stage-flying-foxes-mabuwaya-foundation.reismee.nl

Stage Filipijnen part 6

21-11: Terug naar Cabagan

Susan had er wel voor gezorgd dat Kawag vanochtend op tijd bij het huis zou zijn om onze spullen mee te nemen. Na een koffietje en een ontbijtje was het tijd om onze spullen te pakken en weer voor een tijdje afscheid te nemen van deze hele lieve en gastvrije familie. Ik heb nog totaal geen goeie en genoeg exit count en interview data in Baggao, dus ik ga er zeker nog een keertje terug. We begonnen rond 8 uur weer aan onze tocht richting de bewoonde wereld. Ondertussen kon ik de route al wel dromen, zo moeilijk was deze niet. Vergeleken met de heenweg was de weg al een stuk slechter geworden, en daarbij begon het ook nog eens te regenen na een uurtje. Het zwaarste stuk nu was om vanaf kilometer 21 de berg weer op te klimmen. Het was erg steil omhoog, en de weg was zo modderig dat het super veel moeite kostte om wat stappen te zetten. Darius raakte weer achter, maar dat gaf mij mooi de tijd om uit te rusten als we op hem aan het wachten waren. Een paar uur later waren we alweer bijna bij Mansarong, toen we Marcelino (de eigenaar van het huis daar) tegen het lijf aan liepen. Hij was op weg naar zijn boerderij om even de carabao eten te geven. Daarna zou hij weer naar zijn huis toe gaan, en dan zouden we samen nog even lunchen bij hem thuis. Hij had heerlijke wild boar-adobo klaarstaan voor ons, wat er zeker wel in ging na weer een halve dag lopen. We moesten wel een beetje haasten want we moesten op tijd terug zijn in Santa Margarita om het laatste busje te kunnen pakken naar Tuguegarao van 5 uur. Kawag had braaf onze spullen naar de overkant van de pier gebracht, en hadden hem daarna bedankt en toch wat geld gegeven desondanks alle dingen die hij ons geflikt had. We moesten nu zo snel mogelijk in Santa Margarita zien te komen. De enige manier waarop dat kon was met de kulong-kulong, een motor met een karretje ernaast met een open dak. Er was maar 1 iemand die nog bereid was ons naar Santa Margarita te brengen, en natuurlijk voor de hoofdprijs. Daar moesten we maar aan geloven, want anders zaten we hier nog een dag vast zonder een slaapplek. Eenmaal weer in Santa Margarita waren er nog precies twee plekken vrij in het busje, waarmee wij weer terug naar de bewoonde wereld gingen. Onderweg zaten er twee dronken vrouwen op de bank achter ons die natuurlijk van alles van mij wilden. Ik had er totaal geen zin in dus ik heb ze maar een facebook account gegeven van iemand uit mijn oude klas en een nummer wat voor geen reet klopte. Gelukkig moesten ze er snel uit, want ik werd helemaal gek van ze. Rond 7 uur kwamen we aan in Tuguegarao, en na wat eten bij de McDonalds hebben we nog net de bus van 8 uur kunnen redden. Ondertussen had ik er al wel voor gezorgd dat Mark mij op zou komen pikken bij de gate van de ISU. Hier heb ik voorlopig afscheid moeten nemen van Darius, want die ging nog even 3 uur verder naar de plek waar hij woonde. Bij Randy thuis was het feest. Max en Nanouk zouden de volgende dag op een rondtrip gaan door de Filipijnen, en daarna gaat Max direct door naar huis. Met andere woorden, Max wou zijn laatste avond in Cabagan goed afsluiten. Ik heb snel alle spullen naar het huis gebracht en ik was aangeschoven bij de dranktafel. Max was al ladderzat op het moment dat ik aankwam en het heeft niet lang geduurd voordat hij zijn bed op ging zoeken. Nanouk vond het leuk om iedereen supershots te gaan voeren, uiteraard zonder daar zelf van mee te drinken. Op een gegeven moment was het ook voor mij en vele anderen daar tijd om naar huis te gaan omdat we allemaal veel te ver heen waren.

22-11: Slechtste dag van mijn leven

Midden in de nacht werd ik wakker en voelde ik iets raars aan mijn hoofd. Ik voelde ook even met mijn hand, en toen kwam ik tot zo ongeveer de ergste ontdekking die je kan hebben middernacht. Zonder dat ik het wist, had ik in mijn bed overgegeven en lag ik hier al weet ik niet hoe lang al in te rotten. Ik was nog steeds half verlamd en was naar het andere bed gegaan en heb hier verder geslapen. Om een uurtje of 10 ’s ochtends vonden Max en Nanouk het een beetje te laat worden en gingen toch maar even bij mij kijken. Na de klop op de deur hoorde ik Max al zeggen: ‘Godverdomme dat meen je toch niet, moet je kijken’. Mijn bed is direct naast de deur, dus ja... dat is het eerste wat je ziet als je mijn kamer binnenkomt. Hij zei dat ik naar buiten moest komen om een beetje frisse lucht te scheppen en wat te drinken. Zij zouden eigenlijk met zijn 2’en al om 10 uur opgehaald worden door Arnold om naar het vliegveld te gaan, maar die was zoals gewoonlijk te laat. Het enige wat ik wilde was liggen en ben maar gewoon op de grond gaan liggen voor het huisje op de stenen. Gelukkig waren Max en Nanouk zo aardig om een matras voor mij te pakken uit Max zijn kamer, zodat ik nog een beetje comfortabel lag. Ik was niet echt in de staat om echt afscheid van hen te nemen dus ze moesten het doen met een ‘doei’, die met veel moeite uit mijn mond kwam. Ik zou ze toch nog wel een keer zien op Palawan, want daar zouden wij tegelijkertijd zijn. Zij met zijn tweetjes op vakantie en ik met mijn vader. Zo heb ik ongeveer 4 uur lang op het matrasje buiten gelegen tot ik weer een beetje opgeknapt was. Nu moest natuurlijk wel nog even de bende opgeruimd worden in mijn kamer en bed, want dat kon natuurlijk niet. Met veel pijn en moeite heb ik alles opgeruimd en in een bak met water gegooid zodat het de rest van de dag lekker kon weken daarin. Het vieze matras ging Max zijn kamer in, en ik nam die van hem. Dat matras was een leuke verassing voor de volgende student in die kamer. De rest van de dag heb ik alleen maar een beetje op bed kunnen liggen rotten tot het weer tijd was om te slapen.

23-11: Voorbereiding vakantie

Voorlopig had ik wel even genoeg gin en Emperador gezien voor de komende paar weken. Ik was weer helemaal opgefrist en kon wat voorbereidingen doen voor de vakantie met mijn vader. Als eerste moest natuurlijk het beddengoed gewassen worden en ook al mijn kleren van de field trip. Gisteren was ik daar niet toe in staat dus moest het nu gebeuren. Ik zal de details van het beddengoed wassen besparen, maar laat ik maar zeggen... dit wil je maar een keer hoeven doen. Een paar uur later hing alles weer fris en fruitig aan de waslijn en kon ik het volgende gaan doen. Ik moest nog even in de office zijn, om de spullen terug te brengen die ik geleend had. Verder had ik niet veel meer te doen dus ben ik maar naar Mark zijn huis gegaan om mij daar verder te vervelen. In de avond kwamen zij alweer aan met een fles gin, maar toen ben ik maar naar huis gegaan.

24-11: Voorbereiding

Alle spullen waren al gewassen en de tas was al soort van gepakt voor de vakantie. Toch moest ik toch nog een hele dag vol zien te maken in Cabagan zonder dat ik echt iets te doen had. Het meisje van de supermarkt was vandaag vrij en had mij uitgenodigd om langs te komen bij haar huis om haar familie te ontmoeten. Dat is zo een beetje de eerste stap die je moet maken hier in de Filipijnen als je een relatie wilt met een meisje. Niet dat dat mijn intentie was met haar, maar ik had toch niets anders te doen vandaag. Eenmaal daarbinnen maakte ik kennis met de ouders en alle broertjes en zusjes. Ze heeft 2 oudere zussen, waarvan 1 al een kind heeft. Ook lopen er nog twee kleinere zusjes in het huis rond en een broertje van 8, waarvan ze al weten dat hij gay is. Na de eerste ervaring had ik gehoopt dat er een beetje schot in de zaak zat met het praten, maar dat was helaas niet zo. Ik heb meer woorden gewisseld met haar zus die dag dan met haar. Er was niet veel te doen behalve tv kijken, en daardoor vond ik het voor het eten wel weer mooi geweest. Toen ben ik maar bij Randy wat gaan eten en daar gezeten voor de rest van de avond. Ik keek al wekenlang uit naar morgen. Ik ben langzamerhand toch het thuisfront en beetje gaan missen en daardoor kon ik niet wachten om mijn vader eindelijk te zien na 3 maanden. Hij zat ondertussen al in het vliegtuig van Nederland naar Manila. De volgende morgen zou ik naar Manila vliegen en dan zouden we daar ongeveer tegelijkertijd aankomen. Vanaf daar gaan we een paar dagen rond Manila leuke dingen doen. Daarna vliegen we naar het eiland Palawan, en gaan we een paar dagen in het paradijs doorbrengen.

25-11: Cabagan naar Manila

Voor het eerst in tijden werd ik vol enthousiasme wakker, het was tijd voor vakantie! Tas was al gepakt, en ik kon op naar het vliegveld. Randy bracht me naar het centrum van Cabagan waar ik met een busje naar Tuguegarao ging. Vanaf daar met de trycicle naar het vliegveld, en daar stond ik. Tijdens het inchecken vertelde de meneer achter de balie mij dat de vlucht drie uur vertraagd was. Kutzooi, nu moet mijn pa daar 3 uur gaan zitten wachten op mij tot ik eindelijk aankom. Maarja, het is niet anders en ik ging maar een ontbijtje halen in het centrum van Tuguegarao. Anderhalf uur later kwam ik weer terug op het vliegveld, hopend dat de vertraging niet uitgelopen was. Alles leek prima, en ik ging door het douanepoortje heen en naar de enige gate. Na een tijdje wachten kwam er een omroep; Cebu Pacific vluchtnummer 505 is definitief gecanceld. Er gingen twee vluchten vandaag naar Manila, dus ik keek voor de zekerheid nog een keer op mijn boardingpass. Godverdomme, daar stond ook 505 op. Zo snel ik kon ging ik naar de incheckbalie toe, want die instructies hadden ze gegeven. De tweede vlucht van de dag ging nog wel dus ik vroeg of ze mij om konden boeken naar die vlucht. Helaas meneer, u staat dan als chance passenger op de lijst als nummer 32. Daar had ik natuurlijk geen zin in, en dat zou er nooit van gaan komen. 32 mensen die opeens af gaan zeggen in een vliegtuig waar er net aan 80 inpassen. Toen heb ik mijn ticket maar om laten boeken naar de volgende dag. Teleurgesteld moest ik weer terug naar Cabagan toe. Randy keek verbaasd op toen hij mij weer binnen zag lopen, en ik legde de situatie uit. Hij leefde met mij mee, maar goed.. 1 dag missen kan gebeuren. Ondertussen had ik mijn vader al op de hoogte gebracht dat de vlucht gecanceld was en dat hij gewoon lekker het programma moest gaan volgen wat gepland was. Morgen ben ik er.. om 11 uur in de ochtend.

26-11: Poging twee

Ik ging het nog maar eens proberen. Zelfde vluchtnummer, zelfde tijd, etc. De vlucht gister was gecanceld omdat het weer blijkbaar niet goed genoeg was. Het heeft de hele dag geen druppel geregend en er stond ook geen zuchtje wind, maar toch ging het niet door. Vandaag was het precies hetzelfde weer, en ik had al zo een voorgevoel. Toen ik weer aankwam bij de check-in balie kreeg ik weer precies hetzelfde verhaal. Sorry meneer, uw vlucht is twee uur vertraagd. Ik ging buiten maar even een sigaretje roken. Ik vroeg een aansteker aan een man die ook aan het roken was en raakte in gesprek met hem. James, heette hij, zat in dezelfde vlucht. Ik vertelde hem over mijn ervaring gister en dat ik het gevoel had dat precies hetzelfde ook vandaag zou gebeuren. Ik had geen tijd en zin om mijn vader daar nog langer te laten wachten. Ik wou echt zo snel mogelijk naar Manila toe, dus plan B was met de bus. James stelde voor om samen met de bus naar Manila toe te gaan als het vliegtuig inderdaad weer gecanceld werd. En ja hoor, nog geen 10 minuten later kwam de omroep al. Nu was ook de tweede vlucht naar Manila gecanceld. Ik ging weer zo snel mogelijk naar de balie toe, alleen nu om mijn geld terug te vragen van de ticket zodat ik zo snel mogelijk naar het busstation toe kon. Samen met James ging ik naar het busstation toe en pakte wij de bus van 11 uur in de ochtend. Mijn vader, die natuurlijk net zijn heerlijke ontbijtje op had en even gezwommen had in het zwembad, kon het niet geloven. ‘Hoe kan een vlucht twee dagen achter elkaar gecanceld zijn? het is hier prachtig weer!’, kreeg ik op WhatsApp binnen. We moesten er allebei maar aan geloven. En terwijl hij lekker aan het genieten was, maakte ik mij klaar voor een busrit die zeker 12 uur zou duren. Misschien had ik toch beter niet samen met James moeten reizen dacht ik al snel. Hij vertelde mij verhalen over aliens en allemaal andere bovennatuurlijke en spirituele dingen, die het ene oor in gingen en de andere uit. Er was verder niets mis met hem, alleen hij bleef maar praten en praten. De bus zat ook propvol dus ik kon geen kant op. Na een paar uurtjes stopte de bus ergens om te gaan lunchen, en toen het donker was mochten we even 20 minuten gaan avondeten. James was constant maar aan het klagen dat het zo lang duurde, en vroeg zich af wat hij eigenlijk nog deed in deze bus. ‘Waarom kan het niet sneller?’ Ik negeerde het maar een beetje, want als je op dit soort mensen in gaat maak je het alleen nog maar erger voor jezelf. Gelukkig viel ik een beetje in slaap toen het wat later begon te worden. Ik moest natuurlijk ook nog een hotel voor mijzelf boeken midden in de stad voor vannacht. De bus zou rond middennacht aankomen en mijn vader zat 2 uur van Manila, dus daar slapen was geen optie. De enige hotels met een 24-uurs receptie mocht ik natuurlijk de hoofdprijs voor betalen, maar het was niet anders. Na uren en uren en uren verveling in de bus en James zijn geklaag aangehoord te hebben kwam de bus eindelijk aan op de eindlocatie. 3 uur ’s nachts was het inmiddels en ik ging met de taxi naar het hotel. Voordat ik in mijn kamer was, was het al half 4. Ruim 15 uur heb ik erover gedaan, voor een stukje wat hemelsbreed 300 kilometer is. Met het vliegtuig zou ik er een uurtje over gedaan hebben, maar ik was blij dat ik eindelijk in de hoofdstad was. Dit ga ik echt nooit van mijn leven meer doen dacht ik bij mijzelf, en het was tijd om te slapen.

27-11: Reunited

Ik had afgesproken met mijn vader op terminal 3. Dit was de plek waar wij elkaar oorspronkelijk getroffen zouden moeten hebben twee dagen geleden. Na 4 uur geslapen te hebben, mocht ik even 60 euro aftikken bij de receptie van het hotel. Ik pakte de taxi naar terminal 3 en daar was het weer wachten geblazen. Er was wat miscommunicatie tussen mij en mijn vader. Hij dacht dat ik in een hotel had geslapen waar hij eerder geslapen had, en wachtte daar op mij. Dat was niet zo, ik had daar helemaal niet geslapen. Ik stond gewoon op terminal 3 te wachten zoals afgesproken. Maar goed, even later kwam hij aanrijden in de gehuurde auto en zagen wij elkaar weer na ruim 3 maanden. Mooi momentje was dat even! De planning was natuurlijk helemaal in de soep gelopen van de 3,5 dagen rond Manila, waren er nog maar 1,5 van over. We hadden besloten om naar lake Taal te gaan, wat op een klein uurtje afstand lag van de binnenstad. Bij aankomst hebben we snel onze spullen in de hotelkamer gedropt en was het tijd voor mij om na 3 maanden eens bij een echt fatsoenlijk restaurant te lunchen. Dat hebben wij gedaan met een overheerlijke pizza, met uitzicht op lake Taal. In het meer ligt en vulkaan, en daardoor is het zo een speciale plek om te bezoeken. Vandaag was er helaas geen tijd meer om dit te doen, omdat de tours alleen in de ochtend vertrekken. Waar wel tijd voor was, was een jetski huren. Dat kon bij ons resort, en voor een schappelijke prijs mocht je een half uurtje op de jetski. Ze wouden natuurlijk ons ook meteen een boottour aansmeren naar de vulkaan toe, maar dat geloofden we wel. Ergens anders kan je dat voor veel goedkoper krijgen. We waren lekker bezig op de jetski, en tijdens het varen kwamen we een bootje tegen. We vroegen of hij ons naar de vulkaan wilde brengen morgen, en dat wou hij. Voor de helft van de prijs nog wel eens. Het praten duurde wel een beetje lang, en dat ging wel allemaal van onze tijd op de jetski af. Halverwege zou ik wisselen met mijn pa, zodat hij ook een stukje kon varen. We moesten daarvoor eerst helemaal naar de kust toe, maar op de terugweg merkte ik iets raars. De jetski stuurde helemaal niet meer naar rechts toe. Dat maakte het vrij lastig om weer terug te komen naar de kust. Uiteindelijk zei ik tegen de man die hem verhuurde dat hij kapot was. Hij zei daarop dat daar niets van klopte en dat ik het niet goed deed. ‘Let maar op hoe je het doet’, zei hij. Hij stapte op de jetski en tot zijn verbazing lukte het hem ook niet meer om naar rechts te sturen. We hadden nog 5 minuten van onze tijd over, maar die mocht hij van ons houden. We gaan natuurlijk niet nog verder op een kapotte jetski. Volgens mij was dat ding van tevoren al helemaal niet meer goed. Als hij ging piepen dan moest je het gas loslaten omdat de motor anders oververhit werd. Maar soms als je helemaal niets deed en stil stond op het water, gebeurde dat al. Toch was het wel leuk om te doen, zo over het water scheuren op de jetski, ook al deed hij het niet fantastisch. Het was tijd om nog even bij het zwembadje te gaan zitten en te genieten van een buko (kokosnoot) shake. Deze dingen waren echt veel te lekker voor woorden. Het was niet alleen maar het kokoswater in de kokosnoot, want daar is niets aan. Het was een shake van ijs, melk en kokosrasp, geserveerd in een kokosnoot. Na de laatste zonnestraaltjes gingen we even douchen thuis en ons klaarmaken om wat te gaan eten op het resort. Het avondeten was nog lekkerder dan de lunch, en uiteraard hebben we de dag afgesloten met nog een buko shake.

28-11: Taal volcano

We hadden afgesproken met de bootsman dat hij ons rond een uurtje of 9 op zou komen pikken bij de gate van het hotel. Hij stond er braaf om 9 uur en we sprongen bij hem in de trycicle voor een stukje wat we net zo goed konden lopen, maar daar houden Filipijnen niet van. We liepen door een paar vieze steegjes heen en toen kwamen we bij het meer aan waar zijn boot stond. Hij probeerde ons de lange tocht nog aan te smeren, maar dat wilden we niet. Dan zouden we helemaal om de vulkaan heen gaan, en dat zou veel langer duren. Ook zou je dan niet de vulkaan op kunnen lopen voor het mooie uitzicht. We gingen dus de korte tour doen, en hij bracht ons naar de overkant van het meer. Wat als eerste opviel was dat overal op het eiland paarden geparkeerd stonden. Je kon een paard huren die je naar de top van de vulkaan bracht. Je kon ook gewoon naar boven lopen wat 20-30 minuten duurde, wat helemaal geen moeilijke route was. De enige mensen die gebruik maakten van een paard waren Chinezen en Koreanen. Sommige waren zelfs zo erg dat ze met kniebeschermers en helmen op het paar zaten. Ik wist niet zo goed wat ik van dit soort mensen moest denken, maarja er wordt wel mooi geld aan verdient. Dat we bijna boven waren zag je al gaten in de grond waar allemaal stoom uitkwam van de vulkaan. Het was pas de eerste keer in mijn 21 levensjaren dat ik een vulkaan bezocht, dus ik vond het wel een bijzonder fenomeen. Eenmaal bovenop had je echt een prachtig uitzicht op de krater van de vulkaan. Het was geen normale krater, maar deze was compleet gevuld met water. In het Taal meer lag dus een vulkaan, met daarin nog een meer. Je kon ook prachtig uitkijken over het hele Taal meer, het was echt een heel mooi plaatje. Op de terugweg naar beneden stikte het van de Chinezen en Koreanen die op een paard naar boven kwamen met de daarbij nodige bescherming. We waren gelukkig op tijd heen gegaan, want nu was het echt spitsuur met toeristen. Onze bootsman zat nog braaf beneden te wachten op ons en we gingen weer terug naar ons resort toe. Hier moesten we even lunchen en vervolgens weer terug naar Manila toe om daar een nacht te slapen. Morgen vliegen we naar het eiland Palawan toe in de ochtend, dus we moeten dichtbij het vliegveld zitten. Na de lunch reden we rustig aan weer terug naar het vliegveld om onze auto terug te brengen. Vanaf daar een taxi naar het hotel wat echt bijna tegen de terminal aanzat. Uiteraard is er in zo een hotel vrij weinig te doen, dus we gingen op naar ‘the mall of Asia’, een van de grootste winkelcentra in de Filipijnen. Het was natuurlijk een groot circus zo een mega winkelcentrum, maar wel leuk om even twee uurtjes door te brengen. Mijn pa was zo slim geweest om zijn zonnebril te vergeten thuis, en die hadden we wel nodig op de stranden op Palawan. Dit was een mooie gelegenheid om er eentje te kopen. We werden teruggebracht naar het hotel met de taxi. Onze chauffeur had alleen de afslag naar het hotel gemist. Hij moest nu een heel stuk omrijden, maar daar had hij geen zin in. Hij stopte de auto midden op de weg en zette hem in zijn achteruit. Het was ook niet zomaar een weg, we reden namelijk op de skyway. Deze was gebouwd boven de normale weg en was bedoeld voor mensen die wat sneller door de stad heen moesten. Met andere woorden, een snelweg. Daar ging meneer even achteruit rijden om alsnog de afslag te nemen die we gemist hadden. Aan de rechterkant vlogen de toeterende auto’s voorbij met 80 kilometer per uur. Als we door eentje geraakt werden konden we het wel vergeten, maar gelukkig ging alles goed. ‘I am the police’ zei hij tijdens het achteruit rijden, die man was echt knettergek. Even later gingen we nog wat eten dichtbij het hotel bij Gerry’s grill, een heerlijk restaurant wat gespecificeerd was in zeevruchten.

29-11: Port Barton

Het wekkertje ging al vroeg in de ochtend want het vliegtuig ging natuurlijk niet op ons wachten. We hoefden echt alleen maar de straat over te steken en we waren al bij het vliegveld. Voor we gingen vliegen hadden we nog even ontbeten bij de McDonalds, en daar gingen we, op naar het paradijs. We vlogen over het Taal lake heen waar we de vorige dag nog lekker aan het meer zaten. Eenmal op Palawan aangekomen, scheen de zon heerlijk voor ons. Helaas moesten we wel een busje in op naar onze eindbestemming. Het maakte de Filipijnen niets uit of er witte mensen of Filipijnen het busje in moesten, er gingen evenveel in. Veel te krap hebben we zeker 4 uur lang in een busje door mogen brengen voordat we bij Port Barton aankwamen. Port Barton is een heel rustig dorpje gelegen aan een van ’s werelds mooiste stranden. Het was een beetje een hippie/backpackers dorp. Mensen waar ik over het algemeen niet veel mee heb, maar ik ben hier voor mezelf en niet voor hun. Waar je ook bent op de wereld, je komt Nederlanders tegen, en ook hier was dat het geval. Het was wel een rare switch voor mij. Ik ging van de enige witte persoon in een dorp van 40.000 mensen, naar een toeristen hotspot. Witte mensen waren hier al lang niet meer bijzonder voor de lokale mensen. We hebben prachtig de zon onder zien gaan in de oceaan aan het stand, onder het genot van een koud pilsje. Daarna was het tijd om even het dorpje in te gaan trekken om een restaurantje te zoeken. Als eerste moesten wij op zoek naar een nieuwe zonnebril voor mijn pa, want die heeft het nog geen 24 uur overleefd. Bij een stekkie was het erg druk, dat betekent meestal dat je erg goed kan eten. Binnen was geen plek meer, dus we moesten aanschuiven bij een tafeltje aan de voorkant. Zodra we ons eten kregen renden er ook meteen 6 straathonden naar onze tafel toe. Dit was echt helemaal niet fijn om. Je wilt lekker rustig eten en dan zitten er 6 honden aan je tafel te blaffen en te bedelen om eten. Het eten was wel oke, alleen die honden hebben echt onze hele ervaring daar verpest. Als je daar ooit bent, ga nooit buiten aan de straat eten want dan krijg je dit ook. Eenmaal weer terug bij het resort hadden we nog een boottocht geboekt voor de volgende dag, zo zien we ook nog eens wat van de omgeving.

30-11: Boottocht

Hier in Port Barton zelf was niet echt veel te doen. Het was een vrij rustig dorpje en het strand hier was te druk met barretjes enzo om er echt lekker te liggen. Bovendien hou je het ook niet langer dan 10 minuten vol in de brandende zon hier. De mooie plekken en stranden op het eiland Palawan liggen meestal verstopt. De enige manier om op deze plekken te komen is door uren te zwemmen, of je kan er gemakkelijk met de boot heen. Ik denk dat je in Port Barton alleen al bij 30 verschillende mensen een boottour kon boeken. Het was niet dat ze allemaal wat anders te bieden hadden, nee overal was het tour A, B of C. Wij hadden tour C geboekt, daar zat een beetje variatie in. We zaten op de boot met een Duits stel en een Nederlandse vrouw met haar zoon. Onze eerste stop was een paar honderd meter uit de kust waar een koraalrif was, waar we gingen snorkelen. Onze boot kwam daar als eerste aan, dus we hadden het hele rif mooi voor onszelf. Overal waren prachtige stukken koraal en allemaal mooie vissen zwommen rond. We hadden de onderwatercamera mee, dus we konden het mooi allemaal vastleggen. Dat ik 10 minuten later weer omhoogkeek om mijn snorkel even schoon te maken, zag ik dat er al een stuk of 5 andere volle boten gearriveerd waren. Gelukkig was het koraalrif groot genoeg voor ons allemaal, maar toch zat je hier liever lekker rustig te snorkelen. Het was dus tijd voor de tweede stop, een redelijk ondiepe plek waar veel zeegras groeide. Dit zeegras trok natuurlijk zeeschildpadden aan, en het heette dus turtle beach. Er waren al een paar andere boten daar, en alle toeristen waren allemaal op een kluitje aan het dobberen in het water. Daar lag blijkbaar dus een grote schildpad in het water, omsingeld door mensen. Ik geloofde dat wel, en ging op zoek naar mijn eigen privé-schildpad. Na een tijdje zwemmen dook er ineens eentje op. Hij was helaas wat kleiner dan die andere, maar ik was wel de enige die hem zag. Toen ik uitgekeken op hem was, zwom ik bijna tegen de tweede aan. Deze was helaas wat minder gewend aan mensen en zwom weg voor mij. Ik probeerde hem nog bij te houden, maar dat was een verloren zaak. Meer kon ik er helaas niet meer vinden, en onze tijd bij turtle beach zat erop. De volgende stop was alweer onze lunchplek. We werden op een eilandje gedropt, en terwijl wij het eiland mochten verkennen en eromheen snorkelen gingen de guides onze lunch voorbereiden. Ook hier was weer prachtig koraal te zien. Helaas was het geen zonnige dag, en daardoor kleurde het koraal niet zo mooi als dat zou doen als de zon erop scheen. Alsnog waren het prachtige stukken, en hebben wij zo ongeveer de hele cast van Finding Nemo kunnen vinden onderwater. Ze hadden heerlijke gegrilde vis en kip voor ons klaar gemaakt met daarbij natuurlijk ook de benodigde groenten. Na even uitbuiken, gingen we naar de een na laatste stop, nog een rif. Helaas begon het keihard te regenen en kregen wij het ijskoud op de boot. Gelukkig voelde het zeewater door de koude regen nog warmer aan dan dat het daadwerkelijk was. Het voelde serieus alsof je in een warm zwembad sprong. Onze laatste stop van de dag was bij ‘starfish-island’. Van mij hadden ze deze ook wel over mogen slaan. Er was een stukje zand wat bovenwater uitstak met daaromheen water wat ongeveer tot je enkels kwam. In het water zelf lagen een paar zeesterren op de bodem, en dat was het. Gelukkig zijn wij hier niet al te lang gebleven en ging de boot weer terug naar ons resort. Het was nog een beetje te vroeg om te gaan eten, dus gingen wij na het zeewater afspoelen weer aan de buko shakes. Bij de buren hebben we later nog een biertje gedronken en ook een hapje gegeten.

1-12: Kajakken in de mangrove

Vandaag wilden we graag nog wat zien van het mangrovebos wat in de buurt lag. Er was ’s ochtends een tour waarin je veel vogels en mogelijk ook wat slangen kon zien. Die wilden wij erg graag doen, maar helaas waren we al te laat. Tijdens ons ontbijt om 7 uur, zei het vrouwtje dat de tour alleen om 6 uur weg gaat, omdat dan de dieren in de mangrove actief waren. We besloten zelf maar op avontuur uit te gaan en huurde een kajak bij de buren. Volgens het vrouwtje daar was nog nooit iemand met de kajak naar de mangrove gegaan omdat het veel en veel te ver weg was. Wij weten inmiddels wel dat de mensen in dit land altijd maar wat lullen, dus we gingen er alsnog op uit. Al gauw kwamen wij aan bij een prachtig verlaten wit strand met wel honderden palmbomen. Na een tijdje gingen we weer verder en nadat we de hoek om waren kwamen we aan bij ‘White Beach Resort’. De naam loog er niet om, het was nog mooier dan het stukje strand waar we net waren. Toen we aan wilden leggen kwam er meteen een mannetje naar ons toe. Hij vroeg of we even ‘island fee’ wilden betalen. Ons doel was om eerst even de mangrove te behalen voordat het te laat was. We vroegen de vriendelijke man hoe ver het nog was en zeiden dat we later wel even bij hem kwamen lunchen. Na in zijn totaliteit anderhalf uur gekajakt te hebben begon het habitat langs de kust begon te veranderen in mangrovebos. Midden in het water stonden twee vissershuisjes gebouwd met daarnaast een jong (handmatig geplant) stukje mangrove. Dit was de ingang van het bos, of eigenlijk het doolhof. Je voer met de kajak door een smal stukje water, waar je overal links en rechts kon. Vroeg of laat zouden we natuurlijk vast komen te zitten of stuiten op een stuk wat doodliep. Dit is natuurlijk een paar keer gebeurt, maar we hebben wel genoten van ons avontuur in de mangrove. De groei van deze bomen is echt een heel speciaal fenomeen om te zien. We probeerden later nog op een paar andere stukken de mangrove in te gaan, maar stuitten al gauw op een doodlopend stuk. Op de terugweg gingen we zoals beloofd terug naar de white beach resort. Hier hebben we even geluncht en daarna even genoten van de rust en het prachtige uitzicht in een hangmatje. Eenmaal weer terug bij ons eigen resort moesten we uit gaan zoeken hoe we de volgende dag naar El Nido zouden komen. Dit was van tevoren niet te bespreken, dus moesten we het hier doen. El Nido, onze volgende bestemming op Palawan, is de populairste plekken voor toeristen in de Filipijnen. De plek staat bekend door de prachtige stranden en onverklaarbare en gigantische rots vormingen die uit het water steken. Ons diner hebben we gehad bij een restaurant waarvan de eigenaar uit Israël kwam. Hij had erg veel praatjes, maar hij heeft het hier wel prima voor elkaar. We hebben er heerlijk gegeten en nog even de avond afgesloten met een pils op het strand.

2-12: El Nido

Vroeg in de ochtend ging het busje wat we besproken hadden op naar El Nido. We zaten weer als haring in een tonnetje opgepropt in de bus, maar deze rit was gelukkig niet al te lang. Een paar uur later kwamen we aan in het centrum val El Nido, waar we een trycicle namen naar ons hotel toe. Ondertussen had ik al contact gehad met Max en Nanouk, want die waren precies op dezelfde plek. Zij waren eerst naar Mindorro geweest, toen naar Coron, en nu waren ze hier gestrand. Mijn pa en ik gingen even lunchen in het centrum, want daar waren we wel aan toe. Een paar minuten later schoven ook Max en Nanouk bij ons aan tafel. We hadden een plan gemaakt om met zijn 4’en een scooter te huren en dan naar een strand te gaan wat verderop. Voor een paar honderd peso kregen ook mijn vader en ik een scootertje mee voor de rest van de dag, en we konden op naar Nacpan beach. Aan het eind van de route zagen we de band van Max en Nanouk hun scooter al zachter en zachter worden. Tot uiteindelijk wij aankwamen bij de tol waar we moesten betalen voor de entree. Hier was de band al helemaal plat. We besloten om eerst maar naar het strand toe te gaan en die band kwam later wel. Nacpan beach was een prachtige lange strook strand met uiteraard wit zand. Ook waren we er op het juiste moment, want de golven waren namelijk hoger dan normaal. Hierin hebben wij ons nog de laatste middaguurtjes in vermaakt, tot we weer terug moesten. We moesten een beetje op tijd weg, want we wisten natuurlijk niet hoelang het zou gaan duren met de scooter van Max. Dat beloofde nog wat te gaan worden. De banden-repair shop zat iets verderop, maar ze hadden geen reserve binnenband voor ons. Die moest verderop gehaald worden, dus mijn vader en de monteur gingen erop uit. Na een half uur kwamen ze terug met de binnenband, die er binnen no time in zat. Opgepompt en wel konden we weer terug naar El Nido om de scooters terug te brengen. Max vond het natuurlijk niet leuk dat hij moest betalen voor een nieuwe band, omdat deze natuurlijk al lang kapot was. De verhuurder wist natuurlijk al dat deze kapot was, en gaf de scooter niet voor niets voor zo goedkoop mee. Dit leverde een hoop gezeik op en we kwamen zelfs bij de tourist police terecht. Er leek niets uit te gaan komen, en uiteindelijk dachten we maar fuck it, want we hadden honger. We hadden nog even gegeten bij een Indiaanse tent, en de avond afgesloten in een barretje. We moesten nog een tour boeken voor morgen. Ook hier zag je natuurlijk alleen de mooiste plekken van het eiland tijdens een boottour. Nanouk was de volgende dag jarig, dus dat moesten we wel speciaal aanpakken. We hadden besloten om maar een private boottour te doen met zijn 4’tjes. Je moest er twee keer zo veel voor betalen, maar dan zat je ten minste niet met 20 anderen op een boot. Deze plek was echt veel en veel drukker dan Port Barton trouwens. Het was sowieso al een heel stuk groter en een rustig dorpje aan de kust is het al lang niet meer. Er is een lange straat met allemaal barretjes, restaurants en winkels, maar dat maakt het aan de andere kant wel even een stukje gezelliger.

3-12: Nanouk’s birthday

Mijn pa en ik zaten een beetje uit het centrum van El Nido omdat het daar natuurlijk gekkenhuis is elke avond. Wij zaten zo’n 5 minuten verderop, verwijderd van alle drukte. Na een rustig ontbijtje moesten we die kant weer op, want onze boot ging vertrekken. Max en Nanouk zaten wel in het centrum in een van de vele backpacker hostels voor €2,50 per nacht. Zij zaten dus lekker dichtbij. We ontmoetten elkaar bij de plek waar we de vorige avond de trip hadden geboekt. Dit was bij een fruit shake bar, waar een heel aardig vrouwtje de boel runde. We werden meegenomen naar de boot en voeren uit op de zee. Na een paar minuten zei onze gids dat we tour A gingen doen, maar dat was helemaal niet zo. Met het vrouwtje hadden we de vorige avond afgesproken dat wij zelf mochten kiezen waar we heen wilden. De gids begon een beetje moeilijk te doen, maar wij ook. Volgens hem kon hij niets doen, want hij moest eerst met zijn baas overleggen. ‘Bel maar’ zeiden we, maar hij had zogenaamd geen telefoon bij zich. Toen we zeiden dat hij onze telefoon mocht gebruiken om te bellen, had hij ineens toch een telefoon bij zich. Uiteindelijk waren we teruggevaren naar de kust en hij ging overleggen met de baas. Geen leuk begin van de dag natuurlijk. Hij kwam terug met het goede nieuws dat wij toch onze eigen tour in mochten vullen gelukkig. Als eerste gingen we naar small lagoon toe. Omdat het ‘jellyfish season’ was moest je bijna verplicht een kano huren voor een 10’tje, omdat je anders gestoken zou worden. Dit zijn natuurlijk dingen die ze van tevoren niet aan je vertellen, en waardoor je altijd meer geld uitgeeft dan gepland. Maar goed, we gingen dus met de kano door een klein gat heen en toen kwamen we uit in de ‘lagoon’. Het water was echt van een prachtige kleur en de rotsvormingen waren adembenemend. Max en ik gingen maar gewoon snorkelen in het water om misschien nog wat vissen te zien, maar er zwom helemaal niets helaas. De enige kwal die wij tegenkwamen was nog geen centimeter groot, dus dat ‘jellyfish season’ was onzin. Het tegendeel zou wel spoedig bewezen worden. Onze volgende stop was de big lagoon. We voeren met de boot door een passage van rotswanden heen naar het midden van de lagoon. We mochten er helaas niet zwemmen van de bootsman omdat er volgens hem af en toe haaien en grote barracuda’s de lagoon inzwommen. We konden het dus alleen met onze eigen ogen beleven. Vervolgens gingen we naar alweer de derde lagoon, de secret lagoon. Om daar te komen moest je eerst een stuk naar de kant zwemmen en dan te voet naar binnen gaan, want het was te klein voor de boot. De guide ging als eerste het water in en ging vooropzwemmen. Voordat wij het water in gingen waarschuwde hij ons dat er een paar kwallen in het water zaten. Tot nu toe hadden we nog geen kwal gezien in de afgelopen dagen, maar daar kwam gauw verandering in. Toen ik het water in was en door mijn snorkel keek zag ik bijna niets anders dan kwallen. Ze waren gelukkig allemaal redelijk klein maar kwamen in allerlei verschillende vormen, ook hielden ze van steken. Na 5 minuten in het kwallendoolhof zei onze guide keer maar om naar de boot, dit gaat hem niet worden. Toen ik achteromkeek zat de rest van het gezelschap al lang op de boot. Ik was dus alleen met de guide nog in het water, Max, Nanouk en mijn pa hadden al lang hun snor gedrukt. Iedereen was goed te grazen genomen door de kwallen, maar dat betekende helaas geen secret lagoon. In plaats daarvan gingen we naar een rif waar we konden snorkelen. Om eerlijk te zijn was deze niet heel bijzonder vergeleken de riffen die we gezien hebben in Port Barton. Na het rif vervolgden wij onze boottocht naar ‘snake island’. Het heette niet zo omdat er veel slangen op het eiland waren, maar omdat er een zandbank was in de vorm van een slang. Het was een eilandje waar je in 5 minuten omheen zou kunnen lopen, maar we gingen hier slechts lunchen. Die moest natuurlijk eerst voorbereid worden. In de tussentijd konden wij een beetje rond het eiland struinen. Op het eiland was een klein heuveltje wat als uitzichtpunt diende. Ook was er een aap die gestrand was op het eiland, die alle toeristen terroriseerden die op het eiland gingen lunchen. Maar toch hebben wij de meeste tijd doorgebracht bij de bar, die midden op de ‘slangenzandbank’ aangelegd was. Dat het fluitje ging moesten wij weer terug naar de boot, want dat was het teken dat onze lunch klaar was. De twee guides hadden een speciale lunch klaargemaakt voor de jarige, met onder andere een mooi kunstwerk van komkommer en tomaatjes. Na de lunch mochten we nog een uurtje uitbuiken bij onze laatste stop, 7 commando beach. Er zat nog een historisch verhaal achter de naam, maar die ben ik helaas vergeten. Hier hebben we rustig een uurtje op onze handdoek gelegen en denk ik allemaal een klein dutje gedaan. Helaas zat na het fluitje onze eilandtour er al weer op, en gingen we terug naar de haven van El Nido. Alles hier was zo goed op elkaar afgestemd, dat de happy hour precies begon als de tientallen boten weer terugkwamen van hun dagelijkse trips. Hier hebben we even een paar biertjes gedronken en toen zijn we naar huis gegaan om even het zoute water van ons af te spoelen. Nanouk was jarig en zij mocht uiteraard een plekje uitzoeken waar wij die avond zouden gaan eten. Wij drieën hielden ons hart al vast, want Nanouk is vegan. Dat is geen vlees, ei, melk, etc. Eigenlijk blijft er dan niets meer over. Maar ze heeft het de afgelopen paar maanden overleefd in de Filipijnen, dus vanavond ook wel. We gingen zitten bij een tentje een beetje buiten de drukke straat. Het moest denk ik een soort pleintje voorstellen waar allemaal restaurants omheen zaten. Op zich was het best een leuk concept, een serveerde japans eten, de ander kip, pizza, etc. Mijn pa moest natuurlijk een beetje opscheppen, hij wou iets ‘ECHT PITTIGS’ eten. Zo zei hij dat ten minste. Hij had ‘sisig’ besteld, wat een pittig gerecht is van gebakken vlees. Er lagen meer stukken peper op zijn bord dan stukken kip, maar wie zijn billen brand moet op de blaren zitten. Dat spreekwoord gold letterlijk voor hem, hij kreeg het bijna niet weg. Buiten mijn pa om, hebben we allemaal heerlijk gegeten daar en natuurlijk veel te veel. Voordat we weer de bar indoken moesten we eerst een blokje lopen om uit te buiken. We eindigden weer in dezelfde bar als de dag ervoor, waar ik na een uurtje al bijna in slaap viel aan tafel. Het was tijd om naar huis te gaan, maar niet voordat wij afscheid van elkaar gingen nemen. Nanouk zou ik sowieso nog zien na de vakantie in Cabagan, maar Max zijn vliegtuig ging over een paar dagen alweer naar Nederland toe. Met geen idee te hebben wanneer we elkaar weer zouden zien, hebben we voorlopig afscheid genomen van elkaar. Na dit super emotionele moment, hadden mijn vader en ik een scooter besproken voor de volgende dag. We vonden het toch een beetje te druk in El Nido, en we wilden wel even relaxen.

4-12: Even de rust opzoeken

Na het ontbijt gingen we naar het centrum van El Nido toe om onze scooter op te halen. We hadden deze gehuurd bij precies hetzelfde vrouwtje van de fruit shake bar. El Nido was een beetje te druk voor ons, dus hadden we besloten om naar het noorden van het eiland te rijden en daar een nachtje te slapen. Normaal is die drukte wel gezellig, maar die paar dagen dat mijn vader hier was waren natuurlijk wel speciaal. We hadden natuurlijk veel te bespreken en te vertellen aan elkaar, wat je natuurlijk liever doet op een rustig plekje dan in een drukke bar. We stapten op de scooter en begonnen aan onze tocht naar het noorden. De rit was erg afwisselend, af en toe zag je bijna helemaal niks en af en toe had je prachtig uitzicht op ’s werelds mooiste stranden. Uiteindelijk kwamen we aan bij ons volgende plekje. Het was precies wat we nodig hadden, bijna geen andere mensen. We hadden een kamer voor denk ik 1/3e van de prijs in El Nido, en het was nog beter ook. Bij ons relatief kleine resort kon je prima lunchen, en hadden ze heerlijke lounge stoelen voor ons klaargezet op het strand. Helaas was het strand niet zo schoon als bij de andere plekken. Met schoon bedoel ik niet dat er geen afval op ligt, maar hier lag voornamelijk veel zeewier op het strand. Hierdoor zag het er natuurlijk niet zo strak en wit uit als bij de rest, maar alsnog was het prachtig. Zo zijn wij de dag prima doorgekomen. ’s Avonds nog even heerlijk gegeten daar, en de avond uitgezeten aan het strand, kijkend naar de prachtige sterrenhemel.

5-12: Napcan beach

We waren weer helemaal uitgerust, en na ons ontbijt konden we weer langzaam teruggaan naar El Nido, waar we onze laatste nacht door gingen brengen in het paradijs. Onderweg hadden we al een afslag gezien in de middle of nowhere die naar beneden leidde. We besloten deze te nemen, hopend dat deze uitkwam bij een prachtig verlaten strand waar wij met zijn tweeën konden zitten. Dit was absoluut niet het geval. De weg was verschrikkelijk, en lag vol met grote keien waardoor al je organen op de verkeerde plek kwamen te zitten als je eroverheen reed. Al de mensen die wij onderweg zagen, zaten al naar ons te lachen, met de gedachte ‘wat zijn jullie van plan? Er is hier niets’. Dat bleek helaas ook, toen we na een half uur bouncen op de scooter aankwamen bij het dorpje wat aan de kust lag. Het strand zag er precies hetzelfde uit als waar we deze ochtend nog waren. Ook was dit dorpje helemaal niet ingericht op touristen, en zijn wij zo snel mogelijk omgekeerd. Een strand wat wel op toeristen ingericht was, was natuurlijk Nacpan beach, waar we de eerste dag ook heen waren. Het strand lag er nog even mooi bij als eerst, alleen waren er helaas geen hoge golven meer. Misschien wel beter, want nu kon je ten minste een beetje fatsoenlijk zwemmen in plaats van telkens weggespoeld te worden. Je moest niet te lang in het water blijven, want dan verbrandde je natuurlijk levend. Wij hadden mooi twee bedjes en een parasol gehuurd om ons te beschermen tegen de zon. Er waren natuurlijk wel toeristen zo eigenwijs om in de zon te gaan liggen, maar die mochten zich om de 5 minuten weer opnieuw in gaan smeren. Bij de lunch had ik zo ongeveer de slechtste keuze gemaakt die er was op de menukaart, de chicken en tuna sandwich. Wat kan je daar nou aan verpesten? Dat dacht ik ook, maar het is ze gelukt. Mijn buik voelde al niet zo lekker door de route van eerder, en dit had er ook niet echt een positieve invloed op. Maar goed, er zijn ergere dingen op de wereld dan een verkeerd broodje, bijvoorbeeld dat de vakantie alweer bijna voorbij was. We moesten nu al gaan denken aan de terugweg. Mijn vader zijn vliegtuig naar Nederland, en mijne naar Tuguegarao gingen al op de 8’ste dus we hadden nog maar een paar dagen samen. Daar moesten we natuurlijk nog goed van genieten. De laatste avond in El Nido gingen we eten bij een Italiaans restaurant, waar elke avond een rij voor stond. Dat moest wel goed zijn dachten we. Je moest helemaal je schoenen uit doen in het restaurant, want dat paste natuurlijk in de hippie mindset, die hier overal aanwezig was. Dat we binnenkwamen merkten we al meteen iets raars. Met het restaurant zelf was niet mis, maar het waren twee gasten die opvielen. Een jongen en een meisje, uit Engeland en iets ouder dan ik ben, zaten aan de tafel achter ons. Je kon wel zien dat ze allebei stomdronken waren aan de manier waarop die jongen aan tafel zat, en hoe het meisje haar pizza at. Zo’n 5 minuten later was hij in slaap gevallen met zijn hoofd op tafel, midden in het restaurant. Dit trok natuurlijk iedereen zijn aandacht in het restaurant, behalve die van zijn vriendin. Zij wel lekker aan het genieten van haar pizza op een kannibalistische wijze. Ondertussen kregen wij ons eten, wat erg lekker was, maar dat stel was natuurlijk veel interessanter. Ze had haar pizza op en wou naar huis, maar die vriend sliep nog. Ze ging maar rustig even een peukie doen en kwam tot de conclusie dat ze geen geld had. Ook ging ze toen maar even geld halen bij de pinautomaat. Dat ze terug was van dit allemaal lag die jongen gewoon nog rustig te slapen aan tafel. Ze kreeg hem in geen mogelijkheid wakker, en ondertussen zijn wij maar naar huis gegaan. Ik denk dat hij nog steeds aan tafel ligt te slapen daar. We hadden trouwens maar een klein rugzakje bij ons en hadden alle grote koffers enz. in ons resort gelaten van de afgelopen week. Die waren er gelukkig nog, en hebben wij onze laatste nacht in El Nido doorgebracht.

6-12: Laatste dagje El Nido

Vandaag moesten we weer zien terug te komen in Puerto Princessa, waar we op gevlogen waren. De volgende dag gaat ons vliegtuig terug naar Manila, en die dag erna scheiden onze wegen weer voorlopig. We namen in de ochtend het busje naar Puerto Princessa toe, die er wel zeker 5 uur over gedaan heeft. Wat wel lief was van onze chauffeur is dat hij ons bij ons hotel had afgezet. We sliepen echt in een super-de-luxe hotel aan het strand. We namen een kijkje bij de zee, maar dat was niet echt super. Overal waren scherpe stenen en veel zeewier waarin je niet echt zag waar je liep. Bovendien was het eb, dus moest je een kwartier lopen voordat je eindelijk koppie onder was. We besloten maar de middag door te brengen bij het zwembad, wat ook prima was. Al vind ik het wel een beetje een rare gedachte dat als je aan een prachtig strand zit, je in het zwembad gaat. Zo aan het eind van de middag waren we aan het genieten van een biertje aan het zwembad toen we bezoek kregen. Al eerder op de dag zagen we een Amerikaanse gast van rond de 40 rondlopen op het resort en met iedereen praten. Nu waren wij aan de beurt. Na onze hand geschud te hebben, kwam hij direct bij ons zitten en begon met onzin verkopen. Hij vertelde het ene sterke verhaal na het andere. Hetgeen wat we wel drie keer aan hebben moeten horen die avond was dat hij goed was in geld maken. Hij was zogenaamd directeur van allemaal bedrijven waarbij hij miljoenen had gemaakt, ze had verloren, terug gemaakt, en ga zo maar door. Hij was hier op vakantie voor zichzelf om een persoonlijke vraag te beantwoorden. Wat wil ik nou ECHT in de toekomst? Al was het een rare gast, dit is wel echt een goede vraag om jezelf eens echt af te vragen en tijd te nemen om het antwoord te vinden. Buiten alle sterke verhalen was het op zich wel een prima gozer die wel makkelijk in de omgang was. Wij hadden zo een beetje het vermoeden dat hij drugs/alcoholverslaafd was en hier een beetje aan het afkicken was. Maar toch zal hij ergens wel geld vandaan moeten hebben toveren, anders zit je niet op de Filipijnen. We hadden bij het hotel afgesproken dat wij in de avonduren opgehaald werden door een busje om naar een winkelcentrum te gaan. Dit betekende het afscheid met onze Amerikaanse vriend, waarna we eindelijk even diep konden zuchten. Het winkelcentrum was niet echt veel aan, we kwamen er eigenlijk alleen om te eten. Alle winkelcentra hier zijn bijna hetzelfde overigens. Op de begane grond heb je allemaal etenstentjes, de winkels zitten op de eerste etage en op de tweede etage heb je allemaal dingen voor kinderen. We gingen weer bij Gerry’s Grill eten, waar we ook in Manila gegeten hadden. Maar waar we de eerste keer echt onze vingers afgelikt hadden, viel het hier zwaar tegen. Eenmaal weer terug in het resort was het tijd voor ons om te gaan slapen.

7-12: Puerto Princesa

We hadden nog een hele dag voor ons in Puerto Princesa, voordat we naar het vliegveld moesten. Deze plek staat bekend voor de ondergrondse rivier die hier in de buurt is. De rivier is zo een 8 kilometer lang, en is in complete duisternis. Het is ook benoemd als een van de nieuwe 7 wereldwonderen, want dit is wel echt heel speciaal. Hoe speciaal het ook is, wij konden er helaas niet heen. Je moest de dag van tevoren al boeken, en de tour zou een hele dag duren. Ons busje ging weer terug naar het vliegveld rond 3 uur, dus we hadden geen tijd om tot 5 bezig te zijn helaas. We moesten ons weer een dag vermaken bij het zwembad, wat overigens geen straf was. Er lagen een paar vissersbootjes wat verderop in het water, waar we even bij gingen kijken. Ze hadden het een en ander gevangen, maar het meest bijzondere waren de krabben. Er waren 3 degenkrabben of in het Engels ‘Horseshoe crabs’ in hun net beland. Deze beesten zagen er echt prehistorisch uit, en volgens Wikipedia zwerven deze beesten al 300 miljoen jaar over onze zeebodem. Ze gingen er verder niets mee doen, dus we mochten er een foto van maken en ze teruggooien in de zee. Door al het zeewier kon je slecht zien waar je liep, en zo kwam ik met mijn enkel in een zee-egel terecht. Dit voelde niet bepaald fijn, maar er was gelukkig maar een stekel afgebroken. Die moest er natuurlijk wel even uitgehaald worden, want zee-egels zijn giftig. De werknemers van het hotel hadden een groot deel van de dag natuurlijk vrij weinig te doen, dus die wilden maar al te graag de stekel uit mijn enkel halen. Het deed alleen pijn op het moment dat ik door de zee-egel geprikt was, maar voor de rest helemaal niet. Dat kwam waarschijnlijk omdat het maar een stekel was, maar ik kan me maar al te goed voorstellen hoe veel pijn 20 tegelijk doen. Onze Amerikaanse vriend kwam ook nog een paar keer langs ons bij het zwembad voor een klein praatje, maar gelukkig was zijn aandacht gericht op iets anders. Er was namelijk een meisje uit Zwitserland met haar broer, waar hij zijn aandacht op gevestigd had. Dit kwam ons ten voordele uit, en wij hebben rustig kunnen genieten van ons laatste dagje op Palawan. Aan het eind van de middag moesten de koffers weer gepakt worden, en maakte wij ons op voor het transport naar het vliegveld. We zaten toevallig in hetzelfde vliegtuig als een Australische familie die ook bij ons in het hotel zat. Dit was een mooi voorbeeld van een dikke lelijke man die een vrouw gevonden/gekocht heeft in de Filipijnen. Ze hadden al kinderen die rond mijn leeftijd waren, en gingen de familie van de vrouw bezoeken. Eenmaal weer in Manila, hadden we weer hetzelfde hotel besproken als waar we eerder zaten. We gingen maar makkelijk wat eten bij de McDonalds, en hebben later nog een paar biertjes gedronken op onze hotelkamer.

8-12: Terug naar Cabagan

Helaas, de vakantie zat er alweer op en we moesten weer terug naar het echte leven. Mijn vliegtuig ging al om 10 uur in de ochtend, dus we konden niet al te lang treuzelen in de ochtend. Die van mijn pa ging pas in de middag, dus die mocht zich nog een dag gaan vervelen in Manila. We dronken nog een koffietje bij Starbucks en toen moesten wij weer afscheid van elkaar nemen. Niet voor al te lang, want over precies een maand ben ik weer in Manila, maar dan om naar huis te gaan. We namen afscheid, en ik ging naar mijn gate toe. Eenmaal weer in Tuguegarao aangekomen probeerde alle trycicle drivers mij natuurlijk op te lichten omdat ze dachten dat ik nieuw was. Een ritje wat normaal 20 peso’s kost, vroegen deze vriendelijke heren 200 voor. Ik liet mij niet in de kaart kijken, dus ik liep maar gewoon naar de weg toe, waar ze wel 20 peso kosten. Ik nam de bus weer terug naar Cabagan en had ervoor gezorgd dan Mark mij op kwam pikken bij de gate. De rest van de dag heb ik een beetje sip bij het huisje gezeten. In de ochtend zit je nog met je vader in een hotelletje, en nu zit je weer alleen voor de deur op een plek waar niets te doen is. Gelukkig waren Randy en Mark elke avond in de stemming om een fles gin leeg te tanken, dus ik ging weer terug naar mijn oude leventje in Cabagan.

9-12: Nog een maand

Het was vandaag nog precies een maand voordat mijn vliegtuig op 9 januari weer terug naar Nederland gaat. Een moment waar ik eerlijkgezegd al stiekem naar uitkijk. Niet omdat ik het hier echt niet naar mijn zin heb, maar omdat ik sommige dingen wel mis. Af en toe heb ik de tijd van mijn leven hier, als we op mooie plekken komen, aan het werk zijn, en gezellig een drankje doen, maar soms ook echt niet. Als je zo alleen bij het huis zit denk je soms echt; wat doe ik hier nog? Ik had nu veel beter en liever thuis kunnen zitten. Maar goed, dat was ons van tevoren al verteld dat er niet echt een sociaal leven was in Cabagan. Toch denk ik dat ik daar het beste van gemaakt heb, vergeleken andere studenten. Ik trek hartstikke goed op met de mensen om mij heen hier, en doe ook af en toe leuke dingen met ze. Voorgaande studenten hebben serieus alleen maar bij dat huis gezeten, waar ik van denk ‘waarom?’. Ik wou zo snel mogelijk eigenlijk weer weg uit Cabagan en weer gewoon lekker de jungle in. Ik had met Mark mijn volgende field trip naar Baggao gepland al op de 11e of 12e. Nanouk moest daar ook heen, dus besloten we om daar samen heen te gaan, dat is wel zo leuk. Om de eenzaamheid en stilte te verbreken ben ik maar gaan lezen, iets wat ik al jaren niet meer serieus gedaan heb. Alle voorgaande studenten hebben allemaal boeken achtergelaten, dus de kast puilt uit van de boeken. Daar moest toch wel wat tussen zitten voor mij. De rest van de dag heb ik maar volgemaakt met een beetje lezen, spullen wassen, en in de avond natuurlijk bij Randy en Mark gezeten.

10-12: Verveling

Het was weer zondag, en dat betekende dat er weer grote markt was en dat heel Cabagan natuurlijk weer op zijn kop stond. Van een rij van 30 mensen bij de geldautomaat tot trycicles die midden op de weg zijn geparkeerd, gaat het de hele dag zo door op zondag. Ik ging met Mark naar de markt toe om een paar lekkere dingen te halen en voor te bereiden voor vandaag. Zouden dinsdag al naar Baggao gaan voor een tijdje, dus we moesten genieten van goed eten in plaats van rijst en blikvoer. Het nodige bier was ook gehaald omdat ik gin wel gezien had voor de komende tijd. Nanouk zou vandaag in de ochtend ook thuiskomen, maar die kwam maar niet. Ik zocht maar even contact met haar, en het bleek dat haar vlucht gecanceld was. Ze moest nu dus ook met de bus, dus die kwam voorlopig nog niet aan. Ik ging de rest van de dag maar gewoon bij Mark en Randy zitten zoals altijd.

11-12: Visa verlengen

Midden in de nacht hoorde in Nanouk thuiskomen van haar lange busreis, maar ik lag zo diep te slapen dat ik niet eens de kracht had om te kijken hoe laat het was. Het bleek later dat zij rond 3 of 4 uur thuis was gekomen. Ik ging in de ochtend maar naar de office toe om het een en ander te regelen voor de field trip. Toen Nanouk eindelijk wakker was en naar de office kwam mochten wij voor de laatste keer naar Tuguegarao toe om ons visa te verlengen. Het was gelukkig nu niet zo duur als de vorige keer, maar alsnog vond ik het onzin om zo veel geld neer te leggen voor een stempel in je paspoort. Ik had aan Darius gevraagd of hij mijn guide wilde zijn in Baggao deze week, maar hij moest op iets wachten van zijn school. Later in de avond liet hij me pas weten dat hij niet kon, dus ik zat in de problemen. Zonder guide kon ik natuurlijk niet op naar de jungle. Mark gaat wel mee, maar wij zijn van plan te splitsen. Ik wil voornamelijk interviews en exit counts gaan doen in Baggao, en Mark gaat dan naar de roost site voor de transects. Ik had dus weer een eigen vertaler nodig, en ik had nog maar een paar uur om deze te regelen. Dat ging hem natuurlijk niet meer worden, dus we konden niet morgen al weg. Nanouk moest sowieso toch nog iets regelen de dag erna, dus dat kwam goed uit.

12-12: Geen guide

Vandaag moest ik alles uit de kast halen om toch nog een vertaler voor mij te vinden. Ik had in de office rondgevraagd of zij iemand voor mij konden regelen, maar dat konden zij niet op zulke korte termijn. Ik moest het dus in mijn eigen netwerk gaan vinden. De oplossing lag al die tijd eigenlijk al voor mijn neus, namelijk Rodel, de laatste huisgenoot van Randy en Mark. Deze dag kwam ik er pas achter dat Rodel de broer was van de moeder van Snooky en Vangie. Het was dus een grote familie dat huis van Randy. Hij zei eigenlijk dat hij het druk had morgen en dat hij een ander klusje had. Maar toen ik zei dat ik hem meer zou betalen dan de mensen waarbij hij een klus had, wist hij niet hoe snel hij ja moest zeggen. Ik had dus mijn vertaler, en we konden ons opmaken voor de trip naar Baggao.

13-12: Baggao

Arnold kon ons niet brengen helaas, dus we moesten alles op eigen houtje doen. Randy bracht ons naar de weg, waar we de bus pakten naar Tuguegarao toe. Vanaf daar kon je de van of een bus nemen naar Baggao, waar de LGU en de markt en alles was. We wilden als eerste met de van omdat dat goedkoper en sneller was, maar we moesten echt een eeuwigheid gaan wachten totdat deze vol zat. We besloten maar met de bus te gaan naar Baggao. De bus was te vergelijken met het niveau bus wat ik meegemaakt heb ik Dinapigue, dus niet al te comfortabel. Na een paar stops onderweg kwamen we rond lunchtijd aan in Baggao, waar we alles gingen regelen. Als eerste natuurlijk de vergunning om het gebied in te mogen, dat moest bij de LGU. De MENRO waren op lunchpauze en daar moesten we als eerste op wachten. Wij hebben hun assistentie nodig bij het verkrijgen van de verklaring. Er zaten een paar studenten te wachten in hun kantoor die uit het niets ineens een uil uit een doos vandaan toverden om hem eten te geven. Die hadden ze blijkbaar ergens gevonden en daar zorgden ze voor. De mensen van de MENRO wisten eigenlijk ook niet zo goed wat ze met ons aan moesten, maar uiteindelijk kwam het wel goed. Er was een probleem, de burgemeester was er niet om een handtekening te zetten onder onze vergunning. Die zou pas aan het eind van de middag komen, dus wij gingen maar alvast lunchen en inkopen doen. Eenmaal weer terug bij de LGU had degene die ons hielp het probleem met de burgemeester al opgelost. Hij had gebeld, en een elektronische handtekening was ook prima volgens de burgemeester. Met weer een vergunning rijker konden we onze reis vervolgen naar Mansarong toe. We namen twee bomvolle trycicles op naar de pier toe. De trycicle waar Rodel en ik inzaten ging natuurlijk halverwege kapot, maar dat was gelukkig snel opgelost. Eenmaal bij de pier was het al te laat om een kulong kulong te nemen omdat het al bijna donker was. Gelukkig konden we een stukje meerijden met een jipnee waar allemaal studenten inzaten die ook die kant op moesten. We werden er wel halverwege uitgegooid omdat de jipnee niet meer verder ging. We hadden te veel bagage bij ons om dat zelf te dragen, dus we moesten wat anders verzinnen. Mark had geregeld dat er iemand kwam met een carabao, die onze spullen voort zou trekken op een karretje door de modder. Toen het begon te schemeren kwam de carabao eindelijk aan en konden wij naar het huis toe. We hadden al een paar agta’s geregeld die ons de volgende dag kwamen helpen met tillen. Een van deze was mijn grote vriend Kawag, die ons de vorige keer in de steek gelaten had.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!