stage-flying-foxes-mabuwaya-foundation.reismee.nl

Stage Filipijnen Part 3

21-09: Nog meer interviews

Vroeg opstaan was een beetje moeilijk na gisteravond, dus we hebben rustig aan gedaan in de morgen. In de loop van de ochtend gingen we weer op stap om interviews te doen. Bitarum zat er al op, dus gingen we naar de tweede barangay waar we de dag ervoor geweest waren. Hier waren nu gelukkig wat meer mensen aanwezig, maar dat was ook niet alles. Ze hadden haast en wouden naar hun boerderij toe om te gaan werken. Uiteindelijk heb ik hier maar twee mensen kunnen interviewen, en gingen we weer verder naar de volgende barangay. Alweer waren alle mensen aan het werk.. Best jammer, want ik had graag meer interviews afgenomen met de mensen daar maar het was niet anders. Dan maar weer terug naar Divilacan, alleen hoefde ik de komende dagen geen gin meer te zien. We hebben even uitgerust tot aan het eind van de middag Matteo mij mee vroeg of ik hem wilde helpen met iets. De MENRO doet allerlei activiteiten, waaronder bomen planten en daar ging ik mee helpen. Bij de nursery hadden ze allemaal saplings van naaldbomen liggen die we gingen verspreiden langs het strand zodat ze het de ochtend erna konden planten. Met een zak vol kleine boompjes reden we op de scooter naar het strand toe. Overal stonden kleine strandhuisjes waar allemaal stelletjes hun eigen ding in het doen aan het waren. We hebben een klein rondje gelopen en overal boompjes neergelegd voor morgen. Dat we weer terug waren bij de scooter zaten er twee meisjes waar ik even mee gepraat heb. Ze kwamen uit Bitarum (de eerste barangay waar we interviews gedaan hadden). Toen ik vertelde over mijn studie hier over de FF, vertelde een van de twee meisjes op een heel enthousiaste manier dat haar broer af en toe jaagt op FF. Dat vond ik een beetje raar, want volgens de 6 mensen die ik daar geïnterviewd had, vond er geen hunting plaats in de barangay. Maar ik had al verwacht dat de mensen niet openlijk gaan vertellen dat er gejaagd wordt op FF omdat het tegen de wet is, en dat weten ze dondersgoed. Na de exit counts en avondeten hadden we even een plan voor de laatste dagen te bespreken met zijn alle. Wij wouden uiterlijk zondagavond terug zijn in Cabagan, maar al ons werk zat er al op dus we konden eerder. Mark en ik wouden onze guides ook een beetje van Cabagan laten zien (niet dat er veel te zien is). Zaterdag zouden we teruggaan en dan een beetje lol trappen in Cabagan met zijn 4’en want Matteo en Jun Jun zijn nog nooit veel verder geweest dan Divilacan.

22-09: Terug naar Cabagan

Om 5 uur stond er al iemand van de MENRO naast mijn hangmat. Hij kwam Matteo uit zijn bed halen omdat hij te laat was voor het planten van de bomen. De vorige avond hadden wij uiteraard weer gedronken, en Matteo heeft zijn eigen huis niet gehaald. Mark was overigens nergens meer te bekennen, zijn hangmat hing naast mijne maar daar sliep Matteo in vannacht. Ik ging ook mee met het planten van de boompjes want het duurde toch maar een uurtje. Dat we weer terugkwamen bij Jaime’s huis lag Mark uit het niets ineens in mijn hangmat te knorren en die hebben we maar even laten liggen want dat zag er niet best uit. Toen we het nieuws aan het kijken waren tijdens het ontbijt zagen wij dat er een laagdrukgebied onderweg was naar Divilacan, in andere woorden: een hoop regen. We moesten dus vandaag nog vertrekken want door te veel regen is de weg onbegaanbaar, zelfs met de motor. Snel de spullen gepakt, motors geregeld en iedereen gedag gezegd, en we konden ons opmaken voor een lange rit naar Cabagan toe. In totaal gingen we met 4 motors, Jun Jun met Mark achterop, Ik ging achterop bij iemand van de MENRO, nog iemand van de MENRO nam onze spullen mee en Matteo ging vrijwillig mee. We volgden dezelfde weg naar de barangays waar we de interviews gedaan hadden, en na de laatste barangay begon de weg pas echt. Het eerste deel was langs de rivier die naast de weg gelegen was. Af en toe reden we door zulke diepe plassen heen dat je benen gewoon helemaal nat werden. Ook zag je langs de weg het resultaat van modderstromen die veroorzaakt worden door de orkanen. Zo was er een groot oppervlak waar normaalgesproken bos hoort te staan compleet weg gezakt. Er stond nog een enkele boom en de rest van de vegetatie was compleet weggevaagd door de modderstroom, zo sterk zijn die dingen. Ongeveer halverwege de Sierra Madre kwamen we aan bij een grote rivier waar het hoofkamp van de wegwerkers was. Wij reden voorop en wachtten daar op de rest. Matteo en de ene MENRO medewerker kwamen aan maar Mark en Jun waren nergens te bekennen. Er zaten twee dingen op; of ze waren van de weg afgevallen de afgrond in, of ze hadden een lekke band. Mijn guide ging wel even terug om te kijken waar zij bleven. Hij kwam terug om het goede nieuws te brengen dat de motor van Jun een lekke band had opgelopen door alle rotsen die op de weg lagen. Een half uurtje later kwamen zij aan met zijn tweetjes met de motor in de hand die natuurlijk gefixt moest worden. We vroegen de wegwerkers om hulp en zij hadden gelukkig wat bandenplakspul. Het enige wat ontbrak was lijm, zo ongeveer het belangrijkste wat je nodig hebt als je een band gaat plakken. Dit ging dus niet werken. Jun kwam met het fantastische idee om een lange strook rubber strak om de band heen te wikkelen op de plaats waar het gaatje zat. Oke, dat ziet er wel goed uit dacht iedereen en we gingen weer verder. Nog geen twee minuten later flikkerde Mark en Jun bijna van hun motor af omdat het toch niet zo goed werkte. Ze deden het nog een keer, en dit keer werkte het iets beter maar nog steeds niet fantastisch. We kwamen aan bij een container waar een paar medewerkers verbleven en daar zijn we weer gestopt. Er stond daar een motor stil en we vroegen of wij die binnenband konden gebruiken maar dat wou de eigenaar niet. Er moest dus een nieuwe binnenband ergens gekocht worden zodat ook Mark en Jun Cabagan konden halen. Na anderhalf uur wachten kwam onze guide eindelijk terug met gelukkig een nieuwe binnenband. Snel erop zetten en verdergaan, want inmiddels heeft dit hele grapje ons al 3 uur gekost die we hard nodig hadden. Zo langzamerhand zag je dat de bergtoppen van de Sierra Madre steeds lager werden en dat de weg beter werd. We kwamen ook steeds meer in de bewoonde wereld en dat was een teken dat we bijna in Ilagan waren. Op een punt waar de weg officieel eindigde moesten we weer in een gastenboek tekenen, zodat zij wisten wie er voorbijkwam. We moesten de tijd opgeven en ik schrok ervan dat het al kwart voor 4 was, zo lang duurde de tocht door de Sierra Madre. Met de Sierra Madre achter ons hoefden we nog maar anderhalf uur te rijden van Ilagan naar Cabagan toe. Iedereens kont was er bijna afgevallen na ruim 9 uur onderweg geweest te zijn en op de motor gezeten hebben. Eenmaal bij Marks huis aangekomen hebben we de spullen uitgeladen en was het tijd om eten te halen, we hadden alleen maar ontbeten die dag. Terug op de motor naar de supermarkt in Cabagan waar we genoeg eten voor een week gehaald hebben maar allemaal die avond op zou gaan. Ook hebben we weer genoeg bier en gin gekocht om de rest van de avond door te komen. Een van de guides zijn plan was om na het eten weer terug te gaan naar Divilacan, die was niet helemaal goed bij zijn hoofd. Gelukkig voor hem ging het keihard regenen die avond en moest hij blijven. Om na 9 uur op de motor gezeten te hebben, een halve fles gin gedronken te hebben nog 6 uur op de motor te gaan zitten leek mij niet een heel snugger idee. Iedereen was moe en het was tijd om te gaan slapen. Een paar van de guides sliepen bij mij in het huis op een stuk karton op de grond, dat vonden zij goed genoeg. Ik hoopte dat Max of Nanouk thuis zou zijn zodat zij die ook konden ontmoeten. Omdat ik geen internet had in Divilacan heb ik geen contact met hun kunnen hebben en dus hun berichten gemist waarin stonden dat ze weg waren.

23-09: Dagje rust

We hebben eindelijk eens weer een keer een beetje uit kunnen slapen na bijna twee weken lang elke dag om 6 uur je bed uit te komen. Het eerste wat Matteo deed toen hij wakker werd om 8 uur was een biertje uit de koelkast pakken, die gozer is echt knettergek. Dat we bij Mark aankwamen om te ontbijten was de ene guide alweer met de noorderzon vertrokken. Na ons ontbijt hebben we alle financiën van de trip geregeld en onze guides betaalt want die moesten toch ineens vandaag naar huis toe. In Cabagan gingen we met zijn alle naar een motorwinkel om nog het een en ander aan Jun Jun zijn motor te repareren, en namen nu wel een reserveband mee. Dat leek mij ook wel handig. We hebben ze nog even uitgezwaaid en een fijne reis gewenst en toen was het tijd om rustig naar huis te gaan en bij te komen van de field trip met een muziekje en eindelijk weer fijn mijn eigen bed. S ’avonds heb ik maar eventjes met het thuisfront gebeld, want dat was alweer veel te lang geleden. Na bijna twee weken geen Nederlands woord gezegd te hebben was het wel eens fijn om weer in de vertrouwde taal te praten met iemand.

24-09: Beetje ziek

Na weer een dagje heerlijk uitslapen moest ik wat boodschappen gaan doen op de markt. Op woensdag en zondag is er altijd grote markt in Cabagan. Dan worden de groente en fruit weer vers aangevuld en is er dus extra veel. Ook zijn de eetkraampjes geopend, en zijn er nog veel kraampjes dan normaal. Ik moest een beetje snel zijn want ik voelde me al de hele dag beroerd. Ik had erg veel hoofpijn en ook nog eens diarree, niet zulke fijne verschijnselen om te hebben in het buiteland. De symptomen kwamen overeen met zo ongeveer elke ziekte die je van muggen kan oplopen hier dus dat stelde me ook niet echt gerust. Maarja, het kan van alles zijn en ik had al een beetje zo een vermoeden. Max en Nanouk waren een paar dagen later dan mij weg gegaan. Daardoor heeft de waterfles in onze keuken zo een twee weken stilgestaan, en dat is natuurlijk niet goed. Zonder na te denken daarover heb ik gewoon vrolijk water gedronken hieruit en dat was de boosdoener. De rest van de dag heb ik alleen maar een beetje in mijn bed doorgebracht om uit te zieken. In de avond werd Nanouk thuisgebracht door Arnold en Joni. Zij was met de mensen van de office blijkbaar in Maconacon geweest de afgelopen dagen voor een educatieprogramma. Als we dat geweten hadden waren we natuurlijk langs geweest, maar communicatie is niet het sterkste punt van de Filipijnen. Mark wist blijkbaar wel dat Joni daar was met iedereen, maar heeft er niets over gezegd. Toen Nanouk en ik een beetje aan het praten waren bij het huisje kwamen er ineens 3 Filipijnse mannen langs. Twee van hun kwamen uit Ilagan en zij werkten als onderzoekers. Toevallig waren zij net een paar dagen hier op de campus om onderzoek te doen naar de biodiversiteit van alle herpetofauna (reptielen en amfibieën) hier. Ze gingen langs de weg lopen op zoek naar van alles wat hier leefde, ik wou wel even mee met ze. Onderweg vonden we van alles, nachtzwaluwen, kikkers, padden, maar helaas geen slangen. Zij wouden erg graag een slang vangen en dat vond ik niet erg. Ik kan niet terug naar Nederland zonder een wilde reticulated python gezien te hebben heb ik met mezelf afgesproken. De derde vent was verassend goed in Engels. Gewoonlijk kan je maar een aantal woorden met een Filipino uitwisselen en dan zijn hun woorden op, maar deze man kon erg goed Engels. Hij forestry gestudeerd aan de ISU hier, en heeft zelfs een jaar in Nederland gestudeerd. Raad maar eens waar… van Hall Larenstein natuurlijk, mijn school. Hij heeft precies dezelfde modules gevolgd die ik ook in mijn derde jaar heb gedaan, inclusief de module waarbij we naar Polen gingen. Ik was wel benieuwd naar zijn ervaringen in Nederland, en we hebben meer gepraat die avond dan naar beesten gezocht.

25-09 & 26-09: Te ziek om iets te doen

Helaas waren deze twee dagen het hoogtepunt van de infectie die ik opgelopen had van het drinkwater en heb ik alleen maar in mijn bed en voor de deur doorgebracht. Er is dus niet veel spannends gebeurd deze twee dagen dus niet veel om over te schrijven.

27-09: Terug in de office

Ik voelde me gelukkig weer goed vandaag en in de ochtend had ik met Mark afgesproken om onze data te gaan verwerken die we verzameld hadden tijdens de afgelopen week. Mark kwam niet opdagen omdat hij weer uit het niets druk was dus ging ik maar zelf aan de slag. Alle dataverwerking ging vrij gemakkelijk tot ik aankwam bij de habitat assessment. Dit hadden onze guides namelijk opgeschreven, en hun handschrift was echt onmogelijk om te ontcijferen. De namen van de bomen hadden ze ook opgeschreven in hun eigen taal, Tagalog of Ilokano dus ik kon ook niet makkelijk een Engels woord afleiden. Maar daarbuiten, al kon ik het lezen, zat ik alleen met de lokale naam van de boomsoort waar ik nog steeds niets aan had. Gelukkig was daar mijn reddende engel Bernard, die mij zag struggelen achter mijn laptopje. Hij had de bijbel voor mij, waarin alle lokale namen van boomsoorten instonden (alle 90+ dialecten). Hier hoefde ik gelukkig alleen nog maar de naam te ontcijferen en op te zoeken in het boek, en dan stond de Latijnse naam erachter. Daar kon ik gelukkig wel iets mee, alleen moest ik wel even zorgen dat ik wist wat er opgeschreven stond op papier. Het handschrift van Jaime viel wel mee gelukkig, maar die van Matteo, jesus christ. Het was net alsof je een 3 jarig kind een vel papier en een pen geeft en die er even lekker op los krabbelt, zo erg was het echt. Na twee field forms gedaan te hebben (alsnog met de helft open) kreeg ik te veel hoofdpijn ervan en moest ik echt even iets anders gaan doen. Omdat er zo veel dialecten zijn in de Filipijnen staan heel veel namen ook nog eens dubbel in het boek. Dus als je iets ontrafeld heb, betekend dit nog niet dat je de boomsoort hebt. Bijvoorbeeld Yakal, een van de bomen die we tegengekomen zijn in onze transects. In het boek stond 20 keer Yakal, met alle 20 een andere Latijnse naam erachter.. kies er dan maar eentje uit ja. Uiteindelijk ben ik maar teruggegaan naar het huisje omdat ik mij nog steeds niet fantastisch voelde en niemand kon mij helpen op de office omdat het chaos was. Merlijn kwam namelijk aan deze week en dat betekende dat er eindelijk een keer hard gewerkt moest worden. Op de office zit iedereen het liefst de hele dag op zijn telefoon en een beetje tegen elkaar aan te lullen. Merlijn is de big boss, dus het werk wat uitgesteld was de afgelopen tijd moest ineens af. In het begin van de middag was Max ook nog thuisgekomen van zijn eerste keer field work in San Mariano. In Cabagan hebben we weer genoeg eten en bier ingeslagen voor de komende dagen en later met zijn 3’en onze ervaringen van de afgelopen tijd uitgewisseld over ons field work.

28-09: Meer bomen

Vandaag was Mark wel in de office gelukkig. Samen met hem zijn we een aardig eind opgeschoten met de boomsoorten uit te zoeken maar we waren er nog lang niet. Hij had wel iets meer kennis over de boomsoorten en kon ook veel makkelijker de woorden herkennen die er stonden want dat was ook zijn taal. Dat mocht ook wel want hij studeert namelijk forestry, dus ik verwacht wel dat hij een beetje kennis heeft. Helaas kon ook hij het handschrift van Matteo niet ontcijferen dus in onze datasheets zijn nog een paar open plekken. Wat later op de dag gingen we weer terug naar de markt om wat verse dingen te kopen voor de barbecue die we gepland hadden met ons 3’en die avond. We moesten even genieten van de stilte voor de storm, want de komst van Merlijn zou ook wat voor ons gaan betekenen. Hij is namelijk de supervisor van ons alle drie, en wij hebben maar twee weken de tijd om begeleiding van hem te krijgen want daarna gaat hij alweer weg. Gisteren is hij al aangekomen in Manilla en zou spoedig verschijnen op het terrein van de ISU waar hij zijn huis heeft. Met onze machetes gingen Max en ik weer op jacht naar wat hout om het vuurtje aan te steken voor de barbecue. Max en Nanouk wouden zo nodig het vuur aansteken, maar het leek absoluut nergens op. Met een aansteker onder een veel te dikke tak het vuur aan willen steken.. ze konden wel een lesje survival gebruiken. Na wat tips die ik ze gegeven had was het vuur na denk ik een uur eindelijk aan en kon de barbecue beginnen. Nanouk ging vroeg naar bed want zij had de volgende dag een uitstapje naar San Mariano en Baggao. Daar ging zij een site bezoeken waar haar onderzoeksonderwerp, de Isabela Oriole, voor kon komen en dat ging zij checken. Daar ging ze samen heen met Joni, die eigenlijk de Oriole onderzoekt en haar veel helpt. Joni werd in Baggao geïnterviewd voor National Geographic als ik het goed heb en daar zouden zij ook Merlijn ontmoeten. Zij hadden daar weer een educatieproject over de Filipijnse krokodil met de hele Mabuwaya staff. Wel raar dat alleen Nanouk daarvoor gevraagd wordt om mee te gaan, dit was al wel vaker voorgekomen. Omdat zij zo close is met Joni krijgt ze over van alles te horen over de uitstapjes en dit soort dagen van de Mabuwaya staff en Max en ik niet. Ik zou het ook wel leuk vinden om mee te gaan met dit soort dingen, maar ik hoor er alleen niks over... beetje jammer van de mensen op de office. Maar goed, Max en ik kwamen de avond wel door met een fles Bacardi.

29-09: Kikkers

Overdag heb ik een beetje verder gewerkt aan de vertaling van alle bomen want dat was nog steeds niet klaar. Gelukkig was ik aan het eind van de middag er echt bijna klaar mee en moest ik alleen nog de puntjes op de i zetten, dat kwam maandag wel. Het begon namelijk met regenen en de mensen die nog op de office waren wouden daardoor naar huis toe want anders moesten zij door de regen naar huis door de harde regen. Het begint hier altijd eerst met een beetje waaien, donkere wolken en miezerregen voordat het losbarst. Max en ik gingen toen maar thuis film kijken tot het inderdaad de stortregen begon en we naar binnen moesten. Zelfs als je buiten onder ons afdakje zit ben je niet veilig voor deze regen. Een leuk extra’tje wat altijd meekomt met de regen zijn kikkers. Nee, ze komen niet uit de lucht vallen maar zijn extra actief in de regen. Normaal gesproken lopen er al veel kikkers (bull frogs) rondom en bijna in het huisje, maar zij zijn niet het probleem. Een wat kleinere kikkersoort maakt echt een teringherrie als het regent. Eentje maakt mij niet zo veel uit maar ze zitten altijd met 20+ naast ons huis een concert te geven. De studenten die hier voor ons waren hadden namelijk het fantastische idee om zelf een zwembad te gaan graven naast het huis. Ver zijn ze niet gekomen omdat ze er geen zin meer in hadden, en nu is er alleen een kleine poel van terug te zien. Als het geregend heeft dient deze poel als paradijs voor deze kikkers en gaan zij serieus zo lang door tot er geen water meer in zit. Dat kan soms dagen duren voordat het stil is. Ze slapen ook niet, nee ze gaan 24/7 door met geluid maken, en keihard. Als je zou weten hoe hard dit geluid is, zou je weten hoe gek wij er van worden soms en echt alle kikkers op de campus uit willen moorden. In de avond moesten we even ontsnappen aan het geluid en besloten wij langs te gaan bij de dormitory. Hier slaapt een deel van de studenten die aan de ISU studeren door de weeks. Wij wouden wel even weten wat er in het weekend gaande is in de dorm. Het is best dicht bij ons huis en het klinkt altijd wel gezellig met muziek en gelach van de studenten. Dat wij aankwamen zagen we al dat het een dooie boel was. Er zaten twee jongens buiten te bellen, dus we gingen maar even een kijkje binnen nemen. Toen we gespot waren werd er meteen gegild door de meisjes die op de bovenverdieping TV aan het kijken waren. Ze waren te zenuwachtig door ons om te praten en richtten zicht alleen maar op de TV. We vroegen ze of er wat te doen was in het weekend hier maar dat was er niet. Bijna iedereen gaat in het weekend naar huis en er zijn echt maar een paar mensen die in het weekend in de dorm blijven. Het bezoek was dus helaas maar van korte duur. We gingen een beetje op tijd slapen want we wouden de volgende dag wat leuks gaan doen.

30-09: Callao caves

Al een tijdje stond op de agenda om de grotten in de buurt te bezoeken en dat gingen we vandaag doen. Er was keuze uit meerdere grotten maar we hadden van Nanouk een bericht gekregen dat we echt naar de Callao caves moesten omdat het daar erg mooi is. Zij was er namelijk de dag ervoor geweest met de mensen van Mabuwaya. De Callao caves liggen in de buurt van Tuguegarao, dus we moesten die kant op. We waren naar de weg gelopen waar we gingen wachten tot er een bus aankwam. Eenmaal gedropt in Tuguegarao werden we meteen overspoeld met trycicle bestuurders die ons naar de caves wouden brengen. Voor 700 peso’s wou eentje wel de hele dag met ons meegaan, maar wij hadden gehoord dat we niet meer dan 250 moesten betalen. Hij wou ons wel brengen naar de tryicle departure plek voor de callao caves. Hier hebben wij wel iemand zo gek gekregen om voor 250 peso’s de hele dag met ons mee te gaan naar de Callao caves. Na een uurtje in de tryicicle waren we aangekomen bij de caves. We zaten alleen nog aan de verkeerde kant van de rivier, het was namelijk aan de overkant. Handig trucje van de Filipijnen, want we moesten entree betalen voor het park en ook nog eens 40 peso’s per persoon om de rivier van 20 meter breed over te steken. Wij moesten ons kaartje laten zien voordat we naar binnen mochten en eigenlijk moesten we ook nog een guide meenemen, maar daar hadden wij schijt aan. Zo groot was het ook weer niet dat je daar kon verdwalen. Na een paar 100 traptreden waren we bij de ingang van de cave waar overal zwaluwen rondvlogen die hun nest hadden gebouwd tussen de stalagmiet wat naar beneden uitstak. In het begin van de grot was een kerk gebouwd met allemaal banken en een altaar aan de voorkant. Na wat glibberen en glijden kwamen we aan bij de eerste open plek van de grot. Er zat een gat aan de bovenkant waar het zonlicht binnenkwam. Echt een prachtig zicht omdat er ook allemaal bomen en planten groeide aan de opening en op de plek waar het licht scheen. Er waren zo ongeveer zo een 7 van dit soort openingen in de grot maar de laatste hebben wij niet gezien. Aan het eind van de grot was een kleine doorgang die leidde naar de 7e (en allermooiste) opening in de Callao cave. Het was alleen zo krap dat er volgens mij alleen maar Filipijnen doorheen passen en daarom hebben we deze maar overgeslagen. De rest van de grot was overigens heel open en was gewoon tien meter hoog, dus het was niet zo dat we overal moesten kruipen. Er was wel een kruipgrot, die zat ernaast. We overwogen om daar ook heen te gaan, maar dan had je echt een guide nodig en moest je ook nog eens veel voor betalen. Daarboven waren we er niet echt op gekleed in onze korte broek, en de mannetjes daar waren veel te opdringerig. Ik zei tegen Max, laten we even wat lunchen, en dat pikte een Filipijns vrouwtje op. Zij waren aan het picknicken en vroegen of wij ook wat te eten wouden. Prima, dachten wij en we gingen er gezellig bij zitten. Over gastvrijheid en gulheid gesproken staat de Filipijnen echt op nummer 1 van alle landen waar ik tot nu toe geweest ben. We mochten de restjes van het toetje meenemen naar huis van ze. Toen we weer terug naar onze trycicle driver liepen riep er een groep mensen naar ons en zeiden dat we naar ze toe moesten komen. Het waren een aantal studenten van onze leeftijd die in het weekend met zijn alle bij de rivier aan het chillen waren. Ze vroegen of we een shotje Emperador (ons nieuwe favoriete drankje) wouden, en daar zeiden we geen nee tegen natuurlijk. De bedoeling was een shotje maar vervolgens hebben we daar twee uur met hun gezeten want het was best wel gezellig. Ik vind het altijd wel leuk om nieuwe mensen hier te ontmoeten en een beetje over de levensstijl in de Filipijnen te leren. Ze vroegen of we mee wouden zwemmen in de rivier, maar we hadden geen droge kleren mee dus helaas. Inmiddels weten wij wel wat de Filipijnen met zwemmen bedoelen, het water inlopen en dan door je knieën gaan. De tryicicle driver was nog steeds op ons aan het wachten en we gingen met hem terug naar Tuguegarao. Max moest nog wat kaartjes hebben voor zijn GoPro en daarna hebben wij natuurlijk even avond gegeten in de McDonald’s. In de McDonald’s was een feestje gaande en er was zelfs een band aan het spelen. Er stonden kratten vol met kip en patatjes voor het feestje. Een kindje was namelijk 1 geworden, en dat moest uitgebreid gevierd worden… in de McDonald’s. Op de terugweg naar de bus zijn we nog even mooi opgelicht door een trycicle driver die ons 50 liet betalen voor een stukje wat twee minuten lopen was. Terug met de bus werden wij voor de deur van de campus afgezet en hoefden we alleen nog maar naar boven te lopen voor ons huis.

01-10: Hanengevecht

Max wou heel graag een hanengevecht zien hier in de Filipijnen en dus gingen we ernaar op zoek vandaag. Ik was er ook wel benieuwd naar, ook al is het zielig om twee hanen tot de dood met elkaar te laten vechten zonder een uitweg. Maar goed, het gebeurt toch wel hier, dus kan ik het beter een keertje meemaken dacht ik. We gingen op naar San Pablo (ligt net achter Cabagan), waar een arena was voor de hanengevechten. We liepen weer naar de weg toe om een van te pakken naar San Pablo toe. Lekker rustig in de van dachten we, want normaalgesproken zit hij helemaal vol en nu zaten er een handvol mensen in. Maar daar kwam snel verandering in.. bij de markt van Cabagan moesten we eruit want hij had niet genoeg passagiers en moesten we naar een andere van. We hebben hem overigens ook helemaal niet betaald voor dat stukje omdat hij er niet om vroeg. Deze van zat toch een stukje voller dan de andere. De bankjes in de van zijn gemaakt voor 3 mensen maar nu zaten wij met zijn 5’en op een rij. De mensen in de van hadden ook net boodschappen gedaan op de markt, dus er hing een rotte vlees en groente lucht in de van. Gelukkig hoefden we niet lang te blijven zitten omdat de arena best dichtbij was. Bij de arena was letterlijk en figuurlijk geen kip te bekennen. We wisten alleen waar de gevechten waren maar niet hoe laat. Tijd voor een vragenronde aan de mensen die hun mais aan het drogen waren langs de weg. Geen van hun sprak een woord Engels en kon ons dus niet vertellen wanneer het gevecht was. Daar stonden we dan, in the middle of nowhere, bij een lege arena bedoeld voor hanengevechten. Terug dan maar om wat boodschappen op de markt te doen. Eenmaal op de markt zagen wij iets wat ons wel beviel, een hakbijl. Best handig voor als we een vuurtje gaan maken voor de barbecue, want houthakken met de machetes schiet voor geen reet op. De bijl was helaas nog niet af, we hebben een aanbetaling gedaan en dan konden we hem woensdag ophalen als er weer grote markt is. 450 peso’s kostte hij in zijn totaliteit, mooie prijs voor een bijl. In de avond hadden we een fles ‘Emperador Hot Shot’ opengetrokken. Emperador is brandy, en deze had een kaneelsmaakje waardoor het zogenaamd ‘hot’ was. De muziek moest op vol volume om boven de kikkers uit te komen, en toen de fles al voor driekwart op was kwam er een auto aangereden. Hierin zaten Merlijn, Joni en Nanouk die terugkwamen van hun trip. Niet echt de beste manier om je supervisor te leren kennen na driekwart fles likeur, of juist wel.. Hij had niet echt veel tijd omdat hij moe was dus hebben we kort gepraat met elkaar. Morgen was hij op kantoor dus dan konden we wel even wat beter met elkaar praten.

02-10: Overleg

Na een fles Emperador staat je wekker oorspronkelijk niet om 6 uur, maar vandaag moest wel. Merlijn was teruggekeerd op de office na een tijd afwezigheid in de Filipijnen dus er stond druk op de ketel. Je kon het merken aan de sfeer in de office. Iedereen was op tijd en ook nog eens aan het werk. In het begin van de ochtend hebben wij een kort gesprek met Merlijn gehad over een probleempje waar wij alle drie mee zitten. Wij moeten namelijk maandelijks 5.000 peso’s aan Mabuwaya betalen, en wij weten niet waarvoor. In de student guidelines van Mabuwaya staat dat het is voor logistieke regelingen (permits), assistence van de staff en use of the office. Maarja, die permits zijn kopieer en plakwerk (en daar hebben ze nog steeds moeite mee), assitence van de staff is er ook niet echt omdat je voornamelijk met je eigen ding bezig bent waar niemand echt verstand van heeft. Als laatste de use of the office facilities.. we zitten er wel om ons werk te doen maar veel toegevoegde waarde heeft de office niet echt. Ik drink er wat water ja.. de wifi is niet eens goed genoeg om je mail te openen en verder is er niet echt veel. Dus daarom wouden wij even wat meer duidelijkheid hebben van Merlijn over de 5.000 peso’s, want wij hebben het gevoel dat we voor lucht betalen. Want oja.. er is ook airco in de office. Merlijn moest weer weg want er was overleg met de Mabuwaya staff waar wij in de middag ook bij moesten zijn want dan gingen ze de planning voor de komende twee weken doornemen. In de loop van de dag waren Max en Nanouk alweer naar het huisje gegaan omdat ze daar dingen te doen hadden. Dat betekende dat ik alleen de studenten moest vertegenwoordigen in de ‘short planning meeting’, die vervolgens drie uur geduurd heeft. Al duurde het lang, het was wel interessant om de plannen voor de komende weken te weten want er ging namelijk veel gebeuren. Als eerste stond het vrijlaten van drie Filipijnse krokodillen op het programma. Dit zou deze week gaan plaatsvinden in San Mariano. Voor het vrijlaten van deze drie krokodillen waren er helemaal gasten uit Australië uitgenodigd. Dit waren twee mensen die werken voor de Zoo’s Victoria, een van de grootste sponsoren van de Mabuwaya foundation. Het was dus belangrijk om een goede relatie met deze mensen te behouden en hun ook op de hoogte te houden van de voortgang van de projecten die Mabuwaya heeft lopen. Ann, die een hele hoge functie in het bestuur van de dierentuin heeft zou donderdag komen. Een dagje later dan Chris, de man in leiding over de reptielenafdeling in de dierentuin. Op dezelfde dag dat Chris arriveert komt ook een Filipijns meisje, Dane, die voor Mabuwaya gaat werken. Met andere woorden, veel belangrijke visite in korte tijd. Voor dit vrijlaten waren 3 dagen gepland; heenreis, vrijlaten en terugreis, want daarna moesten Chris en Ann weer terug naar Australië omdat hun leven natuurlijk ook niet stilstaat. Na het weekend stond de trip naar Subic Bay gepland, waar iedereen al wekenlang naar uitkeek. Subic Bay ligt dicht bij Manilla, en is erg toeristisch door de vele dingen die er te doen zijn en uiteraard de prachtige stranden die daar te vinden zijn. Deze trip naar Subic heeft twee doelen; het dient als een leuk uitje voor het team en gaat ook leerzaam zijn. Buiten het Mabuwaya team gaan ook mensen van de MENRO, LGU’s en DENR mee uit de kustregio’s (Baggao, Divilacan, Dinapigue). Het is de bedoeling dat deze mensen wat gaan leren over Flying Fox en zeeschildpadden conservatie. Beide soorten komen in zowel de kustregio’s en Subic voor, dus een uitstekende gelegenheid. In Subic staan ook allemaal lezingen en activiteiten op het programma voor zowel ons en de gasten. De komende twee weken zouden dus leuk gaan worden, want we zitten bomvol activiteiten. Door de lange vergadering was het inmiddels alweer tijd om te gaan eten en voor het slapen nog een film te kijken want we moesten van alles voorbereiden de volgende dag.

03-10: Blind

In de ochtend had ik met Mark afgesproken om de laatste bomen af te handelen. Na een half uurtje begon ik een beetje last van mijn oog te krijgen. Bijvoorbeeld de letter M kon ik niet meer goed zien, hiervan viel de helft weg en werd een N. Maarja, ik ging maar gewoon door met werken maar met de seconde werd het erger tot het punt dat er een wazige vlek op mijn linkeroog zat. Dat was natuurlijk niet helemaal goed dus ik raakte een beetje in paniek. Ik heb Mark maar naar huis gestuurd omdat ik zo niet verder kon werken en ik mijn oog een beetje rust wou geven. Het bleef maar erger en erger te worden en ik liep met Max naar huis zodat ik thuis even in bed kon rusten. Halverwege de wandeling naar het huisje leek het alleen nog maar of ik met mijn rechteroog kon zien en toen dacht ik ‘omkeren en naar het ziekenhuis toe’. We gingen weer terug naar de office om daar met de auto naar het ziekenhuis te gaan. Daarvoor heb ik eerst even mijn oog gewassen de badkamer bij de office en vervolgens nog uitgespoeld met wat water. Het dichtstbijzijnde ziekenhuis hier ligt in Tuguegarao, dus op een uur afstand. Ik wou het toch nog even aankijken na het uitspoelen dus ging maar op een bankje liggen met mijn oog dicht. Daar lag ik dan, op een veel te klein bankje, shirt en broek zeiknat van het water met mijn hand voor mijn oog. Gelukkig begon het wel beter te gaan met mijn oog, de plek verdween en ik kon weer een beetje beter zien. Toch maar niet naar het ziekenhuis toe.. gelukkig. Blijkbaar zat er gewoon een vuiltje in mijn oog, want twee uur later was hij alweer de oude. Het was alleen een beetje geïrriteerd door al het water wat er doorheen gespoeld was. Op zich vond ik het achteraf best grappig als je erover nadenkt, al die paniek die ik iedereen (inclusief mezelf) aangedaan heb door een vuiltje in mijn oog. Maar op het moment zelf was het voor niemand echt grappig. Het ging weer dus moest ik mijn presentatie maken voor morgen als Chris er zou zijn. Als hij aankomt morgen gaat eerst iedereen presentaties geven over de projecten van Mabuwaya en de voortgang hiervan. Ook wij, de studenten, mogen even een kort praatje houden over waar wij mee bezig zijn. In de avond hebben wij maar weer film gekeken met de speaker aan om boven het kabaal van de kikkers uit te komen.

04-10: Chris

Arnold ging in de ochtend naar Tuguegarao toe met de auto om Chris op te halen van het vliegveld, terwijl iedereen in de office de laatste voorbereidingen deed. De avond ervoor had ik een sms’je gekregen van een meisje hier op de campus over de elektriciteit. Precies vandaag, op de dag van de belangrijke presentaties gingen ze onderhoud doen aan de elektriciteitspalen in heel Cabagan. Dat betekende van 8 uur ’s ochtends tot en met 5 uur in de middag geen stroom, lekker handig. Gelukkig was er een generator aanwezig in de office waardoor het feestje wel door kon gaan. Tijdens lunchtijd waren Arnold en Chris terug van Tuguegarao en Dane was ook al gearriveerd in de office. Tess had een buffet geregeld bij de kantine en we hebben even met zijn alle geluncht voordat de presentaties gingen beginnen en een beetje kennis gemaakt met elkaar. Chris is al op leeftijd en is iemand met veel ervaring. Hij heeft zichzelf helemaal naar boven gewerkt in de organisatie. Hij was ooit begonnen als schoonmaker in de hokken van de dieren en nu is hij curator van de reptielenafdeling. Dane, is pas 21 en heeft DEFCOM gestudeerd, waarvan ik nog steeds geen idee van heb wat het eigenlijk is. Filipijnen houden van afkortingen, maar dan ook echt voor alles, wat af en toe best verwarrend is. Wij kregen tijdens de presentaties ook wat meer inzicht over de projecten die Mabuwaya deed, maar het ging voornamelijk over de Filipijnse krokodil. Dat was ten slotte het dier waar we iets voor gingen doen de komende paar dagen. Bij de presentaties zaten ook nog een paar DEFCOM studenten die ze ergens van de ISU geplukt hadden. Na 4 uur presentaties gehad te hebben zat iedereen er wel een beetje doorheen. Mede doordat de airco het niet deed omdat er geen stroom was en het weer eens 35 graden was. Tijd om om te kleden thuis, want we gingen met zijn allen uiteten die avond. Het restaurantje waar we gegeten hebben zat langs de weg naar Cabagan toe en we kregen van alles geserveerd, van ‘italiaanse’ pasta tot pansit Cabagan aan toe. Om klokslag 8 uur moesten we ineens weg uit het restaurant want we hadden maar voor bepaalde tijd gereserveerd. Als er geld te verdienen valt dan zijn de Filipijnen ineens wel heel erg gefocust op de klok heb ik inmiddels al gemerkt ja. We waren inmiddels met zijn 3’en in het huis aan een The Hobbit en Lord of the Rings marathon begonnen, dus vanaf nu moest er elke avond film gekeken worden.

05-10: San Mariano

Voordat we naar San Mariano konden moesten we wachen tot Ann gearriveerd was. Op de office was niets meer te doen dus gingen we maar in de ochtend film kijken tot het zo ver was. Rond lunchtijd gingen we naar de office toe om onze spullen daar te droppen en even wat te eten. De meiden hadden overnacht op de office om ’s nachts hun werk af te maken want anders konden zij niet mee naar San Mariano toe. Eenmaal weer terug op de office na de lunch waren ze al begonnen aan ook een korte presentatie voor Ann zodat zij ook op de hoogte was. We hadden een kleine weddenschap hoe ze eruit zou zien, maar helaas had Max die gewonnen. Ze had kort rood haar, net als de gemiddelde Nederlandse huisvrouw een paar jaar geleden. Op de office hadden ze een busje gehuurd waarmee wij naar San Mariano gingen. De belangrijke mensen, Chris, Ann, Merlijn en Tess gingen met de auto heen. Het was ongeveer twee uur rijden tot we aankwamen in het resort in San Mariano. Hier zat de rest al op ons te wachten en het eten stond al op tafel. De burgemeester van San Mariano, zijn vrouw, en nog een paar mensen van de LGU waren ook aanwezig. Zij gingen ook mee met de vrijlating van de krokodillen van morgen. Buiten hun gaan ook zo een twintig studenten uit San Mariano mee zodat zij het belang van dit dier in hun natuur gaan realiseren. De bedoeling was dat iedereen ging slapen in het resort, maar ik ging liever met Arnold, Bernard en Amante mee naar de rearing station om daar te slapen. De rearing station is een plek waar ze allemaal krokodillen houden, ook degene die wij vrij gaan laten. Als mensen in de regio van San Mariano een krokodillennest vinden moeten ze dit reporten aan Mabuwaya. Vervolgens halen mensen van Mabuwaya de eieren uit het nest om ze vervolgens veilig uit te laten komen. De eerste twee jaar van een krokodil zijn de gevaarlijkste, en omdat er zo weinig over zijn doen ze dit uit voorzorg. De eerste twee jaar van hun leven brengen de krokodillen dus door in de rearing station voordat ze weer vrijgelaten worden in het wild. Daarbuiten kunnen ze de krokodillen hier ook taggen zodat zij later weer herkent kunnen worden als iemand ze tegenkomt in het wild. In de lobby van de rearing station staan drie aquaria van drie verschillende nesten waar allemaal baby krokodillen in zitten. Buiten de rearing station staat nog een huisje waaromheen vier verschillende krokodillenverblijven zitten. Twee hiervan zitten vol met krokodillen van ongeveer twee jaar oud (die wij vrij gaan laten). De andere twee zitten volwassen krokodillen in, een mannetje en een vrouwtje. In de avond gingen we nog even schaken onder het genot van wat red horse en later wat gin natuurlijk.

06-10: Crocodile Release

Wij moesten vroeg op staan bij de rearing station want wij moesten de krokodillen klaar maken voor vertrek. Om 5 uur stonden we al bij het verblijf om ze te vangen. Bernard, Amante en Munding (werkt bij rearing) gingen het klusje wel even klaren. Heel groot zijn ze overigens niet, pas 60cm na twee jaar. Zodra we te dichtbij kwamen doken ze allemaal onder water en moesten ze gaan grabbelen in het poeltje. Na een tijdje hadden ze er een aantal gevangen en de drie beste uitgekozen die vrijgelaten gingen worden. We gingen weer de rearing station in om wat laatste metingen bij de krokodilletjes te doen voordat ze ‘ingepakt’ gingen worden. De krokodillen werden stuk voor stuk gewogen, alles werd gemeten, en als laatste kregen ze een mark in hun staart waaraan ze herkend kunnen worden later. Uiteindelijk gingen ze allemaal in hun eigen regenpijp met een gat erin voor lucht en beide uiteinden werden afgeplakt met tape zodat ze niet konden ontsnappen. De eerste student was inmiddels al gearriveerd om half 7, maar wij moesten eerst nog even gaan ontbijten bij het resort. Eenmaal terug van ons ontbijt bij het resort waren alle studenten inmiddels aangekomen bij de rearing en was het tijd voor een presentatie van Tess en Merlijn. De presentatie werd op een beetje kinderachtige manier gegeven vonden wij. De studenten waren inmiddels al een jaar of 16, dus het had wel een tikkeltje volwassener geworden. Zo gooiden Tess en Merlijn een denkbeeldige bal over, en als je in bezit was van die bal mocht je praten.. Maar ja, dat is eenmaal hun manier van aanpak en als het effectief is voor de kinderen dan moet je dat vooral blijven doen. Na de presentatie was het tijd om te gaan naar Dunoy lake, waar we de krokodillen los gingen laten. Het was zo een twee uur rijden en daarvoor waren twee grote trucks gehuurd. Een voor de studenten en een voor de mensen van Mabuwaya en de LGU’s. Alhoewel je veel beter zat in de Mabuwaya truck, vonden Max en ik het toch veel leuker om bij de studenten te gaan zitten. We zaten wel helemaal achterin de truck en moesten ons dus goed vasthouden want anders donderden we eruit. Het eerste deel van de rit was door San Mariano heen en was wel een oké weg, tot we bij de rivier aankwamen. Onze truck ging als eerste door de rivier heen, maar de anderen bleven maar stil staan aan de overkant. Ze waren namelijk de lunch vergeten en die moest weer opgehaald worden bij de rearing station. Lekker slim weer! En daar ging weer een uur verloren. We moesten zeker nog twee uur rijden en de studenten moesten ook nog eens naar huis die avond want zij konden niet daar slapen. Arnold kwam weer stressvol aangescheurd met de auto, dit keer met lunch gelukkig, en we konden weer verder. Hoe verder we door de Barangays reden hoe slechter de weg werd. Overal op de weg lagen dikke stenen waardoor je een halve meter de lucht invloog als ze eroverheen reden. Ook was de weg uiteraard niet recht en liep gewoon scheef af waardoor het eruitzag alsof de truck om zou vallen. Als we tegen de berg opreden schoof het hele zootje mensen naar achter en wij moesten ons dan extra goed vasthouden om niet overreden te worden door de andere truck achter ons. Op een gegeven moment kwamen we zelfs vast te zitten in de modder toen we bergopwaarts reden. Wat nu? We zijn op driekwart van de rit en omkeren was absoluut een optie omdat de weg te smal was. Gelukkig zat voorop de truck een haak en een sterk metalen kabel waar de truck zich mee voort kon trekken. Dat moest natuurlijk eerst ergens aan vast, en dat gingen wij wel even regelen. Met zijn alle trokken we de kabel naar voren en Bernard maakte hem vast aan de dikste boom die er was. We zaten ook nog eens midden in een bocht dus we moesten hem nog een keer vastmaken aan een andere boom. Deze was zo een 5 keer zo dun, maar ze hadden er wel vertrouwen in. Max zei: ‘Wedden dat hij omgaat’, en voordat ik eigenwijs echt niet gezegd had ging de boom al. Iedereen rennen voor zijn leven natuurlijk, want dat wil je niet op je pannetje hebben. Op zoek naar een betere boom dan maar, dat ging gelukkig wel goed en we hadden de top van de heuvel bereikt. Een deel van de studenten is maar uitgestapt omdat ze het helemaal gehad hadden en wouden lopen. Tijdens de rit waren sommigen echt doodsbang, ze zaten te gillen en sommige zelfs bijna te huilen in de truck. De angst was aan hun koppies af te lezen, en toen we ze vroegen of ze ooit terug wouden hierheen zeiden ze meteen nee. Tijdens het uitstappen van de truck maakte een van de oudere leraressen van de school nog een mooie koprol op de steken en viel bijna de rivier in. Gelukkig heb ik die nog even kunnen redden. We moesten alleen nog bergafwaarts en dat vonden ze wel prima, al kwamen we twee keer weer bijna vast te zitten omdat de weg zo modderig was. Uiteindelijk waren we aangekomen bij ons eindpunt waar we eerst even moesten lunchen voordat we op stap konden. Onderweg naar de release plek moesten de kinderen een soort bingo spel doen, verzonnen door de Mabuwaya. Ze moesten dingen vinden uit de natuur en als ze een heel rijtje gevonden hadden (bingo hadden) mocht diegene een van de krokodillen loslaten. Het dorpje lag aan de Sierra Madre, en de grens van de Sierra Madre was een rivier die we over moesten steken. Er lag een klein houten bootje waarin om de beurt mensen naar de overkant gebracht werden. Arnold was de bootsman, maar toen wij hem half zagen verzuipen in het midden van de rivier moesten Max en ik maar even ingrijpen. Met iedereen veilig aan de overkant konden we verder en betreden wij de Northern Sierra Madre National Park. We liepen over een klein paadje waar genoeg mensen onderuit gegaan zijn omdat het spekglad was. De Mabuwaya staff was al vooropgegaan en stonden bij het meertje te wachten met de krokodillen. Het was tijd om ze los te gaan laten, en we stonden met zijn 30’en op een paar vierkante meter. Als eerste mochten de mensen van de LGU een krokodil loslaten. Die krokodillen hadden natuurlijk ook de tocht in de truck meegemaakt en waren best gestrest. Gelukkig deden ze dit best snel en de student die die bingo gewonnen had liet de krokodil ook best snel gaan. Toen was Ann aan de beurt om de laatste krokodil los te laten en toen ging de hele trukendoos open. Merlijn toverde een drone uit zijn rugzak waarmee hij het ging filmen. Toen ik de krokodil uit de buis pakte piste hij meteen over mijn hand heen, zo gestrest was deze. Alle camera’s die aanwezig waren gingen ook op filmstand voor Ann, want zij was tenslotte de belangrijkste persoon. Na wat gepraat en de krokodil een naam gegeven te hebben liet ze hem los. In plaats van dat de krokodil het water in ging, rende hij meteen de bosjes in omdat hij zo verward was. Dat viel mij niet zo lekker, maar ik snap natuurlijk van Mabuwaya uit dat je deze mensen wel een beetje in de spotlight moet zetten. Nadat de laatste krokodil weer vrij was gingen de studenten weer naar huis toe en wij gingen naar een hideout waar je over de hele Dunoy lake kon kijken. We moesten hier wachten tot het donker was zodat we een crocodile survey konden doen. In het daglicht zijn de krokodillen niet te zien van een afstand als ze in het water zitten maar als je ’s nachts met licht op hun ogen schijnt kan je ze heel makkelijk zien. Ik had geen zin om te wachten dus ging ik maar met Bernard en Max terug om de zaklampen te halen. Eenmaal weer terug bij de hideout begonnen we met schijnen. Er waren een paar krokodillen in het meertje, dat schreven ze op en toen gingen we terug naar de release plek om nog meer te vinden. De drie kleine krokodilletjes zaten nog steeds in het gebied waar we ze los hadden gelaten en Bernard spotte ook een pasgeboren krokodil. Hij kreeg hem helaas niet te pakken zodat hij hem kon taggen, maar dit betekende wel dat er nog een nest in de buurt was die zij gemist hebben. In de tussentijd hadden Arnold en Amante een heerlijk avondmaal voor ons voorbereid en na het eten moesten we naar bed want de volgende ochtend hadden we een bird survey om 5 uur. Ik had weer de goede slaapkamer uitgekozen, naast het huis stonden twee varkens aan een touwtje die lekker aan het knorren waren toen ik wou gaan slapen.

07-10: Terug naar Cabagan

Het regende in de ochtend, en dat betekende geen bird survey helaas. Wat later op de dag zouden nog wat schoolkinderen langskomen uit de barangays hier waar Mabuwaya schoolspullen aan uitdeelde. Zij hadden natuurlijk ook geen zin om door de regen te gaan lopen en pas toen het droog was verschenen de eerste kinderen. Tess gaf een praatje in een van de Filipijnse dialecten, dus wij konden er helemaal niets van volgen. Ze noemde een voor een de kinderen hun naam op en toen kregen zij allemaal een tasje met schoolspullen erin. Als kers op de taart deed Chris er nog een boekje in wat ging over de Filipijnse krokodil. Op een gegeven moment was Chris er een beetje klaar mee, dat was ten minste de gezichtsuitdrukking die af te lezen was van hem. Maar daartegenover vond Ann het helemaal geweldig, dus dat was wel mooi. Buiten het huisje waar het allemaal gebeurde zei ik tegen Max dat ik een beetje kritisch was over heet uitdelen van deze schoolspullen. Helaas, Merlijn had het ook gehoord die even verhaal kwam halen over waarom ik er zo voer dacht. Ik stond een beetje met een mond vol tanden, maar heb mezelf er een beetje onderuit kunnen lullen gelukkig. Toen de kinderen weer weg waren konden we onze tas pakken en ons opmaken voor de terugreis, want die zou nog leuk gaan worden. De trucks kwamen de heuvels niet meer op door de heftige regen in de ochtend dus moesten we bijna alles gaan lopen. Er kwam een buffel aan die alle spullen in een karretje meenam, en ook Tess. Die had geen zin om te lopen. Ik dacht dat ik het wel op mijn teenslippers kon doen, maar nadat ze 4 keer uit waren gegaan door de modder was ik er snel klaar mee. Ik ging wel verder op blote voeten door de modder. De anderen liepen een beetje sloom dus ik ging maar voorop lopen, en nog geen 5 minuten later was ik ze al kwijt. Op een gegeven moment ben ik toch maar even gaan wachten op ze bij een kleine barangay. Als eerste kwam Max aangelopen die een beetje pissed off was. Merlijn had namelijk gezegd dat hij zijn mond moest houden als hij met Chris en Ann aan het praten was, en dat was een beetje in het verkeerde keelgat geschoten. Even later kwam de rest aan en we konden weer verder. Amante was al veel eerder gegaan dan ons en die kwam ik na een tijdje tegen. Zij waren voorop gegaan omdat naar een plek gingen waar zij bereik hadden. Er moest een andere truck geregeld worden die ons kon ophalen, want we gingen natuurlijk niet de hele dag lopen helemaal terug naar de rearing station. Ze hadden bereik, maar de truck driver nam niet op. Lekker weer! Op een gegeven moment ging de weg natuurlijk weer naar beneden waar we eerst omhoog gingen en dat ging een stuk minder makkelijk. Het was hier veel gladder aan de zijkant van de weg en in het midden van de weg lag alleen maar diepe modder met scherpe stenen ertussenin. Van tip top teen onder de modder kwamen we uiteindelijk aan bij een kruising waar de truck ook heen zou komen. Hier wachtten we op de rest, en even later kwam de truck ook aangereden. Samen met Arnold en Max zaten we op het dak van de truck omdat in het midden geen plek meer voor ons was. Dat was veel beter want we hadden een veel mooier uitzicht dan de anderen en af en toe moesten we ook nog bukken voor takken wat ook wel grappig was. Terug bij de rearing stapten we weer het busje in en gingen we nog even wat eten in San Mariano met zijn allen als afscheid voor Chris en Ann. Zij sliepen samen met Merlijn en Tess nog een nacht in het resort want ze vlogen de volgende dag weer terug naar Australië. We hebben ze bedankt voor hun aanwezigheid en de dingen die we van hun geleerd hadden en we konden weer op terug naar Cabagan. We hadden geen eten meer dus gingen Max en ik naar het centrum van Cabagan om voor ons, Nanouk en Dane Jollibee te halen. Op de heenreis reden we mee met Arnold zijn auto naar het centrum. Al toen hij de auto startte voelde Max en ik ons al niet op ons gemak. Volgens mij wil ik niet weten wat er onder die motorkap schuilt, maar zolang hij elke dag levend aankomt op zijn werk vertrouw ik het wel. Op de ISU zijn veel hoge drempels, maar daar had Arnold lak aan. Pas op het allerlaatste moment remde hij af, mede omdat het zicht heel beroerd was want de vooruit zat er al 20 jaar te lang in en het regende ook nog eens heel hard. Hij vertelde hoe hij aan de auto was gekomen; er was ooit eens een Nederlandse PhD student bij Mabuwaya die deze auto gekocht had voor zijn studie. In totaal heeft hij twee mensen dood gereden met diezelfde auto, eerst een kind en een tijd later had hij een frontal collision met een trycicle. Dat verhaal maakte onze tocht in de auto van Arnold nog fijner. Door de regen kon je nog steeds geen reet zien door de vooruit dus zat Arnold lekker te kloten met de airco, terwijl hij aan het bellen was, en ook nog eens 20 reed op het midden van de snelweg. Gelukkig hebben we de autorit overleefd en onze Jollibee kunnen halen, wat een mooie afsluiting was voor de trip naar San Mariano. Als twee natte hondjes kwamen we weer terug aan bij het huisje waar we even later Dane gedag hebben gezegd want zij gaat in Manilla voor Mabuwaya werken. Die zouden we ook een hele tijd niet meer gaan zien.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!