was het tijd om even wat te eten. Max en ik hebben onze vaste lunchtent op de campus waar we altijd gaan omdat de eigenaar een aardige gast is. De rest ging eten bij de kantine ernaast wat ze beter niet hadden kunnen doen want Merlijn ging rustig verder met doorvergaderen aan de lunchtafel. Nog een uurtje doorgegaan op kantoor en toen waren we er helemaal klaar mee. Er is ook helemaal niets nieuws gezegd, ze hebben het over precies hetzelfde gehad als in de afgelopen twee vergaderingen. Thuis moest de tas gepakt worden want de bus vertrekt om 3 uur ‘s nachts al naar Subic toe. Het is namelijk twaalf uur rijden en we willen voor het donker is aankomen. Het doel van de Subic trip is om de mensen van de LGU wat meer te leren over de conservatie van FF en zeeschildpadden. Een onderdeel hiervan is leren hoe de exit counts gaan en hoe je de twee soorten uit elkaar houdt. Dan is het wel handig als het nog licht is. Ik ging maar vroeg naar bed toe want ik had ook nog afgesproken om eerst nog even met mijn ouders te bellen om 2 uur ‘s nachts voordat we gaan.

10-10: Koelkast

Om half 2 ging mijn wekker. Nou ben ik voor mijn werk wel gewend dat mijn wekker in het midden van de nacht afgaat maar dit was te veel van het goeie. In Nederland waren ze net klaar met avondeten, dat blijft altijd een beetje raar dat het daar 6 uur vroeger is. Ik heb even een half uurtje gebeld en toen was het tijd om naar de bus toe te lopen. Om 3 uur moesten we bij de sporthal zijn, maar er was nog helemaal niemand te bekennen. 10 minuutjes later kwamen Merlijn en Tess aangelopen die allebei in het huis van Merlijn geslapen hadden. Even later kwam ook de bus aan waar de rest van Mabuwaya al inzat. Iedereen zat met lange mouwen, met mutsen, dekentjes, etc. , waar wij rustig in een T-shirtje aankwamen. Toen de bus begon met rijden kwamen we erachter waarom iedereen dit mee had. Na 5 minuten was de temperatuur in de bus al te vergelijken met die op de Noordpool. De airco van de bus kan niet uit omdat de ramen anders beslaan, en hij kon ook absoluut niet warm of zelfs een beetje zachter. Daar zaten we dan met zijn 3’en achter in de bus dood te vriezen terwijl iedereen lekker onder een deken lag. Ze hadden ons op zijn minst kunnen waarschuwen dat het zo koud was, maar nee. Toch heb ik wel een beetje genoten van de kou omdat Max de eerste twee uur alleen maar aan het zeiken was over hoe koud het was in de bus. Even later hebben ik een beetje slaap kunnen pakken op de achterbank tot het te licht begon te worden. We hadden ontdekt dat er twee klapraampjes zaten naast de achterbank waar we helemaal tegenaan kropen omdat het nog steeds belachelijk koud was in de bus. Daar stroomde de warme lucht van buiten doorheen. We hebben even ontbeten naast de weg en het voelde echt alsof je uit het niets in een woestijn terechtkwam, zo groot was het temperatuurverschil. Na het ontbijt hebben we een voorstelrondje gedaan omdat er nieuwe mensen ingestapt waren van de LGU’s. Hiervan kende ik er twee; Efren uit Baggao en Arthur, de MENRO van Divilacan. Liever niet, maar we moesten weer instappen omdat we weer verder moesten naar Subic toe. Elke keer dat de bus stopte zodat mensen naar de wc konden stonden wij als eerste buiten om even snel op te warmen. Naarmate de ochtend vorderde begon het wel telkens een stukje warmer in de bus te worden en na de lunch hadden we het niet koud meer gelukkig. De eenbaansweg wat ze hier de ‘highway’ noemen, ging op een gegeven moment over op een echte snelweg. We gingen over van een eenbaansweg naar een tweebaansweg waar we eindelijk eens een beetje door konden gassen. Na een uurtje over de snelweg gereden te hebben kwamen we aan in Subic, waar het een en ander eerst geregeld moest worden bij de LGU zoals altijd. Na het bezoek gingen we door naar de Flying Fox roost site in Subic Bay. Voor veel mensen was dit de eerste keer dat ze naar een roost site gingen van de FF, dus iedereen was enthousiast. De bus stopte.. en daar waren ze al. In Subic hoef je helemaal niet de bushbush in om FF te zien, je hoeft alleen maar uit je auto te stappen. De groep FF hangt rustig langs de weg en leken ook niet op te kijken van ons in vergelijking met de andere roost sites waar ik geweest ben. Als je daar een piepklein geluidje maakt heb je de poppen aan het dansen. Maar hier zijn ze dus al gewend aan mensen. Iedereen heeft genoten van het uitzicht, maar net voordat het donker werd en ze gingen beginnen met vliegen ging her ineens stortregenen. Door de regen hadden de FF geen zin om al zo vroeg uit te vliegen, net als de meeste mensen die de bus weer ingingen. Alleen de die hards bleven nog over maar toen we helemaal doorweekt waren en er nog geen enkele schot in de zaak zat bij de FF besloten wij ook de bus maar in te gaan. Helaas, geen exit count vandaag maar wel tijd om wat te eten. Dit deden we bij een restaurant in het centrum van Subic naast een groot winkelcentrum. Er was niet genoeg plek in het restaurant dus we zaten in 3 verschillende groepen.. niet zo gezellig dus. Het eten was gelukkig wel prima en daarna hebben we nog genoeg bier ingeslagen voor de komende dagen. Rond een uurtje of 8 gingen we met de bus naar ons resort toe, wat in Bataan lag (uurtje rijden). Hier sliep ik met Max en Mark op de kamer. De laatstgenoemde wou graag airconditioning aan, maar wij hadden het al koud genoeg gehad vandaag in de bus, dus die ging maar lekker op een andere kamer slapen. Gelukkig kende hij twee mensen heel goed waar hij samen mee gestudeerd had, Mario en Makmak, die ook airco aan wilden ‘s nachts, dus prima. De dag sloten wij nog even af met een San Miguel Light, want de dag erna hebben wij een vol programma. Het is namelijk FF day.

11-10: Flying Fox day

We mochten een beetje uitslapen van Merlijn, en hadden ons ontbijt pas laat in de ochtend. Vandaag was het doel om de mensen van de LGU’s meer te leren over de FF. Rond een uurtje of 9 reden we naar de roost site toe waar we gister al waren, en ze hingen er weer. Het is niet zoals op andere plekken waar de roost site dagelijks kan verschillen, maar is echt altijd hetzelfde. We begonnen bij de roost site met een beetje foto’s maken van de FF. Voor de mensen die een camera hadden was dit makkelijk, maar de mensen zonder zaten te kloten met de telescoop. Ze legden de camera van hun gigantische tablet boven het oog van de telescoop zodat je daardoor hetzelfde ziet als met je oog, ook door een rondje ja. Ik was mijn batterij vergeten in mijn camera te doen waardoor ik helaas geen foto’s heb kunnen maken, lekker slim. Even later werden we weer naar de bus geroepen want er kwam een vrouwtje een praatje geven. Dit ging over FF in het algemeen en hoe het ervoor stond met de populatie van de FF in Subic. Omdat een van de twee FF soorten in de roost site endemisch en bedreigd is, was het belangrijk voor ons dat de mensen van de LGU’s een onderscheid konden maken tussen de twee soorten. Zo weten we uiteindelijk hopelijk hoe veel van deze Golden-Crowned Flying Fox er zijn in de bekende roost sites. Iedereen had een folder gekregen gemaakt door Mabuwaya waarin stond hoe je de twee van elkaar kon onderscheiden. De Large Flying Fox (Pteropus vampyrus) is vaak helemaal zwart maar heeft soms ook een oranje vacht in de nekregio en de Golden-Crowned FF (Acerodon jubatus) heeft een gele/gouden driehoek die loopt van bovenop het hoofd tot in de nek. Samen met Joni had ik een spelletje voor de mensen verzonnen waarbij zij moesten identificeren. We richtten de telescoop op een groepje FF en zij moesten tellen hoeveel vampyrus en hoeveel jubatus er waren. Iedereen mocht even door de telescoop kijken en later moesten ze in een rijtje staan met hun handen op hun rug. Ik telde af, 3,2,1.. en dan moesten ze hun handen laten zien. Links was voor jubatusen rechts voor vampyrus. Het aantal vingers per hand gaf aam hoeveel van elke soort er waren. Helaas, geen winnaars in de eerste ronde, dan nog maar een. Na 4 verschillende groepen FF te laten zien had iemand het eindelijk goed, Leon, ook van Mabuwaya, alleen wist zij het verschil tussen links en rechts nog niet helemaal. Na onze training was het tijd om voor het echt de FF te gaan identificeren en kreeg elke groep een paar bomen toegewezen waarin ze de soorten moesten identificeren. Mijn groep had er niet zo veel zin in, Bernard en ik waren de enige die daadwerkelijk de soorten aan het identificeren waren terwijl de anderen aan het bellen waren of op hun telefoon. Dan maar niet, dacht ik.. het is ook wel een goeie oefening voor mij om dit te doen. Nadat iedereen klaar was met zijn bomen gingen we lunchen in een Koreaans restaurant iets verderop. Er verschenen allemaal kleine hapjes op tafel die overigens erg lekker waren, maar het was niet genoeg. Net dat ik dacht; nou... dit was het? En naar buiten liep om even een rondje te lopen met Max. Ineens kwamen er 3 mensen aangelopen, ieder met een grote schaal gefrituurde kip. Maar snel terug naar de tafel toe! Dit was gelukkig wel genoeg en we zaten goed vol. Het enige wat er nog opzat voor her FF programma vandaag was de exit counts maar daar was het nog lang geen tijd voor. We moesten dus wat verzinnen om onze tijd op te vullen, dus gingen we naar een Agta dorp. Toen we aankwamen wisten we al genoeg, veel te toeristisch en commercieel ingericht. Deze mensen waren geen echte Agta meer, maar waren al veel moderner. Ze waren alleen maar uit op je geld. Een mannetje met traditionele kleren aan liep maar te schreeuwen: ‘tour tour’, en voor de rest zaten de anderen alleen maar in hun winkeltjes te wachten tot je wat bij ze kocht. Uiteindelijk zijn we daar veel te lang rond blijven hangen zonder dat we echt wat gedaan hebben, behalve de rest van de kip in de auto opgegeten. Het plan voor de exit counts was om de drie verschillende groepen op andere locaties neer te zetten zodat we van verschillende kanten de FF konden tellen. Een bij het vliegveld naast de roost site, een verderop bij een parkeerplek, en wij gingen naar een hotel wat verderop. Nadat het donker aan her worden was begonnen de FF met vliegen. Niet de normale exit counts die we gewend zijn, we telde er maar 120 in totaal in plaats van duizenden. Terug maar naar de andere groepen. Een groep had er zelfs maar twaalf geteld, nog beter dus. De groep van Joni had er gelukkig wel een aantal, +/- 1000, plus.. zij hadden ook nog eens apen gezien. We gingen weer terug naar het resort na een geslaagde dag waar al voor ons gekookt was. Iets minder lekker dan de vorige dag, maar dat werd gecompenseerd met een biertje later op de avond.

12-10: Sea turtles

Vandaag waren de sea turtles aan de beurt. We mochten helaas niet uitslapen vandaag want we gingen een bird survey doen vroeg in de ochtend. We namen ons ontbijt mee in de bus en om 6 uur waren we al op locatie. Als je vogels wilt spotten moet je vroeg zijn, want dan zijn ze het meest actief. Merlijn had een paar target species voor vandaag die hij graag wou zien, waaronder papegaaien parkieten. Na 1 minuut hadden we de eerste al te pakken, de green racquet-tail. Een kleine parkiet met een staart die eindigde in twee veren die op tennisrackets leken (vandaar racquet-tail). Onderweg zagen we nog wat spechten en andere kleine vogels maar niet zo bijzonder. Joni hoeft een vogel niet eens te zien, of ze weet al welke het is. Ze weet namelijk echt alles van vogels hier in de Filipijnen en kent zowat elk geluidje. Weer bijna terug bij de bus werd ze helemaal wild, er waren twee papegaaien. Deze twee blue naped parrots waren inderdaad een prachtbeeld om te zien maar ze hadden alleen geen zin om te poseren voor de foto. Nog een target species van de lijst afgetikt maar daar moesten we het mee doen. De rest van de terugweg niets bijzonders meer tegen gekomen helaas. We aten ons ontbijt voor de bus en reden terug naar her resort waar we even wat slaap van de vorige dag ingehaald hebben. Weer fris en fruitig hebben we even gezwommen in de zee voordat we gingen lunchen en vervolgens naar de Pawikan conservation centre gingen. Pawikan is de lokale naam voor zeeschildpad, dus vandaar de naam van het centre. Het center dient als een hatchery (waar ze eieren uit laten komen) voor de schildpadsoorten die hier leven. We kregen een presentatie van de bestuurder van het center waarin hij echt alles uitlegde over zeeschildpadden. Als zeeschildpadden eieren leggen komen ze ‘s nachts aan land waar ze een gat graven in het zand en hierin de eieren dumpen. Hier moet je snel bij zijn want de eieren zijn gewild door de lokale bevolking langs de kust. Een schildpad legt zo gemiddeld honderd eieren. Voor de lokale mensen is dit een goede bron van inkomsten en eten. Helaas is hier nog totaal geen grip op de situatie, en weten ze niet hoe veel nesten daadwerkelijk uitkomen en hoeveel geplunderd worden. Na de presentatie leerden we hoe ze de eieren verzamelen en hoe je ze veilig naar het center brengt. Ze hadden een paar pingpongballen in het zand verstopt en een spoor van een schildpad nagemaakt, en dan moesten wij de eieren vinden. Tijdens de uitleg ging de man over op Filipijns in plaats van Engels dus verloor ik gauw de aandacht. Wat ik wel onthouden had, is dat er een safe periode is van twee uur na leggen waarbij je de eieren voorzichtig maar niet al te voorzichtig moet handelen. Na deze twee uur begint het groeiproces al en mag je ze niet omkeren, en zelfs niet draaien. Ze leerden ons dat als je de eieren had en je de bocht om moest, je de eieren absoluut niet mag draaien. Als je begint met lopen met de eieren naar het noorden toe, moet je dit zo houden anders komen ze niet meer uit. Een heel ingewikkeld gedoe dus, maar pingpongballen zijn niet interessant genoeg voor ons. Diezelfde avond zouden wij meegaan op patrol om echte eieren te gaan vinden. Eerst maar een kleine break om te gaan zwemmen en avond te eten. Rond 9 uur werden we weer bij Pawikan verwacht waar we nog een kleine uitleg kregen voordat we het strand overgingen. Er ging een guide voorop die alleen liep want zo een hele groep mensen voorop vinden de schildpadden niet leuk. We liepen naar een gedeelte waar we niet meer verder konden lopen. Hier hebben wij een uur gewacht om de schildpadden wat tijd te geven. Ze komen namelijk pas uit op het moment dat de vloed op het hoogste punt is, zo rond 10-1uur. Ik was ondertussen al in slaap gevallen op het strand tot we ineens weer terug moesten. We waren alweer bijna aan het einde zonder maar ook een teken van een schildpad gezien te hebben. Tot we ineens een licht zagen knipperen verderop. De gids liep ook al lang niet meer voorop trouwens, die had de hoop al opgegeven. Dat we steeds dichterbij kwamen bij het licht zag ik wat flapperen op het strand. Jahoor! Dat was de flipper van onze schildpad. We rende ernaartoe en daar lag ze hoor, een olive ridley turtle die net eieren gelegd had. Ze was bezig met het gat dicht te graven en het aan te stampen met haar buik. De guide ging er bovenop zitten en bracht een tag aan bij de voorflipper van de schildpad. Daarna wou iedereen natuurlijk foto’s maken en stonden wij er in een kring omheen. Dat vond de schildpad niet zo leuk en beet bijna iemand in zijn ballen die wat te dicht bij kwam. De schildpad had geen uitweg meer en raakte een beetje in de stress, wat iedereen gelukkig ook door had uiteindelijk en we lieten haar gaan terug de zee in. Nu moesten we alleen nog de eieren zien te vinden. De guide ging gelukkig dit keer met de stok in de grond prikken om ze te vinden, want als Arnold dat gedaan had zoals hij die middag deed was er weinig van overgebleven. Het duurde niet lang voordat hij begon met graven en de eerste eieren tevoorschijn haalde uit het gat. Iedereen van ons mocht natuurlijk een ei eruit halen want er waren meer dan genoeg. Volgens mij hadden we in totaal rond de 110 eieren uit het nest gehaald. De eieren voelden echt super breekbaar aan en als je je vinger er alleen al oplegde dan deukte hij al in. Eenmaal alle eieren eruit konden we terug naar het center waar we ze begraven hebben zodat ze veilig van stropers uit kunnen komen. We hadden geluk gehad die avond en dat moest uiteraard gevierd worden met een biertje bij het resort.

13-10: Subic center

Vandaag was er nog een dag voor de sea turtles gepland maar we hadden gister alles al gedaan. We hadden dus soort van een vrije dag. Alle Filipinos die mee waren wouden dolgraag duty-free gaan shoppen in het center van Subic, dus dat gingen we doen vandaag. Eert nog even een duik in de oceaan ‘s ochtends om op te frissen, en we konden de bus in. Niet iedereen ging mee overigens, de Mabuwaya staff had overleg en daarna allemaal een beoordelingsgesprek met Merlijn. Ook de twee Marks en Mario wouden niet mee, die gingen liever zuipen de hele dag. Ons eerste punt waar we uitstapten was bij de duty-free winkelcentrum. Meestal zijn duty-free producten goedkoper maar hier waren ze twee keer zo duur. Alles was geïmporteerd uit Amerika, en zo mocht je 4 euro neerleggen voor een bus Pringles. Maar de Filipinos vonden het geweldig. Max en ik hadden al door dat we niks gingen kopen en gingen maar een rondje lopen op zoek naar wat smeerlappen. Met smeerlappen bedoel ik: oude Amerikaanse mannen met een jong Filipijns vrouwtje. Er lopen genoeg Amerikanen rond hier in Subic. Het was vroeger (en nu alweer) een legerbasis van de Amerikanen en er zijn er meer dan genoeg blijven hangen. We zagen er wel een paar, maar het was nog niet bijzonder. Tot dat we hem zagen, de ultieme smeerlap; ruim 150kilo, 65+, een band om ze buik om hem tegen te houden dat hij niet over de vloer sleept, en niet een.. maar twee jongedames bij zich. Aso was hij zeker ook nog, hij liep tegen het personeel en ook de meisjes te schreeuwen dat ze dingen voor hem moesten pakken. Ik keek het personeel van de winkel aan, en aan hun gezicht zag ik dat we precies hetzelfde dachten over dit. Maar ze waren niet meer onder de indruk, er lopen veel te veel van dit soort types rond en deze was een vaste klant hier. Maarja, ik vind her maar een gore toestand, zo een vieze oude man met twee jonge kippetjes bij zich. Het beeld staat nog steeds op mijn netvlies gebrand en zal nog wel een tijdje blijven denk ik. De volgende bestemming was de Harbor Mall, waar we de eerst avond gegeten hebben. Ook hier liepen veel Amerikanen rond, maar dit waren vooral legermannetjes. Ik zou niet weten wat ze hier allemaal te zoeken hebben, de oorlog is al lang voorbij maar alsnog liepen er veel gasten van rond de 30 rond. Het winkelcentrum had 3 verdiepingen met allemaal verschillende soort winkels, een van de weinige plekken in de Filipijnen waar je echte merkkleding kan kopen, want alles op de markt is nog nepper dan in Turkije. Er stond keiharde muziek aan want er was een optreden gaande. Allemaal kleine kindjes waren aan het dansen in het midden van het winkelcentrum, gevolgd door wat oudere kinderen die erna mochten. Na anderhalf uurtje doorgebracht te hebben in de mall, ging ik met een t shirt rijker weer terug naar de bus. Ik was toch iedereen al kwijtgeraakt omdat het zo groot was, dus ik zag ze bij de bus wel. Voordat we teruggingen werd Max nog even snel door een straatverkoper opgelicht met een ketting, en de andere verkoper was een armbandje vergeten die hij aan mij wou verkopen die nu gratis is dus. De twee Marks en Mario waren al katje lam dat we terugkwamen bij het resort in de middag. We gingen maar met ze mee drinken want dit was ten slotte onze laatste avond in Subic, morgen gaan we alweer terug. Merlijn had die avond eindelijk tijd om even met de studenten te praten over de voortgang van onze projecten, maar vooral met Max omdat die in de knoop zit met zijn project. Aan het eind heeft hij nog met mij en Mark gezeten over hoe het ging, etc. Maar wij lopen gelukkig nergens tegen aan en zijn er niet veel mee opgeschoten.

14-10: De terugreis

In de avond gaat de bus terug naar Cabagan, dus vandaag moeten we nog doorbrengen in Subic. Op de planning stond voor de ochtend een workshop en in de middag een ‘teambuidling activity’. De workshop ging over wat de mensen geleerd hebben deze week en hoe ze dit vervolgens in de praktijk gaan toepassen in hun eigen gemeentes. Elke gemeente kampt met verschillende problemen wat betreft zeeschildpadden en FF, dus het is ingewikkeld om met oplossingen te komen. Van de 3 uur dat het duurde, ging het 2:45 over schildpadden en een kwartier over de FF, een beetje jammer. Gelukkig heb ik wel wat opgestoken over hoe het zit met de schildpadden in de 3 gemeentes en wat de problemen en plannen zijn. Het komt erop neer dat ze precies weten wie de eieren steelt, maar ze doen er niks aan. Volgens de wet zouden ze een boete of andere straf krijgen voor het stelen van eieren maar dit gebeurt niet. Ook al zijn de mensen van MENRO en DENR bevoegd om deze boetes uit te delen, houden ze het bij een waarschuwing. Als je maar blijft waarschuwen dan gebeurt er ook niks denk ik, maar als je de mensen een hoge boete geeft voor dit soort activiteiten dan weet ik wel zeker dat het impact heeft. Maar van Mario hoorde ik dat als je die boete geeft als DENR zijnde, de volgende dag er een paar mensen aam je deur staan die je even een hartig woordje met je willen spreken. Daar bedoel ik mee, dat je in elkaar geslagen wordt door ze, of erger. Een hoop werk aan de winkel voor Mabuwaya en de LGU’s maar het was tijd om wat leuks te doen. Dachten we. Eerst was ik nog even mijn sleutels kwijtgeraakt van de kamer, en na het vrouwtje de borg betaald te hebben keek ik toch nog een keer in de bus en daar lagen ze toch gelukkig. De Mabuwaya staff ging eerst nog even een uurtje overleggen uit het niets voordat we gingen lunchen en daarna naar Zoobic gingen. Na de lunch heb ik nog en trui gekocht voor de terugreis, want je kent het gezegde; een ezel stoot zichzelf nooit aan dezelfde steen. Zoobic, de dierentuin in Subic, was in een zin gezegd: een trieste teringzooi. 16 tijgers in veel te kleine kooitjes, 100 krokodillen op 20m2, en nog veel meer dingen die absoluut niet konden. Veel meer wil ik er niet over zeggen, behalve: ga er nooit van je leven heen. Gelukkig dachten veel er hetzelfde over, maar voor de Filipinos was het erg bijzonder om voor het eerst een tijger te zien. We sloten de avond wel goed af gelukkig bij een seafood restaurant in Subic waar we heerlijk gegeten hadden. Op de menukaart stonden shots met een bijzondere naam; screaming orgasm, blowjob, etc. Toen ik aan de serveerster vroeg of ik een blowjob mocht, keek Merlijn mij boos aan en zei dat ik me moest gedragen voor een keer. Gelukkig had hij snel door dat het maar een grapje was toen hij op de menukaart keek, maar in eerste instantie kon hij er niet om lachen. Voor het eerst heb ik mossels gegeten in het restaurant wat eerlijkgezegd nergens naar smaakt, maar de rest van het eten was echt heel goed. Merlijn en Tess bleven achter in Subic want die hadden nog iets te doen in Manila de dag erna. Die dag daarna vloog Merlijn terug naar Nederland. We hebben afscheid genomen van elkaar, want dit zou immers de laatste keer zijn dat we elkaar zien. Het was goed om eindelijk kennis gemaakt te hebben met mijn supervisor en het kunnen hebben over dingen waar ik tegen aan liep. Helaas was de focus van Merlijn de afgelopen twee weken iets meer gericht op de gasten dan de studenten en dat is wel jammer. Aan de ene kant snap ik het wel vanuit het belang van de organisatie, maar hij had ook nog wel een week langer kunnen blijven voor de studenten. Eenmaal weer in de bus duurde het niet lang voordat we weer bevroren waren maar gelukkig viel ik al gauw in slaap met mijn nieuwe stijlvolle trui.

15-10: Terug thuis

Gelukkig hadden we een nachtrit zodat we niet al te veel van de kou meekregen omdat we sliepen. De bus stopte weer ongeveer om het uur zodat mensen konden plassen. Om 4 uur s’ ochtends was het koffietijd vonden zij. Ik was nog hartstikke brak door het slechte slapen in de bus terwijl alle Filipinos al rustig aan een bakkie koffie zaten en hard aan het lachen waren om de veel te slechte en dezelfde grappen die zij altijd maken. Ik was ook verbaasd dat ik Arnold met iemand aan het bellen zag om 4 uur in de ochtend, wie is er in godsnaam wakker rond deze tijd? De volgende stop was om kwart over 5 bij de McDonald’s in Cauayan waar we gingen ontbijten. Ik deed rustig aan met een sapje en een kleine burger terwijl de rest allemaal al kipstukken en rijst aan het bikken was om half 6. In Cauayan bleven een aantal mensen achter en gingen wij door naar Cabagan, waar we zo een drie uur later aankwamen. We laadden de laatste spullen uit de bus die de office in gingen en toen konden we met ons slaperige hoofd terug naar het huisje waar ik meteen mijn nest indook. Eenmaal weer wakker gingen we aan het eind van de middag richting het centrum van Cabagan om wat boodschappen te doen zodat we de aankomende dagen weer door konden komen. Later op de middag heb ik nog even met het thuisfront gebeld om ze te informeren over alle activiteiten van de afgelopen dagen die we meegemaakt hebben. Morgen waren we van plan om ons visa te gaan verlengen in Tuguegarao want die zou aankomende zaterdag verlopen. Je moet er een beetje op tijd mee zijn, want je weet nooit hoe lang het duurt in een land als dit.

16-10: Staking

‘s Ochtends gingen we even naar de office toe om te vragen hoe het precies zat met de visa extensie, want daar betalen we inmiddels voor. In de 5.000 die we per maand betalen zit ‘help with visa’ inbegrepen dus daar gingen we maar gebruik van maken. Het viel op dat de ISU vrij dood was, en ook op de office waren bijna geen mensen. Meneer Duterte, de president, had een ‘national holiday’ verklaart omdat er ergens in het land stakingen waren. Alle organisaties die gelinkt waren aan de gemeente waren dus gesloten vandaag, helaas geen visa halen dus. Nanouk en Max waren van plan begin deze week op field work te gaan samen omdat ze in dezelfde regio zaten. Samen reizen is aanzienlijk goedkoper hier omdat je dan niet in je eentje een trycicle hoeft te betalen. Maar jammer voor hun, er moest eerst een visa komen want anders verloopt die tijdens hun field work en dan kan je een mooie boete verwachten op het vliegveld als je weer naar huis gaat. De rest van de dag heb ik maar een beetje opgeruimd, gegeten, gewassen, film gekeken, etc. Want er was weer niets te doen vandaag omdat alles dicht was.

17-10: Nog een dag staking

Vandaag hoopte we dan eindelijk naar Tuguegarao te kunnen, maar in de ochtend had ik al een berichtje gekregen van een meisje die zei dat er nog een dag staking was. Mooi kut, twee dagen vervelen zonder dat je ergens heen kunt maar het was niet anders. Ook zei ze dat er deze week een een of ander sportevenement was op de ISU, de Intramurals. De ISU zag er al iets anders uit de afgelopen dagen en was ingericht op het evenement. Er worden verschillende sporten gespeeld door alle verschillende afdelingen op de ISU en de winnaars gaan het opnemen tegen de andere ISU’s in Isabela. Het zou morgen gaan beginnen, maar omdat er twee dagen staking was kregen de teams niet genoeg tijd om te oefenen en daardoor werden de Intramurals een dag opgeschoven en begon het donderdag pas.

18-10: Tuguegarao

De stakingen waren gelukkig gestopt vandaag en daardoor konden we eindelijk ons visa verlengen in Tuguegarao. In de ochtend namen we de trycicle naar de snelweg toe waar we wachtten op de van die ons naar Tuguegarao bracht. Zoals altijd zat de van weer veel te vol en had je bijna mensen op je schoot zitten. Eenmaal aangekomen in Tuguegarao werden wij weer overspoeld met trycicle drivers die ons naar de locatie wouden brengen. Volgens iedereen op de office moesten we naar de DFA toe, department of foreign affairs, dus dat deden we. Hier konden ze ons helaas niet helpen en we werden doorgestuurd naar de immigration office in het centrum. Ik had geen zin om daar heen te gaan en dan weer hier heen gestuurd te worden, dus om te voorkomen om van het kastje naar de muur gestuurd te worden hebben wij geïnformeerd bij de LGU die hetzelfde vertelden. Op naar de Immigration office dus. We werden midden in het centrum gedropt waar de office zou moeten zijn, alleen die was er niet. Op google maps stond dat we vanaf hier nog 10 minuten moesten lopen en dat het op de tweede verdieping was van een winkelcentrum. Eenmaal daar was de immigration office nog steeds nergens te bekennen dus belde we Arnold. Hij zei dat het naast Mike’s gym was wat weer 10 minuten lopen was, dus zo waren we lekker bezig. Inmiddels heel Tuguegarao afgelopen, en daar waren we hoor, de immigration office. Omdat we zo lang bezig waren was het inmiddels al 12 uur en kregen wij het goede nieuws te horen dat de mensen op de office met lunchpauze waren. Dat kon er ook nog wel eens bij. Dan gaan wij ook maar lunchen dachten we en we gingen de grote mall in waar het veel te druk was om een plekje te bemachtigen. Toen maar even buiten de mall wat gedronken tot de lunchpauze over was zodat wij ook wat konden eten, wat we deden bij een soort van Italiaanse keten met pizza en pasta, Greenwich. Het was best oké alleen we hadden veel te veel besteld en ik moest achter mijn wisselgeld aan anders had ik dat nooit gekregen. De mensen bij de immigration office waren er weer en we konden de visa regelen. Na wat formulieren ingevuld te hebben moesten we betalen. 8.000 peso’s! (130 euro), om weer 60 dagen te mogen verblijven. Veel te veel geld als je het mij vraagt. Dat vonden wij alle drie niet zo leuk, maarja we moesten wel. Tijdens het verwerken viel de stroom ook nog eens uit, dat kon er ook nog wel bij. 130 euro armer gingen we de office weer uit en moesten we nog wat laatste dingetjes kopen op de markt voordat we naar huis konden. Dit keer gingen we wel met de bus want ik had geen zin meer ok ook nog eens in een overvolle van te gaan zitten. Het was alweer donker dat we aankwamen bij de ISU, dus er gingen geen trycicles meer naar boven. Bij de Andaya hall (sportcomplex van de studenten) klonk veel geluid, dus dat gingen Max en ik even van dichtbij bekijken. De mensen binnen waren aan het repeteren voor een danscompetitie die later deze maand plaats zou gaan vinden. We hebben even een uurtje gekeken en met de dans coördinator gesproken. Ik was veel meer geïnteresseerd in de Intramurals en zocht iemand die daar wat meer over wist. Gelukkig was daar nou net de toernooiorganisator die zei dat het geen probleem was voor mij om mee te doen. Om half 8 werd ik verwacht bij het voetbalveld want dan zou het gaan beginnen. Alle meisjes in de zaal zaten alweer te zwaaien naar ons, dus ik ging naar de leukste toe. Ze vroeg of ik de volgende dag bij haar volleybalwedstrijd kwam kijken, dus dat ging ik maar doen. Max en Nanouk gingen de volgende dag weg op field work dus ik stond er helemaal alleen voor om mij te vermaken tijdens de Intramurals. Dat zou geen probleem worden want er zijn duizenden andere studenten waar je mee kan praten.

19-10 Intramurals day 1

Ik zat al vroeg buiten want ik wou niet te laat komen voor de Intramurals want zo zijn Nederlanders nou een maal. Om 7 uur klonk er al keiharde muziek vanuit de Andaya hall want de ceremonie ging beginnen. Overigens had ik daar geen idee van, mij was verteld dat ik om half 8 op het voetbalveld moest zijn. Daar stond ik dan, braaf om half 8 op een leeg veld. Lekker dan, wat nu? Ik besloot mijn waardevolle spullen maar in de office te leggen, waar ook nog niemand was. Merlijn was er toch niet meer, dus met tijd hoefde ze geen rekening meer te houden. Even later kwam er gelukkig iemand en ging ik maar naar de Andaya hall want daar waren tenminste wel mensen. De parade was net wel afgelopen jammer genoeg, daar kwam alle harde muziek ook vandaan. Ik sprak even met een leraar van CDCAS (een department voor criminology) waar ik al eerder mee gepraat had. Hij wou graag dat ik met zijn team mee ging doen want zij waren al jarenlang kampioen omdat zij toch de meeste studenten hadden. De eerste wedstrijd zou pas om 1 uur zijn, dus ik moest me nog even vermaken. Ik kwam nog meer mensen tegen zoals Randy en Mark zijn supervisor waar ik maar een beetje mee heb zitten lullen tot de studenten gingen sporten. Ik zag Max en Nanouk nog even voorbijrijden in de auto op weg naar San Mariano en even later kwam ook Mark aan op de brommer. Ik ging met hem mee naar zijn huis want hij ging zich even omkleden, hij moest namelijk voetbal spelen voor zijn department CFEM. De wedstrijd begon nog lang niet dus ik ging even kijken of het meisje van gister op de volleybalbaan was. Haar naam was ik alweer vergeten dus dat zou een beetje ongemakkelijk worden. Ongemakkelijk daar zorgde zij wel voor, want zodra ik haar zag draaide ze zich meteen om naar het lege basketbalveld. Ook deed ze haar paraplu voor haar hoofd om zichzelf af te schermen, maar ik had haar al lang gespot natuurlijk. Ik zei hoi en ze schoot meteen in paniek, zo eng vond ze het om te praten. Ik stelde maar gewoon een paar simpele vragen maar dat was al te veel voor haar. Ze kon het niet meer aan en rende naar de overkant van het volleybalveld, midden door de wedstrijd heen. Ik vroeg aan haar vriendinnen wat er aan de hand was maar zij wisten het ook niet. Ik had al wel ervaren dat de meisjes hier een beetje verlegen waren maar dit was wel erg extreem. Dat gaat niks meer worden dacht ik. Bernard wou op de office met ons praten over onze opkomende trip naar Dinapigue om de planning door te nemen dus dat gingen we maar doen tussendoor. Het duurde langer dan verwacht dus kwamen we bijna te laat voor de wedstrijd die toch inmiddels verplaatst was naar 3 uur. De decaan van CDCAS wou alleen niet dat ik mee ging doen omdat het anders oneerlijk zou zijn, die moest ik even gaan overtuigen. Ik ging even praten met haar en toen kwam er overleg tussen haar en de coaches. De coaches vonden het allemaal wel prima, en zij uiteindelijk ook. Ik moest wel ingeschreven staan op de ISU, maarja daar ben ik geen student dus jammer voor mij. Ik heb toe moeten kijken vanaf de zijlijn, ik mocht zelfs niet scheidsrechter zijn want dat was ook oneerlijk volgens de decaan. Ik denk niet dat het uitgemaakt had trouwens want het leek toch nergens op. Ze trapten de bal alleen maar naar voren en als iemand de bal had, kreeg diegene alleen maar doodschoppen van 3 man tegelijk. Wel wouden ze graag dat ik de selectie ging coachen omdat ik de enige ben die er verstand van heeft. Ik heb toch genoeg vrije tijd dus waarom niet. Aan het eind van de dag ging ik nog even langs de Andaya hall waar ze aan het pingpongen en badmintonnen waren. Hier heb ik even met de supervisor van Mark gepraat en uitgedaagd voor een potje pingpong. Inmiddels was het hele terrein al leeggelopen en ging ik ook maar naar huis toe. De tweede dag zijn alle finales dus dat zou een veel leukere dag beloven te worden. Ik ging nog even wat te drinken halen bij een winkeltje en op de terugweg werd er naar me geroepen van een dorm langs de weg. Ik ging er heen om even te praten want ik was toch alleen. Er woonde hier een jongen samen met 13 meisjes waar ik de rest van de avond heb doorgebracht. De jongen bleek de broer te zijn van de vrouw van Jaime, waar we geslapen hebben in Divilacan. Best toevallig. Ze gingen bananenhart koken voor mij, dat is de paarse bloem van de bananenboom. Echt lekker was het niet, maar volgens de jongen (Mike) was het niet goed voorbereid en veel te zout. Iedereen van de dorm wou gaan slapen behalve Mike en nog een ander meisje. Toen zijn we maar naar mijn huis toe gegaan om nog even een Bacardi te drinken.

20-10: Intramurals day 2

Ik had geen zin om weer bij een leeg veld te komen te staan dus ik had geen wekker gezet vandaag. Net dat ik rustig zat te ontbijten kwam er een scootertje aanrijden met de coach van CDCAS erop die zei dat ze mij NU NU nodig hadden. Ik propte mijn broodje snel in mijn mond, kleedde mij om, deur op slot en ik sprong achterop bij hem op de brommer. De finale van voetbal stond al op het punt te beginnen en ze wouden dat ik de scheidrechter was. Mark was namelijk de eerste helft aan het fluiten maar die snapte de regels blijkbaar niet dus moest ik het overnemen. 22 filiponos en één witte scheidsrechter stonden op het niet al te beste veld waar de finale gespeeld werd. Je kon trouwens fluiten wat je wilde maar soms luisterden ze gewoon niet. Ook heb ik tijdens de wedstrijd nog wat regels aan ze kunnen uitleggen maar voor het verliezende team was dat niet genoeg. IBM (International Business Management) trok aan het kortste eind en verloor de wedstrijd met 4-0. Na de wedstrijd werd meteen de selectie gemaakt van de beste spelers van alle teams. Gister om 3 uur begonnen en nu al om half 10 klaar, zo kan het ook dus. In de office hebben Mark en ik samen een vragenlijst opgesteld voor ons onderzoek zodat we dat vervolgens niet telkens dezelfde persoon twee keer moeten interviewen met andere vragen. Daarna was het tijd om basketbal te gaan kijken. Mark zag van een afstandje chicks te zien, maar dat bleken kinderen te zijn. Alsnog gingen we erbij zitten en tot mijn verbazing konden ze best wel goed Engels. Samen met hun hebben we basketbal gekeken onder een paraplu omdat het zo heet was. Basketbal zijn ze trouwens best wel goed in, het is namelijk de meest populaire sport in de Filipijnen net als voetbal in Nederland. Halverwege de wedstrijd begon estafettelopen en alle aandacht ging van het basketbalveld naar de loopbaan. Eerst waren de jongens aan de beurt, 4 teams tegen elkaar. Halverwege ging het compleet mis tijdens de estafette. Tijdens het overgeven vielen ze over elkaar heen, blijkbaar niet goed genoeg geoefend. Toch wisten ze wel de wedstrijd te winnen, ondanks het incident. Sommige renden trouwens gewoon op blote voeten omdat ze geen renschoenen hadden. Het was tijd voor de basketbalfinale, waar CDCAS het opnam tegen IBM. IBM had de finale al gewonnen gegeven aan CDCAS omdat ze te bang waren om te spelen, makkelijke medaille dus. Het enige wat nog bezig was, was volleybal van de jongens. In het publiek zag ik het volleybalmeisje zitten van gisteren. Zodra ze mij zag pakte ze een doek en deed die voor haar hoofd zodat ik haar niet kon zien, wat een mafkees. Na het volleybal was het tijd voor onze vriendschappelijke voetbalwedstrijd die ze speciaal voor mij georganiseerd hadden zodat ik ook kon spelen. Echt eerlijk was het niet, Mark deed ook mee en zat in het andere team. Wij hadden 8 spelers en zij hadden er 12. Ik had dat meteen door maar mijn team snapte er niks van, en speelde gewoon verder. Overigens lijken al die jongens op elkaar en had ik ook geen idee wie wel en wie niet bij mij hoorde. Verloren dus.. Op een gegeven moment begon het ook veel te heet te worden en iedereen ging langzamerhand ook naar de Andaya-hall want daar vond de medaille uitreiking plaats. De laatste sport die beoefend werd die dag was dansen, overigens niet van de mensen die we eerder hebben zien oefenen maar dit was ballroom dansen. Het was leuk om te zien en elke keer als de jongen en het meisje een wat gewaagde dancemove maakte, ging de hele zaal uit zijn dak. Ze vonden het helemaal geweldig, maar ze konden wel erg goed dansen trouwens. De medaille uitreiking heb ik maar geskipt want een meisje wou dat ik meeging met haar naar het centrum om wat te eten. Even snel mijn bezwete kleren uitgetrokken thuis en weer terug naar de hall waar alle trycicles aan het wachten waren. Dat ik terugkwam was ook net de uitreiking afgelopen en stond het helemaal vol. Alle trycicles waren al vol en dus moesten we lopen naar de highway toe. Onderweg hadden we er gelukkig een aan kunnen houden die ons wou brengen. Er moesten wel twee vriendinnen mee want anders durfde ze niet met mij te zitten daar. Eenmaal bij het restaurantje zat de hele click al te wachten op ons en zat ik ineens met 12 meiden aan tafel waarvan er geen een echt een gesprek kon voeren met mij. Het meisje waar ik mee heen ging werd door haar vader gebeld en moest naar huis komen, dus zat ik nog maar met 11 meisjes waarvan ik er geen een kende. Ik had er al een paar wel eerder gezien maar ik zou niet weten hoe ze heten. Na het eten moesten zij gelukkig weg en was ik weer een vrij man. Ik heb nog even boodschappen gedaan in de savemore en toen was het alweer tijd om te gaan slapen.

21-10: Mark mark mark...

In de ochtend heb ik een beetje rustig ontbeten en mijn was gedaan want dat was weer hard nodig. De rest van de dag heb ik verder aan mijn verhaal gewerkt want ik liep slechts een maand achter en er moest even gas op die lolly. Mark kwam aan het eind van de middag even zijn was bij mij ophangen want hij had geen plek meer. Hij kwam even praten en nodigde mij uit om vanavond langs te komen om wat te drinken. Mike wou ook graag komen dus ik had gevraagd of hij ook welkom was. De twee kennen elkaar dus dat was helemaal prima. Na mijn eten nam ik twee flessen Bacardi en al het bier mee naar Mark toe want ze wouden hard gaan drinken. Er was nog een gast bij, de buurman en die zat samen met Randy aan de gin terwijl wij de ene baco na de andere wegtikten. Na anderhalf uur was de buurman al verdwenen omdat hij te dronken was en het duurde niet lang voordat ook Randy knock out op bed lag. Alleen Mark, Mike en ik waren nog over. De vrouw van mark en zijn kinderen en de vrouw van Randy liepen ook nog rond want het was erg vroeg. Mark had ook wel genoeg gehad was te merken want hij gedroeg zich een beetje raar. Uit het niets sloeg ineens de knop om. Hij flikkerde de tafel op met alles erop en begon ineens te gillen. Hij had een soort van woedeaanval gekregen omdat de andere huisgenoot, Rodel, hem blijkbaar aan het bedreigen was met een machete. I WILL KILL THAT BAKLA (homo), schreeuwde hij wat denk ik in China te horen was. Hij rende naar Rodel’s kamer toe om hem even een lesje te leren maar dat ging ik niet laten gebeuren omdat ik niet wist wat er aan de hand was. Ik heb hem naar de bank getrokken aan zijn nek en heb hem toen een kwartier in de houdgreep moeten houden voordat hij een beetje afgekoeld was. Zijn kinderen en vrouw waren helemaal in tranen door wat er gaande was. Dat zag er echt sneu uit en we hebben besloten dat Mark maar even een nachtje door ging brengen in de dorm waar Mike slaapt. Met pijn in moeite hebben we hem meegesleurd naar de dorm toe, maar er was een probleem. Bij Mike’s dorm mogen geen gasten slapen. Normaalgesproken hebben ze lak aan die regel, maar omdat de baas van de dorm er was kon dit niet doorgaan. Halverwege kwamen we ook de security tegen die Mark’s vrouw al gebeld had en daardoor werd hij even wat rustiger. Ik moest dus weer terug met Mark naar zijn eigen huis toe, waar Rodel gelukkig zijn deur op slot had gedaan, want wie weet. Als ik hem niet gestopt had was het niet goed met een van hun afgelopen denk ik. Dat Mark ik bed lag heb ik nog even met Snooky, Randy’s vrouw, en de security gepraat over wat er nou gebeurd was. Niemand wist het dus ging ik maar naar huis toe om te gaan slapen na een rare avond die goed begon maar zeker niet goed eindigde.

22-10: Schieten

Ik ging deze ochtend maar vroeg naar Mark’s huis toe om te kijken hoe het met hem ging. Dat ik aankwam was hij al weg, naar de kerk toe volgens Randy om zijn zonde van de vorige avond op te biechten en vragen om vergeven te worden. Randy en de buurman hadden mij de vorige avond ook beloofd dat we vandaag naar de schietbaan gingen. Ze hebben allebei een pistool en wouden dat ik er mee ging schieten, maarja ze waren wel dronken toen ze dat zeiden. Ik heb maar een beetje op een bankje gelegen mijn kater te verwerken en te wachten tot we gingen schieten. Uren gingen voorbij, maar er was nog geen teken van de buurman. Mark was ondertussen wel alweer thuisgekomen en durfde mij bijna niet aan te kijken. Maar goed ook, want hij moest zich schamen voor wat er gisterenavond gebeurd was. We gingen een van zijn kippen vangen om het goed te maken. Randy en ik hadden een val gemaakt van een mand en een stokje, waarbij je het stokje wegtrok aan een touwtje als de kip eronder zat. Hoppakee, 3 kippen in een keer, alleen waren ze allemaal te klein. Tijd voor een andere methode, want die kippen gaan niet nog een keer onder die mand. Ze hadden twee lussen gemaakt die je aan kon trekken als de kip erin liep, zo kon je je kip soort van uitkiezen. Wat mais op de grond en de kippen kwamen alweer aangerend. We gingen natuurlijk voor de grote haan want daar zit het meeste vlees aan. Jammer genoeg voor de haan kon hij het mais niet weerstaan en was hij nu aan zijn lot overgelaten. Het was inmiddels al twee uur dus Mark ging even kijken hoe het met de buurman was. Die was nog aan het slapen. Alle hoop die ik nog had voor het schieten was nu helemaal weg. Ik ging maar even mee Randy zijn kind en nichtje terugbrengen naar hun huis in Cabagan. Ergens diep in Cabagan lag de barangay waar zij woonden. Ik had Cabagan helemaal niet zo groot verwacht, maar ik was toch verbaasd over de grootte. In het huis zat Randy’s vader die al denk ik 20 jaar aan de stoel genageld was waar hij op zat. De rest van de familie was er ook, en terwijl Snooky nog wat geld ergens ging ophalen gingen Randy en ik wel even wat eten. We hadden barbecue gehaald aan de straat precies naast het huis van iemand die mij wel heel bekend voorkwam. Esso, de tuinman, is ongeveer de buurman van Randy. Zo leek Cabagan toch weer wat kleiner in mijn gedachte. Na de heerlijke barbecue konden we weer terug naar het huis van Randy op ISU. Er was inmiddels ook al een gast aangekomen in hun huis, Junior. Hij is weer de baas van de dorm waar Mike in woont, maar ik ga niet al te ver in detail over wie wie is en hoe diegene die kent. Geloof mij als ik zeg, IEDEREEN hier kent elkaar en weet ook alles vaan elkaar. Als je een geheim aan iemand vertelt weet in een kwartier heel Cabagan het. Ik had een sms’je van Max gekregen dat hij ook alweer thuis was dus die heb ik even opgehaald. Het huis was natuurlijk een teringzooi, en ook de Bacardi was verdwenen die van ons samen was. Ik zou wel opgeruimd hebben en nieuwe Bacardi gekocht hebben, maarja hij was eerder thuisgekomen omdat hij niets kon doen door de regen. Samen hebben we de rest van de avond doorgebracht in het huis van Mark met een biertje en de vers geslachte haan van vandaag. We zijn wel op tijd weggegaan want als je te lang met die mensen zit worden ze een beetje vermoeiend. Randy heeft de afgelopen twee dagen al 4 keer gevraagd of onze koelkast het weer deed. Ook dezelfde grapjes die zij keer op keer maken worden ook een beetje irritant, dus probeer het bezoek kort en krachtig te houden.

23-10: Rondje ISU

Na in centro boodschappen gedaan te hebben en weer naar de kapper geweest te zijn en ons de hele dag verveeld te hebben op de office en voor het huisje, gingen we maar op verkenning uit op de campus. We zijn zo ongeveer alle gebouwen van alle verschillende departments af geweest om te kijken wat daar allemaal gaande was. We begonnen bij de Agriculture department waar niet zo veel aan was. In de bibliotheek was een vrouwtje waar we mee gepraat hebben maar daar kwam je bijna niet meer vanaf nadat je het gesprek begonnen was. Op naar de volgende, IBM (international business management), waar niemand meer aanwezig was in de lokalen. Het was al een uurtje of 4 dus er waren bijna geen lessen meer gaande. Er zaten alleen nog een paar leraren bij hun kantoor te chillen. Wij kregen een kleine rondleiding door het gebouw maar daar was ook vrij weinig te zien. De laatste die we bezocht hebben was de college for education waar nog wel wat studenten bezig waren in de klaslokalen. We maakten de deur open van een lokaal en liepen rechtstreeks het lokaal in terwijl de les nog bezig was. Veel waren ze overigens niet aan het doen, ze zaten in groepjes en waren een opdracht aan het doornemen ofzo. De studenten, met name de gays, vonden het helemaal geweldig dat er twee witte jongens in de klas waren. We informeerden een beetje wat ze aan het doen waren en gingen op naar het volgende lokaal waar ze Engelse les aan het geven waren. De leraar was gedichten aan het voorlezen aan de klas en toen wij door de deur keken was de aandacht van de studenten compleet op ons gericht. Wij gingen verder met voorlezen voor hun. Totaal gefocust op de gedichten hadden we helemaal niet door dat we door zo ongeveer elke student gefilmd werden, dus we moesten snel wegwezen. Eenmaal bij het huisje weer besloten we maar om naar de dorm te gaan van alle studenten om daar ook nog eens een kijkje te nemen. De eerste keer waren we in het weekend heen gegaan toen er niemand was, dus nu zouden er wel mensen moeten zijn. Eerst leek het heel leeg maar dat kwam omdat de studenten uiteraard te verlegen waren om bij ons te komen zitten. Dat wij rustig tv aan het kijken waren daar kwamen vanzelf meer mensen naar beneden en bij ons zitten. Een meisje die ik kende kwam zelfs Turon (gefrituurde banaan in loempiavel) naar mij toe brengen. De sfeer in de dorm was een beetje dood vond Max en dat moest opgeheven worden. Hij brulde door de hele dorm heen; ‘drinking session next time’, wat de dorm president niet zo leuk vond. Het was verboden om in de dorm te drinken volgens hem, maar regels doen mensen niet aan in de Filipijnen. Het was wel duidelijk dat meneer de dorm president ons weg wou hebben dus gingen we maar naar huis en hebben wij een vuurpijl op de dorm afgeschoten die niet eens op 20% kwam.

24-10: Filmdag

In de ochtend hebben we een beetje gewerkt in de office en hebben daarna maar een beetje films gekeken thuis tot het tijd was om weer naar centro te gaan om wat boodschappen te doen. Er was een meisje in de savemore achter de kassa die er wel leuk uitzag en daar moest ik natuurlijk even de naam van weten. Eenmaal weer thuis, hoorden we allemaal luide muziek van de sporthal vandaan komen. Sommige studenten waren weer aan het oefenen voor hun danswedstrijd die zondag plaats zou gaan vinden. We hadden ze al eerder zien oefenen tijdens de Intramurals avonden, maar ze waren nog steeds bezig met oefenen. We raakten een beetje aan de praat met de jongens van de breakdancegroep, die verreweg de beste waren. Ook was het volleybalmeisje er weer die mij al lang gespot had. Hoe langer het duurde hoe verder ze zich van mij weg draaide, ook al zat ze 50 meter van mij af. Op een gegeven moment liepen ze ergens heen met hun groepje en hield ze weer een theedoek voor haar gezicht. Sommige mensen hier hebben echt een steekje los in hun hoofd. We hadden het wel gezien na een tijdje want met dansrepetitie doen ze alleen maar hetzelfde. In de avond uiteraard weer heerlijk gekookt voor onszelf en weer film gekeken.

25-10: Centro

Om precies 8 uur ’s ochtends viel de stroom uit bij ons huisje. Ze waren weer bezig met werken aan de elektriciteitsmasten langs de weg. Vandaag was er op de ISU dus geen stroom, tijd voor een dagje van het centrum van Cabagan. Eerst gingen we even onze huur betalen bij de CCVPED, waar we onderweg de mensen van Mabuwaya tegenkwamen die net gingen lunchen. Tess wou dringend met ons spreken, maar we hadden geen idee waarover. Het moest naar de lunch maar daar gingen wij niet op wachten en gingen gewoon naar centro toe. De eerste stop in centro was het internetcafé waar ik wat foto’s op facebook gezet heb en het verhaal heb geüpdatet. Na wat gegeten te hebben op de markt en groente gekocht te hebben was het tijd om mijn favoriete kassière bij de savemore weer te gaan bezoeken. Ze zou de volgende dag naar Ilagan toe gaan om haar salaris op te halen en vroeg of ik mee wou, waar ik geen nee tegen gezegd heb. Om 3 uur moest ik weer terug zijn op de campus want ik had de jongens van het voetbalteam beloofd om voetbaltraining te gaan geven omdat zij een toernooi hadden volgende week. Ze snapten nog geen bal van de spelregels en hoe het spel überhaupt werkt dus daar moest een beetje aan gesleuteld worden. We hebben gewoon wat basisoefeningen gedaan en daarna partijtje gespeeld met zijn allen. Na het eten weer wat rondgehangen bij de dansers omdat er niets anders te doen was die avond.

26-10: Date

We gingen alweer bijna naar Dinapigue toe en dus moesten er boodschappen gedaan worden voor onze trip van 10 dagen. Als eerst gingen we naar de savemore toe om allerlei blikvoer te kopen, want dat is het enige wat je eet tijdens de field trips omdat de rest niet lang goed blijft. Bernard moest eerst batterijen kopen wat echt een eeuwigheid geduurd heeft. Omdat hij zo ongeveer alle batterijen uit de winkel van plan was mee te nemen, moest de manager even informeren bij Bernard wat hij er precies mee van plan was. Ondertussen hebben Mark en ik maar onze benodigdheden verzameld en was het wachten tot Bernard klaar was. Wij hadden bescheiden één winkelwagentje vol met boodschappen in tegenstelling tot Bernard die er drie nodig had. Hij had namelijk 11 guides nodig tijdens de field trip, waar Mark en ik er maar 3 nodig hadden. En ja, daar moet hij allemaal eten voor kopen voor 10 dagen lang. Ik zat een beetje in de stress omdat het maar niet opschoot met Bernard en ik al met het meisje van gister af had gesproken om naar Ilagan te komen. Max en ik gingen dus maar even lunchen op de markt en toen we terugkwamen was Bernard nog steeds niet klaar. Uiteindelijk duurde me het te lang en ben ik maar gewoon weg gegaan omdat ze toch alleen nog maar rijst hoefden te kopen op de markt, en dat konden Max en Mark prima zelf handelen. Op naar me chickie in Ilagan dus. Ik liep naar het busstation toe waar ik toevallig Mike en een ander meisje tegenkwam die net lunch hadden gekocht voor zichzelf. Zij gingen weer terug naar de campus dus ze reden een stukje met mij mee in de bus. Ze zeiden dat Ilagan maar een half uurtje met de bus is maar ik kende die grappen al. Anderhalf uur later kwam ik dan eindelijk aan op mijn eindbestemming en moest ik haar maar gaan zoeken in een vreemde stad. Ik ken maar een plek in die hele stad, een grote mall, dus hadden we daar afgesproken. Ze was uiteraard heel nerveus, net als alle meisjes hier en werd door iedereen aangekeken. Van tevoren had ze gezegd dat ze mij alle mooie plekjes van Ilagan wou laten zien, maar als ik vroeg 'waar gaan we heen/wat is bijzonder?'. Moest ik zeggen waar ik heen wilde, terwijl ik pas 1 keer in die stad ben geweest. Nouja, dan gaan we wel wat eten op de markt. Dat vond ze wel een goed idee, alleen ze had geen honger zei ze. Ze wou alleen balut eten als ik het ook deed. Balut is een 27-dagen oud kippenei (met embryo erin), wat ze koken en dan vervolgens opeten. Nu moest ik wel... Ik had mezelf belooft geen balut te eten in de Filipijnen maar nu moest ik er aan geloven. Er was alleen nog niemand die al gekookte verkocht. De gouden regel van balut eten is om dit in het donker te doen. Op zich snap ik dat wel, zo zie je niet het kippetje wat nog in het ei zit. Het was nog licht, dus heb ik 4 rauwe moeten kopen (ook voor max). Gelukkig was er iemand aardig genoeg om ze thuis voor ons te koken en zo een 20 minuten later had ik hem in mijn hand. Hij moest even afkoelen en daarna pelde je een klein stukje bovenkant eraf. Vervolgens moest je het vocht eruit slurpen en daarna kon je het eiwit en kuiken opeten. Alsof het slurpen nog niet vies genoeg was, zag het ei er nog erger uit. Overal op het eiwit liepen aderen, en in het midden was het kuiken. Ik heb het maar zo snel mogelijk opgegeten zonder na te denken, maar het was echt goor. Ik weet niet of dat door de gedachte komt of door het feit dat je een kuikentje eet die al botjes en veertjes heeft. Een ding weet ik wel, geen balut meer voor mij. Daarna hebben we nog wat ander street food geprobeerd, wat overigens ook niet heel lekker was. Al het street food komt namelijk uit de frituur en is dus bijna alleen maar super vet. Het was tijd om naar huis te gaan, waar zij nog een ijsje wou eten. Ik had haar gewaarschuwd dit niet bij de savemore te doen, want anders zien ze ons samen. Voor mij geen probleem, maar als ik alleen al bij haar aan de kassa sta, zitten alle collega's al op haar lip. We waren nog niet binnen of er kwam al iemand naar buiten gerend om even te kijken wat er aan de hand was. Vervolgens stond bijna de helft van het personeel naar ons te kijken, dat gaan een leuke paar dagen worden voor haar. Hierna hebben wij afscheid genomen en gingen allebei naar huis toe. Ik wist niet zo goed wat ik er nou van moest denken. Het was best een lief en knap meisje, maar soms krijg je gewoon geen antwoord op dingen die je zegt, wat best irritant is en waardoor je er geen zin meer in hebt.

27-10: Training

Na de boodschappen van de vorige dag, waren de voorbereidingen voor de trip naar Dinapigue nog lang niet klaar. Al het materiaal moest nog geregeld worden, tenten ingepakt en al het zeil moest bij elkaar geraapt worden. Ook moesten Mark en ik overdag met Bernard op kantoor praten om rustig met elkaar nog de planning door te nemen. Met Mark heb ik ook nog even verder gepraat over de veranderingen in de methodes die we toe gingen passen en ook hebben we onze vragen in het interview aangevuld. Na alle field forms uitgeprint te hebben was het tijd om het laatste weekend van Oktober te gaan vieren. Voordat dat kon gebeuren moest ik eerst nog de jongens van het voetbalteam van ISU training gaan geven. Ik had ze eigenlijk beloofd om dat gister ook nog te doen, maar ik had betere dingen te doen. Thuis omgekleed, en Max en ik konden op naar het sportveld waar ze allemaal braaf op ons zaten te wachten. De week erna hadden ze een toernooi met alle andere ISU’s, en daar moesten ze dus voor klaargestoomd worden. In plaats van zelf de oefeningen te gaan doen, wilden ze liever zien hoe Max en ik tegen elkaar oefeningen gingen doen. Na 5 verschillende oefeningen geloofden ze het wel en wouden ze niet meer meedoen tenzij we partijtje gingen spelen. Dat vonden wij ook wel prima, in dit land is het ook veel te heet om lang te gaan sporten buiten. Beide teams kregen een Americano captain, en wij mochten dus iedereen kiezen die wij in ons team wilden. Ik had gelukkig de juiste keuzes gemaakt, en Max zijn team maakte geen kans tegen de mijne. Voordat we weer naar huis gingen hebben we nog even gepraat en ze succes gewenst met hun toernooi, wat ze zeker nodig hebben. Zelfs na een paar basistrainingen en uitleg van de regels, snapten ze nog steeds helemaal niets van hoe het spelletje werkte. Eenmaal weer thuis was het tijd om de laatste spullen te wassen voor de trip naar Dinapigue.

28-10: Videoke

De volgende dag heb ik rustig aan kunnen doen, rustig wat gegeten in de ochtend en later naar Mark zijn huis toe om de auto van Arnold alvast in te pakken met onze spullen. Bij Mark thuis had Randy ons uitgenodigd om mee te gaan diezelfde avond naar een feestje bij Junior thuis. Junior was al een keer eerder aanwezig ergens op een feestje vorige week bij Randy thuis. Daar hebben we kennis met hem gemaakt en hij wilde nu dus dat we in de avond bij hem langs kwamen. Rond het avondeten gingen we naar Cubag toe in de auto van Randy. Cubag is een Barangay ergens in Cabagan, waar uncle Junior dus woonde. Toen we al een beetje in de buurt waren, was het al duidelijk waar het feestje plaatsvond. De videoke (karaoke met video) stond al keihard aan, en zelfs een blinde had het huis kunnen vinden puur op geluid. Ik had mij voorgenomen om niet te veel gaan drinken, en het alleen bij een paar biertjes te houden. Dat goede voornemen heeft niet erg lang standgehouden, omdat het best gezellig was en iedereen aan het zingen was. Uiteindelijk was ik natuurlijk ook aan de buurt om een liedje uit te kiezen en iedereens oren een marteling te gaan geven. Ze vonden het natuurlijk allemaal geweldig dat de witte mensen gingen zingen, want uiteindelijk hebben we zelfs Nanouk weten over te halen om een liedje te gaan doen. Na een paar uurtjes en meer drank dan gewenst later, was het ook tijd voor ons om naar huis te gaan en nog even die 5 uur slaap te pakken die nog over was.

Stage Filipijnen Part 3

21-09: Nog meer interviews

Vroeg opstaan was een beetje moeilijk na gisteravond, dus we hebben rustig aan gedaan in de morgen. In de loop van de ochtend gingen we weer op stap om interviews te doen. Bitarum zat er al op, dus gingen we naar de tweede barangay waar we de dag ervoor geweest waren. Hier waren nu gelukkig wat meer mensen aanwezig, maar dat was ook niet alles. Ze hadden haast en wouden naar hun boerderij toe om te gaan werken. Uiteindelijk heb ik hier maar twee mensen kunnen interviewen, en gingen we weer verder naar de volgende barangay. Alweer waren alle mensen aan het werk.. Best jammer, want ik had graag meer interviews afgenomen met de mensen daar maar het was niet anders. Dan maar weer terug naar Divilacan, alleen hoefde ik de komende dagen geen gin meer te zien. We hebben even uitgerust tot aan het eind van de middag Matteo mij mee vroeg of ik hem wilde helpen met iets. De MENRO doet allerlei activiteiten, waaronder bomen planten en daar ging ik mee helpen. Bij de nursery hadden ze allemaal saplings van naaldbomen liggen die we gingen verspreiden langs het strand zodat ze het de ochtend erna konden planten. Met een zak vol kleine boompjes reden we op de scooter naar het strand toe. Overal stonden kleine strandhuisjes waar allemaal stelletjes hun eigen ding in het doen aan het waren. We hebben een klein rondje gelopen en overal boompjes neergelegd voor morgen. Dat we weer terug waren bij de scooter zaten er twee meisjes waar ik even mee gepraat heb. Ze kwamen uit Bitarum (de eerste barangay waar we interviews gedaan hadden). Toen ik vertelde over mijn studie hier over de FF, vertelde een van de twee meisjes op een heel enthousiaste manier dat haar broer af en toe jaagt op FF. Dat vond ik een beetje raar, want volgens de 6 mensen die ik daar geïnterviewd had, vond er geen hunting plaats in de barangay. Maar ik had al verwacht dat de mensen niet openlijk gaan vertellen dat er gejaagd wordt op FF omdat het tegen de wet is, en dat weten ze dondersgoed. Na de exit counts en avondeten hadden we even een plan voor de laatste dagen te bespreken met zijn alle. Wij wouden uiterlijk zondagavond terug zijn in Cabagan, maar al ons werk zat er al op dus we konden eerder. Mark en ik wouden onze guides ook een beetje van Cabagan laten zien (niet dat er veel te zien is). Zaterdag zouden we teruggaan en dan een beetje lol trappen in Cabagan met zijn 4’en want Matteo en Jun Jun zijn nog nooit veel verder geweest dan Divilacan.

22-09: Terug naar Cabagan

Om 5 uur stond er al iemand van de MENRO naast mijn hangmat. Hij kwam Matteo uit zijn bed halen omdat hij te laat was voor het planten van de bomen. De vorige avond hadden wij uiteraard weer gedronken, en Matteo heeft zijn eigen huis niet gehaald. Mark was overigens nergens meer te bekennen, zijn hangmat hing naast mijne maar daar sliep Matteo in vannacht. Ik ging ook mee met het planten van de boompjes want het duurde toch maar een uurtje. Dat we weer terugkwamen bij Jaime’s huis lag Mark uit het niets ineens in mijn hangmat te knorren en die hebben we maar even laten liggen want dat zag er niet best uit. Toen we het nieuws aan het kijken waren tijdens het ontbijt zagen wij dat er een laagdrukgebied onderweg was naar Divilacan, in andere woorden: een hoop regen. We moesten dus vandaag nog vertrekken want door te veel regen is de weg onbegaanbaar, zelfs met de motor. Snel de spullen gepakt, motors geregeld en iedereen gedag gezegd, en we konden ons opmaken voor een lange rit naar Cabagan toe. In totaal gingen we met 4 motors, Jun Jun met Mark achterop, Ik ging achterop bij iemand van de MENRO, nog iemand van de MENRO nam onze spullen mee en Matteo ging vrijwillig mee. We volgden dezelfde weg naar de barangays waar we de interviews gedaan hadden, en na de laatste barangay begon de weg pas echt. Het eerste deel was langs de rivier die naast de weg gelegen was. Af en toe reden we door zulke diepe plassen heen dat je benen gewoon helemaal nat werden. Ook zag je langs de weg het resultaat van modderstromen die veroorzaakt worden door de orkanen. Zo was er een groot oppervlak waar normaalgesproken bos hoort te staan compleet weg gezakt. Er stond nog een enkele boom en de rest van de vegetatie was compleet weggevaagd door de modderstroom, zo sterk zijn die dingen. Ongeveer halverwege de Sierra Madre kwamen we aan bij een grote rivier waar het hoofkamp van de wegwerkers was. Wij reden voorop en wachtten daar op de rest. Matteo en de ene MENRO medewerker kwamen aan maar Mark en Jun waren nergens te bekennen. Er zaten twee dingen op; of ze waren van de weg afgevallen de afgrond in, of ze hadden een lekke band. Mijn guide ging wel even terug om te kijken waar zij bleven. Hij kwam terug om het goede nieuws te brengen dat de motor van Jun een lekke band had opgelopen door alle rotsen die op de weg lagen. Een half uurtje later kwamen zij aan met zijn tweetjes met de motor in de hand die natuurlijk gefixt moest worden. We vroegen de wegwerkers om hulp en zij hadden gelukkig wat bandenplakspul. Het enige wat ontbrak was lijm, zo ongeveer het belangrijkste wat je nodig hebt als je een band gaat plakken. Dit ging dus niet werken. Jun kwam met het fantastische idee om een lange strook rubber strak om de band heen te wikkelen op de plaats waar het gaatje zat. Oke, dat ziet er wel goed uit dacht iedereen en we gingen weer verder. Nog geen twee minuten later flikkerde Mark en Jun bijna van hun motor af omdat het toch niet zo goed werkte. Ze deden het nog een keer, en dit keer werkte het iets beter maar nog steeds niet fantastisch. We kwamen aan bij een container waar een paar medewerkers verbleven en daar zijn we weer gestopt. Er stond daar een motor stil en we vroegen of wij die binnenband konden gebruiken maar dat wou de eigenaar niet. Er moest dus een nieuwe binnenband ergens gekocht worden zodat ook Mark en Jun Cabagan konden halen. Na anderhalf uur wachten kwam onze guide eindelijk terug met gelukkig een nieuwe binnenband. Snel erop zetten en verdergaan, want inmiddels heeft dit hele grapje ons al 3 uur gekost die we hard nodig hadden. Zo langzamerhand zag je dat de bergtoppen van de Sierra Madre steeds lager werden en dat de weg beter werd. We kwamen ook steeds meer in de bewoonde wereld en dat was een teken dat we bijna in Ilagan waren. Op een punt waar de weg officieel eindigde moesten we weer in een gastenboek tekenen, zodat zij wisten wie er voorbijkwam. We moesten de tijd opgeven en ik schrok ervan dat het al kwart voor 4 was, zo lang duurde de tocht door de Sierra Madre. Met de Sierra Madre achter ons hoefden we nog maar anderhalf uur te rijden van Ilagan naar Cabagan toe. Iedereens kont was er bijna afgevallen na ruim 9 uur onderweg geweest te zijn en op de motor gezeten hebben. Eenmaal bij Marks huis aangekomen hebben we de spullen uitgeladen en was het tijd om eten te halen, we hadden alleen maar ontbeten die dag. Terug op de motor naar de supermarkt in Cabagan waar we genoeg eten voor een week gehaald hebben maar allemaal die avond op zou gaan. Ook hebben we weer genoeg bier en gin gekocht om de rest van de avond door te komen. Een van de guides zijn plan was om na het eten weer terug te gaan naar Divilacan, die was niet helemaal goed bij zijn hoofd. Gelukkig voor hem ging het keihard regenen die avond en moest hij blijven. Om na 9 uur op de motor gezeten te hebben, een halve fles gin gedronken te hebben nog 6 uur op de motor te gaan zitten leek mij niet een heel snugger idee. Iedereen was moe en het was tijd om te gaan slapen. Een paar van de guides sliepen bij mij in het huis op een stuk karton op de grond, dat vonden zij goed genoeg. Ik hoopte dat Max of Nanouk thuis zou zijn zodat zij die ook konden ontmoeten. Omdat ik geen internet had in Divilacan heb ik geen contact met hun kunnen hebben en dus hun berichten gemist waarin stonden dat ze weg waren.

23-09: Dagje rust

We hebben eindelijk eens weer een keer een beetje uit kunnen slapen na bijna twee weken lang elke dag om 6 uur je bed uit te komen. Het eerste wat Matteo deed toen hij wakker werd om 8 uur was een biertje uit de koelkast pakken, die gozer is echt knettergek. Dat we bij Mark aankwamen om te ontbijten was de ene guide alweer met de noorderzon vertrokken. Na ons ontbijt hebben we alle financiën van de trip geregeld en onze guides betaalt want die moesten toch ineens vandaag naar huis toe. In Cabagan gingen we met zijn alle naar een motorwinkel om nog het een en ander aan Jun Jun zijn motor te repareren, en namen nu wel een reserveband mee. Dat leek mij ook wel handig. We hebben ze nog even uitgezwaaid en een fijne reis gewenst en toen was het tijd om rustig naar huis te gaan en bij te komen van de field trip met een muziekje en eindelijk weer fijn mijn eigen bed. S ’avonds heb ik maar eventjes met het thuisfront gebeld, want dat was alweer veel te lang geleden. Na bijna twee weken geen Nederlands woord gezegd te hebben was het wel eens fijn om weer in de vertrouwde taal te praten met iemand.

24-09: Beetje ziek

Na weer een dagje heerlijk uitslapen moest ik wat boodschappen gaan doen op de markt. Op woensdag en zondag is er altijd grote markt in Cabagan. Dan worden de groente en fruit weer vers aangevuld en is er dus extra veel. Ook zijn de eetkraampjes geopend, en zijn er nog veel kraampjes dan normaal. Ik moest een beetje snel zijn want ik voelde me al de hele dag beroerd. Ik had erg veel hoofpijn en ook nog eens diarree, niet zulke fijne verschijnselen om te hebben in het buiteland. De symptomen kwamen overeen met zo ongeveer elke ziekte die je van muggen kan oplopen hier dus dat stelde me ook niet echt gerust. Maarja, het kan van alles zijn en ik had al een beetje zo een vermoeden. Max en Nanouk waren een paar dagen later dan mij weg gegaan. Daardoor heeft de waterfles in onze keuken zo een twee weken stilgestaan, en dat is natuurlijk niet goed. Zonder na te denken daarover heb ik gewoon vrolijk water gedronken hieruit en dat was de boosdoener. De rest van de dag heb ik alleen maar een beetje in mijn bed doorgebracht om uit te zieken. In de avond werd Nanouk thuisgebracht door Arnold en Joni. Zij was met de mensen van de office blijkbaar in Maconacon geweest de afgelopen dagen voor een educatieprogramma. Als we dat geweten hadden waren we natuurlijk langs geweest, maar communicatie is niet het sterkste punt van de Filipijnen. Mark wist blijkbaar wel dat Joni daar was met iedereen, maar heeft er niets over gezegd. Toen Nanouk en ik een beetje aan het praten waren bij het huisje kwamen er ineens 3 Filipijnse mannen langs. Twee van hun kwamen uit Ilagan en zij werkten als onderzoekers. Toevallig waren zij net een paar dagen hier op de campus om onderzoek te doen naar de biodiversiteit van alle herpetofauna (reptielen en amfibieën) hier. Ze gingen langs de weg lopen op zoek naar van alles wat hier leefde, ik wou wel even mee met ze. Onderweg vonden we van alles, nachtzwaluwen, kikkers, padden, maar helaas geen slangen. Zij wouden erg graag een slang vangen en dat vond ik niet erg. Ik kan niet terug naar Nederland zonder een wilde reticulated python gezien te hebben heb ik met mezelf afgesproken. De derde vent was verassend goed in Engels. Gewoonlijk kan je maar een aantal woorden met een Filipino uitwisselen en dan zijn hun woorden op, maar deze man kon erg goed Engels. Hij forestry gestudeerd aan de ISU hier, en heeft zelfs een jaar in Nederland gestudeerd. Raad maar eens waar… van Hall Larenstein natuurlijk, mijn school. Hij heeft precies dezelfde modules gevolgd die ik ook in mijn derde jaar heb gedaan, inclusief de module waarbij we naar Polen gingen. Ik was wel benieuwd naar zijn ervaringen in Nederland, en we hebben meer gepraat die avond dan naar beesten gezocht.

25-09 & 26-09: Te ziek om iets te doen

Helaas waren deze twee dagen het hoogtepunt van de infectie die ik opgelopen had van het drinkwater en heb ik alleen maar in mijn bed en voor de deur doorgebracht. Er is dus niet veel spannends gebeurd deze twee dagen dus niet veel om over te schrijven.

27-09: Terug in de office

Ik voelde me gelukkig weer goed vandaag en in de ochtend had ik met Mark afgesproken om onze data te gaan verwerken die we verzameld hadden tijdens de afgelopen week. Mark kwam niet opdagen omdat hij weer uit het niets druk was dus ging ik maar zelf aan de slag. Alle dataverwerking ging vrij gemakkelijk tot ik aankwam bij de habitat assessment. Dit hadden onze guides namelijk opgeschreven, en hun handschrift was echt onmogelijk om te ontcijferen. De namen van de bomen hadden ze ook opgeschreven in hun eigen taal, Tagalog of Ilokano dus ik kon ook niet makkelijk een Engels woord afleiden. Maar daarbuiten, al kon ik het lezen, zat ik alleen met de lokale naam van de boomsoort waar ik nog steeds niets aan had. Gelukkig was daar mijn reddende engel Bernard, die mij zag struggelen achter mijn laptopje. Hij had de bijbel voor mij, waarin alle lokale namen van boomsoorten instonden (alle 90+ dialecten). Hier hoefde ik gelukkig alleen nog maar de naam te ontcijferen en op te zoeken in het boek, en dan stond de Latijnse naam erachter. Daar kon ik gelukkig wel iets mee, alleen moest ik wel even zorgen dat ik wist wat er opgeschreven stond op papier. Het handschrift van Jaime viel wel mee gelukkig, maar die van Matteo, jesus christ. Het was net alsof je een 3 jarig kind een vel papier en een pen geeft en die er even lekker op los krabbelt, zo erg was het echt. Na twee field forms gedaan te hebben (alsnog met de helft open) kreeg ik te veel hoofdpijn ervan en moest ik echt even iets anders gaan doen. Omdat er zo veel dialecten zijn in de Filipijnen staan heel veel namen ook nog eens dubbel in het boek. Dus als je iets ontrafeld heb, betekend dit nog niet dat je de boomsoort hebt. Bijvoorbeeld Yakal, een van de bomen die we tegengekomen zijn in onze transects. In het boek stond 20 keer Yakal, met alle 20 een andere Latijnse naam erachter.. kies er dan maar eentje uit ja. Uiteindelijk ben ik maar teruggegaan naar het huisje omdat ik mij nog steeds niet fantastisch voelde en niemand kon mij helpen op de office omdat het chaos was. Merlijn kwam namelijk aan deze week en dat betekende dat er eindelijk een keer hard gewerkt moest worden. Op de office zit iedereen het liefst de hele dag op zijn telefoon en een beetje tegen elkaar aan te lullen. Merlijn is de big boss, dus het werk wat uitgesteld was de afgelopen tijd moest ineens af. In het begin van de middag was Max ook nog thuisgekomen van zijn eerste keer field work in San Mariano. In Cabagan hebben we weer genoeg eten en bier ingeslagen voor de komende dagen en later met zijn 3’en onze ervaringen van de afgelopen tijd uitgewisseld over ons field work.

28-09: Meer bomen

Vandaag was Mark wel in de office gelukkig. Samen met hem zijn we een aardig eind opgeschoten met de boomsoorten uit te zoeken maar we waren er nog lang niet. Hij had wel iets meer kennis over de boomsoorten en kon ook veel makkelijker de woorden herkennen die er stonden want dat was ook zijn taal. Dat mocht ook wel want hij studeert namelijk forestry, dus ik verwacht wel dat hij een beetje kennis heeft. Helaas kon ook hij het handschrift van Matteo niet ontcijferen dus in onze datasheets zijn nog een paar open plekken. Wat later op de dag gingen we weer terug naar de markt om wat verse dingen te kopen voor de barbecue die we gepland hadden met ons 3’en die avond. We moesten even genieten van de stilte voor de storm, want de komst van Merlijn zou ook wat voor ons gaan betekenen. Hij is namelijk de supervisor van ons alle drie, en wij hebben maar twee weken de tijd om begeleiding van hem te krijgen want daarna gaat hij alweer weg. Gisteren is hij al aangekomen in Manilla en zou spoedig verschijnen op het terrein van de ISU waar hij zijn huis heeft. Met onze machetes gingen Max en ik weer op jacht naar wat hout om het vuurtje aan te steken voor de barbecue. Max en Nanouk wouden zo nodig het vuur aansteken, maar het leek absoluut nergens op. Met een aansteker onder een veel te dikke tak het vuur aan willen steken.. ze konden wel een lesje survival gebruiken. Na wat tips die ik ze gegeven had was het vuur na denk ik een uur eindelijk aan en kon de barbecue beginnen. Nanouk ging vroeg naar bed want zij had de volgende dag een uitstapje naar San Mariano en Baggao. Daar ging zij een site bezoeken waar haar onderzoeksonderwerp, de Isabela Oriole, voor kon komen en dat ging zij checken. Daar ging ze samen heen met Joni, die eigenlijk de Oriole onderzoekt en haar veel helpt. Joni werd in Baggao geïnterviewd voor National Geographic als ik het goed heb en daar zouden zij ook Merlijn ontmoeten. Zij hadden daar weer een educatieproject over de Filipijnse krokodil met de hele Mabuwaya staff. Wel raar dat alleen Nanouk daarvoor gevraagd wordt om mee te gaan, dit was al wel vaker voorgekomen. Omdat zij zo close is met Joni krijgt ze over van alles te horen over de uitstapjes en dit soort dagen van de Mabuwaya staff en Max en ik niet. Ik zou het ook wel leuk vinden om mee te gaan met dit soort dingen, maar ik hoor er alleen niks over... beetje jammer van de mensen op de office. Maar goed, Max en ik kwamen de avond wel door met een fles Bacardi.

29-09: Kikkers

Overdag heb ik een beetje verder gewerkt aan de vertaling van alle bomen want dat was nog steeds niet klaar. Gelukkig was ik aan het eind van de middag er echt bijna klaar mee en moest ik alleen nog de puntjes op de i zetten, dat kwam maandag wel. Het begon namelijk met regenen en de mensen die nog op de office waren wouden daardoor naar huis toe want anders moesten zij door de regen naar huis door de harde regen. Het begint hier altijd eerst met een beetje waaien, donkere wolken en miezerregen voordat het losbarst. Max en ik gingen toen maar thuis film kijken tot het inderdaad de stortregen begon en we naar binnen moesten. Zelfs als je buiten onder ons afdakje zit ben je niet veilig voor deze regen. Een leuk extra’tje wat altijd meekomt met de regen zijn kikkers. Nee, ze komen niet uit de lucht vallen maar zijn extra actief in de regen. Normaal gesproken lopen er al veel kikkers (bull frogs) rondom en bijna in het huisje, maar zij zijn niet het probleem. Een wat kleinere kikkersoort maakt echt een teringherrie als het regent. Eentje maakt mij niet zo veel uit maar ze zitten altijd met 20+ naast ons huis een concert te geven. De studenten die hier voor ons waren hadden namelijk het fantastische idee om zelf een zwembad te gaan graven naast het huis. Ver zijn ze niet gekomen omdat ze er geen zin meer in hadden, en nu is er alleen een kleine poel van terug te zien. Als het geregend heeft dient deze poel als paradijs voor deze kikkers en gaan zij serieus zo lang door tot er geen water meer in zit. Dat kan soms dagen duren voordat het stil is. Ze slapen ook niet, nee ze gaan 24/7 door met geluid maken, en keihard. Als je zou weten hoe hard dit geluid is, zou je weten hoe gek wij er van worden soms en echt alle kikkers op de campus uit willen moorden. In de avond moesten we even ontsnappen aan het geluid en besloten wij langs te gaan bij de dormitory. Hier slaapt een deel van de studenten die aan de ISU studeren door de weeks. Wij wouden wel even weten wat er in het weekend gaande is in de dorm. Het is best dicht bij ons huis en het klinkt altijd wel gezellig met muziek en gelach van de studenten. Dat wij aankwamen zagen we al dat het een dooie boel was. Er zaten twee jongens buiten te bellen, dus we gingen maar even een kijkje binnen nemen. Toen we gespot waren werd er meteen gegild door de meisjes die op de bovenverdieping TV aan het kijken waren. Ze waren te zenuwachtig door ons om te praten en richtten zicht alleen maar op de TV. We vroegen ze of er wat te doen was in het weekend hier maar dat was er niet. Bijna iedereen gaat in het weekend naar huis en er zijn echt maar een paar mensen die in het weekend in de dorm blijven. Het bezoek was dus helaas maar van korte duur. We gingen een beetje op tijd slapen want we wouden de volgende dag wat leuks gaan doen.

30-09: Callao caves

Al een tijdje stond op de agenda om de grotten in de buurt te bezoeken en dat gingen we vandaag doen. Er was keuze uit meerdere grotten maar we hadden van Nanouk een bericht gekregen dat we echt naar de Callao caves moesten omdat het daar erg mooi is. Zij was er namelijk de dag ervoor geweest met de mensen van Mabuwaya. De Callao caves liggen in de buurt van Tuguegarao, dus we moesten die kant op. We waren naar de weg gelopen waar we gingen wachten tot er een bus aankwam. Eenmaal gedropt in Tuguegarao werden we meteen overspoeld met trycicle bestuurders die ons naar de caves wouden brengen. Voor 700 peso’s wou eentje wel de hele dag met ons meegaan, maar wij hadden gehoord dat we niet meer dan 250 moesten betalen. Hij wou ons wel brengen naar de tryicle departure plek voor de callao caves. Hier hebben wij wel iemand zo gek gekregen om voor 250 peso’s de hele dag met ons mee te gaan naar de Callao caves. Na een uurtje in de tryicicle waren we aangekomen bij de caves. We zaten alleen nog aan de verkeerde kant van de rivier, het was namelijk aan de overkant. Handig trucje van de Filipijnen, want we moesten entree betalen voor het park en ook nog eens 40 peso’s per persoon om de rivier van 20 meter breed over te steken. Wij moesten ons kaartje laten zien voordat we naar binnen mochten en eigenlijk moesten we ook nog een guide meenemen, maar daar hadden wij schijt aan. Zo groot was het ook weer niet dat je daar kon verdwalen. Na een paar 100 traptreden waren we bij de ingang van de cave waar overal zwaluwen rondvlogen die hun nest hadden gebouwd tussen de stalagmiet wat naar beneden uitstak. In het begin van de grot was een kerk gebouwd met allemaal banken en een altaar aan de voorkant. Na wat glibberen en glijden kwamen we aan bij de eerste open plek van de grot. Er zat een gat aan de bovenkant waar het zonlicht binnenkwam. Echt een prachtig zicht omdat er ook allemaal bomen en planten groeide aan de opening en op de plek waar het licht scheen. Er waren zo ongeveer zo een 7 van dit soort openingen in de grot maar de laatste hebben wij niet gezien. Aan het eind van de grot was een kleine doorgang die leidde naar de 7e (en allermooiste) opening in de Callao cave. Het was alleen zo krap dat er volgens mij alleen maar Filipijnen doorheen passen en daarom hebben we deze maar overgeslagen. De rest van de grot was overigens heel open en was gewoon tien meter hoog, dus het was niet zo dat we overal moesten kruipen. Er was wel een kruipgrot, die zat ernaast. We overwogen om daar ook heen te gaan, maar dan had je echt een guide nodig en moest je ook nog eens veel voor betalen. Daarboven waren we er niet echt op gekleed in onze korte broek, en de mannetjes daar waren veel te opdringerig. Ik zei tegen Max, laten we even wat lunchen, en dat pikte een Filipijns vrouwtje op. Zij waren aan het picknicken en vroegen of wij ook wat te eten wouden. Prima, dachten wij en we gingen er gezellig bij zitten. Over gastvrijheid en gulheid gesproken staat de Filipijnen echt op nummer 1 van alle landen waar ik tot nu toe geweest ben. We mochten de restjes van het toetje meenemen naar huis van ze. Toen we weer terug naar onze trycicle driver liepen riep er een groep mensen naar ons en zeiden dat we naar ze toe moesten komen. Het waren een aantal studenten van onze leeftijd die in het weekend met zijn alle bij de rivier aan het chillen waren. Ze vroegen of we een shotje Emperador (ons nieuwe favoriete drankje) wouden, en daar zeiden we geen nee tegen natuurlijk. De bedoeling was een shotje maar vervolgens hebben we daar twee uur met hun gezeten want het was best wel gezellig. Ik vind het altijd wel leuk om nieuwe mensen hier te ontmoeten en een beetje over de levensstijl in de Filipijnen te leren. Ze vroegen of we mee wouden zwemmen in de rivier, maar we hadden geen droge kleren mee dus helaas. Inmiddels weten wij wel wat de Filipijnen met zwemmen bedoelen, het water inlopen en dan door je knieën gaan. De tryicicle driver was nog steeds op ons aan het wachten en we gingen met hem terug naar Tuguegarao. Max moest nog wat kaartjes hebben voor zijn GoPro en daarna hebben wij natuurlijk even avond gegeten in de McDonald’s. In de McDonald’s was een feestje gaande en er was zelfs een band aan het spelen. Er stonden kratten vol met kip en patatjes voor het feestje. Een kindje was namelijk 1 geworden, en dat moest uitgebreid gevierd worden… in de McDonald’s. Op de terugweg naar de bus zijn we nog even mooi opgelicht door een trycicle driver die ons 50 liet betalen voor een stukje wat twee minuten lopen was. Terug met de bus werden wij voor de deur van de campus afgezet en hoefden we alleen nog maar naar boven te lopen voor ons huis.

01-10: Hanengevecht

Max wou heel graag een hanengevecht zien hier in de Filipijnen en dus gingen we ernaar op zoek vandaag. Ik was er ook wel benieuwd naar, ook al is het zielig om twee hanen tot de dood met elkaar te laten vechten zonder een uitweg. Maar goed, het gebeurt toch wel hier, dus kan ik het beter een keertje meemaken dacht ik. We gingen op naar San Pablo (ligt net achter Cabagan), waar een arena was voor de hanengevechten. We liepen weer naar de weg toe om een van te pakken naar San Pablo toe. Lekker rustig in de van dachten we, want normaalgesproken zit hij helemaal vol en nu zaten er een handvol mensen in. Maar daar kwam snel verandering in.. bij de markt van Cabagan moesten we eruit want hij had niet genoeg passagiers en moesten we naar een andere van. We hebben hem overigens ook helemaal niet betaald voor dat stukje omdat hij er niet om vroeg. Deze van zat toch een stukje voller dan de andere. De bankjes in de van zijn gemaakt voor 3 mensen maar nu zaten wij met zijn 5’en op een rij. De mensen in de van hadden ook net boodschappen gedaan op de markt, dus er hing een rotte vlees en groente lucht in de van. Gelukkig hoefden we niet lang te blijven zitten omdat de arena best dichtbij was. Bij de arena was letterlijk en figuurlijk geen kip te bekennen. We wisten alleen waar de gevechten waren maar niet hoe laat. Tijd voor een vragenronde aan de mensen die hun mais aan het drogen waren langs de weg. Geen van hun sprak een woord Engels en kon ons dus niet vertellen wanneer het gevecht was. Daar stonden we dan, in the middle of nowhere, bij een lege arena bedoeld voor hanengevechten. Terug dan maar om wat boodschappen op de markt te doen. Eenmaal op de markt zagen wij iets wat ons wel beviel, een hakbijl. Best handig voor als we een vuurtje gaan maken voor de barbecue, want houthakken met de machetes schiet voor geen reet op. De bijl was helaas nog niet af, we hebben een aanbetaling gedaan en dan konden we hem woensdag ophalen als er weer grote markt is. 450 peso’s kostte hij in zijn totaliteit, mooie prijs voor een bijl. In de avond hadden we een fles ‘Emperador Hot Shot’ opengetrokken. Emperador is brandy, en deze had een kaneelsmaakje waardoor het zogenaamd ‘hot’ was. De muziek moest op vol volume om boven de kikkers uit te komen, en toen de fles al voor driekwart op was kwam er een auto aangereden. Hierin zaten Merlijn, Joni en Nanouk die terugkwamen van hun trip. Niet echt de beste manier om je supervisor te leren kennen na driekwart fles likeur, of juist wel.. Hij had niet echt veel tijd omdat hij moe was dus hebben we kort gepraat met elkaar. Morgen was hij op kantoor dus dan konden we wel even wat beter met elkaar praten.

02-10: Overleg

Na een fles Emperador staat je wekker oorspronkelijk niet om 6 uur, maar vandaag moest wel. Merlijn was teruggekeerd op de office na een tijd afwezigheid in de Filipijnen dus er stond druk op de ketel. Je kon het merken aan de sfeer in de office. Iedereen was op tijd en ook nog eens aan het werk. In het begin van de ochtend hebben wij een kort gesprek met Merlijn gehad over een probleempje waar wij alle drie mee zitten. Wij moeten namelijk maandelijks 5.000 peso’s aan Mabuwaya betalen, en wij weten niet waarvoor. In de student guidelines van Mabuwaya staat dat het is voor logistieke regelingen (permits), assistence van de staff en use of the office. Maarja, die permits zijn kopieer en plakwerk (en daar hebben ze nog steeds moeite mee), assitence van de staff is er ook niet echt omdat je voornamelijk met je eigen ding bezig bent waar niemand echt verstand van heeft. Als laatste de use of the office facilities.. we zitten er wel om ons werk te doen maar veel toegevoegde waarde heeft de office niet echt. Ik drink er wat water ja.. de wifi is niet eens goed genoeg om je mail te openen en verder is er niet echt veel. Dus daarom wouden wij even wat meer duidelijkheid hebben van Merlijn over de 5.000 peso’s, want wij hebben het gevoel dat we voor lucht betalen. Want oja.. er is ook airco in de office. Merlijn moest weer weg want er was overleg met de Mabuwaya staff waar wij in de middag ook bij moesten zijn want dan gingen ze de planning voor de komende twee weken doornemen. In de loop van de dag waren Max en Nanouk alweer naar het huisje gegaan omdat ze daar dingen te doen hadden. Dat betekende dat ik alleen de studenten moest vertegenwoordigen in de ‘short planning meeting’, die vervolgens drie uur geduurd heeft. Al duurde het lang, het was wel interessant om de plannen voor de komende weken te weten want er ging namelijk veel gebeuren. Als eerste stond het vrijlaten van drie Filipijnse krokodillen op het programma. Dit zou deze week gaan plaatsvinden in San Mariano. Voor het vrijlaten van deze drie krokodillen waren er helemaal gasten uit Australië uitgenodigd. Dit waren twee mensen die werken voor de Zoo’s Victoria, een van de grootste sponsoren van de Mabuwaya foundation. Het was dus belangrijk om een goede relatie met deze mensen te behouden en hun ook op de hoogte te houden van de voortgang van de projecten die Mabuwaya heeft lopen. Ann, die een hele hoge functie in het bestuur van de dierentuin heeft zou donderdag komen. Een dagje later dan Chris, de man in leiding over de reptielenafdeling in de dierentuin. Op dezelfde dag dat Chris arriveert komt ook een Filipijns meisje, Dane, die voor Mabuwaya gaat werken. Met andere woorden, veel belangrijke visite in korte tijd. Voor dit vrijlaten waren 3 dagen gepland; heenreis, vrijlaten en terugreis, want daarna moesten Chris en Ann weer terug naar Australië omdat hun leven natuurlijk ook niet stilstaat. Na het weekend stond de trip naar Subic Bay gepland, waar iedereen al wekenlang naar uitkeek. Subic Bay ligt dicht bij Manilla, en is erg toeristisch door de vele dingen die er te doen zijn en uiteraard de prachtige stranden die daar te vinden zijn. Deze trip naar Subic heeft twee doelen; het dient als een leuk uitje voor het team en gaat ook leerzaam zijn. Buiten het Mabuwaya team gaan ook mensen van de MENRO, LGU’s en DENR mee uit de kustregio’s (Baggao, Divilacan, Dinapigue). Het is de bedoeling dat deze mensen wat gaan leren over Flying Fox en zeeschildpadden conservatie. Beide soorten komen in zowel de kustregio’s en Subic voor, dus een uitstekende gelegenheid. In Subic staan ook allemaal lezingen en activiteiten op het programma voor zowel ons en de gasten. De komende twee weken zouden dus leuk gaan worden, want we zitten bomvol activiteiten. Door de lange vergadering was het inmiddels alweer tijd om te gaan eten en voor het slapen nog een film te kijken want we moesten van alles voorbereiden de volgende dag.

03-10: Blind

In de ochtend had ik met Mark afgesproken om de laatste bomen af te handelen. Na een half uurtje begon ik een beetje last van mijn oog te krijgen. Bijvoorbeeld de letter M kon ik niet meer goed zien, hiervan viel de helft weg en werd een N. Maarja, ik ging maar gewoon door met werken maar met de seconde werd het erger tot het punt dat er een wazige vlek op mijn linkeroog zat. Dat was natuurlijk niet helemaal goed dus ik raakte een beetje in paniek. Ik heb Mark maar naar huis gestuurd omdat ik zo niet verder kon werken en ik mijn oog een beetje rust wou geven. Het bleef maar erger en erger te worden en ik liep met Max naar huis zodat ik thuis even in bed kon rusten. Halverwege de wandeling naar het huisje leek het alleen nog maar of ik met mijn rechteroog kon zien en toen dacht ik ‘omkeren en naar het ziekenhuis toe’. We gingen weer terug naar de office om daar met de auto naar het ziekenhuis te gaan. Daarvoor heb ik eerst even mijn oog gewassen de badkamer bij de office en vervolgens nog uitgespoeld met wat water. Het dichtstbijzijnde ziekenhuis hier ligt in Tuguegarao, dus op een uur afstand. Ik wou het toch nog even aankijken na het uitspoelen dus ging maar op een bankje liggen met mijn oog dicht. Daar lag ik dan, op een veel te klein bankje, shirt en broek zeiknat van het water met mijn hand voor mijn oog. Gelukkig begon het wel beter te gaan met mijn oog, de plek verdween en ik kon weer een beetje beter zien. Toch maar niet naar het ziekenhuis toe.. gelukkig. Blijkbaar zat er gewoon een vuiltje in mijn oog, want twee uur later was hij alweer de oude. Het was alleen een beetje geïrriteerd door al het water wat er doorheen gespoeld was. Op zich vond ik het achteraf best grappig als je erover nadenkt, al die paniek die ik iedereen (inclusief mezelf) aangedaan heb door een vuiltje in mijn oog. Maar op het moment zelf was het voor niemand echt grappig. Het ging weer dus moest ik mijn presentatie maken voor morgen als Chris er zou zijn. Als hij aankomt morgen gaat eerst iedereen presentaties geven over de projecten van Mabuwaya en de voortgang hiervan. Ook wij, de studenten, mogen even een kort praatje houden over waar wij mee bezig zijn. In de avond hebben wij maar weer film gekeken met de speaker aan om boven het kabaal van de kikkers uit te komen.

04-10: Chris

Arnold ging in de ochtend naar Tuguegarao toe met de auto om Chris op te halen van het vliegveld, terwijl iedereen in de office de laatste voorbereidingen deed. De avond ervoor had ik een sms’je gekregen van een meisje hier op de campus over de elektriciteit. Precies vandaag, op de dag van de belangrijke presentaties gingen ze onderhoud doen aan de elektriciteitspalen in heel Cabagan. Dat betekende van 8 uur ’s ochtends tot en met 5 uur in de middag geen stroom, lekker handig. Gelukkig was er een generator aanwezig in de office waardoor het feestje wel door kon gaan. Tijdens lunchtijd waren Arnold en Chris terug van Tuguegarao en Dane was ook al gearriveerd in de office. Tess had een buffet geregeld bij de kantine en we hebben even met zijn alle geluncht voordat de presentaties gingen beginnen en een beetje kennis gemaakt met elkaar. Chris is al op leeftijd en is iemand met veel ervaring. Hij heeft zichzelf helemaal naar boven gewerkt in de organisatie. Hij was ooit begonnen als schoonmaker in de hokken van de dieren en nu is hij curator van de reptielenafdeling. Dane, is pas 21 en heeft DEFCOM gestudeerd, waarvan ik nog steeds geen idee van heb wat het eigenlijk is. Filipijnen houden van afkortingen, maar dan ook echt voor alles, wat af en toe best verwarrend is. Wij kregen tijdens de presentaties ook wat meer inzicht over de projecten die Mabuwaya deed, maar het ging voornamelijk over de Filipijnse krokodil. Dat was ten slotte het dier waar we iets voor gingen doen de komende paar dagen. Bij de presentaties zaten ook nog een paar DEFCOM studenten die ze ergens van de ISU geplukt hadden. Na 4 uur presentaties gehad te hebben zat iedereen er wel een beetje doorheen. Mede doordat de airco het niet deed omdat er geen stroom was en het weer eens 35 graden was. Tijd om om te kleden thuis, want we gingen met zijn allen uiteten die avond. Het restaurantje waar we gegeten hebben zat langs de weg naar Cabagan toe en we kregen van alles geserveerd, van ‘italiaanse’ pasta tot pansit Cabagan aan toe. Om klokslag 8 uur moesten we ineens weg uit het restaurant want we hadden maar voor bepaalde tijd gereserveerd. Als er geld te verdienen valt dan zijn de Filipijnen ineens wel heel erg gefocust op de klok heb ik inmiddels al gemerkt ja. We waren inmiddels met zijn 3’en in het huis aan een The Hobbit en Lord of the Rings marathon begonnen, dus vanaf nu moest er elke avond film gekeken worden.

05-10: San Mariano

Voordat we naar San Mariano konden moesten we wachen tot Ann gearriveerd was. Op de office was niets meer te doen dus gingen we maar in de ochtend film kijken tot het zo ver was. Rond lunchtijd gingen we naar de office toe om onze spullen daar te droppen en even wat te eten. De meiden hadden overnacht op de office om ’s nachts hun werk af te maken want anders konden zij niet mee naar San Mariano toe. Eenmaal weer terug op de office na de lunch waren ze al begonnen aan ook een korte presentatie voor Ann zodat zij ook op de hoogte was. We hadden een kleine weddenschap hoe ze eruit zou zien, maar helaas had Max die gewonnen. Ze had kort rood haar, net als de gemiddelde Nederlandse huisvrouw een paar jaar geleden. Op de office hadden ze een busje gehuurd waarmee wij naar San Mariano gingen. De belangrijke mensen, Chris, Ann, Merlijn en Tess gingen met de auto heen. Het was ongeveer twee uur rijden tot we aankwamen in het resort in San Mariano. Hier zat de rest al op ons te wachten en het eten stond al op tafel. De burgemeester van San Mariano, zijn vrouw, en nog een paar mensen van de LGU waren ook aanwezig. Zij gingen ook mee met de vrijlating van de krokodillen van morgen. Buiten hun gaan ook zo een twintig studenten uit San Mariano mee zodat zij het belang van dit dier in hun natuur gaan realiseren. De bedoeling was dat iedereen ging slapen in het resort, maar ik ging liever met Arnold, Bernard en Amante mee naar de rearing station om daar te slapen. De rearing station is een plek waar ze allemaal krokodillen houden, ook degene die wij vrij gaan laten. Als mensen in de regio van San Mariano een krokodillennest vinden moeten ze dit reporten aan Mabuwaya. Vervolgens halen mensen van Mabuwaya de eieren uit het nest om ze vervolgens veilig uit te laten komen. De eerste twee jaar van een krokodil zijn de gevaarlijkste, en omdat er zo weinig over zijn doen ze dit uit voorzorg. De eerste twee jaar van hun leven brengen de krokodillen dus door in de rearing station voordat ze weer vrijgelaten worden in het wild. Daarbuiten kunnen ze de krokodillen hier ook taggen zodat zij later weer herkent kunnen worden als iemand ze tegenkomt in het wild. In de lobby van de rearing station staan drie aquaria van drie verschillende nesten waar allemaal baby krokodillen in zitten. Buiten de rearing station staat nog een huisje waaromheen vier verschillende krokodillenverblijven zitten. Twee hiervan zitten vol met krokodillen van ongeveer twee jaar oud (die wij vrij gaan laten). De andere twee zitten volwassen krokodillen in, een mannetje en een vrouwtje. In de avond gingen we nog even schaken onder het genot van wat red horse en later wat gin natuurlijk.

06-10: Crocodile Release

Wij moesten vroeg op staan bij de rearing station want wij moesten de krokodillen klaar maken voor vertrek. Om 5 uur stonden we al bij het verblijf om ze te vangen. Bernard, Amante en Munding (werkt bij rearing) gingen het klusje wel even klaren. Heel groot zijn ze overigens niet, pas 60cm na twee jaar. Zodra we te dichtbij kwamen doken ze allemaal onder water en moesten ze gaan grabbelen in het poeltje. Na een tijdje hadden ze er een aantal gevangen en de drie beste uitgekozen die vrijgelaten gingen worden. We gingen weer de rearing station in om wat laatste metingen bij de krokodilletjes te doen voordat ze ‘ingepakt’ gingen worden. De krokodillen werden stuk voor stuk gewogen, alles werd gemeten, en als laatste kregen ze een mark in hun staart waaraan ze herkend kunnen worden later. Uiteindelijk gingen ze allemaal in hun eigen regenpijp met een gat erin voor lucht en beide uiteinden werden afgeplakt met tape zodat ze niet konden ontsnappen. De eerste student was inmiddels al gearriveerd om half 7, maar wij moesten eerst nog even gaan ontbijten bij het resort. Eenmaal terug van ons ontbijt bij het resort waren alle studenten inmiddels aangekomen bij de rearing en was het tijd voor een presentatie van Tess en Merlijn. De presentatie werd op een beetje kinderachtige manier gegeven vonden wij. De studenten waren inmiddels al een jaar of 16, dus het had wel een tikkeltje volwassener geworden. Zo gooiden Tess en Merlijn een denkbeeldige bal over, en als je in bezit was van die bal mocht je praten.. Maar ja, dat is eenmaal hun manier van aanpak en als het effectief is voor de kinderen dan moet je dat vooral blijven doen. Na de presentatie was het tijd om te gaan naar Dunoy lake, waar we de krokodillen los gingen laten. Het was zo een twee uur rijden en daarvoor waren twee grote trucks gehuurd. Een voor de studenten en een voor de mensen van Mabuwaya en de LGU’s. Alhoewel je veel beter zat in de Mabuwaya truck, vonden Max en ik het toch veel leuker om bij de studenten te gaan zitten. We zaten wel helemaal achterin de truck en moesten ons dus goed vasthouden want anders donderden we eruit. Het eerste deel van de rit was door San Mariano heen en was wel een oké weg, tot we bij de rivier aankwamen. Onze truck ging als eerste door de rivier heen, maar de anderen bleven maar stil staan aan de overkant. Ze waren namelijk de lunch vergeten en die moest weer opgehaald worden bij de rearing station. Lekker slim weer! En daar ging weer een uur verloren. We moesten zeker nog twee uur rijden en de studenten moesten ook nog eens naar huis die avond want zij konden niet daar slapen. Arnold kwam weer stressvol aangescheurd met de auto, dit keer met lunch gelukkig, en we konden weer verder. Hoe verder we door de Barangays reden hoe slechter de weg werd. Overal op de weg lagen dikke stenen waardoor je een halve meter de lucht invloog als ze eroverheen reden. Ook was de weg uiteraard niet recht en liep gewoon scheef af waardoor het eruitzag alsof de truck om zou vallen. Als we tegen de berg opreden schoof het hele zootje mensen naar achter en wij moesten ons dan extra goed vasthouden om niet overreden te worden door de andere truck achter ons. Op een gegeven moment kwamen we zelfs vast te zitten in de modder toen we bergopwaarts reden. Wat nu? We zijn op driekwart van de rit en omkeren was absoluut een optie omdat de weg te smal was. Gelukkig zat voorop de truck een haak en een sterk metalen kabel waar de truck zich mee voort kon trekken. Dat moest natuurlijk eerst ergens aan vast, en dat gingen wij wel even regelen. Met zijn alle trokken we de kabel naar voren en Bernard maakte hem vast aan de dikste boom die er was. We zaten ook nog eens midden in een bocht dus we moesten hem nog een keer vastmaken aan een andere boom. Deze was zo een 5 keer zo dun, maar ze hadden er wel vertrouwen in. Max zei: ‘Wedden dat hij omgaat’, en voordat ik eigenwijs echt niet gezegd had ging de boom al. Iedereen rennen voor zijn leven natuurlijk, want dat wil je niet op je pannetje hebben. Op zoek naar een betere boom dan maar, dat ging gelukkig wel goed en we hadden de top van de heuvel bereikt. Een deel van de studenten is maar uitgestapt omdat ze het helemaal gehad hadden en wouden lopen. Tijdens de rit waren sommigen echt doodsbang, ze zaten te gillen en sommige zelfs bijna te huilen in de truck. De angst was aan hun koppies af te lezen, en toen we ze vroegen of ze ooit terug wouden hierheen zeiden ze meteen nee. Tijdens het uitstappen van de truck maakte een van de oudere leraressen van de school nog een mooie koprol op de steken en viel bijna de rivier in. Gelukkig heb ik die nog even kunnen redden. We moesten alleen nog bergafwaarts en dat vonden ze wel prima, al kwamen we twee keer weer bijna vast te zitten omdat de weg zo modderig was. Uiteindelijk waren we aangekomen bij ons eindpunt waar we eerst even moesten lunchen voordat we op stap konden. Onderweg naar de release plek moesten de kinderen een soort bingo spel doen, verzonnen door de Mabuwaya. Ze moesten dingen vinden uit de natuur en als ze een heel rijtje gevonden hadden (bingo hadden) mocht diegene een van de krokodillen loslaten. Het dorpje lag aan de Sierra Madre, en de grens van de Sierra Madre was een rivier die we over moesten steken. Er lag een klein houten bootje waarin om de beurt mensen naar de overkant gebracht werden. Arnold was de bootsman, maar toen wij hem half zagen verzuipen in het midden van de rivier moesten Max en ik maar even ingrijpen. Met iedereen veilig aan de overkant konden we verder en betreden wij de Northern Sierra Madre National Park. We liepen over een klein paadje waar genoeg mensen onderuit gegaan zijn omdat het spekglad was. De Mabuwaya staff was al vooropgegaan en stonden bij het meertje te wachten met de krokodillen. Het was tijd om ze los te gaan laten, en we stonden met zijn 30’en op een paar vierkante meter. Als eerste mochten de mensen van de LGU een krokodil loslaten. Die krokodillen hadden natuurlijk ook de tocht in de truck meegemaakt en waren best gestrest. Gelukkig deden ze dit best snel en de student die die bingo gewonnen had liet de krokodil ook best snel gaan. Toen was Ann aan de beurt om de laatste krokodil los te laten en toen ging de hele trukendoos open. Merlijn toverde een drone uit zijn rugzak waarmee hij het ging filmen. Toen ik de krokodil uit de buis pakte piste hij meteen over mijn hand heen, zo gestrest was deze. Alle camera’s die aanwezig waren gingen ook op filmstand voor Ann, want zij was tenslotte de belangrijkste persoon. Na wat gepraat en de krokodil een naam gegeven te hebben liet ze hem los. In plaats van dat de krokodil het water in ging, rende hij meteen de bosjes in omdat hij zo verward was. Dat viel mij niet zo lekker, maar ik snap natuurlijk van Mabuwaya uit dat je deze mensen wel een beetje in de spotlight moet zetten. Nadat de laatste krokodil weer vrij was gingen de studenten weer naar huis toe en wij gingen naar een hideout waar je over de hele Dunoy lake kon kijken. We moesten hier wachten tot het donker was zodat we een crocodile survey konden doen. In het daglicht zijn de krokodillen niet te zien van een afstand als ze in het water zitten maar als je ’s nachts met licht op hun ogen schijnt kan je ze heel makkelijk zien. Ik had geen zin om te wachten dus ging ik maar met Bernard en Max terug om de zaklampen te halen. Eenmaal weer terug bij de hideout begonnen we met schijnen. Er waren een paar krokodillen in het meertje, dat schreven ze op en toen gingen we terug naar de release plek om nog meer te vinden. De drie kleine krokodilletjes zaten nog steeds in het gebied waar we ze los hadden gelaten en Bernard spotte ook een pasgeboren krokodil. Hij kreeg hem helaas niet te pakken zodat hij hem kon taggen, maar dit betekende wel dat er nog een nest in de buurt was die zij gemist hebben. In de tussentijd hadden Arnold en Amante een heerlijk avondmaal voor ons voorbereid en na het eten moesten we naar bed want de volgende ochtend hadden we een bird survey om 5 uur. Ik had weer de goede slaapkamer uitgekozen, naast het huis stonden twee varkens aan een touwtje die lekker aan het knorren waren toen ik wou gaan slapen.

07-10: Terug naar Cabagan

Het regende in de ochtend, en dat betekende geen bird survey helaas. Wat later op de dag zouden nog wat schoolkinderen langskomen uit de barangays hier waar Mabuwaya schoolspullen aan uitdeelde. Zij hadden natuurlijk ook geen zin om door de regen te gaan lopen en pas toen het droog was verschenen de eerste kinderen. Tess gaf een praatje in een van de Filipijnse dialecten, dus wij konden er helemaal niets van volgen. Ze noemde een voor een de kinderen hun naam op en toen kregen zij allemaal een tasje met schoolspullen erin. Als kers op de taart deed Chris er nog een boekje in wat ging over de Filipijnse krokodil. Op een gegeven moment was Chris er een beetje klaar mee, dat was ten minste de gezichtsuitdrukking die af te lezen was van hem. Maar daartegenover vond Ann het helemaal geweldig, dus dat was wel mooi. Buiten het huisje waar het allemaal gebeurde zei ik tegen Max dat ik een beetje kritisch was over heet uitdelen van deze schoolspullen. Helaas, Merlijn had het ook gehoord die even verhaal kwam halen over waarom ik er zo voer dacht. Ik stond een beetje met een mond vol tanden, maar heb mezelf er een beetje onderuit kunnen lullen gelukkig. Toen de kinderen weer weg waren konden we onze tas pakken en ons opmaken voor de terugreis, want die zou nog leuk gaan worden. De trucks kwamen de heuvels niet meer op door de heftige regen in de ochtend dus moesten we bijna alles gaan lopen. Er kwam een buffel aan die alle spullen in een karretje meenam, en ook Tess. Die had geen zin om te lopen. Ik dacht dat ik het wel op mijn teenslippers kon doen, maar nadat ze 4 keer uit waren gegaan door de modder was ik er snel klaar mee. Ik ging wel verder op blote voeten door de modder. De anderen liepen een beetje sloom dus ik ging maar voorop lopen, en nog geen 5 minuten later was ik ze al kwijt. Op een gegeven moment ben ik toch maar even gaan wachten op ze bij een kleine barangay. Als eerste kwam Max aangelopen die een beetje pissed off was. Merlijn had namelijk gezegd dat hij zijn mond moest houden als hij met Chris en Ann aan het praten was, en dat was een beetje in het verkeerde keelgat geschoten. Even later kwam de rest aan en we konden weer verder. Amante was al veel eerder gegaan dan ons en die kwam ik na een tijdje tegen. Zij waren voorop gegaan omdat naar een plek gingen waar zij bereik hadden. Er moest een andere truck geregeld worden die ons kon ophalen, want we gingen natuurlijk niet de hele dag lopen helemaal terug naar de rearing station. Ze hadden bereik, maar de truck driver nam niet op. Lekker weer! Op een gegeven moment ging de weg natuurlijk weer naar beneden waar we eerst omhoog gingen en dat ging een stuk minder makkelijk. Het was hier veel gladder aan de zijkant van de weg en in het midden van de weg lag alleen maar diepe modder met scherpe stenen ertussenin. Van tip top teen onder de modder kwamen we uiteindelijk aan bij een kruising waar de truck ook heen zou komen. Hier wachtten we op de rest, en even later kwam de truck ook aangereden. Samen met Arnold en Max zaten we op het dak van de truck omdat in het midden geen plek meer voor ons was. Dat was veel beter want we hadden een veel mooier uitzicht dan de anderen en af en toe moesten we ook nog bukken voor takken wat ook wel grappig was. Terug bij de rearing stapten we weer het busje in en gingen we nog even wat eten in San Mariano met zijn allen als afscheid voor Chris en Ann. Zij sliepen samen met Merlijn en Tess nog een nacht in het resort want ze vlogen de volgende dag weer terug naar Australië. We hebben ze bedankt voor hun aanwezigheid en de dingen die we van hun geleerd hadden en we konden weer op terug naar Cabagan. We hadden geen eten meer dus gingen Max en ik naar het centrum van Cabagan om voor ons, Nanouk en Dane Jollibee te halen. Op de heenreis reden we mee met Arnold zijn auto naar het centrum. Al toen hij de auto startte voelde Max en ik ons al niet op ons gemak. Volgens mij wil ik niet weten wat er onder die motorkap schuilt, maar zolang hij elke dag levend aankomt op zijn werk vertrouw ik het wel. Op de ISU zijn veel hoge drempels, maar daar had Arnold lak aan. Pas op het allerlaatste moment remde hij af, mede omdat het zicht heel beroerd was want de vooruit zat er al 20 jaar te lang in en het regende ook nog eens heel hard. Hij vertelde hoe hij aan de auto was gekomen; er was ooit eens een Nederlandse PhD student bij Mabuwaya die deze auto gekocht had voor zijn studie. In totaal heeft hij twee mensen dood gereden met diezelfde auto, eerst een kind en een tijd later had hij een frontal collision met een trycicle. Dat verhaal maakte onze tocht in de auto van Arnold nog fijner. Door de regen kon je nog steeds geen reet zien door de vooruit dus zat Arnold lekker te kloten met de airco, terwijl hij aan het bellen was, en ook nog eens 20 reed op het midden van de snelweg. Gelukkig hebben we de autorit overleefd en onze Jollibee kunnen halen, wat een mooie afsluiting was voor de trip naar San Mariano. Als twee natte hondjes kwamen we weer terug aan bij het huisje waar we even later Dane gedag hebben gezegd want zij gaat in Manilla voor Mabuwaya werken. Die zouden we ook een hele tijd niet meer gaan zien.

Stage Filipijnen Part 2

5-9: Change of plans

Al gauw sloeg de verveling op de campus alweer toe. Er is echt bijna niets te doen hier, behalve voor je deur zitten of op kantoor werken. Het centrum van Cabagan gaan we eigenlijk alleen maar heen om boodschappen te doen, en verder is daar ook vrij weinig te beleven. Na de lunch arriveerde Mark op kantoor en gingen wij onze volgende trip plannen zodat we eindelijk iets te doen hadden en verder konden met ons onderzoek. Ons plan was om de volgende field trip naar Dinapigue te doen. In Dinapigue, waar Mark trouwens vandaan komt, is nog nooit iemand van Mabuwaya bij de roost area van de Flying Fox geweest. Spannend dus, we moesten het maar met zijn tweeën en wat guides gaan verkennen. Maar, uit de presentatie van de dag ervoor had ik het advies gekregen om niet eerst naar Dinapigue te gaan, maar naar Divilacan. Divilacan is ook een van onze onderzoeksgebieden, maar is veel lastiger te bereiken. Je kan er alleen heen met of het vliegtuig, of met de motor. Je kunt je voorstellen dat er geen vliegtuigen gaan als er een orkaan komt, en de weg naar Divilacan is ook niet de beste want die is nog onder constructie. Dus, we namen het zekere voor het onzekere en besloten de volgende trip naar Divilacan te doen en niet Dinapigue. We hadden een grove planning gemaakt van onze volgende trip, want die heeft Tess nodig zodat zij de permits kon regelen met de gemeente daar. Ons plan was om Dinsdag 12 September weg te gaan, en zondag 24 september weer terug te komen want Mark had uiteraard weer school op die maandag. Dezelfde middag gingen we ook even praten met Mark zijn supervisor van zijn school over onze methodes. Er zijn namelijk veel verschillende manieren om de habitat te beschrijven waar de Flying Foxes zitten, maar wij moeten de meest efficiënte hebben voor onze studiegebieden. Tot nu toe had Mark transects gelopen in het bos van 100 meter lang en twee meter breed, en elke boom in het transect meegenomen in de datacollectie. Joni, onze staff-member in Mabuwaya had hier een ander idee voor. Zij wou graag dat wij een vierkant maakten van 10x10meter en daarin alle boomsoorten in meenamen, plus de hoogte, DBH, etc. van de bomen te meten. Na wat overleg met beide partijen, hebben we toch besloten om het idee van Joni op te volgen en de habitat op die manier te gaan meten. Eenmaal terug in mijn huisje, was Esso (de huismeester) druk bezig met het voorbereiden van een kamer. Morgen komt er namelijk een nieuwe student zei hij. Nanouk en ik hadden al wel te horen gekregen dat er een nieuwe student zou komen, maar niet zo snel al. Het enige wat Esso wist was dat het een Nederlandse jongen was die iets met vissen ging doen. Interesting..

6-9: Max

In de ochtend had ik een e-mailtje gekregen van Merlijn. Volgens mij heb ik hem nog helemaal niet geïntroduceerd. Merlijn van Weerd is degene waarmee ik contact mee heb gehad in Nederland via de e-mail voor het regelen van de stage. Hij is hoogleraar op de universiteit van Leiden en is vrijwilliger bij Mabuwaya waar hij ook zorgt voor de fondswerving als ik het goed heb. Merlijn is ook mijn supervisor van mijn stage, samen met een van de leraren van mijn eigen school in Nederland. Het enige probleem is, dat Merlijn er nooit is. Momenteel is hij in Nederland en hij komt de 24e pas weer terug naar de Filipijnen. Niet voor lang overigens. Hij blijft twee weken en gaat dan alweer weg, en komt vervolgens niet meer terug in de tijd dat ik hier nog ben. Een beetje raar dat je supervisor er eigenlijk niet is, maar ik zal er maar aan moeten geloven. So far so good nog. Terug naar de e-mail. Hierin vroeg Merlijn of ik een verslag wou maken over mijn field introduction en of ik hierin ook een planning van mijn volgende field trip wou zetten. Terwijl ik hier mee bezig was, kwam er ineens iemand binnen op kantoor. De nieuwe student, Max. Niemand had hem zo vroeg al verwacht. Max was niet net zoals mij opgehaald van het vliegveld en hierheen gebracht, maar heeft dit op eigen houtje moeten doen. Tess, degene die Max zijn vliegticket van Manila naar Tuguegarao had geboekt, had zelfs geen idee dat hij vandaag zou komen. Ik heb me alleen eventjes voor kunnen stellen, want ik was druk bezig met de field trip regelen samen met Mark want die had haast. Gelukkig liet Nanouk hem alles zien op de campus zodat hij een beeld kon krijgen van hoe en wat. Na de lunch nam ik Max mee naar Cabagan om hem alles te laten zien en natuurlijk even wat eten te kopen. Hij moest natuurlijk eerst eventjes geld pinnen, dat verliep niet zo soepel. Pas in, pas uit, ondersteboven, achterstevoren, we hebben alles geprobeerd, maar de automaat had er geen zin in. We moesten dus even hulp halen in de bank zelf. Er liep een vrouwtje met ons mee, en natuurlijk, zij doet hem een keer erin en hij doet het meteen. We hadden alles en konden weer terug naar de campus waar we onze eerste en laatste spaghetti bolognese gemaakt hebben. Saus uit zakjes kan je hier beter niet doen, maar we hadden geen zin om moeite te doen omdat het zo heet was. Volgens mij zat er gewoon ketchup in het zakje, maar het heette ‘bolognese a la filipino’, dus het was het proberen waard. Nog een paar biertjes gedronken samen in de avond en het was tijd om te slapen. Max houdt van dezelfde muziek als mij, festivals en voetbal. Prima gozer dus!

7-9: Groupies

Toen ik wakker werd was Nanouk al vertrokken voor haar field trip, dus die zou voorlopig even weg zijn. In de office heb ik de methodes in mijn proposal weer helemaal omgegooid omdat die constant veranderen. Dit ging niet de laatste keer zijn ben ik bang, want ik heb al gezien dat niet alles loopt zoals verwacht tijdens field work. Op de weg naar de office lopen we altijd langs de biologie afdeling van de ISU waar tientallen mensen aan het werk zijn in het tuintje daar. Vandaag waren ze er weer en dat ik langs liep ging ik eventjes met ze praten. Het begon met een groepje van 4 meisjes, maar voordat ik het wist stonden er 30 mensen om mij heen allemaal door elkaar heen te schreeuwen. Een voor een vroegen ze hoe ik heette, hoe oud ik was, wat ik hier deed, hoe lang ik zou blijven, maar de meest voorkomende vraag was of ik single was. Ja… ze vonden mij wel interessant. Niet alleen de meisjes overigens. Ik denk dat 70% van alle jongens die hier rondlopen op de campus hier gay is, dus er is een overschot aan meisjes. Een van de meisjes wou heel graag een selfie met mij maken, maar ik had een betere manier daarvoor in plaats van individueel met 30 mensen een selfie maken. Let’s make a group picture zei ik, en ze stonden allemaal op en renden naar mij toe. ‘Facebook! Facebook!’ zeiden ze allemaal na de foto. Dus ik schreef mijn naam op voor hun zodat ze me konden vinden. Dat ik 5 minuten later thuis was en op mijn telefoon keek, had ik al 10 vriendschapsverzoeken van al die mensen. Die fout ga ik niet meer maken, vanaf nu heb ik geen Facebook als ze het vragen. Max en ik hadden een probleem, het bier was namelijk op. We moesten weer terug naar Cabagan, waar we nog wat andere handige huishouddingetjes gekocht hadden op de markt. Mark vroeg of wij langskwamen bij zijn huis vanavond om wat te drinken. Daar hebben wij spaghetti Carbonara voor hun gekookt, wat zij erg lekker vonden. Als je elke dag voor ontbijt, lunch en avondeten rijst eet kan ik me voorstellen dat pasta ook een keer lekker is. Maar goed, rijst is veel goedkoper, en al zijn Mark en de mensen in zijn huis werkende, zij hebben nog steeds niet genoeg geld om vaak iets anders te eten. Ik had ook mijn speaker meegenomen naar Mark toe, en die vond Randy (iemand die ook hier ergens werkt, en in de baas is van Mark’s huis) erg interessant. Hij heeft de hele avond vol bewondering naar de speaker gekeken en hij moest ook telkens harder van hem, hij vond het helemaal geweldig.

8-9: Trouwerij

In de ochtend en begin middag heb ik niet zo veel gedaan. Beetje gewerkt in de office, gegeten in de kantine en dat was het eigenlijk. Wanneer we de office wouden verlaten rond een uurtje of twee, kregen we te horen dat er een trouwerij was die dag. Deze was van een van de vele dochters van Arnold (de chauffeur). Ik vroeg voor de grap of wij ook mochten komen waarop Tess heel serieus ja zei. Ik keek Max aan, en we keken op precies dezelfde manier naar elkaar. Een random Filipijnse trouwerij? Weten we dit zeker? ‘Natuurlijk komen we Tess’ zei ik, en nu was er geen ontsnappen meer aan. Thuis hadden wij ons op het netst aangekleed voor de trouwerij en pakten we de trycicle naar Cabagan. Ik vroeg aan de trycicle driver of hij ons wou afzetten bij een kapper, want ik had hard een bezoekje nodig. Om eerlijk te zijn, was de kapper veel spannender dan de trouwerij. Er zaten drie mannetjes in de kapperszaak zich een beetje te vervelen tot wij binnen kwamen. Ik ging zitten, kreeg mijn schortje om en hij begon al met knippen. Hij had blijkbaar al een coupe in gedachte voor mij want hij begon meteen met knippen zonder dat ik iets zei. Ik liet hem maar een beetje gaan, maar als hij echt rare dingen ging doen zou ik wel ingrijpen. Hij begon met opscheren met de tondeuse en ging daarna knippen. De man had een heel erg roestige schaar, maar wel erg vlugge vingertjes. ‘Tsk tsk tsk tsk tsk’, en tien minuten later was hij klaar met knippen. 50 peso’s (80 cent) kostte de knipbeurt, en dat was zeker te zien. Het zag er echt niet uit. Boven mijn oren had hij het veel en veel te hoog opgeschoren en ook het haar op de bovenkant van mijn hoofd zat nog minder model in dan het haar van een zwerver. Ik dacht fresh naar de trouwerij te gaan maar dat ging niet meer gebeuren. Uiteraard konden we niet met lege handen op de trouwerij aankomen, maar wat moesten we in godsnaam kopen. We zijn de hele markt afgelopen en het winkelcentrum afgezocht maar geen inspiratie. Uiteindelijk hebben we besloten om maar een bloemetje te kopen langs de weg. De vriendelijke man had een mooi trouwboeketje gemaakt voor ons, en we konden op naar de trouwerij. De trouwerij vond plaats in een kerk en dat wij aankomen was de ceremonie al lang afgelopen. Iedereen was al aan het eten en de party muziek stond aan. We feliciteerden de bruid, gaven het bloemetje en het was tijd om aan te vallen. Er stond een prachtige tafel met wel twintig gerechten op ons te wachten, waar uiteraard van alles een beetje geproefd moest worden. Daarna was het tijd om foto’s te maken. Wij waren serieus de enige die een bloemetje gekocht hadden voor het bruidspaar, en die was op elke foto terug te vinden. Iedereen wou natuurlijk ook op de foto met de witte mensen. Langzaam droop de zaal een beetje leeg en na een beetje gepraat te hebben met iedereen was het ook tijd voor ons om naar huis te gaan. Het was vrijdagavond en dat moest gevierd worden met een biertje thuis.

9-9: Oeps

Het was eindelijk weekend, ik werd wakker, ging mijn bed uit, trok de deur achter me dicht en maakte een ontbijtje. Toen ik mijn kamer weer in wou om te gaan douchen zat mijn deur ineens op slot van binnenuit. Oeps, Max we hebben een probleempje zei ik. Samen hebben we de deur grondig bestudeerd en kwamen tot de conclusie dat hij in het slot gevallen was. Wij hebben in het begin alleen een sleutel gekregen van de voor- en achterdeur van ons huis en niet van onze kamers. Ik had dus een klein probleempje, aangezien al mijn spullen in mijn kamer lagen. Het was weekend, en dat betekende dus dat er niemand aanwezig was van de CCVPED (de eigenaren van het huis). Maar ja, ik moest toch echt naar binnen want mijn portemonnee, kleren en als belangrijkste mijn bed waren achter gesloten deur. Ik liep naar het gebouw waar onze office en de CCVPED zaten om te kijken of er toch toevallig iemand aanwezig was die mij kon helpen. Bij de office waren gelukkig een paar mensen van Mabuwaya die aan het inpakken waren voor hun field trip. Zij lachten mij uit, en gaven vervolgens het nummer van Esso, de huisbaas, in de hoop dat hij iets voor mij kon betekenen. Ik had hem een sms’je gestuurd of hij kon helpen, maar na een uur begon mijn geduld een beetje op te raken. Er zat maar één ding op, de deur moest ingetrapt worden. Veters strak, Max camera in de hand, kleine aanloop, en na twee keer trappen had ik het halve frame van de deur eruit getrapt. Normaal als je een deur intrapt dan trap je het slot eruit, maar hier niet. De frame van de deur was van hout, wat het huis van termieten geworden was. Naast wat houtwerk lagen er echt duizenden termieten op de grond, lekker dan.. De termieten lieten een mooi spoor achter terwijl we ze naar buiten veegden en de gladde witte tegels op de vloer zagen er nu net uit als een zebrahuid door de platgedrukte termieten. Nu lagen ze met ze met zijn alle voor onze voordeur, prima, hebben de kikkers ten minste wat te eten vanavond dachten we. In mijn vorige field trip miste ik wel een bed van enigszins een beetje kwaliteit, dus vandaag was mijn plan om op zoek te gaan naar een hangmat. Ik had te horen gekregen dat de beste kwaliteit hangmatten te verkrijgen waren in Gamu, een stadje iets verderop wat naast een legerbasis lag. ‘one hour with the van’ zou het duren volgens Mark, en daar gingen Max en ik, op naar Gamu. Na twee en een half uur in een veel te krap busje met twee Filipijnen half op schoot gezeten te hebben, kwamen we eindelijk aan bij onze bestemming. Bedankt hé Mark, dachten we. De vrouw die mij hielp in de winkel had een hazenlip en was daardoor nog slechter te verstaan dan de rest van de mensen in dit land. Het was een soort van legerwinkel, waar ze echt van alles hadden. Max had een mooie cowboyhoed gekocht en ik had mijn slaapzak met twee extra touwen om hem op te hangen. Op de heenweg hadden wij al een McDonalds gespot in Ilagan (stad tussen Gamu en Cabagan) waar we overheerlijk geluncht hebben op de weg terug. Nog even een rondje in het winkelcentrum, en we konden weer op naar huis. We gingen absoluut niet meer terug met de van, en hebben op een aricon bus gewacht. Deze was voorzien van echte stoelen, airconditioning, en was niet volgepropt met mensen, en dat voor voor 15 peso’s meer. Max en ik hebben onze eigen ‘Pansit Cabagan’ gekookt, een specialiteit hier in de regio. De smaak kwam niet in de buurt van de andere die ik geproefd had, maar er moest een goeie bodem gelegd worden. In de avond was het namelijk weer feest, we gingen naar Mark toe voor een drinking session met zijn huisgenoot Randy. De 4x4 fles gin stond al klaar voor ons. Halverwege heb ik even een half uurtje met het thuisfront gebeld omdat ik die toch wel een beetje miste en ik dit had afgesproken. Dat ik terugkwam was er veel veranderd bij Mark thuis. Op een wonderbaarlijke manier zat de fles gin voller dan toen ik weg ging, plus iedereen was al stomdronken. Ik moest dus even een catch-up doen. Ik voelde nog vrij weinig van de gin, tot het ene moment. Max was verstandig, en al gestopt met drinken toen ik terugkwam van bellen, maar Mark, Randy en ik dronken verder. Ik was aan het praten met Mark en voor mijn gevoel zat hij ineens ondersteboven en de bank waar ik op zat was ook ineens aan het bewegen. Het laatste shotje moest nog inslaan en het was echt tijd voor ons om naar huis te gaan. De voordeur van Mark halen ging al gepaard met erg veel moeite, veel te veel opstapjes. Toen moesten we ook nog eens ons eigen huis zien te halen. Ook al is ons huis 50 meter verwijderd van die van Mark, ik ben nog steeds verbaasd dat we het overleefd hebben.

10-9: Day after drinking

Na de drinking session van de dag ervoor, beloofde dit niet bepaald een fris en fruitige ochtend te worden. Gelukkig vies de kater reuze mee, koud gedoucht, ontbijtje, beetje water, en na twee uurtjes voelde ik me weer prima. Alsnog was ik niet van plan veel te gaan doen vandaag, gewoon een beetje zitten voor de deur zoals altijd. In de namiddag gingen we nog even naar Mark zijn huis toe om de machetes en messen op te halen die wij besteld hadden bij hem. Zijn oom maakte namelijk machetes van oude auto-onderdelen en Mark verkocht ze voor hem. Voor 500 peso’s had ik een machete gekregen en Max voor 350 een army-knife. Dezelfde avond werden de machetes meteen op de proef gesteld. We gingen barbecueën, maar zoals verwacht was er geen barbecue aanwezig bij het huisje. Er moest dus hout worden gehakt voor een vuurtje. Dit had ik mijn Acta guides al zien doen tijdens mijn expeditie naar Baggao, en dat zag er vrij soepel uit, drie keer slaan en de boom lag omver. Bij mij ging dat iets moeizamer… ik hoefde geen boom om te kappen omdat er al een beetje hout lag, maar dat was te groot voor de vuurpit dus het moest doormidden. De machete stond zelf bijna in de fik, zo vaak heb ik er mee gemept op het hout voordat het eindelijk doormidden was, maar dat zal vast aan de machete gelegen hebben en niet aan mij. Uiteindelijk, na een slechte tijdsplanning en handen vol blaren van de machete kon dan eindelijk het vuur gemaakt worden. Veel hadden we ook niet gekocht voor de barbecue, alleen een paar spiesjes met wat varkensvlees erop. Om 10 uur ’s avonds het eerste spiesje klaar, maar was wel erg lekker!

11-9: Sportfest

De dag begon rustig aan in de office. Mark en ik hebben de laatste paar dingetjes geregeld voor onze trip morgen naar Divilacan. Het enige probleem was dat we nog geen vlucht hadden voor morgen. Ik had gebeld met de vliegmaatschappij en vervolgens mijn persoonsgegevens door ge-sms’t, want zo reserveer je een vlucht hier in de Filipijnen. We moesten nog wel op een bevestiging wachten van de maatschappij, want ja.. anders gingen we helemaal nergens heen. Tijdens het wachten moesten we ons een beetje bezighouden dus gingen we meedoen aan het ‘sportfest’ waar Mark het al weken over heeft. Elke dag is hij wel bezig met organiseren van dit evenement. Maar elke keer als ik er wat over vroeg was hij er een beetje vaag over. Ja… het is hier, volgende dag was het op een andere locatie en de dag erna weer. Ook de dag wist hij nog niet helemaal goed en ook niet welke sporten er gespeeld gingen worden. Maar vandaag was het dan toch echt tijd, het sportfest ging plaats vinden. Ik had een grote sportdag verwacht, waar veel mensen op af zouden komen net als je dat in Nederland zou hebben. Maar dit is niet Nederland, we zijn in de Filipijnen, en dat bleek maar weer eens. Het gras van het sportveld was vers gemaaid maar nog niet weg gehaald, daar begon het al. Dat Max en ik van huis kwamen in onze sportkleren was Mark net bezig met een paar andere jongens om een doeltje op te zetten voor voetbal. Verder was er nog een klein pleintje waar een paar meisjes straatvoetbal op aan het spelen waren en er waren een paar studenten aan het kloten met een knuppel en een softbal, en dat was ‘the sportfest’. Max en ik gingen voetbal spelen met Mark en nog een paar andere jongens. Er was alleen maar een doel om op te spelen, dus er zat geen partijtje in. We gingen met 4 mensen aanvallen en 4 mensen gingen verdedigen, en later nog een paar vrije trappen en penalty’s genomen. Na een uurtje waren we er ook helemaal klaar mee, maar dat kwam voornamelijk door de hitte. Eenmaal terug bij de office had ik nog steeds geen bericht gehad van de vliegmaatschappij, dus moesten we Tess even raadplegen. De man waar ik eerder mee gebeld had, sprak nauwelijks Engels en zei alleen ‘just text me the details’. Het leek ons verstandiger dat Tess even met hem ging bellen omdat zij wel enigszins normaal met deze man kon communiceren. Uiteindelijk zou hij Tess weer een sms sturen en Tess zou ons de vluchtinformatie doorsturen, een beetje ingewikkeld. Hoe langer ik wachtte op het sms’je van Tess, hoe minder hoop ik kreeg dat de vlucht nog door ging de volgende dag. Uiteindelijk heb ik haar zelf maar een berichtje gestuurd of we nog een vlucht hadden of niet, en wanneer wel. Het antwoord wat ik kreeg op dit bericht was ‘NO’… ‘nou bedankt he Tess dacht ik’. Maar helaas moest de trip een dagje opgeschoven worden.

12-9: Randy’s verjaardag

Als het een beetje meegezeten had, was ik nu mijn tas aan het pakken voor de field trip naar Divilacan. Beetje jammer, maar het was niet anders. Zo gaat het hier nou een maal. Omdat ik alles al georganiseerd en geregeld had voor de field trip, had ik ook niets meer te doen vandaag. De mensen bij de office waren ook weg, dus die was ook nog eens dicht. Dan maar weer een dagje vervelen voor de deur. In de middag hadden we met een paar meisjes afgesproken in het winkelcentrum van Cabagan (hun chillplek). Dat ze ons zagen zitten werden ze al heel nerveus, en durfden niet bij ons aan het tafeltje te komen zitten. Heel voorzichtig gingen we naar hun tafeltje, want we konden ze niet laten schrikken. Dan renden ze weer weg. Na een paar minuutjes bij hun gezeten te hebben durfden ze wel gewoon te praten gelukkig en zijn we vervolgens even de markt op geweest en een winkeltje bezocht om een tuinslang te kopen want die hadden we nodig. Zonder hun hulp was dat echt niet gelukt. De enige plek waar je een tuinslang kan kopen in Cabagan is door een kringloopwinkel heen (zo zag het eruit maar zal het vast niet geweest zijn) naar hun geheime hardware store. Ik ging vanavond mijn zelfgemaakte adobo koken, maar had geen idee wat ik moest doen. De meisjes wisten wel wat ik nodig had en toevallig was een tante van hun op de markt die mij vertelde hoe je de lekkerste adobo kon maken in de Filipijnen. Nadat de tante het uitgelegd had, vroegen de meisjes aan mij of ze mochten gaan. Ik was een beetje verbaasd dat ze dat vroegen, dat bepaal je zelf toch lekker als je weg wilt dacht ik, maar dat zit hem weer in de cultuur. Met mijn toestemming gingen de meiden naar huis en wij ook na nog wat dingen gekocht te hebben in de supermarkt. Voor het eten ging ik nog even mijn tas ophalen bij Mark en zag ik dat er allemaal visite was. Randy was namelijk jarig, en het huis zat helemaal vol. Uiteraard waren Max en ik ook uitgenodigd om vanavond een drankje te komen doen met hun en daar konden we natuurlijk geen nee tegen zeggen. Eerst moest er thuis mijn eigen adobo gekookt worden. Het verliep alleen niet zo soepel als verwacht. Hoe moeilijk kan kip bakken in sojasaus zijn? Heel moeilijk dus. Mark vroeg zich af of we nog naar zijn huis kwamen die avond en kwam maar even informeren bij ons thuis. Hij zag hoe ik aan het kloten was met de adobo en nam het over van mij. Blijkbaar had ik drie keer zo veel water en sojasaus gebruikt dan nodig was, waardoor de kip eerder aan het verdrinken was dan aan het bakken. Mark had het toch nog kunnen fixen, maar van rustig thuis eten was geen sprake. We moesten direct mee naar de verjaardag want daar konden we ook eten. Bij Mark thuis hadden ze helemaal uitgepakt. Er stonden wel 10 verschillende gerechten op tafel, dus mijn adobo was een beetje overbodig. Buiten eten was er ook zeker genoeg drank aanwezig. Drie kratten bier, te veel flessen gin om te tellen en nog wat troep wat alleen de vrouwen dronken. Dat we klaar waren met eten gingen we buiten zitten bij de visite, die al helemaal lam was. Ik ging precies naast de verkeerde man zitten, Donald, die er het ergst aan toe was. De hele avond heb ik hem niet meer van mij af gekregen tot hij ineens uit het niets verdwenen was omdat hij te veel had gezopen. Maarja, een beetje slap lullen kan nooit kwaad toch? Naarmate de avond vorderde, droop het een beetje leeg bij Mark thuis. Iedereen ging ook gewoon stomdronken naar huis in de auto alsof het de normaalste zaak van de wereld was. Mark en ik moesten een beetje rustig aan doen, want wij hadden de volgende dag dit keer wel een vlucht… dachten we ten minste.

13-9: Divilacan

Ik had mijn wekker gezet, want Mark wou om 8 uur vertrekken vanuit de ISU. Dat ik wakker werd, had ik een sms van Mark gekregen waarin stond dat we al om 7:30 in Tuguegarao verwacht werden. Ik ben nooit zo snel in de morgen, maar dit keer was het anders. Er moest een vliegtuig gehaald worden. We werden door Randy naar de highway gereden en vandaar pakten we de ‘van’ (klein wit busje) naar Tuguegarao toe. Deze busjes zijn uiteraard niet ingericht op witte mensen, en ’s ochtends zat deze weer lekker propvol omdat iedereen naar werk en school ging. Zonder gevoel in mijn benen stapten we uit in Tuguegarao waar Mark zijn broer ons op stond te wachten met zijn trycicle. Hij bracht ons naar het vliegveld waar we zouden vertrekken naar Maconacon toe, en vanuit daar naar Divilacan. Je kon gewoon doorlopen in het vliegveld, en met mijn rugtas op mijn rug kon ik gewoon door de douanepoortjes heen. Het maakte ze allemaal niets uit. Op het vliegveld waren drie balies, een van Cebu air, de enige echte vliegmaatschappij, en nog twee kleintjes waarmee wij er met een vlogen. Voor ons in de rij stond een vrouw met allemaal tasjes en een grote kartonnen doos vol met kuikentjes die lekker aan het piepen waren. Voor de balie stond een weegschaal waar onze bagage op ging. De tassen werden gewogen en kregen een label waarop het aantal kilo’s stond wat de tas woog. Ook Mark en ik moesten de weegschaal op, want je betaalt hier niet per ticket, maar per kilo wat er mee gaat. Gelukkig ben ik niet de dikste, dus dat pakte voordelig uit voor mij. Alle kilo’s gingen keer 25 peso’s, en dat was het bedrag wat je moest betalen. Inclusief bagage, kwam ik uit op 2400 peso’s maar dat zou nog wel gaan veranderen. Voordat de vlucht ging, moesten we wachten tot alle 6 passagiers aanwezig waren. En zoals ik inmiddels weet, Filipijnen houden niet van op tijd komen dus dit kon nog wel even gaan duren. We gingen even ontbijten bij een kantine om de hoek en weer terug naar het vliegveld. De passagiers waren er nog steeds niet, maar alles wat we konden doen was wachten. Zo een 2,5 uur later was iedereen er eindelijk en het circus kon beginnen. Er was namelijk een probleempje, de vlucht terug vanuit Maconacon naar Tuguegarao was niet vol geboekt en dat zou ons probleem worden. Omdat deze niet vol zat, wouden de mensen van de vliegmaatschappij dat iedereen ‘additional fee’ gingen betalen. 1000 peso’s per persoon was dit. Wat een onzin dacht ik, en ik ging even overleggen met Mark of we het nog wel gingen doen of niet. Mark had namelijk een budget meegekregen van Mabuwaya, waar hij niet overheen kon. Alles had hij van tevoren al berekend, en daarin stond niet zoveel voor een vliegticket. De maatschappij had ook unaniem besloten dat wij niet meer per kilo gingen betalen, maar 2300 per persoon + bagage in kilo’s x25 + de 1000 additional fee. Dat kwam op ruim 4000 peso’s terecht (bijna 70 euro), voor een vlucht van een kwartier. Dit werd Mark en mij te veel, en hadden besloten maar weer naar huis te gaan en morgen terug te komen en met de andere maatschappij te gaan. Die hadden ten minste wel vaste prijzen. Ik liep boos naar het ventje achter de balie toe om hem even aan zijn jasje te trekken en hem duidelijk te maken dat ik hier niet gediend van was. Ik zei tegen hem, we gaan weer naar huis dus geef de tassen maar weer terug. Hij schrok een beetje van hoe boos ik was en ging meteen overleggen met zijn collega’s. Een minuut later was de additional fee geen 1000 peso’s meer maar die was 500 geworden. Dit viel wel weer in Mark zijn budget, dus we konden weer gaan. Goed geregeld! Toen het tijd was om te betalen, ging de additional fee ineens weer omhoog, 850 was het nu. Dit viel natuurlijk weer buiten het budget. Wat een onzin dat dit allemaal kan in zo een land, dacht ik. Gelukkig was er een vrouwtje wat met ons mee zou vliegen die aardig wat geld had. Ze had twaalf jaar in Barcelona gewerkt en was net terug. Ze ging meteen weer aan het werk als engineer in de Filipijnen, wat niet verkeerd verdiende. Zij bood ons aan om het geld te betalen wat over Mark zijn budget lag. Dat was wel heel aardig van haar, en we konden toch weer gaan. Uiteindelijk toch 3500 moeten lappen voor de vlucht van 15 minuten, wat natuurlijk veel te duur was. Even verderop mochten wij ook nog eventjes 250 peso’s airport fee betalen, maar ja ik had geen zin meer om in discussie te gaan met deze mensen hier. Na twee minuten wachten bij de gate konden we de landingsbaan al op waar ons vliegtuig op ons stond te wachten. Het was net een speelgoedvliegtuigje, zo klein was het. De twee vleugels hadden allebei een propeller eronder hangen, die het werk moesten gaan doen. Alle bagage zat al in het vliegtuig, inclusief de kuikentjes, die nog zenuwachtiger voor de vlucht waren geworden aan het geluid te merken. Daar zaten we dan, zes passagiers, twee piloten, een vliegtuigje en we konden gaan. Even gekeerd op de landingsbaan, en de propellers begonnen met draaien. Het maakte echt een pokkeherrie, maar gelukkig deden ze het. Het was wel heel mooi om zo te vliegen in zo een klein vliegtuigje. Heel hoog kon hij natuurlijk niet, dus je kon prachtig het land zien waar we overheen vlogen. Divilacan ligt aan de andere kant van het Sierra Madre gebergte, dus daar gingen we ook overheen. Je kon alle watervallen in het gebergte zien liggen tussen de bomen door, en dat was nog niet eens het mooiste. Aan het eind van het gebergte ging het landschap over van bergen naar de kust. Je kon echt kilometers ver de witte kuststrook zien liggen, die overging in lichtblauw water. Ik heb echt genoten van het uitzicht van de vlucht, maar hoe langer je naar de motor van het vliegtuig keek, hoe ongelukkiger je werd. Voorafgaand van de vlucht zag ik al dat er een paar bouten ontbraken uit de motor, waar er tijdens de vlucht nog meer uitgevallen zijn. Maar goed, we hadden het overleefd en we konden op naar Divilacan. Nadat we onze bagage gekregen hadden gingen we met een motortje en samen met Weng (de vrouw uit Barcelona) eerst naar Maconacon toe om even wat te eten. In Maconacon moesten we natuurlijk ook even langs bij de burgemeester om weer in het zoveelste boek je naam, herkomst, purpose en handtekening in te zetten. We reden naar Divilacan toe over een zandpaadje langs de kust en langs allemaal kleine riviertjes die mondden in de zee. Net voor Divilacan lag langs de weg een van de ‘crocodile sanctuaries’ van de Mabuwaya Foundation. Hierin worden de Filipijnse krokodillen (een van de meest bedreigde krokodillensoorten) uitgezet in het ‘wild’. Het busje zette eerst Weng af bij haar huisje en we hadden afgesproken om in de avond even langs te gaan bij haar om wat te gaan drinken. Mark en ik werden gebracht naar de plek waar wij zouden gaan verblijven in Divilacan. Het huis van een van de MENRO (Municipal Environmental and Natural Resources Officer) medewerkers. De mensen die bij de MENRO werken zijn betrokken bij natuurbehoud en wetten te hanteren die over natuur gaan. Bij de MENRO-office ontmoetten wij degene bij wie wij sliepen, Jaime Celeste Jr. Jaime, wat je uitspreekt als haime, had haast. Hij was namelijk scheidsrechter bij de basketbalwedstrijd die gaande was in het sportcomplex in Divilacan. We hadden geen zin om vandaag alle formulieren en registraties te regelen dus gingen we ook maar mee naar de wedstrijd. Bij de LGU (Local Government Union), waar MENRO ook onder valt, hebben ze allemaal verschillende sportteams waar elke dag wedstrijden van zijn. Als je bij de LGU werkt, is je werkdag; halve dag vervelen op kantoor en daarna de andere halve dag sporten. Prima job denk ik! Het niveau van de basketbalwedstrijd leek nergens op, maar dat maakte het juist leuk. Spelers kregen een bal in hun gezicht gegooid omdat ze niet op aan het letten waren, de makkelijkste ballen konden ze niet vangen, maar het allermooiste vond ik dat het andere team een strafworp kreeg omdat iemand beetlenut aan kauwen was tijdens de wedstrijd. Na veel gelachen te hebben gingen we weer terug naar het huis van Jaime om onze hangmat op te hangen en onze spullen te pakken, want de Flying Fox moesten geteld worden. Klikkertjes mee, papiertjes mee, en we gingen met zijn 3’en op de motor op naar het LGU gebouw. Boven op het gebouw van de LGU was de beste plek om de Flying Fox te tellen omdat ze daar direct overheen vlogen. Het was al schemerig en er waren veel donkere wolken dus de FF waren moeilijk te zien. Daarbovenop waren ze ook nog heel erg uitgespreid omdat de roost site een aantal kilometer was van waar wij waren. Dat was wel een mooie uitdaging voor de eerste keer dat ik de FF daadwerkelijk ging tellen voor de data-collectie van mijn project. Ik had er maar iets van 900 geteld en Mark had er 3.000, maar hij telde de andere richting waar ze naartoe vlogen. Op zich wel prima, want ze hadden nog nooit meer dan 4500 FF geteld op deze locatie. De vrouw van Jaime had al heerlijke pansit Cabagan voor ons gekookt die wij meegenomen hadden voor hun. In het hokje buiten waar wij onze hangmat gehangen hadden zat ineens iemand vreemds te wachten op ons. Het was een van onze gidsen voor de komende dagen. Hij introduceerde zich als Matteo, ‘The Chickboy’. Volgens hem had hij 6 vriendinnetjes in Divilacan en noemde zichzelf daarom chickboy, maar zo zag hij er overigens niet uit. Door de beetlenuts mistte zijn halve gebit en hij mocht ook wel eens naar de kapper toe. Maar hij had al wel praatjes had ik al gemerkt tijdens de drinking session die we na het eten hadden. Eerst durfde hij geen Engels te praten, maar hoe meer gin er naar binnen ging, hoe meer Engelse woorden hij kende.

14-9: Nog een dag Divilacan

Dat we wakker werden was iedereen in het huis van Jaime al naar werk toe en zijn kinderen al naar school. We hebben rustig ontbeten en gingen op naar het politiebureau om even te vertellen dat we er waren. Daar heb ik weer in een boek mogen tekenen en een kopie van mijn paspoort achter gelaten. Toen mochten we op naar de LGU om de handtekening van de burgemeester te bemachtigen onder onze papieren. Een probleem, de burgemeester was er niet en zonder deze papieren mochten wij niet het Northern Sierra Madre National Park betreden. We mochten dus gaan wachten tot de burgemeester er was. Op de weg terug naar huis hebben kwamen we Weng tegen die tegen ons zei; ‘let’s have some fun’ op een beetje rare manier. Mark en ik wisten niet echt precies wat ze hier mee bedoelde, maar we hadden toch niets te doen. Weng had twee motors waarop we naar Maconacon reden om even wat te eten en drinken. Ik zat achterop bij Mark en de motor begon steeds langzamer te rijden. Oeps, halverwege de weg naar Maconacon was de benzine van onze motor op. Maar hier in de Filipijnen is het altijd een verassing hoe veel benzine je nog hebt, want op geen enkele motor hier doet de meter van de benzine en de snelheid het. Gelukkig kan je hier bij elk winkeltje tanken, en krijg je een 1,5 liter fles Sprite mee waar benzine in zit. Het centrum van Maconacon is best leuk ingericht. In het midden heb je een aantal marktkraampjes met vlees, groente en fruit en daar omheen heb je allemaal eettentjes en winkeltjes. Bij een van deze eettentjes serveerde ze zelfs Frappucino’s, die je ook bij de Starbucks kon krijgen. Na de Frappucino en een biertje natuurlijk hadden Mark en ik inkopen gedaan voor de field trip want vanaf morgen gingen we eindelijk dan de jungle in op zoek naar de FF. Nu moesten we alleen met 3 dozen vol met boodschappen op de motor terugrijden naar Divilacan. Mark nam er een voorop en ik twee op schoot achterop. Voordat we op de motor gingen moest ik al verschrikkelijk nodig pissen, en die twee dozen die telkens in mijn blaas prikte over de hobbelige weg werkten nou niet echt lekker mee. Eenmaal in Divilacan aangekomen was de burgemeester er nog niet, en dat betekende tijd om nog een potje basketbal te kijken in de sporthal. Helaas was deze niet zo grappig als de vorige dag, maar we hebben ons ten minste vermaakt. Na de wedstrijd gingen we weer terug naar de LGU om te kijken of de burgemeester er was. Ja! Hij was er, maar…. Hij was alleen thuis en moe. De burgemeester moest rusten want hij had een erg drukke dag gehad en had absoluut geen tijd om een handtekening te zetten voor ons. We zaten bij de kust, dus dat betekende heel anders eten dan in Cabagan. In plaats van elke avond vlees kregen we nu vis geserveerd in het huisje waar we zaten, wat erg lekker was. In de avond hadden we weer met Weng afgesproken om op het strand even te chillen met een Red Horse.

15-9: Op naar het kamp

Vandaag moest het dan eindelijk tijd zijn om na twee dagen wachten eindelijk naar de roost site van de FF te gaan. We gingen naar de MENRO office om nog even onze laatste dingen op te laden, want in het huis van Jaime was geen stopcontact. De burgemeester was nog steeds niet op kantoor, dus besloten we maar gewoon naar zijn huis toe te gaan. Uiteraard woont de burgemeester in het mooiste huis van het dorp. Dat we aankwamen bij zijn huis zat hij het op zijn brommer om naar de office te rijden, maar ging nog even zitten met ons. Eerst kennis gemaakt onder het genot van een kopje koffie en daarna had hij eindelijk onze papieren ondertekent. Het plan was om met de boot naar de roost site toe te gaan en daar vervolgens een aantal dagen te gaan slapen voor onze data collectie. We hadden onze spullen gepakt en we gingen achterop de motor met alles naar de rivier toe met onze drie guides. Eenmaal aangekomen bij de rivier kwamen we erachter dat er geen boot was. Normaalgesproken staan er altijd drie peddelboten, maar vandaag hadden we pech. Daar stonden we dan met al onze spullen, zonder boot. Jaime ging met de rest van de guides maar even terug op de motor om nog wat spullen van kantoor te halen en een boot te regelen. Chickboy ging in de tussentijd maar even vissen en Mark en ik hebben ons vermaakt met stenen gooien in de rivier. Jaime kwam ruim een uur later terug, gelukkig wel met goed nieuws. Jun Jun ging namelijk de boot halen. Nog een uur later kwam Jun Jun van de andere kant van de rivier aan in het bootje wat ons naar de roost site moest gaan brengen. Ik had niet al te hoge verwachtingen van de peddelboot, en die waren ook zeker uitgekomen. De boot was denk ik zo een 6 meter lang, nog geen meter breed en er was maar één peddel, lekker wiebelen dus. Nadat we de boot over de dam heen getrokken hadden konden wij en de spullen er ook in. Alle spullen gingen voorin en wij zaten daarachter met zijn 5’en opgepropt. Mijn kont heeft het niet lang droog gehouden, bij het instappen van de boot was het al raak. We gingen al bijna half om en daardoor zat er een aardig laagje water in de boot. Daar gingen we dan, stroomopwaarts in een waggelbootje door de rivier op naar de roost site. Omdat we zo dicht bij de zee zaten, was het water in de rivier een beetje brak. Dit brakke water resulteerde in prachtige mangrovebossen, wat een habitat was voor bijzondere vogelsoorten en ook erg mooie bomen die vanuit het water groeide. Onze guides, vooral Jaime, wist echt elke flora en fauna soort die we tegen kwamen op onze weg naar de roost site. Omdat het midden op de dag was, waren er helaas niet veel beesten actief op dat moment. Alles wat we gezien hebben tijdens de bootreis waren een White collared kingfisher (erg mooi), een paar reigers, Filipijnse eenden en nog een Dollarbird. Na ruim een uur peddelen kwamen we aan bij onze eindbestemming, een stuk rivier met veel kiezelstranden dicht bij de roost site. Dit ging ons kamp worden, en dus laadden wij de boot uit. Op de stranden lagen buiten stenen alleen een paar dooie stukken hout. ‘Wij gaan even het kamp maken’ zeiden de guides. De gemiddelde Nederlander, waaronder ik, zou geen idee hebben hoe of wat, maar daar wisten zij wel raad mee. Jun Jun liep met zijn machete het bos in en hakte er op los. Even later kwam hij terug met een aantal takken waarmee zij een tentconstructie gemaakt hadden waar we onder konden liggen. Samen met Mark en Chickboy hebben we hout verzameld en alvast een vuurtje gemaakt waar we op konden koken. Voor ik het wist hadden ze alle takken in de grond geïnstalleerd en kon het zeil er overheen. We hadden twee ‘tenten’ gemaakt, een voor de guides en eentje voor Mark en mij. Waar je de vorige avond nog lekker in je hangmat sliep in een huis, sliep je de dag er na op een kiezelstrand, op de grond. Ze hadden gevraagd of ze een plekje moesten maken waar ik mijn hangmat kon hangen, maar ik vond het leuker om op de grond te slapen met hun. Anders voelde ik mij weer de foreigner die weer luxe moest slapen. Het was bijna tijd om exit counts te gaan doen vanaf de plek waar wij waren. De roost site in Divilacan is zo een 1150ha., wat zo een twintig keer zo groot is als de roost site in Baggao. Dat komt er op neer dat de FF echt overal konden zitten. We hadden mazzel, rond 17:35 begonnen de eerste FF te vliegen, en het was echt heel dichtbij. Voordat alle FF uitvliegen tijdens zonsondergang gaan er eerst een aantal rondjes vliegen rondom de plek waar de FF slapen. Dit ritueel is een teken dat de FF met zijn alle gaan vliegen. Het begon een beetje rustig, maar daarna wist ik niet wat ik zag.. de hele lucht bestond gewoon uit zwarte puntjes. Het was echt niets vergeleken met de exit count vanaf Divilacan omdat je nu veel dichterbij zit. Nu zijn ze nog met zijn allen bij elkaar, waar ze in Divilacan al heel verspreid zijn en ook niet met zijn alle tegelijk aankomen. Na zo een half uurtje begon het te donker te worden om te tellen en hadden wij er een eind aan gebreid. Mijn totale count was 12.000, die van Jaime 11.000 en Mark had er 16.000. Een gemiddelde van 13.000 FF, je weet echt niet wat je ziet als dat allemaal tegelijkertijd opvliegt vanuit het bos. Voor de mensen die zich af vragen; hoe kan je in godsnaam 12.000 van die beesten tellen? We hebben allemaal een clicker counter bij ons, waarbij je een keer klikt als je er 10 of 5 geteld heb, wat je zelf handiger vindt. Je hebt geen tijd om ze een voor een te tellen dus je moet ze per 10 of 5 tegelijk tellen. Een heel erg intensief half uurtje dus tot het te donker wordt om te tellen. De eerste count was succesvol en dat moest gevierd worden, er was gelukkig genoeg gin mee om dat te doen. Onderweg naar de roost site hadden we nog een kippetje gekocht die we klaar hadden gemaakt voor ons avondeten. Na het eten was het tijd voor nog een paar shots gin en toen gingen onze guides nachtvissen. Ze hadden zaklampen en harpoenen waarmee ze de vissen mee gingen schieten, net als onze agta guides in Baggao deden. We gingen eerst bijna terug naar het mangrovebos aan het begin van de rivier, want daar zaten de meeste vissen. Jaime peddelde mij en Mark weer langzaam terug naar het kamp toe terwijl chickboy en Jun Jun in het water aan het vissen waren. Chickboy haalde de ene na de andere vis binnen op de boot, maar Jun Jun had niet zo veel geluk. Chickboy ving kleine maar ook hele grote vissen, en na tien was het wel mooi geweest. Er was genoeg eten aan boord voor de rest van de avond en de volgende dag. Bij het kamp maakten we er meteen eentje klaar, en het was heerlijk die super verse vis!

16-9: De roost site

Na het spektakel in de lucht van de dag ervoor, was het tijd om de FF weer van dichtbij te gaan zien. Het plan voor vandaag was om de FF proberen de vinden in het bos en dan data te verzamelen voor mijn onderzoek. De plek waarvan ze gisteren uitvlogen was heel dichtbij en we hoopten dat ze daar vandaag weer zouden zitten. Na het ontbijt gingen we het bos in en op zoek naar de FF. Er was al een bospad die de guides eerder gebruikt hadden die de richting op ging waar de FF gister zaten. Na anderhalf uur lopen hoorden we de eerste FF al, ze zaten gelukkig op dezelfde plek als de dag ervoor. Voordat we de eerste FF zagen, gingen we eerst een habitat assessment doen op de manier zoals Joni wou dat wij het zouden doen. Dit was het 10x10m vierkant maken, en alle boomsoorten die erin vallen op de schrijven en te meten. Met moeite hadden wij het vierkant gemaakt, maar het bos was te dicht om elkaar überhaupt aan de overkant van het vierkant te zien staan, laat staan alle bomen te kunnen zien. Toen hebben we maar besloten om niet meer verder te gaan met deze methode en weer terug te gaan naar transects lopen. Even verderop hingen de eerste FF in de bomen. Het was bijna net zo bijzonder als de keer in Baggao om ze weer te zien in hun natuurlijke habitat. Nu was er niet veel tijd om te genieten, maar er moest gewerkt worden. Na een paar foto’s begonnen we aan het eerste onderdeel van onze data collectie, namelijk de poepies. Overal in de hele roost site zat de poep van de FF op de bladeren van de begroeiing. Hiervan hadden wij er tientallen afgescheurd en ze in koffiefilters gedaan met een spulletje wat het vocht onttrok van de poep. Deze gingen allemaal weer in plastic en zouden we later pas weer in Cabagan gaan analyseren om op zoek te gaan naar zaden van fruit in de poep. Hierna gingen wij onze eerste transect lopen, we namen een coordinate point op de GPS en vanaf dat punt liepen we 100 meter noord, oost en west. In deze 100 meter namen we alle bomen mee die links of rechts binnen een meter van ons af stonden. Het uiteindelijke resultaat van al deze transects is dat je een beeld krijgt van hoe deze roost sites eruitzien op gebied van samenstelling van de boomsoorten. Ook willen wij weten hoe divers dit gebied is met boomsoorten. Op school hebben wij dit gehad, en nu wil ik het ook in de praktijk toepassen. Aan het eind van deze 100 meter, stopten we met lopen en gingen we de roosting trees opschrijven. Alle bomen die we konden zien waar FF inzaten, namen we mee in de data collectie. Onze guide Jaime, was een expert in herkennen van bomen wat goed van pas kwam. Op een gegeven moment zei hij; ‘give me the data sheet’ en vulde het zelf gewoon in omdat ik er blijkbaar niet genoeg van snapte. Hij wist alleen de namen van de bomen in Ilokano of Tagalog (de twee dialecten die hij sprak), en ik had geen idee hoe je dat moest spellen. In totaal hebben we maar een heel transect kunnen doen omdat het te laat begon te worden, en het ook best veel tijd kostte om het te doen. Daarbuiten moest Jaime ook terug met de boot naar het opstappunt om mensen op te pikken. We kregen namelijk gasten vanavond bij het kamp die een nachtje wouden blijven slapen. Dit waren verpleegsters uit Ilagan die voor een periode kwamen werken in Maconacon. Jaime moest twee keer op en neer omdat zijn kinderen ook mee kwamen. De volgende dag gingen we namelijk naar een waterval die op twee uur loopafstand van het kamp lag, en iedereen wilde mee. Als eerste in de boot mochten 4 verpleegsters mee en Jason, een van de zoons van Jaime. Een van deze verpleegsters was trouwens een jongen, en de andere waren een oudere vrouw en twee meisjes van mijn leeftijd. Ze hadden me al gewaarschuwd voor wat er in het tweede bootje aan zou komen, de vijfde verpleegster, ook een jongen. Ik heb even met de verpleegsters gepraat tot ik vanaf het water hoorde; ‘WHERE IS MY DUTCH FRIEND’. Aan de toon waarop hij dat zei wist ik al genoeg, hij was gay, en niet zo een beetje ook. Hij wilde meteen met mij op de foto en telkens aan mij zitten. Ik heb hem toen even heel duidelijk gemaakt dat ik daar niet van gediend was en toen stopte hij gelukkig. In de rest van de boot zaten nog de andere zoon van Jaime en zijn zwager. Het was weer tijd voor de exit counts. Alle verpleegsters hadden nog nooit zoiets gezien en vonden het erg bijzonder. Concentreren was wel moeilijk dit keer met allemaal mensen die er door heen praatten en vooral eentje… Na de counts vond ik het wel interessant om even bij deze mensen te peilen wat zij nou weten van FF, conservatie, en de bedreigingen die er zijn voor de FF en wat hun mening hierover was. Echt heel veel wisten ze niet, en als ik wat te ingewikkelde vaktermen ging gebruiken in het Engels die erbij horen, konden ze het al niet meer volgen. Tijd voor een drinking session dus, met alle guides en Mark gingen we in een rondje zitten en daar gingen we weer. Chickboy en Jun Jun moesten opgewarmd worden zei Jaime, ze moesten namelijk weer gaan vissen. Tijdens de drinking session kwam mijn grote vriend weer langs. Hij had blijkbaar niet zo goed onthouden dat ik geen zin had in aandacht van hem op die manier, want hij probeerde het weer. Toen moest er toch echt verandering gekomen, en ben ik echt boos op hem geworden en verteld dat als hij me nog een keer aanraakte zijn tanden in de rivier zouden liggen. Dat schrok hem gelukkig goed af, en hij ging mee met de mensen die gingen vissen. Mark en ik bleven over met de kinderen van Jaime en de drie vrouwelijke verpleegsters, en we hebben wat gekaart tijdens het wachten tot de rest terug was van de vis trip. Toen Mark op het punt stond om te verliezen met 31’en liep hij naar onze tent toe om zijn telefoon te pakken, alleen deze was verdwenen.. We hebben het hele kamp afgezocht met zijn alle, alleen de telefoon was nergens te bekennen. Hij had hem ook wel een beetje open en bloot neergelegd, maar hij dacht dat deze mensen wel te vertrouwen waren. Niet dus, iemand had zijn telefoon gepakt. Hij zal vast gepakt moeten zijn tijdens de exit count, waarbij Mark en ik gefocust waren op de FF en niet op de rest. Wel vervelend voor hem, en daardoor heeft hij de hele avond bijna niets meer gezegd.

17-9: Watervallen

In de ochtend gingen we op stap naar de watervallen met zijn allen. Na het ontbijt gingen eerst alle slome mensen voorop naar de watervallen met Jun Jun als gids. Chickboy, Jaime, Mark en ik bleven achter bij het kamp. Ik ging met chickboy en Jaime in de boot mee naar het begin van de rivier om de lunch en nog twee kinderen op te halen die Jaime zijn vrouw had gebracht voor ons, terwijl Mark weer verder op zoek ging naar zijn telefoon. Onderweg hoopte ik nog wat bijzondere vogels te zien op de rivier, met voorkeur een toekan. Maar helaas, op de heen en terugweg hebben we alleen de vogels gezien die we al gespot hadden op de eerste dag hier. Dat we weer bijna bij het kamp waren, deed Mark een mislukte poging om ons te laten schrikken. Hij lag achter een bosje in het water, maar de rinkels in de rivier hadden hem al lang verraden. De weg naar de waterval was eerst een klein stukje door de jungle en daarna volgden we een zijstroom van de rivier stroomopwaarts. Op een gegeven moment werd de rivier zo diep dat de kinderen die mee waren al niet meer konden staan en moesten zwemmen. Ik had mijn tas mee met camera, telefoon, etc. dus die mochten absoluut niet nat worden. Ik volgde chickboy over een steile oever van de rivier zodat we er niet door heen hoefden, maar alsnog werd ik zeiknat. Hij wist natuurlijk precies welke takken hij vast kon houden voor steun om te lopen, maar ik moest natuurlijk de verkeerde pakken. Krak! Daar ging ik, van twee meter hoog zo de rivier in met tas en al. Koppie onder, maar ik had gelukkig al mijn waardevolle spullen in een extra tasje gedaan dus die hebben het wel droog gehouden. Ik stond natuurlijk wel zwaar voor lul met mijn natte kop en zelfs de kinderen van 8 waren mij aan het uitlachen. Op ongeveer de helft van het pad namen we een andere zijstroom van de rivier waar het water niet meer zo diep was. Overal staken stenen uit het water en daarover moest je je eigen pad maar gaan vinden. Glibberig, hoog, laag, scherp, ze zaten er allemaal tussen en al de Filipijntjes gingen er rustig op hun teenslippertjes overheen, waarbij ik weer dacht; Hoe dan? Na een stukje was het geluid van de waterval al te horen, en zagen we de rest van het gezelschap ook zitten. Uit het niets was er ineens een waterval van ruim 20 meter hoog, met daaronder een poeltje waar je in kon zwemmen. Naast de waterval liep nog een paadje omhoog over de gladde stenen, maar het uitzicht was het zeker waard. We hebben even met zijn alle geluncht daar met nog een fles gin als toetje voor ons en daarna moesten we weer terug, want de verpleegsters moesten weer naar huis toe. Dit keer liepen we met de trage groep mee, en de wat oudere vrouw was niet vooruit te branden. Chickboy moest de hele tijd haar hand vasthouden, en van zijn gezichtsuitdrukking kon je zien dat hij het helemaal niks vond. Maar Mark en ik lachten ons rot van het uitzicht, en hadden genoeg foto’s gemaakt van hun. Dit kreeg hij nog wel een tijdje te horen. Onderweg nog van een paar rotsjes afgesprongen in het water met de kinderen die daar erg veel lol in hadden en toen kwamen we weer aan bij het diepere gedeelte. Het was alweer midden op de dag en ik had geen zin meer om door de paadjes te lopen, dus ging ik maar gewoon zwemmen door de hoofdrivier samen met Mark en de kinderen die mee waren. Filipijnen hebben nooit geleerd hoe zij moeten zwemmen, en als zij zeggen we gaan ergens zwemmen dan gaan ze er tot hun middel in en dan gaan ze door hun knieën. Dat is zwemmen voor hun, maar hier was het zo diep dat je niet meer kon staan op de bodem dus nu moesten ze wel echt. Ze waren verbaasd dat ik zo snel kon zwemmen, want zij gingen allemaal op zijn hondjes door het water heen. Best raar dacht ik, dan woon je bij de zee en dan kan je alsnog niet zwemmen. Eenmaal weer terug bij het kamp waren de verpleegsters hun spullen aan het pakken, maar Mark zijn telefoon was nog steeds niet opgedoken. De avond ervoor had hij praatjes dat hij degene helemaal in elkaar zou beuken die hem gestolen had, maar nu piepte hij wat anders. Ik had aan hem voorgesteld of ik moest helpen en vragen of iedereen zijn tas wou laten zien voordat ze naar huis gingen, maar dat wilde hij niet meer. Nu deed hij alsof het hem niet meer boeide dat zijn telefoon gestolen was, want hij zou wel een nieuwe kopen. Prima, maar dan moet je ook niet meer zeuren en chagrijnig doen zei ik tegen hem, maar dat hielp niet. Nadat we de verpleegsters weer gedag hadden gezegd, ging Mark zijn speurtocht naar zijn telefoon weer verder. Met een lange tak heeft zij zowel elke kiezelsteen die op het strand lag omgedraaid, in elk bosje geprikt, en elke vierkante meter gras doorzocht. En dit drie uur lang. Ik ging maar lekker een dutje doen in de hangmat tot de Flying Fox weer gingen vliegen. Na de exit counts en avondeten, werd er weer een fles gin opengetrokken en daarna gingen de guides weer vissen. Dit keer gingen ze upstream vissen om garnalen te vangen. Mark en ik gingen maar een beetje in de hangmat chillen tot ze terug waren, maar dat duurde zo lang dat ik gewoon in slaap viel.

18-9: Weer terug naar Divilacan

De mannen hadden goed hun best gedaan met garnalenvissen zag ik toen ik wakker werd. Het hele netje zat vol, dus er stond een lekker ontbijtje te wachten. Ik weet niet wie er ooit ontbeten heeft met verse gekookte garnalen, maar het is zeker het proberen waard. Na alles weer opgeruimd en ingepakt te hebben konden we weer terug in de boot naar het punt waar we opgestapt waren. Hier gingen we nog een habitat assessment doen in het mangrovebos. Jaime had met zijn vrouw afgesproken dat er motors zouden komen na lunchtijd, alleen waren wij al klaar om 10 uur met de habitat assessment. We moesten wachten dus.. Dan maar een kaart spelletje doen in de schaduw. Poseidon, heette het spelletje wat we speelden. Ik snapte er geen bal van, want het was een mix van poker, 31, pesten en hartenjagen in een. Alsnog was ik niet de slechtste want chickboy verloor 9 keer achter elkaar, zelfs toen hij aan het steken was en zichzelf de beste kaarten gaf. Ineens begon het een beetje nat te worden onder de billen, want het werd vloed. Tegelijkertijd kwamen gelukkig de motors aan, en we konden weer terug naar Divilacan toe. Het was wel veel korter dan ik in gedachten had, de tijd in de roost site. Ik had gepland dat wij daar wel minimaal een week zaten en elke dag op zoek gingen naar de FF, maar Jaime moest vandaag volleyballen dus het kon niet. Eenmaal weer bij het huisje hebben wij een beetje gechillt, tv, gekeken, tot we weer moesten exit counten. In de avond kwam chickboy weer bij ons langs voor uiteraard weer een drinking session, want zo gaat het elke dag hier in Divilacan. We verveelde ons en toen gingen we maar met de scooter van chickboy met zijn drieën naar Maconacon toe. Matteo had namelijk een oogje op een van de verpleegsters, en wou vanavond wel eens even kijken of dat wederzijds ook zo was. Helaas voor hem waren de verpleegsters niet in Maconacon, maar bij ons in Divilacan. Daar kwamen we op de terugweg achter toen we ze terug zagen rijden, maar we hebben wel lekkere barbecue gehaald in Maconacon.

19-9: Honeymoon Island

In de ochtend hadden onze guides een ‘belangrijke’ meeting en daarna moest Jaime nog een volleybalwedstrijd fluiten voordat we weer op stap konden. We gingen twee area’s bezoeken waarvan ze weten dat deze als roost site dienden voor de FF. Eentje was naast het vliegveld die zij aan het bouwen waren en de ander lag ergens in de jungle. Daar gingen we eerst heen. Uurtje op de motor, en we waren bij de eerste roost site. Vervolgens liepen we een stukje de bosjes door en namen we een coordinate point vanwaar we ons transect weer gingen lopen. Matteo was halverwege achtergebleven om de boot van gisteren terug te brengen naar de plek waar we hem opgehaald hadden. Op de terugweg zagen we allemaal vruchten op de grond liggen die we van Jaime moesten verzamelen. Er lagen niet veel op de grond, maar daar wist Jun Jun wel raad mee. Hij klom de boom in en begon aan de tak te zwaaien. Vervolgens regende het vruchten, en had Jaime er genoeg. In deze vruchtjes zat een nootje wat je kon koken in water en dat aten ze vervolgens op. Matteo was weer aangesloten bij ons en we konden op naar de volgende roost site bij het vliegveld. We moesten even registreren bij twee mannetjes die daar in een hutje zitten en toen mochten we het bos in. Voor de bouw van dit vliegveld is veel bos gekapt, waaronder dus habitat van de FF. Zij hadden hier al een hele tijd niet meer geslapen door het kappen, en nu is nog maar de vraag wat een impact het vliegveld gaat hebben op de populatie. De habitat assessment zat er op en het was tijd om eventjes wat te eten op het strand, want dat lag ten minste naast het vliegveld. Het ‘strand’ van Divilacan bestaat vooral uit rotsen, maar hier was het veel anders. We zaten echt op een bounty strand met uitzicht op honeymoon island. Dit eiland lag tientallen meters in zee en dat maakte dat het een erg mooi uitzicht was. De mensen die de eigenaar zijn van het eiland (Chinezen), zijn van plan om een resort op dit eiland te bouwen zodat het de naam ‘honeymoon island’ waar kan maken. Het was al een beetje laat op de dag en daarom moesten we terug haasten naar Divilacan omdat we weer exit counts moesten gaan doen. Dat we aankwamen in Divilacan waren de FF al begonnen met vliegen en we waren dus te laat, helaas pindakaas. In het huis van Jaime kwamen we wat oude bekenden tegen, de verpleegsters. Beetje ongemakkelijk, de mensen die Mark zijn telefoon gestolen hadden zo ineens weer tegenkomen in dat huis maar hij deed er niets aan. Matteo had zijn ogen alweer gezet op Angel, de verpleegster waar hij verliefd op was en zijn 7e vriendinnetje moest gaan worden. Hij had haar nummer geregeld en was de meest gelukkige jongen op aarde. Dat moest uiteraard weer gevierd worden met een flesje gin en wat red horse die we in de avond op het strand opgedronken hadden met zijn 3en, want Jun Jun is al vader en wou bij zijn kind blijven.

20-9: Interviews

Vandaag was het plan om een aantal barangays te bezoeken om interviews te doen met de mensen die daar woonden. Het doel van deze interviews was om een inzicht te krijgen over de kennis van deze mensen over de FF. Buiten dat wou ik ook informatie van hun hebben over wat zij de FF hebben zien eten, dat is handige informatie voor het dieet gedeelte van mijn studie. Het laatste deel van de vragen ging over het jagen van de FF en het verstoren van de roost sites van de FF. De eerste barangay die we bezocht hadden was Bitarum. Er zaten al een paar mensen bij elkaar bij het huis van de barangay captain, de dorpsleider. Wij hebben hem als eerste geïnterviewd over de FF. Ik had een vragenlijst in het Engels gemaakt, maar het Engels van deze mensen was niet genoeg om die zonder vertaler af te nemen. Gelukkig had ik Mark, Matteo en Jun Jun bij mij. Matteo durfde helaas alleen Engels te praten als hij wat shots gin op had, en Jun Jun eigenlijk helemaal niet. Mark moest dus mijn vragen gaan vertalen naar Tagalog of Ilokano zodat ik antwoorden kon krijgen. Mark heeft zelf voor zijn onderzoek ook een eigen vragenlijst, dus we moesten dubbel doen. Gelukkig kwamen wat vragen in onze lijst overeen en dat scheelde wat tijd. Na 6 mensen geïnterviewd te hebben wouden we weer gaan, maar dat ging niet zomaar. We moesten eerst verplicht met de mensen lunchen wat ik niet erg vond want het was best gezellig daar. Na de lunch hebben we nog een beetje gepraat en toen konden we op naar de volgende twee barangays. In de eerste zat alleen een vrouwtje die ons vertelde dat alle mensen van het dorp aan het werk waren op hun boerderij en dat er dus niemand was om te interviewen. Op naar de volgende barangay dan maar. Ook hier werd ons verteld door de barangay captain, wat overigens een vrouw was, dat iedereen aan het werk was. Haar hebben we gelukkig wel kunnen interviewen want anders waren we voor niets gekomen. We hebben nog even een ijsje gekocht en toen gingen we weer terug naar Divilacan toe. De weg naar de barangays was niet geweldig door alle losse stenen. Mark zat bij Jun Jun achterop die gewoon een motor had, maar ik bij Matteo. Matteo had nog een scooter, en ja… die zijn niet gebouwd om over stenen heen te rijden. Als je van tevoren naar zijn scooter keek werd je al niet gelukkig maar door deze weg is het er niet veel beter op geworden. Bijna weer in Divilacan zagen we weer een oude bekende rijden, namelijk Weng. We dachten dat zij alweer terug naar Tuguegarao was, en zij waarschijnlijk dat wij nog in de roost site waren. Daar gingen we vanavond natuurlijk weer even langs voor wat gratis drank. Terug in Divilacan hebben we nog even basketbal gekeken, en hebben we besloten dat het weer tijd was om een klein flesje gin te halen samen met Matteo. We moesten wel een beetje rustig aan doen omdat we nog FF moesten tellen, en wel een enigszins betrouwbaar resultaat wouden krijgen. Jaime kwam ook even kijken bij ons en liet even trots zijn speeltjes zien. Hij liep naar binnen en kwam terug met een shot gun, pistool en een handgranaat, maar dat was niet alles. Wij sliepen in een klein open huisje buiten en in het dak hiervan had hij een koker verstopt met iets erin. Hij maakte het open en toverde een mortier tevoorschijn. Waar heb je dat allemaal voor nodig, vroeg ik? Hij nam altijd zijn pistool mee als we het bos in gingen omdat hij bij de MENRO werkt. Als hij dan jagers tegenkomt of mensen die andere illegale activiteiten uitvoeren zoals boskap, lost hij een paar waarschuwingsschoten. Beetje rare manier om dat zo op te lossen, maar het werkte wel. Na de exit counts was het tijd om echt even flink te zuipen. We hadden een paar red horse gehaald bij het strand en toen Weng opgehaald om bij het strand te gaan zitten. Matteo wou graag een push up contest gaan doen met mij voor 100 peso’s, maar na 5 zakte hij al op de grond. Makkelijk twee red horse’s verdiend wel. Maar goed, iedereen had dat gezien en wouden allemaal contests doen en ook armpje drukken met mij, en zo hebben wij de hele avond vol gemaakt. Eenmaal weer terug bij het huisje zat Matteo ineens op de praatstoel. Overdag komt er niet zo veel uit omdat hij zich schaamt voor zijn Engels, maar na 2 liter bier en 2 flessen gin kent hij geen schaamte meer. We konden het sowieso al goed met elkaar vinden, maar het was ook eens leuk om eens een keer een soort van gesprek te hebben. Mark lag toch al knock out in zijn hangmat naast ons en die kreeg er niets van mee.


Stage Filipijnen part 1.

Filipinos

22-8: EINDELIJK-

Na ruim twee maanden vakantie gehad te hebben was het eindelijk zo ver, de stage in de Filipijnen kon beginnen. Na een heel jaar in de schoolbanken gezeten te hebben, werd het wel weer eens tijd om iets leuks te gaan doen voor mijn studie. Koffer uiteraard op de dag van vertrek ingepakt, gedag gezegd tegen beide oma's, pizza'tje erin en we konden op naar Schiphol. Op Schiphol aangekomen na een zenuwachtige rit van mijn lieve vader moest ik voor 5 maanden afscheid nemen van mijn ouders en zusje. Van moeders, die net blij was omdat ik weer twee maanden terug was in de vakantie kreeg ik een erg lange knuffel waarbij haar tranen al over mijn schouders liepen. Natuurlijk nog een kleine fotoshoot voor de poortjes bij het inchecken, en daar ging de koffer richting de Filipijnen. Eenmaal boven bij de douanepoortjes realiseerde ik mij dat ik uiteraard toch iets in de auto had laten liggen, waar wij notabene op de heenweg nog voor omgekeerd zijn om het thuis op te halen. Vaders gebeld, en daar kwamen ze weer aan met zijn 3'en, snel de papiertjes afgegeven en ik kon weer verder aan mijn avontuur. "Meneer, is deze tas van u?" Vroeg een vrouwtje van Schiphol aan mij. "Ja, wat dan?" zei ik, waarop zij volgde "loop maar even mee". Een paar meter verder op stond de marechaussee op mij te wachten die mij er op wezen dat het uiteraard niet de bedoeling was om je tas alleen achter te laten op een vliegveld. Na wat Ja-knikken en 10 keer sorry gezegd te hebben tijdens de preek van de marechaussee, mocht ik weer door. Eenmaal door de douanepoortjes heen moest ik bij de op zoek naar Nanouk (een studiegenoot die stage loops bij hetzelfde stageadres). Zij zat al uiteraard vol spanning al braaf 3 uur van tevoren op mijn aankomst te wachten onder het genot van een patatje met ketchup. Op naar de gate, want het vliegtuig ging al over een uur! Nanouk kreeg haar zin en mocht bij het raam zitten, die jammer genoeg voor haar bijna de hele reis dicht moest blijven omdat wij een nachtvlucht hadden.


23-8: Azië-

Na ruim twaalf uur vliegen, zette ik voor het eerst voet op Aziatische grond. Het vliegtuig maakte een tussenstop in Taipei (Hoofdstad van Taiwan), waar een groot gedeelte van de passagiers achterbleven. De eerste kennismaking met Azië was meteen goed, overal op het vliegveld rook het naar rijst. Na een bezoekje aan de veel te laag geplaatste toiletten voor een Nederlandse jongen als ik, moesten we weer naar de gate toe. Bij de gate keek ik mijn ogen uit naar alle "vage Aziatische soort van Hello Kitty-achtige" poppen en andere 'kunst' waar het vliegveld helemaal volgebouwd mee was. Eenmaal in het vliegtuig, kon ik ook een plekje bij het raam bemachtigen omdat drie kwart van de mensen hun eindbestemming Taipei was. Ook al was de vlucht maar anderhalf uur, ik heb toch nog wat kunnen zien buiten. Het vliegtuig is geland om 18:45 lokale tijd in Manilla (Hoofdstad van de Filipijnen) wat een beetje raar aanvoelde vanwege het tijdsverschil (+6 uur). Eenmaal geland hebben we de koffers van de band geplukt, wat Filipijnse Peso’s gepind, een SIM-kaartje gekocht en in de taxi gestapt op naar het hotel. De taxichauffeur was erg enthousiast, en we hebben een gezellige taxirit door het al donkere Manilla gehad. Het hotel wat ik geboekt had heette The Mabuhay Manor en was onmisbaar door de vele gezellige gekleurde vlaggetjes die overal rondom en in het hotel hingen. De kamer was prima en ik heb nog een paar biertjes gedronken in de lobby voor het slapengaan, want de volgende dag moest er weer gereisd worden.


24-8: De laatste kilometers

Om 12:55 ging mijn vlucht van Manilla naar Tuguegarao. 's ochtends ontbeten in het hotel en toen weer met de taxi naar Manilla airport voor een binnenlandse vlucht van ongeveer een uurtje. Geland in Tuguegarao, maakten wij pas echt kennis met het weer in de Filipijnen. Buiten het vliegtuig stond er al een vrouwtje paraplus uit de delen tegen de zon. Voor die 30 meter naar de bagageband leek mij dat een beetje overdreven maar goed.. Buiten het vliegveld stond Dorina te wachten, een van de dames die op de office van mijn stagebedrijf werkt. Van Tuguegarao naar Cabagan was het ongeveer een uurtje rijden. Vlak na het dorpje Cabagan sloeg de auto af naar de 'Isabela State University Campus' (ISU). Hier liepen overal al Filipijnse studenten van mijn leeftijd rond in hun uniforms die aan de universiteit daar studeerden. We werden gebracht naar het hoofdgebouw, waar de 'Mabuwaya Foundation' (stagebedrijf) en de 'CCVPED' (Centre for Cagayan Valley Programme on Environment and Development) gevestigd zijn. Hier maakten wij kennis met een paar mensen, waaronder Esso, de huishouder van de International Student House (IH), waar ik de komende maanden zal verblijven. Eenmaal gesetteld in het huisje, was het tijd om boodschappen te doen in Cabagan, het dichtstbijzijnde dorp. Daar gingen wij heen op de Trycicle (een motor met een zijspan). Een enkeltje naar Cabagan vanaf de campus van ongeveer 6 kilometer kost 70 peso’s (60 peso’s is ongeveer 1 Euro, dus reken maar uit). Eenmaal weer terug in het huisje, met een volle koelkast dit keer, was het tijd om even wat te eten, moeders te bellen en wennen aan het weer, want dat zou nog leuk gaan worden de volgende dag.....


25-8: Introductie bij de Mabuwaya Office-

Om 9 uur werden we verwacht bij de office van 'The Mabuwaya Foundation'. Mabuwaya is een onderzoekscentrum, ooit opgericht met hulp van de universiteit van Leiden. Zij hebben veel onderzoeken lopen over allerlei verschillende bedreigde en endemische soorten in de Filipijnen. Een van deze projecten van Mabuwaya is er een over Flying Foxes (vleerhonden). Er zijn twee soorten Flying Foxes (FF) die onderzocht worden in de regio. Dit zijn de: Golden-Crowned Flying Fox (Acerodon jubatus) en de Large Flying Fox (Pteropus vampyrus). De reden waarvoor deze soorten onderzocht worden is omdat de populaties bedreigd worden omdat er veel op gejaagd wordt (voor eten en geld), hun habitat kleiner wordt door de houtindustrie en boerderijen, en in één regio wordt er veel gemijnd waardoor deze soorten verstoord worden overdag als ze in de bomen slapen. Deze twee soorten zijn ongeveer even groot, maar toch staat de Golden-Crowned Flying Fox bekend als de grootste vleermuissoort ter wereld (op basis van gewicht). Zij slapen beide overdag in zogenaamde 'roosting sites'. In een roosting site kunnen wel tot 35.000 individuen samen slapen. 35.000 is best een groot aantal, maar als je na gaat dat er zo'n 100 per dag gevangen worden moet er toch wat gebeuren. Vandaar dit onderzoek. Wat ik ga onderzoeken is hoeveel FF er ongeveer zijn in elke roost site, wat de habitat eigenschappen zijn waarop ze deze locaties uitkiezen en hun dieet. Tot nu toe zijn er drie verschillende roosting sites in de regio waar ik zit (Northern Sierra Madre, op Luzon Island). Een roosting site is in Baggao, een in Divilacan en de laatste is in Dinapigue. Hoe en wat zou ik vandaag meer over te horen krijgen. De supervisors bij Mabuwaya waren de dag ervoor teruggekomen van hun field trip en moesten dus eventjes uitrusten. In de ochtend hebben we wat papierwerk geregeld met Dorina, voor vergunningen, registratie, etc. In de middag hadden wij afgesproken met Joni (bioloog, en een van de staff-members) op kantoor voor een kleine introductie. Van Dorina kregen wij het goede nieuws dat de eerste orkaan al onderweg was. Ze zei dat wij niet vol getroffen worden door de orkaan en slechts een tropische storm zullen meemaken. Voor orkanen hebben ze een speciale schaal om de sterkte te meten (‘tropical cyclone intensity’ schaal), die van 1 tot 5 op liep. Ons gebied had gevarencode 2, dus het zou wel meevallen. In de tussentijd heb ik verder gewerkt aan mijn onderzoeksvoorstel omdat ik nog het een en ander eraan moest veranderen. Er liep een meisje het kantoor binnen, en nog zonder haar gezien te hebben hoorde ik al aan haar Engelse accent dat ze Nederlands was. René was haar naam en ze was antropoloog. Zij was hier in de Filipijnen om onderzoek te doen naar een etnische groep, 'de Acta'. Zij legde mij uit dat Acta's jagers en verzamelaars waren en in de bossen leefden. Ze vertelde wat meer over haar project en liet mij ook wat foto's zien van deze bevolkingsgroep. De Acta's zien er veel anders uit dan de reguliere bevolking hier in de Filipijnen. Ze hebben een veel donkerdere huid en een soort van kroeshaar. Als je ze alleen op hun uiterlijk zou beoordelen zou je eerder denken dat ze in Afrika zouden wonen in plaats van Azië. René was de volgende dag al van plan om weg te gaan omdat haar data-collectie periode voor haar PhD erop zat, en ze ging beginnen met schrijven in Amerika. Net dat René het kantoor uit liep kwam er iemand anders binnen, Eamonn heette hij en was toevallig ook Nederlands. Ik zat achter een muurtje dus kon mooi hun gesprek afluisteren. Later kwam hij ook even een praatje met mij maken. Na een gesprek van een uur was mij nog steeds niet echt duidelijk wast hij precies allemaal gedaan heeft, maar hij was kunstenaar en filmde hier het een en ander in de regio (vooral Acta’s). Na wat geluncht te hebben thuis, kwam ik terug op kantoor waar Joni en Makmak (Mark) op ons te wachten zaten. Makmak, een Filipijnse jongen van 25, studeert Forestry aan de ISU en heeft ook een onderzoek voor zijn scriptie lopen over FF. Makmak is mijn projectpartner de komende periode, we verzamelen dezelfde data over de FF, maar hebben allebei een ander doel voor ons onderzoek. Na kennis gemaakt te hebben met Joni en Makmak was het tijd om de markt van Cabagan verkennen. Na weer een ritje op de trycicle kwamen we aan op de markt in het dorpje waar zij allemaal verse streekproducten verkopen. Vlees, vis, groente, fruit, noem maar op... ze hadden het allemaal. Na maar liefst 200 peso’s (~3euro) uitgegeven te hebben, kon mijn tas al bijna niet meer dicht door de hoeveelheid groente en fruit die erin zat. Eenmaal terug op de campus kwamen wij René weer tegen en hadden we afgesproken om in de avond film te gaan kijken met zijn 4'en als afsluiter van haar periode hier.


26-8: Het eerste weekend op de campus

In de weekenden gaan de meeste studenten van de ISU naar huis, en is het dus best rustig op de campus. Het komt er dus op neer dat je in de weekenden creatief je tijd in moet vullen om je niet te vervelen. Intensieve activiteiten, zoals lange wandelingen, zijn ook weer iets te veel van het goeie omdat het vanaf een uurtje of 10 's ochtends al kokendheet kan zijn hier. Ik had met Mark afgesproken om beide onze onderzoeksvoorstellen uit te printen zodat we die van elkaar konden lezen om misschien wat ideeën op te doen en elkaar te helpen. Het kantoor was helaas dicht omdat het weekend is dus moesten we in het dorpje printen bij het internetcafé. Voordat we in de middag heen gingen op de motor heb ik nog eventjes een kleine wandeling gemaakt om de omgeving te verkennen. Ik kwam terecht op een heuvel met prachtig uitzicht op de omgeving. Je kon Cabagan zien liggen, de Cagayan rivier zien lopen en veel meer. Ik moest terug haasten want Mark zou er al over een half uurtje zijn. Dezelfde route terug leek mij een beetje saai dus nam ik een andere terugweg. Dit was niet zo een goed idee. Na 5 minuten was ik al verdwaald en zat ik midden in de bosjes. Na wikken en wurgen ben ik door de bush heen gekomen, maar was uiteraard nog steeds verdwaald. Gelukkig kwam ik op een weggetje terecht, die leidde naar het huisje. Na 10 minuten joggen in 35 graden kwam ik een kwartier later dan afgesproken en van top tot teen bezweet aan bij het huisje. Mark was nog nergens te bekennen, en dat was mijn eerste les over de Filipijnse bevolking. 3 uur betekent niet 3 uur, maar tussen 2 en 4. Even later kwam hij aan en ging ik achterop de motor mee naar Cabagan, op naar het internetcafé waar je kon printen. De eigenaresse van het internetcafé had een boze blik en een van de mooiste snorren die ik in mijn leven gezien heb. Zij had er net zo veel zin in als de printer, die er ongeveer 20 minuten over deed om twee documenten uit te printen. Op de terugweg zijn we gestopt om wat bier te kopen, want wat is de beste manier om iemand te leren kennen? Natuurlijk onder het genot van een halve liter 'extra strong beer' (zo heette het merk). Bij Mark thuis (30 seconden lopen van mijn huis), hebben wij gepraat over van alles. Het begon over ons project, maar ik vond het veel interessanter om dingen over zijn leven in de Filipijnen te weten te komen en hij over mijn leven in Nederland. Mark is 25 en heeft een vrouw en al twee kinderen, een jongetje van 5 en een meisje van 2. Het meisje keek telkens om het hoekje van de deur keek en als ik terugkeek, lachte ze en dook ze snel weg. Het was erg gezellig en daardoor ging de tijd best snel. Na mijn tweede biertje was het al donker en begon mijn maag te knorren. Mark nodigde mij uit om bij hem te eten, wat ik uiteraard niet aan mijn neus voorbij liet gaan. Ik legde even snel wat neer thuis en vroeg of Nanouk ook mee kwam, die zielig in haar eentje film zat te kijken op de bank. Bij Mark hebben we overheerlijke vis gegeten met wat rijst. Dat mochten ze elke dag wel voor mij koken, maar helaas zal ik het vaak moeten overlaten aan mijn eigen kookkunsten. Na het eten hebben we nog gezellig gepraat en gelachen. We spraken af om de volgende dag een mooie wandeling te maken naar een berg toe.


27-8: De wandeling-

Voor het eerst was ik niet om half 6 's ochtends klaarwakker. Mijn lichaam was eindelijk een beetje gewend aan het tijdsverschil en voornamelijk de hitte in de Filipijnen. In de ochtend heb ik verder gewerkt aan mijn onderzoeksvoorstel en voor de deur gezeten in de hoop dat er wat bijzondere vogelsoorten zich lieten zien om ze op de camera vast te leggen (want dat is wat je als bioloog hoort te doen). Helaas, het regende en er was vrijwel niets buiten. Toen de zon begon te schijnen arriveerde ook Mark en kon de tocht naar de berg beginnen. We gingen naar hetzelfde punt waar ik de dag ervoor geweest, en vandaar volgden we een pad naar onze bestemming. Mark zei dat hij er elk weekend heen ging met zijn vrienden. Na anderhalf uur lopen in de hitte, onder hekjes door, over hekjes heen, door de bosjes, door valleien, heuvel op heuvel af, kwamen we aan bovenop de berg. We werden getrakteerd met een nog mooier uitzicht dan de dag ervoor op het Northern Sierra Madre gebergte en aan de andere kant Cabagan. Terwijl wij allebei onze wandelschoenen aanhadden, deed Mark de tocht rustig op zijn teenslippers. Ook vloog er een grote roofvogel vlak voor onze neus, waar we helaas nog steeds niet precies van weten welke soort het was. Bovenop de berg zagen wij in de verte een mega-stortbui aankomen, dus we moesten op een wat sneller tempo teruglopen om deze te ontwijken. Gelukkig konden wij via een verharde weg teruglopen aan de andere kant van de berg en ging ook de regenbui langs ons heen. Uiteindelijk zijn wij zo'n 4 uur weg geweest van huis, dus een prima opvulling van de dag.


28-8: Maandag

Op iedereens favoriete dag van de week was er in tegenstelling tot iedereen in Nederland hier vrij weinig te doen. De studenten zouden normaalgesproken terug zijn op campus, maar het was een nationale vrije dag in de Filipijnen. De campus was helaas nog een dagje leeg en de office was ook nog gesloten, dus konden niet werken daar. Ik ben de dag doorgekomen met wat eten, mijn onderzoeksvoorstel en sudoku-puzzels. Dinsdag zou onze eerste dag in het veld gaan worden om kennis te maken met het 'field work'. We hadden dit zo gepland met Joni. Op deze eerste dagen in het veld, is het de bedoeling dat wij kennis maken met de lokale bevolking in de dorpjes (barangays), het eten van deze mensen leren kennen, en als belangrijkste: ervaren hoe onze study areas eruit zien, waar we de soorten kunnen vinden en hoe het er aan toe gaat daar in de bush.


29-8: ISU naar Santa Margarita

Er stond een erg lange dag te wachten. Het weekend en de feestdag van de mensen op de campus zaten erop, het was weer tijd om aan de bak te gaan. Ook voor ons. Vandaag begon de introductie van het field work. Ik had geen idee wat mij te wachten stond. De ochtend begon met het invullen van wat papierwerk en het ontmoeten van alle staff van Mabuwaya. Onderweg naar het kantoor zagen we al talloze groepjes studenten lopen die ons allemaal een goeiemorgen wenste. Eenmaal op kantoor maakten wij kennis met iedereen, met als uitzondering 'mom Tess'. Mensen met een hoge status, mensen die op bezoek zijn en mensen waarbij je op bezoek worden aangesproken met 'mom' (alleen vrouwen natuurlijk). Mom Tess is de CAO (Chief Administrate Officer) van Mabuwaya en heeft dus een hoge functie. Onze eerste indruk bij Tess was niet zo een goeie. We hadden namelijk een korte broek aan. Een korte broek aan? Dat is toch juist lekker in die hitte zou je denken... Daar denken ze hier helaas anders over. Als ik de regels van Mabuwaya wat beter gelezen had, dan had ik nu een lange broek aan. Een korte broek dragen op kantoor is een no-go, het is een teken dat je geen respect hebt voor de mensen daar. Lesje geleerd. Een paar vieze blikken van Tess later, moesten we alleen nog wachten op een telefoontje van de regionale politie om verder te kunnen. Tess was niet de enige die nieuw voor mij was vandaag, ook ontmoette ik Bernard en Arnold. Bernard is een expert op gebied van krokodillen in de Filipijnen en Arnold is in het algemeen de chauffeur en gaat mee op field trips omdat hij het leuk vindt. Met Arnold gingen Nanouk, Mark en ik mee de auto in voor het een en ander. Als eerst gingen we naar het politiebureau in Cabagan. Daar lieten we onze paspoorten en research permits zien. Zij voerden vervolgens iets in op de computer en na een fotootje genomen te hebben konden we verder. Arnold wou heel graag zijn huis laten zien in Cabagan dus daar gingen we heen. Arnold is een vrolijke vent die heel blij en gelukkig is met wat hij heeft en dit ook erg waardeert. Ook houdt hij erg van praten. Hij heeft een erg groot huis met een nog groter stuk grond er omheen. Hier groeien allerlei vruchten en groenten waar hij denk ik jaren van kan leven. Twee van zijn acht kinderen zaten op de bank te eten in hun schoolpauze. De andere 6, allemaal oudere meisjes waren niet thuis. Een zat op school en de rest was allemaal al uit huis. Na een rondleiding door Arnold zijn villa, gingen we terug naar kantoor. Mom Joni was al klaar om te gaan, maar wij vier moesten eerst even eten. Tijdens het koken van de lunch even snel mijn tas gepakt en ik was er ook klaar voor. Daar gingen we met zijn 5'en in de auto, op naar onze eerste stop in Santa Margarita. We stopten eerst nog in Cabagan om verse noedels langs de weg te kopen die je blijkbaar alleen in Cabagan kon kopen. Deze waren een geschenk aan de families waar we gaan slapen en uiteraard ook eten voor ons. De eerste noodzakelijke stop was in San José, waar we langs de LGU (Local Government Unit) moesten en ook boodschappen voor de komende week gingen doen. Even later, weer een papiertje van de gemeente rijker en met tassen vol blikvoer, koffie en verse groenten van de markt, konden we naar de eerste slaapplek. Dit was het huis van Efren, een man met weinig tanden in zijn mond en een mooie huidziekte op zijn voeten. 'Many guests tonight' zei hij, maar alleen wij 5, zijn vrouw en twee kleine kinderen waren te bekennen in het huis. De vrouwen van ons gezelschap sliepen natuurlijk in een (lekker) bedje, en Mark en ik moesten het doen met de bank, gemaakt van hardhout, terwijl Arnold in de auto sliep. Na een heerlijk dinertje, was het voor de dames tijd om te slapen. Mark en ik gingen nog even een biertje drinken voor het huis. Ongeveer een uurtje later kwam er een busje aangereden die bij het huis stopte. Voor ik het wist, zaten er ineens wel 15 mensen extra bij ons op de veranda. Hierbij zaten een moeder en een zoon van mijn leeftijd die in Australië woonden. Geboren in de Filipijnen, maar jezelf Australisch noemen, kon Mark niet echt waarderen. Hij vond het respectloos naar je geboorteland toe. Rond een uurtje of elf was het tijd voor iedereen te gaan slapen. Morgen staat ons een nog langere dag te wachten, we gaan met de auto naar Mansarong. In Mansarong (uurtje rijden), blijven de dames en Arnold met de auto achter, want daar is hun studiegebied. Die van ons ligt ietsjes verder, vanaf Mansarong moeten wij wel 8 uur lopen naar Camunayan.


30-8: Santa Margarita naar Camunayan

Met rijst als ontbijt, konden wij onze reis vervolgen. Gister en vannacht heeft het keihard geregend en dus waren de wegen best modderig. Voordat we de rivier over gingen steken, moesten we nog even langs bij de Barangay Captain. Een barangay moet je zien als een kleine gemeente, waar allemaal kleine dorpjes in liggen. Hij was niet op kantoor helaas, en na 30 minuten wachten gingen we maar verder. Eenmaal door Citu Dapir heen, kwamen we aan bij een rivier. Normaalgesproken geen probleem voor de auto, maar door de heftige regen was er geen mogelijkheid om er met de auto overheen te gaan. Tijd voor overleg in de stromende regen.. De enige manier om aan de andere kant te komen was om te rivier te voet over te steken. Eitje, dacht ik toen ik een boer zag oversteken, maar het tegendeel zou spoedig bewezen worden. Alle spullen gingen in plastic, en twee jongetjes van twaalf die stonden te kijken zouden onze guides worden. Zij gingen de spullen wel even aan de overkant brengen. Met onze zware tassen boven het hoofd, renden ze als ware de rivier door. Dit moet best te doen zijn dacht ik, en toen waren wij aan de beurt. Met laarzen aan liepen we naar de plek toe waar we over gingen steken, helaas een tikkeltje te vroeg. We kwamen een beetje vast te staan in het midden, waar de stroming zo sterk was dat als je je been optilde hij er vandoor ging. De jongetjes moesten ons komen helpen. Daar liep ik dan... hand in hand met een jongetje van twaalf door het midden van de rivier heen. Ze moesten er waarschijnlijk om lachen bij de auto, maar zonder was de overkant halen heel lastig geworden. Eenmaal aan de overkant werden de laarzen leeggegoten, geposeerd voor de foto vanaf de auto aan de andere kant en de tassen gepakt. Mark en ik droegen onze rugzak en de jongetjes droegen beide een zak met ons eten en andere spullen erin op hun hoofd van wel 30 kilo denk ik. Na een uurtje door de blubber lopen kwamen we aan in Mansarong. Een klein boerendorpje met ongeveer 25 huizen, een schooltje en een kiosk waar je eten en drinken kon kopen. Door het gedoe met de rivier hadden wij flinke vertraging opgelopen en was het niet meer mogelijk om Camunayan te halen. Verder was er ook niemand die onze zakken konden dragen want de jongetjes wouden terug naar huis. Ik betaalde ze beide 100 peso’s en na een kopje koffie gingen ze terug naar de rivier. Deze koffie dronken we in het huis waar Mark zijn vrouw was opgegroeid, zij kwam toevallig dus uit dit kleine dorpje en we sliepen ook daar bij haar ouders en kleine broertje in huis. De lunch stond ook al voor ons klaar, heerlijk zelf verbouwde groenten met natuurlijk rijst. Het was nog best vroeg dus Mark en ik gingen een einde lopen rondom Mansarong, op zoek naar wat leuke beestjes natuurlijk. Maar helaas, niks anders gevonden dan regendruppels en blubber... Weer in het huisje heb ik even met de schoonvader van Mark gepraat. Vergeleken met alle andere lokale mensen die ik ben tegengekomen sprak hij best goed Engels. Hij was alleen wel bijna doof dus je moest wel schreeuwen. Hij vertelde het een en ander over zijn hele leven als boer in Mansarong en over zijn familie. Mark en ik moesten nog wel een gids regelen voor de volgende dag anders zou het een hele opgave worden om alle bagage mee te krijgen. Gelukkig kwamen de 'Acta’s' terug van hun trip naar het dorpje van na de rivier. Een van hun moest gelukkig dezelfde kant op als ons de volgende dag, dus hij kon ons prima helpen. Lary, heette hij, hij was 19 jaar oud en dus een Acta. Acta's zijn van oorsprong jagers en verzamelaars en leven tussen de dorpen van de Barangays heen in hun groepen van alleen Acta’s. Hier wonen zij in houten huisjes, nog primitiever dan het huis waar wij nu in zaten. Het huis waar wij in zaten stond zo een twee meter boven de grond en bestond uit een woonkamer en een klein trappetje wat leidde naar en gedeelte waar 3 slaapplekken waren. De bedden waren gewoon een stuk hout met wat dekentjes erop om het iets zachter te maken. Terug naar onze Acta Lary, het enige wat hij die avond tegen mij gezegd heeft was 'nice to meet you sir'. Hij was heel erg verlegen, en ik denk ook niet dat hij echt Engels sprak. De hele avond heeft hij naar de grond lopen staren, wat ik er best zielig uit vond zien voor zo een jongen. Na het avondeten kwam er een vriend van de vader op visite. Hij zag eruit als de Filipijnse typischse Sjonnie uit Den Haag. Matje in zijn nek, peukie, alles klopte precies. Hij kwam aan met een fles gin. Zo een fles kostte 80 pesos voor 350 mililter. Je kan je dus voorstellen hoe de inhoud smaakte. Mark bakte een eitje en sneed een komkommer, dat was het teken dat de 'drinking session' kon beginnen. Er verscheen een shotglas en Lary moest even snel naar het winkeltje toe om ijs en nog een fles gin te halen. Om de zoveel tijd werd er een shotje genomen wat direct weggespoeld werd met water en daarna aten ze een stukje ei of komkommer. Ik vond het een apart maar wel interessant fenomeen. Voor deze familie was het een traditie om als er gasten waren kip voor hun te maken. De vader des huize maakte een ‘snare’ waarin hij tien minuten later binnenkwam met een levende kip in zijn handen. Sjonnie, noem ik hem maar omdat ik zijn naam niet weet, ging met een mes langs de nekveren van de kip om deze te verwijderen. Nadat de nek kaal genoeg was, ging het mes erin. Het bloed stroomde uit de nek van de nog levende kip en ze vingen dit op in een schaaltje. Hier werd later soep van gemaakt. De vader plukte later de kip kaal en sneed hem open om de organen te verwijderen en schoon te maken. De organen werden uiteraard ook gebruikt voor eten. Er kwamen dus 3 verschillende gerechten van de kip af; kippensoep (van het bloed en met stukken vlees), een papje van alle organen en de poten, en als laatste Adobo (het vlees van de kip). Tijdens de drinking session waren ze bezig met het voorbereiden van al deze gerechten en al later op de avond was de soep en het drapje klaar. Het was allebei best lekker hoor, als je er maar niet over nadenkt dat er bloed in de soep zit en je stukjes hersens en darm aan het eten bent. Verder hebben we nog wat gepraat en gelachen hoe Mark de Nederlandse zinnen uitsprak die op een zak drop stonden die ik had meegenomen. Nadat de twee flessen gin op waren was het bedtijd voor iedereen, want wij moesten de volgende dag lang lopen.


31-8: Camunayan poging twee

Ik ging maar eens douchen. De badkamer was buiten, en totaal niet zoals wat wij gewend zijn in Nederland. 4 golfplaten stonden rechtop in de grond, tegengehouden door wat stenen, en dit was het badhokje. Er zat een gat in de grond wat diende als toilet, er stond een emmer die aangevuld werd door een tuinslang met water uit de rivier. Meer was er niet, behalve duizenden kleine besjes omdat de boom waar het badhok onder stond zijn fruit aan het afgeven was. Deze stuiterde telkens op je hoofd als je jezelf aan het wassen was onder de niet al te sterke straal water die uit de slang kwam. Fris en fruitig heb ik ontbeten, aangekleed en ingepakt, en we konden naar Camunayan toe. Onze gids Lary was er ook klaar voor, vooruit met de geit. Tijdens de wandeling had Mark het telkens over kilometers in plaats van dorp namen. Bijvoorbeeld kilometer 7, 9, 12, enzovoort. De dorpjes werden dus eigenlijk bij hun kilometer genoemd in plaats van hun naam. Deze naam hebben zij te danken aan oude werknemers van de houtindustrie. Vanaf een zeker 0-punt kregen de dorpjes en plekken (niet elke kilometer was een dorp) hun afstand toegewezen. Mansarong, stond bekend als kilometer 7, en onze eindbestemming Camunayan als kilometer 24. 17 kilometer.. dat loop je in 3 uur toch? Nee. Niet hier in de Filipijnen. Vanaf kilometer 7 naar kilometer 9 was het redelijk steil bergopwaards en door de modder. Iets na kilometer 9 hebben wij een shortcut genomen tussen de bosjes door waar wat meer schaduw was, omdat de zon fel scheen. Met brandende knieën en een doorweekt shirt, moesten we echt om de zo veel tijd een pauze nemen anders werd het te heet. Na 2,5 uur ongeveer kwamen we in Malisi, kilometer 12. Malisi is gelegen op een heuveltje en er staan ongeveer evenveel huizen als in Mansarong . Ze staan wel wat dichter bij elkaar waardoor het er wat gezelliger uitzag. In Malisi was ook een schooltje waarvan de kinderen net pauze hadden en eens even kwamen kijken wie wij waren. Het was op een berg, dat betekent dat er als enige plek bereik was. Even met Joni gebeld over hoe en wat onze plannen en die van hun waren. Mark en ik moesten uiterlijk zondagavond terug zijn omdat hij zijn lessen op maandag niet kan missen. Joni haar plan was om vrijdag opnieuw heen te gaan en dan konden wij zondag vanaf Mansarong meerijden met de auto. Maar de chauffeur Arnold was ziek geworden en het was dus niet zeker. Joni zou het ons laten weten via een sms'je, maar we gaan geen bereik hebben tot zondag als we weer terug zijn op deze plek, dus dat gaat spannend worden. Toen ik weer zat kwam de Barangay Captain aangelopen met een aantal anderen. Ze waren op weg naar een dorpje bij de kust, want daar ging een festival plaatsvinden. Hij vond het leuk ons te ontmoeten, we dronken een kopje koffie, en liepen met zijn alle verder op naar kilometer 21, onze lunchplek. De weg veranderde al snel van de redelijk brede modderweg naar een open bospaadje die telkens een stukje steiler naar beneden werd. Onderweg kwamen we alle inwoners van Camunayan tegen, zij waren bezig met het maaien van de begroeiing langs de weg met hun machetes. Ze hardden ook een paar Acta's bij zich, waarvan een paar onze gids zouden worden de volgende dag. Ik verbaasde me over hoe deze mensen zo makkelijk liepen hier. Het was geen makkelijk pad, veel stenen, glad, steil, en af en toe een combinatie van de drie. De mensen liepen rustig op blote voetjes of teenslippertjes, terwijl ik op rubber laarzen was. Niet te vergeten dat onze gids, Lary, ook nog eens met een loodzware zak op zijn teenslippers naar beneden liep. Mark zei dat de mensen dit gewend waren en ze dit dagelijks doen met zakken mais en rijst van 50kilo. Dat moest ik maar aannemen, maar toch... toch vond ik het echt indrukwekkend dat ze dit zo deden. We kwamen met de hele groep aan bij 21, geen dorpje maar een overdekt huisje met een paar bankjes en een vuurpit, gelegen aan een klein riviertje. De dorpelingen en wij aten onze lunch bij de rivier en dronken koffie in het huisje. De Acta's niet.. zij zaten met zijn allen onder een boompje en het zag eruit alsof ze er niet bij hoorden. De lokale mensen hier, met name de mannen hebben een rare verslaving. De hele dag door kauwen ze op iets, genaamd ‘beetlenuts’ en ook stopten ze een soort poeder van een limoenboom in een blaadje, waar ze vervolgens ook op kauwden. De beetlenuts waren rood en als je er al een aantal jaren verslaafd aan was kon je dit heel duidelijk zien aan je tanden. Die werden er ook rood en verrot door. De mannen pelde dus zo een nootje, stopte een stukje in hun mond en kauwde erop. Vervolgens waren ze de hele tijd aan het kwatten. Door de noot werd hun speeksel ook helemaal rood en dit zag er niet bepaald fris uit. Overal in elk plekje waar je liep zag je wel deze rode opgedroogde of soms natte plekken liggen en dan wist je waarvan. Ik had de mannen hier het al eerder zien doen maar nu werd mij aangeboden om het ook te proberen. Ik kreeg een stukje en stopte het in mijn mond. Na drie keer kauwen, ervaarde ik de meest bittere smaak die ik ook geproefd had en mijn mond voelde kurkdroog aan. Ik spuugde de restanten noot meteen uit met een vies gezicht, wat zij uiteraard allemaal heel grappig vonden. Waarom doen deze mensen dit nou vraag je je waarschijnlijk af? Het effect van deze beetlenuts kauwen (niet op mijn manier), zorgt dat je eetlust vermindert en geeft ook een bepaald gevoel af. Ook werkt het best wel verslavend, je zag sommige kinderen van ik denk een jaar of 10 oud al knagen op deze noten. Bovendien groeit het ook gewoon aan de bomen hier, dus het is gewoon gratis voor de mensen hier. Het is denk ik te vergelijken met roken, dat werkt ook verslavend, is slecht voor je gebit, vermindert eetlust en is ook heel smerig de eerste keer dat je het doet. De laatste 3 kilometers liepen we langs een rivier. Soms ging het pad verder aan de andere kant en moesten wij oversteken. Het water stond hoog en dat betekende: geen droge voeten (alsof die nog niet nat waren door het zweet). Rond een uur of drie 's middags, kwamen we aan in Camunaynan, onze eindbestemming. In totaal hebben we zeven uur gedaan over onze tocht van 17 kilometer, waarvan we een groot gedeelte echt hebben moeten rusten in de schaduw. Zo langzamerhand stroomde het huisje van de dorp leider in Camunayan vol met bezoekers, we waren namelijk niet de enige. Een groep van ongeveer 6 mannen uit Tuguegarao overnachtten in hetzelfde huis. Zij werkten voor de gemeente en als ik het goed begrepen heb, gingen zij elk dorpje af om alle huizen te inventariseren. Dit had dan weer te maken met toeslag van de gemeente, de leegste/armste woningen zouden dus meer geld gaan krijgen. In de verte was een berg te zien, onze échte eindbestemming, want dit (Camunayan) was weer een tussenstop. Op deze berg, zo'n 8 kilometer van waar wij zaten, was de roosting area van de Flying Foxes (de soort waar mijn onderzoek over gaat voor de mensen die het vergeten zijn). Toen het donker begon te worden, schreeuwde Mark dat ik naar buiten moest komen, want het was tijd. We zette onze telescoop neer en pakte de verrekijkers. En ja hoor, daar gingen ze.. met duizenden tegelijk zag je de FF vliegen. Het was echt uniek om te zien, ook al was het zo ver weg. Helaas gingen de grote groepen de andere kant op, maar een enkeling vloog ook onze richting uit. Ze waren echt gigantisch, ook al vlogen ze een paar honderd meter hoog, je zag nog steeds goed hoe groot ze zijn. Na twee dagen reizen had ik dus eindelijk mijn eerste FF gezien, en zeker niet de laatste. 's Avonds werd er weer een kip geslacht voor het avondeten. Er ging ook weer een nieuwe drinking session van start, onze drie gidsen voor morgen waren geregeld en het bed op de grond was opgemaakt. Het kon nu eindelijk echt beginnen!

1-9: De roost site

Doordat we de Flying Foxes gisterenavond uit hebben zien vliegen was ik extra enthousiast geworden. Het plan vandaag was om langs de rivier lopen om bij de roost site te komen en dan de jungle in gaan om de FF te zoeken. Onze drie nieuwe Acta guides, Erwin, Arthur en Bugay, hadden een ander plan. Zij hadden het idee om via de rivier naar de roost site te gaan omdat dat veel sneller was. Er moest dan wel een manier zijn natuurlijk om onze spullen droog daar te krijgen, dus gingen zij een vlot bouwen. Terwijl wij aan het ontbijten waren, waren de guides druk bezig met het opblazen van rubberbanden die zouden dienen als vlot. Onderweg naar de rivier toe moesten de guides eventjes stoppen om wat thuis op te halen. De Acta’s wonen namelijk niet in dezelfde dorpen waar de normale mensen hun huis hebben, maar tussen deze dorpjes in. Het was echt duidelijk merken dat de Acta’s een aparte bevolkingsgroep waren vergeleken met de inwoners van het dorp. De Acta’s stonden echt een klasse lager dan de andere mensen. Een van de guides haalde een aantal wapens op thuis, waaronder machetes, een harpoen en een katapult. Bij de rivier aangekomen, maakten de Acta’s het vlot af. Daar stonden al een paar lianen voor ons klaar die het zooitje bij elkaar ging houden. Ondertussen gingen wij alvast afkoelen in de rivier omdat het alweer 35 graden was om half 8 ’s ochtends. Mark heeft toen op een onprettige manier kennis gemaakt met het Wildlife wat in de rivier leeft, want een rivierkreeft nam hem te grazen en beet hem in zijn kont. Het vlot was inmiddels klaar, en we konden de rivier op. Het water was best diep, en daar gingen we dan… hangend aan een zelfgemaakt vlot door de rivier heen midden in de jungle. Echt een super vette ervaring! Overal zag je vogels vliegen, overhangende bomen boven de rivier, mooie rotswanden, en veel meer moois. Voordat ik het wist had Erwin, het kleine dikke mannetje van de drie, al een aantal visjes aan zijn stokje gereigd. Voor hem natuurlijk de normaalste zaak van de wereld, want deze mensen leven nou eenmaal zo en dit is hun dagelijkse eten, maar ik vond het indrukwekkend hoe snel hij dit deed. Daar ging hij weer, met zijn veel te kleine gele duikbril dook hij onderwater en wanneer hij weer boven kwam zat er weer een nieuw visje op zijn metalen pen. In de rivier waren natuurlijk ook stroomversnellingen. Van de guide die de boot bestuurde, moesten Mark en ik op het vlot gaan zitten en dan deed hij de rest wel. Met ons bovenop de tassen die op het vlot lagen, loodste hij ons door de stroomversnellingen heen terwijl Erwin rustig verder aan het vissen was, ook in de stroomversnelling. Eentje was zelfs zo heftig dat Mark van het vlot afviel met een paar tassen op zijn schoot. Een van deze verdween in de rivier, en de guides wisten niet hoe snel ze er achteraan moesten. Dit was namelijk een rugzakje met hun kleren erin. Met het rugzakje in zijn hand kwam hij naar de kant toe, waar wij op hem wachtten. We lachten hem allemaal keihard uit omdat zijn kleren natuurlijk zeiknat geworden waren, maar gelukkig kon hij er ook zelf om lachen. De Acta’s hebben best wel gevoel voor humor. Erwin ving steeds andere soorten vis, waaronder kleine paling, en een mega-vis vergeleken met de andere. Ik denk dat de kleine visjes misschien 5-10cm waren, maar deze was net zo groot als een volwassen karper. Genoeg te eten in ieder geval voor de komende paar dagen. Na zo een 2,5 uur door de rivier heen, kwamen wij aan bij een kiezelstrandje waar wij het kamp gingen bouwen. In een van de ondiepe stroomversnellingen was een van de banden lek gegaan, en dat ging ten koste van een van de bedden van onze guides. Boven het kiezelstrand hing een scheefgroeiende boom, in andere woorden; de basis van onze ‘tent’. Hierover hadden we een groot zeil geplaatst wat ons droog moest houden als het zou gaan regenen. Hangmatten aan de boom bevestigd, en het kamp was al klaar. Na de lunch, op het heetste moment van de dag gingen we met twee guides op naar de roosting site van de Flying Fox. Erwin, de visser, bleef achter bij het kamp om onze spullen te bewaken. Waar wij ons nu bevonden was bij de roosting area van de FF. In deze roosting area, waren drie verschillende roost sites. Je moet het zo zien als Noord-Holland als roosting area, en dan zijn de roosting sites (de plekken waar ze echt slapen) bijv. Amsterdam, Den Helder en Alkmaar. Natuurlijk wel op een veel kleinere schaal (en in de jungle), maar dit is alleen een voorbeeld om een beeld te schetsen. Er liep een pad in de jungle die leidde naar een zelfgebouwde uitkijktoren. We konden niet zo snel lopen omdat het pad helemaal dichtgegroeid was met planten, waaronder lianen en takken die heerlijk omringd waren met doorns. De guide die voor op liep, hakte deze allemaal weg met zijn machete zodat wij er makkelijk door konden lopen. Midden in dit regenwoud was plotseling een meertje, ‘the dry lake’ noemde Mark het, alleen was hij niet dry. Normaalgesproken kon je er dus makkelijk doorheen lopen alleen, vandaag werd dat een beetje lastig. We moesten er omheen. De enige optie was om over een steile helling, begroeid met lang gras, te lopen naar de overkant van het meer. De ammoniakgeur die er hing en het grijs gekleurde gras wat er omheen stond, waren een indicatie dat je echt absoluut niet het water wou vallen. Ik liep dus voorzichtig over het gras heen omdat je in het hoge gras ook niet zag waar je stond. De guides maakten het helemaal niks uit en rende als ware langs de steile helling op hun slippertjes. Eenmaal aan de overkant gingen we verder naar de uitkijktoren toe. We liepen door allemaal beekjes, over paadjes, klommen over rotsen, enzovoort. Na vele korte drink en adempauzes, omdat het gewoon té heet was, kwamen we aan bij de uitkijktoren. In gedachte zag deze er heel anders uit. Het was een constructie van een paar dikke takken bij elkaar, gevestigd op zo een 15 meter hoogte in een boom. De guides klommen erin alsof het niets was, terwijl Mark en ik toekeken vanaf de grond. Bovenin keken de guides rond of zij de FF toevallig zagen zitten ergens, terwijl wij aan het bijkomen waren van de tocht naar boven. Vanaf deze uitkijktoren had je uitzicht op een van de drie potentiele roost sites van de FF in deze roosting area. Helaas, de FF zaten niet in deze roost site maar in de verste van de drie. Deze was zeker nog twee uur lopen vanaf waar wij nu zaten, en het was al 3 uur in de middag. De guides hadden er nog wel zin in, maar ons leek het geen verstandig idee om daar heen te gaan en dan in het donker en vervolgens nog twee tot drie uur terug te lopen naar het kamp. We besloten om maar terug te gaan en de volgende dag vroeg terug te gaan in de hoop dat ze dan wel op deze plek zaten. De terugweg verliep gelukkig een stuk soepeler omdat het naar beneden was, en we waren in een uurtje weer terug bij het kamp. Erwin had voor ons al een vuurtje gebouwd en was de vis al aan het roken boven het vuur. Veel was er natuurlijk niet te doen bij het kamp, en de Acta’s spraken geen Engels dus ik kon ook niet echt gemakkelijk met ze communiceren. Na het eten gingen we maar in de hangmat liggen om uit te rusten en te slapen. Rond kwart over 6 zagen we de FF weer overvliegen. Dit keer een heel stuk dichterbij vergeleken gisteren, waar we ze van 8km zagen en nu waren ze slechts een paar honderd meter boven ons hoofd allemaal. Gaan we ze morgen dan toch echt van dichtbij zien? Het is wel onze laatste kans, het is vrijdagavond, en zaterdagavond moeten we zorgen dat we in Camunayan slapen. Vanaf Camunayan naar Mansarong deden we op de heenweg 7 uur over, en dat moeten we zondag ook nog eens doen en dan vanaf Mansarong zo een 3 tot 4 uur reizen naar de campus. Mark moest namelijk wel naar school op maandag.

2-9: Flying Foxes

Om 3 uur ’s nachts schrok ik wakker van allemaal gegil. ‘Wat is er in godsnaam aan de hand?’ dacht ik. Ik maakte Mark wakker en vroeg of hij wist wat er gaande was. Hij zei dat onze guides aan het nachtvissen waren, dus niks ergs. De Acta’s zijn nog echt heel verwilderd, ze maakten allemaal oerkreten, die je in Nederland alleen zou horen als iemand overvallen wordt in een donker steegje. Na weer een rijstontbijtje pakten we onze lunch in en vertrokken weer in dezelfde richting als de dag ervoor naar de uitkijktoren. De ‘dry lake’ was tot mijn verbazing dit keer wel dry. Gisterenmiddag was hij nog een paar meter diep en de volgende ochtend was hij kurkdroog. Verbazingwekkend, maar wel gunstig voor ons, we konden er gemakkelijk doorheen lopen dit keer. We gingen best vroeg weg dus het was nog niet zo heel warm. Hierdoor verliep de klim naar boven een stuk soepeler dan de dag ervoor, ook deels omdat dit de tweede keer was dat we deze deden. Bij de uitkijktoren aangekomen, klom een van de guides snel de hoge boom weer in om te checken of de FF er vandaag wel zaten. We hadden weer pech, volgens hem zaten ze weer op dezelfde plek als gisteren. Dat betekende dat ons een tocht van twee uur stond te wachten door een nog dichtere jungle. Het pad was nauwelijks meer te zien, en even later niet eens meer een pad te noemen. Na onze lunch in het bos kwamen we op een redelijk open plek terecht en klom een van de guides weer een boom in om te kijken of hij de FF zag zitten ergens. En ja hoor, hij zag er een paar vliegen, helaas wel van ons af. Dat betekende dat ze nog verder zaten dan we gedacht hadden. Dit gebied lag in precies tegenovergestelde richting van het pad, dus we moesten een eigen pad maken. We liepen voornamelijk tussen en over kalksteen heen. Voor degene die niet weten wat kalksteen is, het zijn rotsen met heel veel kleine gaten erin. Hierdoor zijn deze rotsen echt vlijmscherp en kon je ze absoluut niet als steun gebruiken omdat anders je hand helemaal openligt. Je kan het een beetje vergelijken met sommige rotsen die je in de zee soms tegenkomt waar je absoluut niet met je blote voet op wilt gaan staan. Hier liepen wij dus overheen, en om het nog leuker te maken, de kalksteen was helemaal bedekt met mos waardoor je denkt dat het glad is (maar dit was niet zo gelukkig). Overal waren ook kleine afgronden en gaten waar je in kon vallen als je een misstap zette. De brokken kalksteen waren soms wel 6 meter hoog dus daar wou je echt niet tussenin vallen. Tussen de gaten, hadden overal spinnen hun web geweven, en tussen de webben door zag je de boden van het gat, ook kalksteen. Soms liep je over een stuk kalksteen heen van misschien 15 centimeter breed met afgronden aan beide kanten en had je alleen een dunne liaan of tak om je aan vast te houden. We kwamen gelukkig wel telkens dichterbij de FF, want de guides zeiden dat zij de FF hoorden op een gegeven moment. Toen begon de adrenaline te gieren, en gingen we zo snel mogelijk lopen over de kalksteen heen. De guide zei dat hij ze kon ruiken, dus we waren echt super dichtbij. We klommen een rots op, en vanaf dat moment konden we ze zien. Ik kon mijn ogen echt niet geloven, zo en bijzonder, fascinerend, indrukwekkend, prachtig, beeldschoon, speciaal, wonderbaarlijk beeld was dit! Jullie die dit lezen zullen vast denken: ‘Wat een onzin, als je ze wilt zien ga je toch naar de dierentuin toe. Zo speciaal kunnen die dieren toch niet zijn.’ Jawel mensen, na 4 hele dagen onderweg te zijn, en bloed, zweet en tranen gegeven te hebben voor dit ene moment, is het gevoel echt niet te beschrijven. De jungle was zo dicht dat je er niet heel veel tegelijk kon zien hangen, maar dat veranderde toen wij te veel geluid maakten. Ze schrokken allemaal, en lanceerden zich van hun tak af en begonnen weg te vliegen. Shit… dacht ik, zijn we ze nu kwijt? Gelukkig niet, een paar minuten later vestigde ze zich weer op de takken omdat het gevaar (dachten zij) weg zou zijn. Ze doen dit rondvliegen boven de roosting site dus om chaos en verwarring te veroorzaken bij natuurlijke vijanden, zoals een arend, zodat zij er niet eentje kunnen vangen. Het rondvliegen van deze duizenden FF tegelijkertijd, maakte echt een oorverdovend geluid door de duizenden wapperende vleugels. Door tellingen van een aantal jaar geleden, werd de populatie van de FF in deze roosting area geschat op 35.000 individuen. Stel je dat maar even voor, 35.000 dieren op een plek ronvliegen, wat voor een geluid dat maakt. Het zijn ook niet bepaald kleine vleermuizen zoals je in Nederland hebt. Nee, deze hebben een spanwijdte van gemiddeld 110cm, en dat vliegt constant over je heen. Ik had er wel uren willen blijven, maar de tijd begon een beetje te dringen. We moesten een heel stuk terug naar het kamp toe en dan ook nog eens minimaal twee uur lopen naar Camunayan. In totaal, hebben we denk ik 30 tot 45 minuten doorgebracht in de roosting site en heb ik toch best een aantal mooie foto’s kunnen maken, maar ik heb vooral echt mijn ogen uitgekeken. Erwin had het kamp al een beetje opgeruimd gelukkig, dus we moesten alleen nog eten en onze tassen inpakken. We moesten op dezelfde manier terug zoals we gekomen waren, alleen nu tegen de stroming in. We staken de rivier over en liepen over de stukjes land tot we op het pad naar Camunayan aankwamen een stuk verder. Dit pad ging over een berg heen en daarna door een stuk land met hoog gras. Halverwege de berg, begon het al donker te worden dus we moesten opschieten. Dat we bij het gras aankwamen, zagen we de Flying Foxes alweer over ons heen vliegen die weer een nacht op zoek gingen naar eten. Tijd om afscheid te nemen, want voorlopig zou ik ze een tijdje niet meer gaan zien. Bekaf en in het donker kwamen we aan in het huisje waar we twee dagen ervoor al geslapen hadden. Er was weer een kippetje voor ons geslacht en we konden meteen aanschuiven. Na het eten heb ik onze guides betaalt en bedankt voor hun hulp de afgelopen twee dagen. Voor een volle dag kost een Acta guide 200 peso’s. Belachelijk eigenlijk als je erover nadenkt wat ze allemaal voor je doen (en vergelijkt met het loon in Nederland). Voor iets meer dan 3 euro per dag, loodsen ze zou de jungle door, dragen zakken op hun hoofd van meer dan 30 kilo per stuk, vangen vis voor je, etc. Maar goed, als zij voor de dorpelingen werken op hun boerderijen krijgen ze maar 150 peso’s per dag. De keuze voor de Acta’s is dus snel gemaakt, want ze leken er niet echt zwaar te hebben in de jungle en met alle bagage in tegenstelling tot ons. Na het eten gingen we meteen slapen, want we waren echt gesloopt. De volgende dag stond ons nog een wandeling te wachten van 7 uur voordat we in Mansarong waren, waar hopelijk de andere mensen van Mabuwaya op ons aan het wachten waren zodat we mee konden rijden. Anders moesten we nog een extra uur lopen en dan nog eens met het openbaar vervoer hier, 4 uur te reizen naar de campus.

3-9: De terugreis naar ISU

Dat het licht werd, begonnen de vele hanen die rondliepen in het dorp allemaal gezellig te kakelen, wekker 1. Nadat de hanen gestopt waren, werd de bewoonster van het huis wakker. Zij vond het een goed idee om haar favoriete cd af te spelen op de stereo-installatie op vol volume, wekker 2. Toen, om half 6 ging onze eigen wekker van de telefoons nog eens af omdat we vroeg wouden gaan lopen, wekker 3. Er stond voor de verassing weer eens rijst met kip op het ontbijtmenu, wat geen straf was overigens, maar wel apart als je een broodje kaas of yoghurt gewend bent van thuis. De zoon van de eigenaresse van het huis die ongeveer 14 jaar oud was, ging ons helpen met dragen van spullen naar Mansarong toe. Onze eerste stop was kilometer 21, (waar wij zaten was kilometer 24) hier maakten wij ons op voor de steile klim tegen de berg op. Deze verliep allesbehalve vlekkeloos, we moesten echt om de 5 minuten stoppen omdat het zo heet en vooral steil was. De jongen die mee was had hier totaal geen last van. Mark had hem zijn backpack gegeven omdat deze te zwaar was voor hem, en hij het wel gewend was om zware dingen te tillen al zo jong. Hij had overigens ook mijn water mee. Iedereen daar kon gewoon gemakkelijk water van de rivier en vele beekjes en waterpompen drinken, maar de enige Europeaan moest natuurlijk weer speciaal water hebben. Overal waar we kwamen werd water voor mij gekookt zodat ik het ook kon drinken. Het jongetje droeg dus mijn 5 liter fles water, en was er mee vandoor gegaan. Hij wachtte op ons bij kilometer 14, waar een klein huisje was. Twee kilometer verder waren we weer in Malisi, kilometer 12. Hier hadden we na 4 dagen weer bereik op onze telefoon en hoopte wij dat we een sms’je gekregen hadden van Joni, waarin stond dat ze vandaag ook terug zouden gaan. Geen bericht helaas, en zij had op het moment ook geen bereik dus ik kon haar niet bellen om het te vragen. Gelukkig hadden andere mensen die op dat moment ook in Malisi waren de auto van Mabuwaya zien staan sinds vrijdag, dat betekende waarschijnlijk dat we mee konden rijden. Ons plan was om te lunchen in Malisi, maar omdat we al zo snel gelopen hadden gingen we maar gewoon meteen door naar Mansarong. Na 5 dagen lopen op laarzen, kreeg ik overal kramp in mijn benen dus ging ik verder op teenslippers net als iedereen. Dit liep echt een stuk lekkerder, en we hebben met zijn 3’en het laatste uurtje bijna alleen maar gerend bergafwaarts en door de brandende zon. Om 12 uur kwamen wij aan in Mansarong, waar de andere mensen van Mabuwaya (Arnold, Joni en Nanouk) net aan het lunchen waren. Ze moesten hard lachen toen wij binnen kwamen omdat wij er helemaal verstrooid uitzagen. Shirts en broeken doorweekt van al het zweet, knalrode koppies en een verwilderde en hongerige blik hadden we alle drie. Er stond gelukkig genoeg eten voor ons op tafel en ook hadden we onze eigen ‘adobo’ (stukken gestoofd vlees op Filipijnse manier) mee, die natuurlijk als eerste op gingen. Adobo ziet er niet uit, maar als je van vlees houdt, is het echt een aanrader om een keer te proberen als je het ergens kunt vinden tenminste. Even een schoon T-shirt aan, en we konden op weg terug naar de campus. Onderweg stopten we langs de weg om wat verse lokale groenten en fruit te kopen, waaronder dragonfruit en rambutan (google maar). Onderweg natuurlijk al onze avonturen verteld aan iedereen in de auto, en het heeft niet lang geduurd voordat Mark in slaap was gevallen. Eenmaal weer thuis, stond mij de zwaarste opgave van deze trip te wachten, namelijk alle kleren wassen. Ik hoop dat niemand die geur van mijn kleren ooit hoeft te ervaren in zijn leven. Shirts, broeken, en vooral de sokken, nat door het zweet die 5 dagen lang opgepropt zaten in kleine plastic tasjes in een vochtige rugzak door zweet en hoge luchtvochtigheid. Je kunt je wel voorstellen hoe verschrikkelijk dat ruikt. Zodra ik de knoop van de twee zakken losmaakte, werd de hele woonkamer direct gevuld met deze verrukkelijke geur. De witte kleren die ik meehad worden nooit meer schoon denk ik, maar het belangrijkste is dat ze weer een beetje fris gaan ruiken. In de avond ben ik nog even naar het dorpje gegaan met de trycicle om wat boodschappen te doen en nog een hapje te eten bij Jollibee. Jollibee was heel populair onder de studenten die bij Mabuwaya stage liepen, want het is een Filipijnse fastfoodketen waar je echt alles hebt. Aan het tafeltje in Jollibee kakte ik helemaal in door de drukke week die ik gehad had, dus was het tijd om naar huis te gaan en lekker uit te rusten.

4-9: Eerste dag weer thuis

Het was heerlijk om weer in een echt bed geslapen te hebben in plaats van op de grond of in een hangmat van touw. Ook al was het veel heter ’s nachts en overdag hier in het gebied van de campus vergeleken met in de bergen, heb ik 10 keer beter geslapen dan de afgelopen paar dagen. Een bakkie thee en yoghurt voor ontbijt voelde ook weer goed. Mark had weer les en ik werd op kantoor verwacht in de ochtend. De afspraak was dat wij er om 8 uur moeten zijn, maar er was nog helemaal niemand. Rond 9 uur pas, kwamen de eerste mensen binnen op kantoor, dus ik weet genoeg voor de volgende keer. Om 10 uur ging ik even kijken bij het cafetaria waar alle studenten tussen de middag eten. Er stonden allemaal bakken met verschillend eten en voor 40 peso’s kreeg ik een bak vol rijst, vlees, groenten, soep en een fles water, en het was nog lekker ook. Ik ben daar vanaf nu elke dag te vinden. Twee uur later ging ik er weer heen samen met Mark want hij had lunchpauze, en het was tijd voor nog een bord voor mij. Echt heel goed lokaal eten trouwens hier! Als de Filipijnen vlees eten, gaat er niets van het dier verloren. Ze eten organen, botten en de huid allemaal op en dit wordt verwerkt in allerlei verschillende gerechten. Nanouk zou vandaag haar onderzoeksvoorstel presenteren aan de Mabuwaya-staff, en blijkbaar ik ook. Ik had nog niets voorbereid (komt wel vaker voor op school), en had 3 uur de tijd om een korte presentatie in elkaar te knutselen. Deze ging over mijn onderzoeksvoorstel, waar ik al tientallen uren werk in had zitten dus deze zat al van top tot teen in mijn hoofd. Ik kreeg nog wel wat handige tips van de mensen die vooral gingen over de drie gebieden waar ik heen ga. Voor eentje, ben ik erg afhankelijk van het weer, dus dat gebied moet ik zo snel mogelijk afhandelen. Hoe langer ik wacht, hoe erger het weer zou worden in verband met de orkanen. Het orkaanseizoen gaat namelijk bijna beginnen. Ook Eamonn, de Nederlandse kunstenaar, zat bij onze presentaties. Het was zijn laatste dag hier in de Filipijnen, want hij ging dezelfde avond met de bus naar huis. Na onze presentaties vertelde hij ook over zijn ervaringen hier. Hij was veel mee geweest met de Acta’s om te filmen. Hij vertelde dat de Acta’s erg gelovig waren, maar dan op gebied van geesten en andere bovennatuurlijke wezens. Voordat hij weg ging in de avond kwam hij nog even een biertje bij ons drinken terwijl hij zijn hotel voor dezelfde avond nog aan het boeken was bij ons voor op de veranda.